Hoe onze politiek steeds meer op Wie is de mol? begint te lijken
Begin december 2016 publiceerde Thierry Baudet namens Forum voor Democratie een petitie waarin de partij pleit voor het schrappen van het verbod op groepsbelediging (artikel 137c) en het aanzetten tot haat of discriminatie (artikel 137d) uit het Wetboek van Strafrecht. (Iets waar ik het mee eens ben, overigens).
In de petitie doet Forum voor Democratie ook de bredere opvatting van de partij over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting uit de doeken:
‘Wat ‘beledigend’ is en wat niet, is subjectief. Kritiek op godsdiensten en politiek-maatschappelijke opvattingen, kritiek op meerderheden of minderheden, ferme standpunten moeten kunnen worden uitgesproken,’ schrijft de partij. ‘De grens hoort te liggen bij oproepen tot geweld. Daar moet hard tegen worden opgetreden. Maar alles daarbuiten hoort toegestaan te zijn.’
Veertien maanden later: diezelfde Thierry Baudet doet aangifte tegen minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken wegens smaad en laster na haar kritiek op zijn partij en partijgenoot Yernaz Ramautarsing. De aangifte werd pompeus de wereld in geslingerd tijdens een ‘persconferentie’ in Hotel l’Europe in Amsterdam, waar een klein leger aan journalisten mee mocht pennen met Baudets verklaring. Maar vragen stellen naderhand was verboden.
Nu zijn smaad en laster inderdaad niet de artikelen die FvD in de petitie uit 2016 zegt te willen schrappen - en dat zal ook het retorische verweer zijn. Maar de tegenspraak met hun zelfverklaarde opvatting over vrijheid van meningsuiting is evident. Als belediging ‘subjectief’ is, kritiek op politiek-maatschappelijke opvattingen ‘moet kunnen’ en alles behalve oproepen tot geweld ‘toegestaan hoort te zijn,’ dan is de aanklacht tegen Ollongren naar eigen maatstaven een farce.
Die hypocrisie noch het flagrante negeren van vragen na de aankondiging van de aangifte konden de nieuwspret evenwel drukken: de aangifte werd breed uitgemeten in zo’n beetje alle media. Heel breed. Laten we zeggen: meer dan twee zetels breed.
Pr-missie geslaagd.
Het moderne mediamennen
Zo ziet het moderne mediamennen door gekozen volksvertegenwoordigers er steeds vaker uit. De basisingrediënten: een mix van aantoonbare tegenspraak met de eigen opvattingen, leugens of stilzwijgen over deze hypocrisie en een French exit wanneer het tijd is voor vragen.
Het is politiek zoals een reality show-producent het zou maken: neem een op zichzelf betekenisloze gebeurtenis (een kansloze aangifte), die evident niet strookt met je eigen standpunt (‘Alles buiten oproepen tot geweld hoort toegestaan te zijn’), maak er een showmomentje van (persconferentie in het hart van het nationale medialandschap!) en ren als een hond op oudejaarsavond weg zodra de lont van de media-duizendklapper is aangestoken.
Zo zaai je twijfel over het gezonde verstand
Voor de goede orde: ik zeg niet dat alleen Baudet dit doet. Of dat dit alleen ‘op rechts’ gebeurt. Neem het recente (uitstekende) interview met voormalig PvdA-minister Willem Vermeend die, geconfronteerd met aantoonbare onwaarheden in zijn nieuwste boek, reageerde met: ‘Dat is uw opvatting.’ Ook zei hij ‘volledige verantwoordelijkheid’ te nemen voor het plagiaat in het boek, om een zin later te stellen dat dit plagiaat hem was ‘overkomen’.
Het doet allemaal sterk denken aan wat in de psychologie gaslighting wordt genoemd: een vorm van manipulatie die als doel heeft mensen te laten twijfelen aan het eigen gezonde verstand door de werkelijkheid ronduit te ontkennen of door jezelf bloedserieus tegen te spreken zonder een spier te vertrekken. Doe dit maar zelfverzekerd en lang genoeg en de toehoorder denkt op een gegeven moment: ben ik nu gek? Zie ik iets verkeerd?
Gaslighting: een ideale bron van nieuws
Het grootste probleem van politici die zo schaamteloos twijfel zaaien over wat we met onze eigen ogen en oren kunnen zien en horen, is dat het zo goed werkt in een mediacratie. Gaslighting is er haast voor gemaakt om nieuws te worden. Het bevat controverse, het roept verontwaardiging op, het is heerlijk voer voor nabeschouwingen als dit. En vooral: het is vluchtig genoeg om snel weer vergeten te worden.
Zo begint politiek steeds meer op één grote, 24-uurs aflevering van Wie is de mol? te lijken: (semi-)bekende Nederlanders die elkaar verdenken en verdacht maken, elkaar beschuldigend van sabotage, kartelvorming en verraad, met heel Nederland gekluisterd aan de buis, zich afvragend wie de huichelaar van de week is. Praat ook mee met de hashtag #Poltalk!
Drie vuistregels voor het berichten over hypocritici
En ja, ook deze column draagt daar natuurlijk weer aan bij. Wat men aandacht geeft, groeit. En dat hardop bekritiseren is er weer aan meedoen #ironie #droste-effect! Ik weet het, en ik zie geen uitweg. Behalve dan: hardop blijven nadenken hoe we de hedendaagse pr-technieken van mediafähige hypocritici dan wél zouden moeten verslaan. Ik pretendeer niet het sluitende antwoord te hebben.
Maar wat te denken van deze vuistregels om mee te beginnen:
1) Zegt of doet een politicus iets dat aantoonbaar in tegenspraak is met eerdere uitspraken? Bericht dan over de tegenspraak, niet alleen over de uitspraak.
2) Lanceert een politicus een plan dat duidelijk vorm zonder inhoud is? Bericht dan over die leegte, niet alleen over het plan.
3) Zendt een politicus zijn boodschap terwijl hij of zij weigert vragen erover te beantwoorden? Bericht dan over die weigering, niet alleen over de boodschap.
Oh, en 4) Laten we de Wikipediapagina over gaslighting eens naar het Nederlands vertalen. Daar is het inmiddels Hollands genoeg voor.