Spelden van hoop in de hooiberg van ellende

Rob Wijnberg
Oprichter

In de hooiberg van ellende die het nieuws normaal gesproken is, kun je doorgaans lang zoeken naar die ene naald die het etiket ‘goh, das mooi’ verdient.

Meestal is het meer: allemachtig, sjongejonge, zucht.

Maar je moet van cynische huize komen, wil je de sprankjes hoop van de afgelopen weken niet hebben opgemerkt. Zomaar een greep: de Rabobank van de miljoenenaftrek op de Libor-boete waar ze wettelijk gezien recht op heeft; de federale rechter in de ultra-conservatieve Amerikaanse staat Texas heeft het verbod op het homohuwelijk in de staat in het al even homofobe Arizona zet een dappere gouverneur, op aandringen van grote bedrijven nota bene,  door de wet die deze bedrijven toestond homoseksuelen te discrimineren; in Spanje komt het merendeel van de elektriciteit uit windenergie.

Natuurlijk, ook deze berichten zijn voer voor cynici. Ja maar, zullen ze terecht aanvoeren: aan het feit dat een bank überhaupt zijn boetes van de belasting af kan trekken, is nog niks gedaan; het homohuwelijk is nog altijd in bijna twee keer zoveel Amerikaanse staten verboden als dat het is toegestaan; de Spaanse regering heeft zojuist weer besloten de subsidies voor windenergie stop te zetten.

En toch, kom er maar eens om: een bank die een morele afweging maakt ten nadele van haar eigen winst, twee Republikeinse bolwerken die opkomen voor homorechten en een land in crisis waar meer dan één vijfde van de elektriciteit duurzaam is.  

De puinhopen van veertig jaar Khadafi laten zich niet zo snel opruimen als, zeg, die van acht jaar Paars. Maar dat ze niet onaantastbaar zijn gebleken: dat is op zichzelf al een revolutie

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de democratiseringsgolf die over de wereld trekt. Je zou het haast vergeten, maar de afgelopen vier jaar zijn in het Midden-Oosten toch echt vier brute dictators verjaagd door het eigen volk: Ben Ali in Tunesië, Mubarak in Egypte, Saleh in Jemen, Khadafi in Libië. Nee, daarmee is de ellende natuurlijk niet van de ene op de andere dag ten einde: de puinhopen van veertig jaar Khadafi laten zich nu eenmaal niet zo snel opruimen als, zeg, die van acht jaar Paars. Maar dat ze niet onaantastbaar zijn gebleken: dat is op zichzelf al een revolutie.

Een revolutie die nu tot alle uithoeken van de wereld begint door te dringen. Sinds vorige week kan de Oekraïense despoot Janoekovitsj aan het illustere rijtje fallen dictators worden toegevoegd: hij werd na aanhoudende massademonstraties afgezet door het parlement en is naar verluidt naar Rusland gevlucht. Ondertussen heeft het volk in Bosnië op relatief vreedzame wijze - net als in Venezuela, Roemenië en Armenië.

Onze consumentistische inborst, die niets anders gewend is dan de meest onmiddellijke behoeftenbevrediging, zal moeilijk kunnen verkroppen dat het nog zeker vijftig, misschien wel honderd jaar gaat duren voordat de dampen van de revolutie zijn opgetrokken en er misschien iets van vrede en democratie in deze bolwerken van jarenlange onderdrukking zal gloren. Maar het is allerminst te vroeg om te constateren: het volk spreekt luider dan ooit tevoren en wordt wel degelijk gehoord.

Zelfs het almachtige bedrijfsleven blijkt lang niet altijd onoverwinnelijk: de EU veegde, ondanks zware agri-lobby, van tafel, en voerde niet veel later, ondanks al net zoveel tegenstand van de auto-industrie, voor auto’s in. Hoezo, we hebben niks te vertellen?

Toen ik gisteren even niks te doen had, heb ik de gemeentelijke stemwijzer van Amsterdam-West ingevuld. Stelling 9 luidde: ‘Om meer ruige natuur te krijgen, moeten parken en recreatiegebieden minder actief worden onderhouden.’ 

Hoe af wil je een land hebben? 

Stel je toch eens voor: mensen in Oekraïne, Egypte en Venezuela die ooit, godlof, zó‘n vraag krijgen voorgelegd in een stemwijzer. Het begin is er.