Komende maanden maken veel 14- en 15-jarige vwo’ers de grootste fout van hun leven tot op dat moment. Ze moeten namelijk hun profiel kiezen.

Dat is een ideetje dat eind jaren negentig op alle scholen is ingevoerd. Tot die tijd konden leerlingen vakken kiezen alsof ze langs een Amerikaans ontbijtbuffet liepen. Alle talen én natuurkunde? Geen probleem. Scheikunde en kunst? Kon gewoon.

Maar de minister, die ook toen al graag praatte over ‘onderwijs op maat,’ besloot kinderen voortaan in vier hokjes te plaatsen. Ze konden vanaf dan kiezen uit vier ‘profielen’: Cultuur & Maatschappij, Economie & Maatschappij, Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek. Die profielen zouden beter aansluiten op vervolgopleidingen en de arbeidsmarkt.

De overheid investeerde er vervolgens flink in om meer leerlingen - en in het bijzonder meisjes - voor een natuurprofiel te doen kiezen.

kozen in 2005, vijf jaar na de invoering van de profielen, zo’n 15.000 leerlingen voor een van de twee natuurprofielen, in 2015 waren dat er ruim 20.000. Het aantal leerlingen met een van de twee maatschappijprofielen daalde in die periode iets: van 16.657 tot 15.246. Dat die daling zo gering was, is echter vooral te danken aan het populaire economieprofiel en de explosieve groei van ‘dubbelprofielen’: kinderen die twee profielen tegelijk volgen. Het percentage leerlingen met een cultuurprofiel

Cultuur? Ja, gezellig!

Dat komt niet alleen door overheidsbeleid. Wat voor leerlingen ook meespeelt, is dat je met een cultuurprofiel op zak geen bètastudie kunt doen, terwijl je met een natuurprofiel wel wordt toegelaten tot een studie geschiedenis, psychologie of Nederlands.

Om Frans te studeren, hoef je zelfs geen eindexamen Frans te hebben gedaan.

Voor leerlingen is het duidelijk: voor al die pretstudies maakt het niet uit wat je op school leert

Leerlingen die de komende maanden allerhande tests maken om te kijken welk profiel het best bij hen past, zien dat beeld bevestigd.

Voor leerlingen is het duidelijk: voor al die pretstudies maakt het niet uit wat je op school leert.

Zo wordt het cultuurprofiel op aangeraden aan leerlingen die ‘creatief, sociaal en belangstellend’ zijn en die het ‘leuk vinden om met mensen te werken en ze te helpen.’ Ook ‘belangstelling’ voor kunst, communicatie, talen en cultuur is mooi meegenomen.

Het techniekprofiel, daarentegen, is er voor leerlingen die ‘logisch kunnen denken’ en ‘graag problemen oplossen,’ aldus de site. Je moet er ook ‘behoorlijk goed’ in exacte vakken voor zijn.

Weer wordt leerlingen duidelijk gemaakt: wie zichzelf serieus neemt, kiest voor techniek. Cultuur is voor wie nergens ‘behoorlijk goed’ in is, een keuze uit zwakte, voor wie van z’n ouders naar het vwo moet maar vastloopt op breuksommen.

Ik wil iedere leerling één ding meegeven

Ik deed dus zo’n cultuurprofiel. Ruim tien jaar geleden deed ik eindexamen, om daarna Nederlands te gaan studeren.

En op de universiteit leerde ik één les die ik wil delen met alle leerlingen die nu een profiel moeten kiezen: je kunt ook een cultuurprofiel kiezen als je helemaal niet creatief of sociaal bent, als je een hekel hebt aan andere mensen of als je uitblinkt in logisch denken.

Want m’n studie was allesbehalve een opleiding tot gezelligheidsdier. We lazen teksten van filosofen die beweerden dat de wereld niets anders is dan een talig construct en dat taal nooit neutraal is, waardoor tekstanalyse een krachtig middel is om machtsstructuren bloot te leggen. Ik leerde dat p → q ≠ q → p, maar dat ook geldt dat ¬q bij p → q gelijk ¬p betekent, terwijl ¬p nog niet ¬q hoeft te betekenen. Maar dat is logisch.

Om Foucault te begrijpen, hoef je niet gezellig te zijn

Het is geen kennis die je opdoet om achter de balie van een ANWB-kantoor te belanden. Om Foucault te begrijpen, hoef je niet gezellig te zijn.

Maar ik zie je aandacht verslappen, en misschien is dat wel de pest. In de geesteswetenschappen, het academische woord voor pretstudies, worden geen medicijnen ontdekt voor voorheen ongeneeslijke ziekten. Geesteswetenschappers gebruiken geen gigantische telescopen om sterren op miljoenen kilometers van hier te ontdekken.

Geesteswetenschappers ontleden hoe de wereld in elkaar zit. Juist om de wereld te kunnen ontleden - en bij Nederlands in het bijzonder de talige wereld - moet je heel veel weten en heel goed kunnen nadenken.

Zo goed, dat je jou, 15-jarige, daar nog niet mee lastig kunt vallen. Voor de mooiste en moeilijkste onderdelen van de geesteswetenschappen ben je nog te jong. Tot je oud genoeg bent, gooien we je op school daarom dood met Franse grammatica, feitjes over de Tachtigjarige Oorlog en creatieve opdrachten die je de ochtend voor je ze moet inleveren in elkaar flanst en waar je dan een 7 voor krijgt.

Omdat je geen loser wilt zijn

Natuurlijk: voor sommigen van jullie is zo’n techniekprofiel de juiste keuze. Je moet er niet aan denken dat Isaac Newton communicatiewetenschappen gestudeerd zou hebben, en sterrenkundige Stephen Hawking lijkt me een beroerde sociaal-pedagogisch hulpverlener.

Maar ik weet zeker dat er onder jullie ook leerlingen zijn die juist goed zijn in talen, aardrijkskunde of geschiedenis, maar die toch voor voor zo’n bètapakket kiezen. Om alle studiemogelijkheden open te houden. Omdat je geen goed beeld hebt van wat al die geesteswetenschappen inhouden. Omdat je vrienden ook een bètaprofiel kiezen. Omdat je ouders erop hameren dat je ‘iets nuttigs’ moet gaan doen. Omdat je geen loser wilt zijn.

Om vervolgens drie jaar lang al je vrije tijd kwijt te zijn aan huiswerk voor wiskunde dat je niet snapt en je niet interesseert, om tijdens je eerste studiejaar biomedische wetenschappen twee studiepunten te halen en alsnog geschiedenis te gaan studeren, of om een heel ongelukkige, middelmatige tandarts te worden.

Doodzonde, natuurlijk. Ben je ‘behoorlijk goed’ in geschiedenis, aardrijkskunde, filosofie of talen? Durf dan een cultuurprofiel te kiezen.

Lees ook:

Zo voorkomen we dat het onderwijs Black Mirror wordt Hoe verandert technologie het onderwijs? Dat zocht ik de afgelopen maanden uit. Eén ding is zeker: we moeten ophouden met ‘gepersonaliseerd leren.’ Lees het verhaal hier terug Wat ik leerde van jullie bijdragen over hoe jullie je kinderen op school in de gaten houden Zien wanneer je kind een appeltje gegeten heeft, of een vier gehaald heeft voor Duits. Dat kan op veel scholen en crèches. Ik ga de komende tijd uitzoeken wat dat geautomatiseerde oudercontact betekent. Lees de update hier terug