‘Als ik het mocht overdoen, zou ik met cultuur beginnen.’ Deze uitspraak, die is toegeschreven aan de Franse voorvechter van de Europese integratie, past goed bij een citaat als ‘Wanneer de bijen van de aardbodem verdwijnen, heeft de mens nog vier jaar te leven’, dat Albert Einstein Schitterende uitspraken, maar de heren hebben ze nooit gedaan.

De woorden die Monnet niet sprak, spreken zo tot de verbeelding omdat hij juist uitging van het omgekeerde: als we Europa stapje voor stapje economisch en politiek integreren, zal het Europese gevoel daar vanzelf wel achteraan hobbelen. De quote suggereert echter dat hij tot het pijnlijke inzicht was gekomen dat je pas een politieke unie kunt vormen als je al een gemeenschap bent die zich door een gedeelde cultuur gestut weet.

Is de methode-Monnet niet precies wat zich nu wreekt? Decennialang is de Europese integratie voortgedenderd, maar een gevoel dat Belgen en Bulgaren, Grieken en Zweden samen een gemeenschap vormen, is intussen nauwelijks ontstaan.

dat de Europese Commissie deze week presenteerde om zes Balkanlanden perspectief op het EU-lidmaatschap te geven, stuitte dan ook op aardig wat scepsis. Delen die landen onze waarden wel? En hebben we nu niet al genoeg moeite de boel bij elkaar te houden?

Niet het praktisch nut, de emotie telt

Op dit moment werk ik aan een stuk waarin ik poog mijn missie als correspondent Europa tussen macht en verbeelding aan te scherpen en onderzoekslijnen uit te zetten. In mijn zoektocht verdiepte ik me nog eens in de ideeën van enkele vroege voorvechters van de Europese integratie.

Zoals de Amsterdammer Hendrik Brugmans (1906-1997), de eerste rector van het in 1950 opgerichte Europacollege in Brugge. Met die instelling beoogde hij op te leiden, wat je een geslaagde missie kunt noemen: nog steeds is het instituut hofleverancier van Europese topfunctionarissen.

In zijn vurige memoires Levend in Europa (1980) legde Brugmans bloot waar het aan schort: emotie. Hoe kun je mensen verenigen die niet verenigd willen worden, vroeg hij zich af. Niet door te wijzen op het pratische nut ervan, constateerde hij. Rationeel kun je goed aantonen dat de Europese integratie voordelen brengt. Nee, ‘men moet ook emotioneel willen wat volgens het verstand noodzakelijk is,’ schreef hij.

Bij de huidige uitbreidingsstrategie richting de Balkan lijkt eveneens te domineren: we moeten zorgen dat deze strategisch gelegen regio niet in de Russische, Turkse en Chinese invloedssfeer komt. Het dat de Europese Commissie geeft, is ‘stabiliteit in onze omgeving’.

Zeker, de Europese Commissie dat het EU-lidmaatschap er alleen inzit als de regio de EU-waarden veel sterker omarmt. Zij wijst daarbij op het belang van onderwijs en cultuur voor dat proces. Maar het lijkt erop dat dit vooral mooie woorden zijn. Cultuur en onderwijs zijn in ieder geval niet de sectoren waar de meeste centen en aandacht heen gaan.

0,035%

Brugmans was vast voor de toetreding van de Balkanlanden geweest. Maar dan wel met de cultuur als drijvende kracht.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog, waarin hij in het verzet had gezeten, vond hij dat Europa de keuze had tussen ‘balkanisering’ (versplintering) of ‘helvetisering’, de vorming van een federale staat zoals in Zwitserland.

Hij wilde een democratische unie oprichten ‘op basis van morele overeenstemming die tot uitdrukking komt in een Conventie over de Rechten van de Mens.’ En hij wilde Europa ‘openstellenvoor ieder land dat zichzelf beschouwt als Europees van karakter en bereid is zich aan de gemeenschappelijke discipline te onderwerpen’.

Voor Brugmans was Europa een ‘cultuurkring’ met een gemeenschappelijke geschiedenis. In 1954 was hij medeoprichter van de Fondation Europeénne de la Culture. Die had als doel ‘de eenheid van Europa te bouwen’ door culturele uitwisseling op het continent te bevorderen.

Achterhaalde ideeën van een vergeten figuur? Eind vorig jaar woonde ik in Brussel een bijeenkomst bij met de Franse minister van cultuur Het leek of ik een echo van Brugmans hoorde.

‘Een grote groep drukt Europa weg als een vreemd lichaam,’ zei ze. Haar oplossing: Europa opnieuw opbouwen, met cultuur als

De Duitse theatermaker Thomas Ostermeier vond het fraaie retoriek, maar wees erop dat in de EU altijd nog 39% van het budget naar landbouw gaat en 0,035% naar cultuur. Hij wilde eerst boter bij de vis zien, dan pas kon hij de mooie woorden van Nyssen geloven.

Dat cijfertje klopte, maar Ostermeier vergat – mopperde een Europese ambtenaar in de wandelgangen – dat cultuur, in tegenstelling tot landbouw, een is. Dat betekent dat het aan de landen is om beleid op dit terrein te ontwikkelen, en dat de Europese Unie enkel mag aanvullen en ondersteunen.

En daarmee legde hij de vinger op de zere plek: cultuur is op Europees niveau alleen maar cosmetische versiering.

‘Nee’ tegen een Europese kieskring

Een dag na de lancering van de Balkanplannen stemde het Europees Parlement over een ‘Europese kieskring’.

Het idee een deel van de zetels die door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk vrijkomen, te gebruiken voor een experiment met ‘transnationale kieslijsten’. Dat betekent dat iedereen in alle EU-lidstaten bij de Europese verkiezingen van voorjaar 2019 een stem kan uitbrengen op kandidaten voor deze zetels. Tot nu toe kon je alleen op kandidaten uit eigen land stemmen.

Dit zou de betrokken politici uitdagen ook zieltjes over de grens te winnen en eerder op te komen voor Europese dan voor nationale belangen, was de achterliggende gedachte. De Franse president Emmanuel Macron is een gepassioneerd voorstander van dit idee.

Maar het Europees Parlement schoot het plan af. Doorslaggevend was dat de grootste fractie in het parlement, de Europese Volkspartij, zich ertegen keerde.

Ik werd er een beetje mistroostig van. Het ging om een piepklein experiment, met 27 van de door de Brexit vrijgekomen zetels. Waarom niet eens proberen of het werkt, waarom niet onderzoeken of dit een klein stapje op weg kan zijn naar Europees gekozen politici die een Europees gevoel uitdragen?

De twee gebeurtenissen herinnerden me aan dat ik ooit over de Brexit schreef. Ik citeerde er de Britse historicus Brendan Simms in, die zei dat de Britten in de afgelopen decennia steeds voorstander waren geweest van verbreding van de EU door nieuwe lidstaten toe te laten, in de hoop dat dit verdieping door verdere integratie zou voorkomen.

Nu zijn de Britten bijna weg, wil de EU toch weer uitbreiden. Met alle risico’s van verder uitstel van verdieping.

Laat ik nog een keer Brugmans aanhalen: het komt erop aan Europa niet alleen economisch en politiek te verenigen, maar om een ‘Europese maatschappij’ te vormen, geïnspireerd door een besef van een gezamenlijke geschiedenis en cultuur.

Nu maar hopen dat de tandem Nyssen/Macron dit idee nieuw leven kan inblazen.