Waarom ‘hygge’ het nieuwe ‘zen’ werd

Nina Polak
Correspondent Modern Leven
De beelden in dit stuk schetsen een droomwereld waarin Nederlandse en Noorse landschappen in elkaar overvloeien. Foto: Ola Lanko (voor De Correspondent)

Welke ervaringen scheppen het moderne leven? Zwijmelen bij alles uit Scandinavië, bijvoorbeeld. Is het niet bij een Scandi-thriller, dan wel bij minimalistisch blankhouten design of lezend in wéér een nieuw lifestyleboek uit de ‘gelukkigste landen ter wereld.’ Wat brengen hygge en lagom ons? En wat nemen ze ons af?

De laatste van vele Scandinavische tv-series waaraan ik ben begonnen, het familiedrama Thicker Than Water, gaf me binnen een paar minuten wat ik als kijker verlang. De serie begint op een eiland, waar het fluitenkruid manshoog groeit en de zon door de bomen flikkert op rode houten huizen. Je ziet meren en steigertjes, bootschuren, wilde aardbeien, Sarah Lund-truien, oude Volvo’s die over boswegen razen en natuurlijk die prachtig eenvoudige interieurs.

Het effect is dat van een idyllische toeristenreclame: ik wil hiernaartoe, of op z’n minst zo’n trui hebben.

Naast het Scandinavische talent voor crime en drama, is het ongetwijfeld ook het Scandinavische levensgevoel waarvoor wij Scandinaviëliefhebbers ons de laatste jaren massaal wenden tot tv uit het Hoge Noorden (series als Borgen, The Killing, The Bridge verkochten honderdduizenden dvd-boxen in de Benelux. The Bridge werd aan 160 landen verkocht). Het zijn die uitgestrekte landschappen, waarschijnlijk, die coole steden, die wollen sokken, dat sobere temperament.

Wie een beetje oplet, weet dat in het noorden alles beter is dan bij ons. En ook als dat overdreven is, willen we het graag geloven.

Zoals we een paar decennia terug alles omarmden wat uit Italië kwam - Alessi, pesto, kalfsleren schoenen - zo kijkt de wereld vandaag naar het schiereiland van de elanden. Scandinavië heeft wat we willen: eindeloos ouderschapsverlof, gratis gezondheidszorg, het beste design, het beste restaurant (NOMA), de beste thrillers, de beste mode, de beste natuur, de beste indiemuziek.

Foto: Ola Lanko (voor De Correspondent)

Olympisch kampioen gelukkig zijn

En de beste cijfers om dat alles te ondersteunen, natuurlijk. Denemarken staat al jaren de gelukslijstjes van het World Happiness Report. En ook Noorwegen, IJsland en Zweden scoren hoog.

Op de waarde van die lijstjes, en wat ze precies zeggen, valt nogal wat Maar de olympische gelukskampioenen zelf nemen hun hoge score en de bijbehorende levensfilosofie behoorlijk serieus.

Niet toevallig staat in Kopenhagen het Happiness Research Institute, een denktank gewijd aan de vraag waarom sommige samenlevingen gelukkiger zijn dan andere. De CEO van dit instituut, Meik Wiking, was de afgelopen jaren de aanjager van een opmerkelijke lifestyletrend.

Zijn wereldwijde bestseller Hygge: de Deense kunst van het leven opende de weg voor een stroom aan zelfhulp-achtige boeken die ertoe aanmoedigen om wat Scandinavischer in het leven te staan. (Ook Yvon Jaspers deed eraan mee, met een kookboek vol noordelijke gerechten.)

Er zijn goede redenen om aan te nemen dat het hier vooral om een uit Londen gaat, en toch maken deze boeken iets duidelijk over wat ons zo aantrekt aan het ‘goede leven’ in het Noorden. Of op zijn minst welke moderne dromen en verlangens zich laten projecteren op die bosrijke lap land boven ons.

Wat is het Scandilevengevoel?

Hygge (spreek uit Hug-ge, met een Engelse ‘g’) is het Deense woord dat volgens velen het beste weergeeft wat de kern is van het goede Scandinavische leven (Meik Wiking noemt het zelfs de sleutel tot het geluk waarom zijn land bekendstaat). Het betekent zoiets als ‘gezellig,’ maar er wordt zelden onvermeld gelaten dat het woord eigenlijk onvertaalbaar is - er zijn boeken voor nodig om er een goede indruk van te krijgen.

‘Hygge draait veel meer om een bepaalde sfeer en ervaring dan om spullen,’ schrijft Wiking in Hygge. ‘Het draait om samenzijn met de mensen van wie we houden. Een gevoel van je thuis voelen. Het gevoel dat we veilig zijn en ons kunnen ontspannen, afgeschermd van de buitenwereld. Waar we een gesprek hebben over de kleine of grote dingen des levens - of in comfortabele stilte bij elkaar zitten - of gewoon in ons eentje genieten van een kop thee.’

Zaken die ‘hygge’ opwekken: dampende croissantjes en cappuccino’s, haardvuren, kussens, gehaakte dekens, boswandelingen en kaarsen, veel kaarsen

Het boek beschrijft in net niet infantiele taal - Wikings favoriete filosoof is naar eigen zeggen Winnie de Pooh - hoe je dit soort tamelijke vanzelfsprekendheden in je leven integreert. Het is doorspekt met pittoreske plaatjes van zaken die hygge opwekken: dampende croissantjes en cappuccino’s, haardvuren, kussens, gehaakte dekens, vers zuurdesembrood, boswandelingen, kerstbomen en kaarsen, heel veel kaarsen.

Zo ontstaat een herkenbaar moodboard voor de hedendaagse mens die zijn omgeving zelf wil vormgeven: op Pinterest en stijlblogs, in woonbladen en -winkels, in ongeveer iedere ambachtelijke koffietent in de westerse wereld domineert de Scandinavische esthetiek.

Die laat zich het beste herkennen in interieurs. Het eigen huis is immers de hyggeligste plek op aarde. ‘Omdat onze winters zo donker zijn, en we vaak binnen zitten,’ verklaart een Deense meubelverkoper in The Guardian, ‘moet onze woonomgeving licht en luchtig zijn om claustrofobie tegen te gaan.’

Lichte kleuren, luchtige, tengere vormen, natuurlijke materialen, klare lijnen, rust, ruimte, warmte en doeltreffendheid zonder opsmuk: het typische Scandinavische interieur lijkt een van de belangrijkste pijlers van het minimalisme dat we tegenwoordig overal ter wereld aantreffen.

Wat het moet uitstralen, laat zich misschien het beste omschrijven als onnadrukkelijke verfijning: de eenvoud en bescheidenheid die volgens Wiking bij hygge horen, en de eerlijkheid, gematigdheid, evenwichtigheid en duurzaamheid die ook besloten liggen in lagom, het oeroude, maar nog altijd springlevende Zweedse ‘geheim voor het goede leven,’ volgens een ander nieuw lifestyleboek.

Foto’s: Ola Lanko (voor De Correspondent)

Zeeën van blank hout

Die Scandinavische kunst van eenvoudig, bescheiden leven in zeeën van blank hout wordt natuurlijk al decennia geëxporteerd. Lang voor het vrolijke nationalisme van hygge was er al Ikea, dat interieurs over de hele wereld een zweempje Zweden gaf (de omzet in Nederland groeide het afgelopen jaar met 3.8 procent tot 1,2 miljard euro, vergeleken met 2016).

Een bezøekje aan Ikea - let er maar eens op - is behalve een cult-ervaring, een wandeling door een levensgrote reisgids voor Zweden. Overal hangen foto’s van de bossen, de dieren, de stromende rivieren, de blije mensen. In het restaurant eet je nationale parels - Zweedse ballen met vossenbessen,

Vooral hilarisch zijn de namen van de meubels, die je straks met gevaar voor je relatie in elkaar gaat zetten

En een aanzienlijk deel van de lol van het koortsachtige koopgescharrel bestaat natuurlijk uit de hilarische namen van de meubels, die je straks met gevaar voor je relatie in elkaar gaat zetten. (Ik bescheur me al jaren over de ‘Ludde,’ het schapenvel, waarop ik mijn Scandinavische tv-series kijk.)

Het bedrijf - dat zich sinds de jaren negentig profileert als de brenger van ‘democratisch design’ - vertegenwoordigt het Zweedse idee dat functionele en duurzame schoonheid en sobere behaaglijkheid morele waarden zijn. De Zweedse design-hoogleraar Mats Theselius in een geschiedenis van Ikea: ‘Wij Zweden staan bekend als een praktisch volk, dat in alle opzichten probeert de droom van een gemakkelijk leven voor iedereen te verwezenlijken. Ikea is de belichaming van dat levensgevoel.’

Voor iedereen. Ook in die zinsnede schuilt voor de buitenstaander waarschijnlijk de kern van dat moeilijk te omschrijven ‘Zweedse gevoel.’

Wanneer ik mijn rooskleurige fantasie van Scandinavië dan ook toets bij de Vlaamse emeritus hoogleraar Scandinavistiek, Godelieve Laureys, blijkt dat de politieke cultuur een kernrol speelt bij onze beeldvorming over de noordelijke landen.

Het sociaaldemocratische beleid waar Zweden van oudsher om bekendstaat, mag nu dan niet zoveel meer verschillen van hoe het er bij ons aan toe gaat. Maar, zegt Laureys, we moeten ons realiseren dat dat systeem daar decennialang ononderbroken dominant is geweest.

Foto: Ola Lanko (voor De Correspondent)

Een vrije economie en toch veel overheidsbemoeienis

Zo heeft het beeld goed kunnen postvatten van Zweden als land van gelijkheid. Een land met een vrije economie, en toch veel bemoeienis door een overheid die wil dat iedereen volgens de bestaansnormen kan leven. (Dat beeld vertaalt zich tegenwoordig in Nederland vooral in berichtgeving over gunstig zorg- en ouderschapsverlof in voorbeeldlanden Denemarken en Zweden.)

Volgens Laureys beleeft die interesse in Scandinavische cultuur overigens geregeld een opleving. Op z’n minst sinds de jaren vijftig en zestig, toen Zweedse cinema, aangevoerd door Ingmar Bergman, een rage werd en Astrid Lindgren de kinderliteratuur begon te domineren met Pippi Langkous.

En in de jaren zeventig en tachtig ontdekten thrillerlezers in Sjöwall & Wahlöö al wat de Netflixgeneratie nu ook weet: Scandinavische schrijvers kunnen als de beste spanning en maatschappijkritiek verenigen.

Hoogleraar Laureys constateert dat de hoge waardering van Scandinavië meestal op weinig kennis gebaseerd is. ‘Onbekend bemind,’ noemt ze dat

Laureys, die onderzoek deed naar de beeldvorming over Scandinavië, constateert dat die hoge waardering van buitenlanders meestal op weinig kennis gebaseerd is. ‘Onbekend maar bemind,’ noemt ze de Scandinavische landen.

De stereotiepe positieve associaties die ik erop na houd - over de ongerepte, mythische natuur aan de ene kant, het aangename modernisme aan de andere kant - hebben er wellicht ook mee te maken, denkt Laureys, dat we historisch gezien simpelweg weinig negatieve denkbeelden hebben over Scandinavië. We zijn - na de Vikingen - immers nooit in conflict geweest met het Hoge Noorden.

Je zou je kunnen afvragen of onze affectie wel zo specifiek betrekking heeft op de landen zelf. In het ‘typisch Deense’ minimalisme van hygge, bijvoorbeeld, schemert een wereldwijde trend door, die lijkt terug te voeren op meer dan het democratisch design van Ikea en de sobere, bescheiden inborst van de Denen.

Er zijn vele niet-Scandinavische voorbeelden te noemen waarin het minimalisme als levensfilosofie de boventoon voert. Van Steve Jobs en zijn eeuwige zwarte coltruien tot de Japanse opruimgoeroe Marie Kondo, die mensen over de hele wereld aanspoort - heel hygge - om niets in je huis te houden wat geen vreugde brengt.

Foto: Ola Lanko (voor De Correspondent)

Ikea als verspreider van ‘global minimalism’

Ikea mag zijn Zweedse identiteit dan in alles uitdragen, er is ook wat voor te zeggen om in de meubelgigant de ultieme verspreider te zien van ‘global minimalism,’ zoals de directeur van het National Design Museum in New York dat ooit beschreef. ‘De stijl van Ikea is modernistisch en zeer neutraal, om lokale voorkeuren te omzeilen en de schaal zo groot mogelijk te kunnen houden.’

Voor Ikea is het noodzakelijk dat zijn stijl wereldwijd ingang vindt, en tegelijkertijd uniek is. Zo kan het gebeuren dat we dénken Ikea-spullen te kopen omdat ze zo lekker Zweeds zijn, terwijl we tegelijkertijd aangetrokken worden door de ervan.

Aandacht en het goede leven

Minimalisme vertegenwoordigt mondainheid, het is de stijl van digitale nomaden en hipsters in metropolen wereldwijd. Hul je in de eenvoud van kledingmerk COS, nestel je in een elegante Deense fauteuil bij The Scandinavian Embassy (een café in Amsterdam) en geniet mindful van je latte om te laten zien dat je een wereldburger bent.

Sla je die veelzeggende Scandinavische lifestyleboeken erop na, dan moet je haast wel geloven dat de aantrekkingskracht van dat generieke, mondiale minimalisme neerkomt op een haast spirituele behoefte die overal ter wereld speelt. Hygge, lagom (net als opruimgoeroe Marie Kondo, for that matter, en bieden zingeving voor de overprikkelde, afgeleide en uitgeconsumeerde hedendaagse, stedelijke mens.

Balans, matigheid en vooral aandacht voor het nu zijn van groot belang, net als het buiten de deur houden van plaaggeest bij uitstek: de smartphone

Balans, matigheid, dankbaarheid en vooral aandacht voor het nu zijn in al die boeken van groot belang, net als het buiten de deur houden van de ultieme plaaggeest van het moderne leven: de smartphone.

Gelukkige mensen, weet ook Wiking, omringen zich met echte vrienden, eten aan tafel, bij kaarslicht, zónder hun telefoon en praten met elkaar (of kijken elkaar gewoon wat aan, zonder te praten, dat mag ook.)

‘Sociaal’ in de Scandinavische cultuur, zoals de trotse gelukskampioenen ons voorhouden, betekent ook écht sociaal, met mensen van vlees en bloed. Uit de vele geluksonderzoeken van Wiking komt saamhorigheid als een van de belangrijkste factoren uit de bus en de Denen weten hoe ze die moeten creëren, zegt hij.

Deze boeken bieden in ongeveer alles een tegengif voor het hyperkapitalistische en van technologie doortrokken geglobaliseerde heden - zij het voor wie tijd en middelen heeft om zich daarvan te distantiëren.

Foto’s: Ola Lanko (voor De Correspondent)

Heeft het een keerzijde?

Hygge en aanverwante levensfilosofieën leggen een behoefte bloot aan eenvoud, aandacht, een verminderd materialisme en saamhorigheid. Maar opmerkelijk genoeg loeren in diezelfde hoek ook nationalisme, xenofobie en conservatisme.

Wiking geeft het in zijn boek zelf toe: ‘Samen zijn met je beste vrienden in een hechte kring, waarbinnen iedereen elkaar al heel lang en goed kent, heeft zijn voordelen. Maar een dergelijke sociale omgang heeft ook een keerzijde: ze staat niet open voor nieuwkomers. (...) Denen zijn niet goed in het toelaten van nieuwe mensen in hun vriendenkring.’

De retoriek van nostalgie, huiselijkheid en geborgenheid laat zich dankbaar inzetten door populisten die geen nieuwe vrienden van buiten willen

En inderdaad, de retoriek van nostalgie, huiselijkheid, geborgenheid en bescherming tegen de buitenwereld, waarvan Wikings boek bol staat, laat zich, weten we, maar al te dankbaar inzetten door populisten die niet zitten te wachten op nieuwe vrienden van buiten.

Zo heeft Pia Kjærsgaard, de oprichter van de zwaar tegen immigratie gekante Deense Volkspartij (na een grote verkiezingswinst in 2015 momenteel de tweede partij, na de sociaaldemocraten) zich vaak opgeworpen als de beschermheilige van hygge tegen de kwade krachten van een geglobaliseerde wereld, met al zijn vluchtelingenstromen.

Hygge is onlosmakelijk verbonden met de opkomst van rechtse partijen, denken sommige Denen zelfs. De Deense Volkspartij draagt met behulp van Hygge uit dat Denemarken een haast perfect land is, met zijn lange, sociaaldemocratische traditie en zijn typerende cultuurkenmerken. Alles wat die culturele hechtheid en geborgenheid bedreigt, wordt niet getolereerd.

Typisch atypisch

Het is een teken te meer dat zich op dat mythische, Scandinavische levensgevoel van alles laat projecteren. Van de kalme, neutrale esthetiek, die zo dankbaar de hele wereld over reist, tot de hyggelige huiselijkheid die juist steeds krampachtiger verbonden wordt met een leven exclusief binnen de landsgrenzen.

Tegenstrijdig genoeg is dat misschien wel de ultieme eigenheid van all things Scandinavian: de opvallende neutraliteit en wereldwijde toepasbaarheid ervan. In de populariteit van het Scandilevengevoel lees je zowel de angst voor een wereld die steeds kleiner wordt, als de onomkeerbaarheid van dat proces.

Meer over het moderne leven: