Beste,

Als m’n vriendin maar niet denkt dat ik baby’s wil.

Op m’n laptop heb ik namelijk een dozijn tabbladen openstaan van kinderopvangorganisaties. Op m’n telefoon staan apps van kinderdagverblijven. Ik heb een boek besteld over de ontwikkeling van het jonge kind.

Het Google-algoritme moet haast wel denken dat er een kleine op komst is.

Maar nee: ik verdiep me in de kinderopvang omdat ik bezig ben met een stuk over kinderopvang-apps voor ouders.

Met zo’n app kunnen pa en ma doorgeven wanneer hun kind naar de opvang komt. Handig, want dan hoeven ze de opvang daar niet meer voor te bellen. Pedagogisch medewerkers kunnen ouders via de app op de hoogte houden van wat er overdag gebeurt, door het dagprogramma te delen en berichten en foto’s te sturen. Leuk voor ouders, want zo krijgen ze een beter beeld van wat hun kinderen eigenlijk de hele dag doen op zo’n opvang.

Ouders die ik spreek zijn blij met de app, maar plaatsen ook kanttekeningen: leidt zo’n app de leidsters niet af van hun werk met de kinderen? Leidt de app ouders niet af van hun werk overdag? En wat gebeurt er met de data die zo’n app verzamelt? Ook op die vragen wil ik in m’n stuk antwoord geven.

Wie zou ik volgens jullie moeten spreken, en welke boeken zou ik zeker moeten lezen? En ouders: willen jullie met mij je ervaringen delen met kinderopvang-apps?

Zijn Nederlandse kinderen wel zo ongemotiveerd?

In NRC Handelsblad stond eerder deze maand het artikel Samenvatting: ‘Nederlandse leerlingen zijn ongemotiveerd. Daarom zijn er ‘leuke’ lesmethoden. Maar die zijn niet per se effectief, zeggen experts.’

Ik wil daar graag nog iets over zeggen.

Dat Nederlandse leerlingen ongemotiveerd zijn, wordt de laatste jaren namelijk vaak gebruikt als argument om het Nederlandse onderwijs te veranderen. Als bron wordt onderzoek van de OESO aangehaald waaruit zou blijken dat Nederlandse leerlingen ongemotiveerd in de schoolbanken zitten.

Maar wat staat er eigenlijk in dat onderzoek? Dat 50 procent van de Nederlandse kinderen niet voor z’n plezier leest. Dat Nederlandse 15-jarigen wiskunde niet leuk vinden. En dat Nederlandse 15-jarigen niet willen werken aan complexe problemen, dat ze niet doorzetten bij moeilijkere opgaven.

Mag je op basis daarvan zeggen dat Nederlandse leerlingen ongemotiveerd zijn? En mag je die conclusie dan gebruiken om het onderwijs leuker te maken?

Ik vind van niet. Ik denk dat er iets anders aan de hand is.

Vooral de OESO-conclusie dat onze scholieren niet willen werken aan complexe problemen en dat ze niet doorzetten bij moeilijkere opgaven, valt me op. Want juist van het in de vingers krijgen van iets wat je voorheen niet kon, zo’n beetje de definitie van onderwijs, brengt op den duur voldoening. Daar moet je je voor kunnen concentreren en doorzetten, vaardigheden die je juist niet oefent als het onderwijs leuker wordt gemaakt door zich aan jou aan te passen.

Zo bezien zou het Nederlandse onderwijs niet leuker, maar saaier moeten worden -een punt dat ook in het NRC-artikel wordt gemaakt. Geen kortetermijnbehoeftebevrediging, maar langetermijnvoldoening.

Zo geef je computerles zonder computer

Tot slot: ben je docent, wil je je leerlingen op de computer laten werken maar is het computerlokaal gereserveerd?

Geen zorgen, neem een voorbeeld aan


Met groet!

Johannes

Wekelijks mail van mij krijgen? Dat kan! Elke donderdagmiddag publiceer ik een nieuwsbrief om je op de hoogte te houden van waar ik mee bezig ben. Die verschijnt op de site, maar kan je ook in je mailbox ontvangen. Nodig ook collega-leraren en andere geïnteresseerden in onderwijs uit om mee te lezen! Schrijf je hier in