Opnieuw relevant

Het conflict in Syrië is hopeloos complex. Deze inzichten helpen je verder

Dimitri Tokmetzis
Correspondent Surveillance & Technologie
Families worden geëvacueerd vanuit Homs op 18 maart, 2017. Foto: Louai Beshara / AFP / ANP

Even leek het geweld in Syrië af te nemen. Maar nu escaleert de oorlog opnieuw. Vier verklaringen voor dit haast onoplosbare conflict.

De oorlog in Syrië leek eind vorig jaar op zijn einde te lopen. Dictator Bashar al-Assad en zijn bondgenoten hadden de overwinning binnen handbereik, was de gedachte. Daarmee zou een einde aan het excessieve oorlogsgeweld in Syrië in zicht zijn.

Maar amper een paar maanden later neemt het geweld tussen de strijdende partijen alleen maar toe.

Waar en wie vechten er nu?

President Vladimir Poetin, bondgenoot van Assad, kondigde in december aan dat de Russische troepen snel naar huis zouden gaan.

Dat was te

Nu zijn diezelfde troepen betrokken bij vreselijke bombardementen in Oost-Ghouta, waar al zeker meer dan vijfhonderd doden zijn gevallen.

Doelbewust zijn ziekenhuizen gebombardeerd. Burgers zijn zonder enige twijfel doelwit. Een staakt-het-vuren, dit weekend met veel moeite uitonderhandeld in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, werd door niemand

Turkse en Amerikaanse troepen dreigen bij Manbij in Noordwest-Syrië slaags te raken. Turkije probeert de Koerden te verdrijven uit vrees dat het conflict met de Koerden in eigen land escaleert.

De VS helpen ze juist, omdat de Syrische Koerden belangrijk zijn in de bestrijding van ISIS. Geen van de twee NAVO-bondgenoten wil op dit moment

In het noordwesten wordt ook rond Idlib hard gevochten tussen en het regeringsleger. De bevolking zit klem. Het ontbreekt aan medische zorg, voedsel en andere basisvoorzieningen.

De spanningen tussen Iran en Israël liepen onlangs hoog op omdat Iran het Israëlische luchtruim schond met een drone en Israël daarop vermoedelijke in Syrië bombardeerde. Syrisch luchtafweergeschut haalde vervolgens een Israëlische straaljager naar

De Verenigde Staten bombardeerden recentelijk stellingen van Assad, maar doodden daarbij ook tweehonderd

En ISIS is dan teruggedrongen uit de zelfverklaarde hoofdstad Raqqa, maar ze is niet verslagen. Het wachten is op terroristische aanslagen in Syrië en

Dit zijn stuk voor stuk vreselijke gevechtsacties die onnoemelijk veel leed veroorzaken. Toch zijn deze gevechten nog maar het topje van de ijsberg van de problemen die ervoor zorgen dat dit conflict zo heftig en zo moeilijk op te lossen is.

Er zijn vier structurele problemen die ervoor zorgen dat het conflict voorlopig zal blijven woeden.

Probleem 1: Het conflict in Syrië gaat allang niet meer om Syrië

Volgens conflictonderzoeker aan is het Syrische conflict een aantal keren van gedaante veranderd.

Het begon in het voorjaar van 2011 als een burgerlijk protest tegen het autoritaire regime van president Assad. De grieven, aangewakkerd door draaiden om burgerrechten, vrijheid, een einde aan de economische malaise. Het regime van president Assad reageerde zoals het altijd reageerde als zijn voortbestaan in het geding kwam: met hard geweld.

In de zomer van dat jaar bewapende de oppositie zich en liepen honderden militairen over. Al snel vond er een radicalisering en fragmentatie plaats langs ideologische en sektarische lijnen. En, zoals dat gaat, begonnen buitenlandse partijen zich in de strijd te mengen - zichtbaar en onzichtbaar.

Wat de Syriërs zelf willen, is tragisch genoeg van ondergeschikt belang geworden

Die verschillende groepen die zich verzetten tegen Assad kregen - en krijgen nog steeds - steun vanuit verschillende regionale mogendheden.

Iran steunt het regime van Assad. Saoedi-Arabië (dat met Iran strijdt om regionale macht) en Jordanië steunen enkele soennitische oppositiegroepen, maar niet het Turkije steunde enkele soennitische rebellengroepen, bestrijdt de Koerden en wil ook Assad weg hebben.

In 2014 kwam nog een speler het veld opstormen, nu vanuit Dat leidde weer tot een radicale herinterpretatie van het conflict door en, later, In plaats van het steunen van een burgeropstand, was nu sprake van een strijd tegen terrorisme.

Begin 2017 transformeerde het conflict voor de derde keer door extreme fragmentatie. Van Veen: ‘Er zijn misschien maar vijf partijen die er militair echt toe doen in Syrië, maar lokaal zijn er honderden groepen die terrein controleren.’ Die kleine groepen opereren in wisselende coalities en proberen allemaal een graantje mee te pikken in de ontstane chaos.

Nu zitten we volgens Van Veen in een vierde transformatie, namelijk de consolidatie van het regime dat vermoedelijk uitmondt in een militaire overwinning. Daarbij worden geïsoleerde rebellenenclaves als Oost-Ghouta en Idlib opgerold.

Rebellen die internationale steun genieten, zoals de Koerden en de Syrian Democratic Forces, worden voorlopig waarschijnlijk ontzien.

De nieuwe grenzen van het conflict, waarlangs nu zoveel geweld plaatsvindt, liggen in gebieden waar de troepen van Assad, gesteund door Iran en Rusland, in aanraking komen met buitenlandse partijen.

In Zuidwest-Syrië met Israël. In Oost-Syrië met de Syrian Democratic Forces die gesteund worden door de Verenigde Staten. In Noord-Syrië met de Koerden (ook gesteund door de VS) en in het noordwesten tegen Turkije.

Met zoveel belangen en partijen is het ondoenlijk voor diplomaten, militairen en hulpverleners om grip te krijgen op dit conflict. Het land is een speelbal geworden in een geopolitieke machtsstrijd. Van Veen: ‘De zuurstof voor het conflict komt sinds enige tijd vooral van buiten. Daarom zal op dit moment een mogelijke oplossing eerst internationaal moeten worden gevonden. Wat de Syriërs zelf willen, is tragisch genoeg, van ondergeschikt belang geworden.’

Dat betekent dat een oplossing ook de belangen van de buurlanden van Syrië in ogenschouw moet nemen.

Syriërs zitten aan boord van een bus die vanuit Fuaa en Kafraya mensen naar Rashidin evacueert op 14 april, 2017. Foto: Omar Haj Kadour / AFP / ANP

Probleem 2: De strijdende partijen wíllen helemaal geen einde aan het conflict (want ze verdienen eraan)

In vroegere oorlogen waren de doelen van strijdende partijen in een conflict meestal duidelijk: veroveren van gebied op de vijand, het verwerven van politieke macht om zo de nationale economie te controleren. Die doelen lijken in Syrië allang te zijn verlaten.

Op dit moment staat Assad, met steun van Rusland en Iran, er zo goed voor dat hij geen belang heeft het geweld te verminderen, laat staan oprechte vredesonderhandelingen te beginnen. Zie de genadeloze bombardementen op Ghouta en Idlib.

Maar ook veel kleinere strijdende partijen hebben helemaal geen belang bij vrede.

In een van de London School of Economics and Political Science beschrijven onderzoekers hoe de van Syrië grotendeels is verwoest. De werkloosheid ligt tussen de 60 en 90 procent. Daar waar de staat is verdwenen of ernstig is verzwakt, floreert een nieuwe oorlogseconomie.

Die is gebaseerd op geweld, smokkel, afpersing, ontvoeringen, illegale handel in wapens, benzine, drugs, olie, organen en mensen, plunderingen van fabrieken. Internationale hulporganisaties vormen ook een belangrijke bron van inkomsten voor gewapende groepen: er mogen bijvoorbeeld alleen

Assad heeft allerlei strijdgroepen aan zich weten te binden, door ze de vrije hand te geven in ‘belastinginning,’ lees het aftroggelen van geld bij wegversperringen en het innen van protectiebetalingen bij lokale ondernemers.

Criminele groepen verrichten hand-en-spandiensten voor het regime en in ruil daarvoor wordt weggekeken bij smokkelpraktijken en andere vormen van criminaliteit. De vraag is of het regime deze groepen weer onder controle kan krijgen.

Met zo’n verstrengeling van economische belangen, lokale machtsmotieven en de gewapende strijd is het erg moeilijk een politieke oplossing te vinden voor het conflict. En is het heel moeilijk om Er moet een alternatief komen voor deze oorlogseconomie. Maar dat is duur. En wie gaat dat betalen?

Syriërs zitten aan boord van een bus die vanuit Fuaa en Kafraya mensen naar Rashidin evacueert op 14 april, 2017. Foto: Omar Haj Kadour / AFP / ANP

Probleem 3: Burgers zijn doelwitten in plaats van zieltjes om te winnen

Op het eerste gezicht lijkt het conflict in Syrië op een guerrillaoorlog. Maar guerrilla’s proberen vaak de bevolking achter zich te krijgen. In Syrië proberen gewapende groepen die legitimiteit te verkrijgen door het zaaien van angst.

Deze oorlog is, net als die in Libië, Irak en Noord-Mali, een oorlog tussen groepen die voorheen in redelijke harmonie samenleefden. De gewapende groepen bedrijven politiek waarbij de haat voor de ander - en na zeven jaar gruwelijke oorlog is er haat in overvloed - wordt gebruikt om legitimiteit voor hun machtgreep te verwerven.

Burgers zitten daarom niet in het kruisvuur tussen de strijdende partijen, zoals het vaak wordt gezegd, maar zijn expliciet doelwit, zie nu weer de bombardementen in Oost-Ghouta waarbij expres ziekenhuizen onder vuur worden genomen.

Dat geldt helemaal voor invloedrijke Syriërs die niet zo’n extreem sektarische positie innemen: gematigde politici, juristen, religieuze leiders, journalisten. Zij worden als bedreiging gezien die de legitimiteit van de strijdende partijen kan ondergraven.

Burgers zitten daarom niet in het kruisvuur tussen strijdende partijen, zoals het vaak wordt gezegd, maar zijn expliciet doelwit

Het probleem van dit soort conflicten is dat een vredesverdrag vaak deze identiteitspolitiek beloont. In Libanon en Irak werden de etnische verhoudingen geformaliseerd in verdragen die de macht tussen bevolkingsgroepen verdeelden. Ook in Syrië wordt naar dit soort extreme oplossingen gezocht, waarbij etnische groepen uit gebieden worden verdreven.

Maar het feit dat de extreme partijen hun zin krijgen, betekent niet dat deze opdeling van macht en mensen de steun van de bevolking geniet, waar veel gematigder opvattingen zijn.

Syriërs zitten aan boord van een bus die vanuit Fuaa en Kafraya mensen naar Rashidin evacueert op 14 april, 2017. Foto: Omar Haj Kadour / AFP / ANP

Probleem 4: Het conflict wordt gevoed door grensoverschrijdende netwerken

Om het conflict in Syrië te begrijpen, laat staan op te lossen, moet je ook weten in hoeverre dit een grensoverschrijdend conflict is. Naast de min of meer formele betrokkenheid van staten als Turkije, Jordanië, Saoedi-Arabië, Qatar, Rusland en de Verenigde Staten, zijn er ook andere, vooral informele internationale partijen bij betrokken.

De herkenbaarste zijn de internationale terroristische organisaties. Zowel Al-Qaeda als ISIS zijn vanuit Irak in Syrië neergestreken en gebruikten het land weer als springplank naar gebieden in Jemen, Libië en elders. Nog steeds lopen er duizenden strijders rond die vaak niet terug kunnen of willen naar hun oude levens. Wat zij gaan doen, is zeer onzeker, maar de kans dat ze hun geweren aan de wilgen hangen, is niet groot.

De wetteloosheid en de informele oorlogseconomie hebben er ook voor gezorgd dat Syrië een groter onderdeel is geworden van internationale criminele netwerken die zich moeilijk laten bestrijden. Het is niet verwonderlijk dat veel strijdende partijen de grenzen van Syrië proberen te beheersen, want daar is veel geld te verdienen met de smokkel van wapens.

Tot slot zijn er ook nog de buitenlandse geldschieters die de oorlog blijven voeden. Rijke individuen in de golfstaten financierden ISIS

Rebellen krijgen weer geld van gevluchte landgenoten in het buitenland. Turkse, Iraakse en Iraanse Koerden steunen hun Syrische volksgenoten, waardoor Turkije zich weer bedreigd voelt.

Een oplossing is niet mogelijk zonder oog te hebben voor deze grensoverschrijdende belangen, netwerken en geldstromen.

Syriërs zitten aan boord van een bus die vanuit Fuaa en Kafraya mensen naar Rashidin evacueert op 14 april, 2017. Foto: Omar Haj Kadour / AFP / ANP

Tijd voor een realitycheck

De conclusie is grimmig. De ouderwetse oplossing - een combinatie van diplomatie, een vredesmacht en jarenlange hulp - is voor Syrië niet genoeg. De internationale gemeenschap zal haar ambitie flink moeten bijstellen, voor zover er nog iets van die ambitie over is.

Het wordt daarom tijd voor een realitycheck. Nederland en de EU willen geen zaken doen met Assad, maar zullen moeten erkennen dat hij waarschijnlijk voorlopig blijft waar hij zit.

De wederopbouw is voorzichtig begonnen - Europa en de Golfstaten betalen (voorlopig) niet mee. Het regime zal die wederopbouw gebruiken om zijn eigen positie te verstevigen, dus om loyalisten te belonen en opponenten te bestraffen. Dat is natuurlijk een recept voor blijvende onrust.

En zolang Assad aan de macht blijft en dit conflict blijft voortrazen, zullen miljoenen vluchtelingen niet terugkeren - nog steeds raken meer mensen ontheemd dan dat er terugkeren.

Het regime heeft daar overigens alleen maar baat bij: op dit moment zijn er te weinig middelen om al die vluchtelingen weer op te nemen. Ondertussen moet er dus ook een oplossing worden gevonden voor de miljoenen vluchtelingen in Turkije, Libanon en Jordanië - al is het maar om destabilisering van deze landen te voorkomen.

Hoe dan ook is het vrijwel zeker dat dit conflict nog lang zal duren, juist omdat die diepe problemen zo moeilijk op te lossen zijn. En helaas zullen we nog lang moeten aanzien hoe de Syriërs in dit internationale, complexe en veranderlijke conflict verder worden vermorzeld.

Correctie 01-03-2018: In een eerdere versie stond ‘Syrian Democratic Front.’ Bedoeld werd ‘Syrian Democratic Forces.

Meer lezen?