Bedenk maar eens een metafoor die ‘blijft plakken’
Toen ik een collega vertelde dat ik op het punt stond langs te gaan bij het Metaphor Lab Amsterdam, een onderzoeksinstituut van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit, antwoordde hij dat ik me daar vast zou voelen als ‘Charlie in Willy Wonka’s chocoladefabriek – of een betere metafoor.’
De afgelopen weken voelde ik me eerder als Alice in Wonderland: ik was nietsvermoedend een klein holletje in gekropen en kukelde vervolgens een wereld binnen van metafooronderzoekers, metafoorbestrijders en zelfs metafoorbedenkers.
Daar las ik over neurowetenschappers die proefpersonen in scanners schuiven om te kijken waar in het brein een metafoor wordt verwerkt, sprak ik een taalkundige die een metaforenmenu samenstelde voor kankerpatiënten en voelde ik niet één maar twee ‘metafoorontwerpers’ aan de tand over de beste manier om een nieuwe metafoor de wereld in te helpen.
De reden: ik was een beetje moe geworden van de metafoor van de oplaadbare batterij, die ons denken over ons lichaam en onze geest behoorlijk domineert.
(Zelfs Ikea wil inmiddels dat we van onze slaapkamer een ‘plek om op te laden’ maken en heeft de stad volgehangen met affiches met daarop een slapende baby en de woorden ‘laad kindje laad.’)
Eerder had ik Correspondentlezers al gevraagd om mee te denken over alternatieve metaforen: jullie droegen onder meer de boom, het bos, het ecosysteem en de rivier aan. Voor het verhaal dat ik gisteren publiceerde, legde ik een aantal van die alternatieven voor aan experts, in de hoop zo de perfecte vervanger voor de batterij te vinden.
Metafoorontwerper – ook gewoon een baan
Schrijven is schrappen. Eén van de interviews die de laatste versie van mijn verhaal niet haalden, hield ik met de Amerikaanse cognitief wetenschapper Rose Hendricks, gepromoveerd op de rol van metaforen in onze gedachten, gevoelens en beleving en inmiddels werkzaam bij het FrameWorks Institute in Washington DC.
Dat is denktank en pr-bureau ineen: het helpt overheden, goededoelenorganisaties en andere publieke instellingen met het ontwikkelen van hun communicatiestrategie – metaforen behoren daar tot de voornaamste gereedschappen.
(In een fijn essay op Aeon legt Michael Erard, een Amerikaanse taalkundige en journalist die voorheen als metafoorontwerper bij FrameWorks werkte en die dit jaar doorbrengt aan het Max Planck Instituut in Nijmegen, uit hoe dat metafoorontwerpen er precies aan toegaat.)
Ik vroeg Hendricks waar een goede metafoor aan moet voldoen – wat maakt dat metaforen zoals de batterij zo goed blijven plakken, terwijl sommige voorgestelde alternatieven, zoals de boom, minder makkelijk wortel schieten?
Volgens Hendricks is een goede metafoor in elk geval afkomstig uit een domein waar veel mensen bekend mee zijn. (En liefst ook uit een domein waar ze ‘iets mee hebben.’ Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat aan sport ontleende metaforen minder effectief zijn bij mensen die niets om sport geven.)
Als voorbeeld gaf ze de metafoor van de reis: ‘Die gebruiken we voor van alles, voor het leven en de liefde en het ouderschap. Logisch, want we zijn constant in beweging, altijd onderweg: iedereen weet wat een reis is.’
Hetzelfde geldt voor ruimtelijke metaforen: denk aan de toekomst die voor je ligt en het verleden dat achter je ligt, het gevoel dat je ‘on top of the world’ bent of juist een beetje ‘down.’ Hendricks: ‘We verhouden ons voortdurend tot de ruimte, dus zulke metaforen kunnen we goed begrijpen.’
Mijn metafoor is de jouwe niet
Nu is de natuur ook een behoorlijk bekend fenomeen – je zou dus denken dat de mens als boom, bos, rivier of ecosysteem best kan aanslaan. Maar zoals Roosmaryn Pilgram, die als postdoconderzoeker bij het Metaphor Lab verzet tegen metaforen onderzoekt, terecht opmerkte, moet je bij een metafoor als een boom of ecosysteem ‘nog best wat denkstappen zetten’ vóór je begrijpt in welk opzicht een mens daar op lijkt.
Pilgram: ‘De batterijmetafoor is eenvoudig te begrijpen: die laadt op en die ontlaadt. De boommetafoor is al een stuk complexer, want op welk aspect van de boom doel je precies? Zijn het de wortels, de afhankelijkheid van andere bomen en organismen, de seizoenen?’
Iedereen zal de nadruk ergens anders leggen. Dat betekent dat het nog niet zo eenvoudig is om een one-size-fits-all-alternatief voor de batterij te formuleren. Een metafoor is immers, in de woorden van Rose Hendricks, ‘een dynamisch proces.’
Het laat zich raden dat de uitkomst van mijn queeste genuanceerder was dan ik me van tevoren had voorgesteld.
(Story of my life, overigens.) Je kan het resultaat hier teruglezen: ik ben benieuwd of het jullie kijk op metaforen verandert. Veel dank voor jullie suggesties en vele leestips – Wonderland wordt er alleen maar groter op.
Tot de volgende,
Lynn.
PS: We hebben een nieuwe functie op De Correspondent: collecties. In deze zijn de verhalen die Anoek Nuyens en ik schreven over het einde van de mens als maat der dingen handig gebundeld.