Vliegen terwijl we beter weten, hoelang nog?
Het verontrustendste dat ik deze week las is deze ‘briefing’ van The Guardian over het belang en verlies van biodiversiteit. De mensheid is de ‘bibliotheek van het leven’ aan het verbranden, zeggen de experts; er leven nog half zoveel dieren op aarde als in 1970. Het stuk is het lezen waard.
Wat moet je doen als je je het lot van het leven op aarde aantrekt?
Een groeiende groep advocaten heeft een helder antwoord. Ze dagen staten of multinationals voor de rechter om zich te verantwoorden voor de ontoereikendheid van hun klimaatbeleid. Ze gebruiken het recht als breekijzer om politieke patstellingen en vastgeroeste belangen open te breken. En ze veranderen de wereld, schrijf ik vandaag op De Correspondent.
Vandaag verschijnt ook een explainer over de wetenschappelijke basis onder de aanklachten, en een collectie met al mijn verhalen over klimaatrechtszaken.
De opkomst van dit soort processen vind ik hoopgevend, en toch ging het schrijven over schuld en plicht me niet in de koude kleren zitten. Het confronteert je onvermijdelijk met je eigen gedrag. Ironisch was het dat ik vlak na het afronden van een eerste versie van bovenstaand verhaal in een vliegtuig stapte voor een korte vakantie in Rome. Geboekt in een opwelling en sindsdien wrong er iets.
Want ik wéét dat vliegen een van de schadelijkste dingen is voor het milieu en het klimaat. Ik ben woedend over de roekeloze uitbreiding van Schiphol in Lelystad.
En toch, en toch.
Terwijl ik in het vliegtuig zat, zag ik in mijn geestesoog een spoor van uitlaatgassen uit de motoren komen; fijnstof dat zou worden ingeademd door de nietsvermoedende medemens en dat zelfs de hersengroei van ongeboren kinderen zou beïnvloeden, en CO2, honderden duizenden moleculen kooldioxide, die zich snel zouden verspreiden in de atmosfeer om samen met de reeds aanwezige broeikasgassen nét wat meer warmte in onze dampkring te houden, niet eventjes maar een paar honderd jaar lang.
Ging ik niet juist op vakantie om dit ernstige bewustzijn even los te laten? In Rome verdween het gelukkig zo snel als een vliegtuigstreep aan een heldere hemel. Maar de effecten van de vlucht zouden doorwerken en daar kon je wel afstand van nemen, je kon het niet vergeten.
Nou is de kans klein dat ik ooit zou worden aangeklaagd voor mijn moedwillige bijdrage aan het probleem. Dan zouden alle mensen moeten worden gedaagd, elk voor hun kleine, verwaarloosbare deel. De klimaatadvocaten richten zich terecht alleen op de bedrijven en overheden die een aanzienlijke bijdrage leveren.
Maar morele verantwoordelijkheid heb ik wel. Ik wéét wat ik aanricht. Ik hád andere opties; een andere vakantie vlakbij, bijvoorbeeld, of toch met de trein. Dat die zoveel duurder is en dat de website van NS International ons niet verder kon helpen dan Frankrijk is niet echt een excuus, hoogstens een ongemak dat overwonnen had kunnen worden, of tot andere keuzes had kunnen leiden.
Ik had over dit alles al eerder geschreven en ik was al minder gaan vliegen en m’n resterende vluchten gaan compenseren. Ook ben ik van mening dat ieder mens recht heeft op zijn portie hypocrisie, dat moet je niet willen uitroeien. Soms is een vakantie naar Rome júíst wat je moet doen.
En toch, en toch.
Op het vliegveld in Rome zag ik een reclame van Ryanair: Low cost, senza pensieri - lage kosten, zonder gedachten. Wilde ik daar bij horen?
Volgens mij vragen steeds meer mensen zich dat af. Sinds een paar maanden vragen mensen me op de man af; vlieg jij nou nog? De bewuste burger zit ermee in zijn maag; wie al is gestopt met vlees eten wéét nu dat vliegen next is (of is er al drastisch mee geminderd of gestopt). Een vorm van vooruitgang, denk ik, al moeten we nooit uit het oog verliezen dat duurzame hervorming van de economie het doel is, niet perfect individueel gedrag.
Een tip voor wie hierover peinst: Tegenlicht zendt komende zondag een aflevering uit over ‘de dagelijkse dilemma’s en hoofdbrekens van de Groenmens’ (goeie term). Met onder meer klimaatpsycholoog Renee Lertzman, die meent dat de klimaatcrisis een kans is om te laten zien wat de mensheid in petto heeft.
Ik begon deze nieuwsbrief met het verontrustendste dat ik deze week las. Laat ik eindigen met het inspirerendste: dit verhaal van George Monbiot, de door mij zeer bewonderde milieujournalist. Hij blijkt prostaatkanker te hebben, maar is desondanks gelukkig en beschrijft waarom.
Tot de volgende,
Jelmer