Welk doel heiligt de middelen van Fred Teeven?
Het was zo’n uitspraak waarvan je een minuut nadat die gedaan was al wist dat er ophef over zou komen: de opmerking van staatssecretaris Fred Teeven dat het Kinderpardon voor hem het ‘zuur’ is en de strafbaarstelling van illegaal verblijf het ‘zoet.’
Deze twee wensen, van respectievelijk PvdA en VVD, zijn bij de flitsformatie aan het begin van Rutte-II tegen elkaar uitgeruild. Sinds die dag komen zowel dissidenten van de PvdA als oppositiepartijen geregeld op de deal terug.
Voor de ChristenUnie was Teevens uitspraak de bekende druppel die de emmer deed overlopen. ‘Zo spreek je niet over mensen!’ De partij kondigde aan dat zij haar steun aan andere kabinetsplannen zal intrekken wanneer het kabinet illegaal verblijf alsnog strafbaar maakt. Een dreigement dat de partij natuurlijk nog wel waar moet maken, maar dat nu al voor de nodige druk op de kabinetsketel lijkt te zorgen.
In de volgende editie van Journaal Vreemdelingenrecht, dat eind deze maand zal verschijnen, komt de staatssecretaris nog eens op de gewraakte uitspraak terug. Hij wil het beeld van een boeman die zich verlustigt aan het straffen van kansarme migranten graag rechtzetten. Het loont om zo af en toe een vakblad te lezen, zo blijkt. Teevens verweer is namelijk erg interessant: ‘Wat ik heb willen zeggen is dat er verschillende politieke belangen zijn in deze coalitie. Niet dat ik het Kinderpardon zuur vind.’
Dat klinkt al een stuk sympathieker. Klinkt. Nader bekeken is de verklaring van zijn uitspraak nog verontrustender dan het beeld dat zijn woorden bij velen opriep.
Zijn uitspraak blijkt namelijk helemaal niet over gepardonneerde kinderen of gestrafte illegalen te gaan, maar over ‘de politieke realiteit.’ Het ging hem niet om werkelijk zuur of zoet, maar om de politieke pendant daarvan.
Zulke frases vallen natuurlijk te pas en te onpas in politiek Den Haag. Maar deze ‘politieke realiteit’ heeft met de werkelijkheid zelf doorgaans weinig te maken. De realiteit wordt al gauw gereduceerd tot ‘standpunten over’ de werkelijkheid, in plaats van de werkelijkheid zelf. En de mensen waar het om gaat verdwijnen dan al gauw uit beeld.
Hij had zijn standpunt tegen dat van een ander geruild. En dat alles voor de goede zaak en voor de lieve vrede: ‘Zoals u weet ben ik een groot pragmaticus.’
Teeven had zijn standpunt tegen dat van een ander geruild. En dat alles voor de goede zaak en voor de lieve vrede. Want, zo vertelt Teeven de interviewer van het vakblad: ‘Zoals u weet ben ik een groot pragmaticus.’
‘Pragmaticus,’ dat etiket plakken de leden van dit kabinet elkaar maar wat graag op. Premier Rutte nog het meest van allemaal. Googel maar eens op ‘Rutte pragmatisch.’ Zegt hij het niet over zichzelf, dan zeggen anderen het wel over hem. Het levert 115.000 hits op.
Ook staatssecretaris Teeven heeft zijn imago van crime fighter vakkundig omgeruild voor dat van überpragmaticus. Wie hem op de man af vraagt of hij denkt dat die strafbaarstelling van illegaal verblijf er wel van zal komen, krijgt als antwoord dan ook dat hij eerst nog wat rapporten afwacht. ‘Ik wil er zeker van zijn dat het werkt.’
Helaas heeft pragmatiek ook verraderlijke kanten. Want wat is het precies? Volgens de woordenboeken is het een houding die de praktijk als toetssteen ziet. Als het je echt ontbreekt aan idealen is pragmatiek natuurlijk te verkiezen boven narrig nihilisme. Maar Teeven heeft wel degelijk idealen. Een heleboel zelfs. Ook dat blijkt uit het interview in het vakblad.
Zo laat hij tussen neus en lippen door vallen een voorstander te zijn van een Europees asielbeleid. Waarom? ‘Het is een illusie dat we Nederland geheel eigenhandig kunnen dichtspijkeren.’ Teeven mag dan een groot pragmaticus zijn, hij is wel een pragmaticus die streeft naar een beleid dat Nederland dichtspijkert.
De middelen die hij inzet blijken vooral dat doel te dienen. Als hem wordt gevraagd of strafbaarstelling überhaupt effect heeft, blijkt de maatregel ineens slechts een middel om een ander doel te bereiken. ‘Strafbaarstelling kan natuurlijk al effectief zijn omdat (illegale) vreemdelingen daardoor niet naar Nederland komen. Dan is de wet reeds effectief. Al is dat natuurlijk moeilijk te meten.’
Zelfs als die strafbaarstelling zijn doel - terugkeer bevorderen - voorbij schiet, komen er straks toch minder nieuwe illegalen bij. Ofwel: het werkt misschien niet, maar we komen dan toch tenminste strenger voor de dag. En dat blijkt Teeven’s eigenlijke doel te zijn.
Met eenzelfde beroep op de praktijk mogen politiemensen sinds 1 maart jongstleden zonder toestemming bij illegalen het huis binnenlopen en doorzoeken. Teeven: ‘Op dit moment is het enkel mogelijk om de woning binnen te treden en na binnentreding zoekend rond te kijken. Omdat de politie en de marechaussee in de praktijk ervaren dat deze bevoegdheid tekortschiet, worden de mogelijkheden van het vreemdelingentoezicht verruimd.’
Een muurtje slopen mag nog net niet, maar onder matrassen of in gesloten lades kijken wel. Zo kunnen politiemensen kijken of iemand wellicht toch ergens een verblijfsdocument verborgen houdt, waarmee ze de uitzetting in gang kunnen zetten. Nogmaals: zonder toestemming.
Tja, ook dat is pragmatiek. Maar dan eerder van het slag waarin het doel de middelen heiligt. Sterker nog: wie maar genoeg van zulke maatregelen doorvoert, heeft straks die strafbaarstelling zelf niet eens meer nodig. Illegalen zijn dan de facto vogelvrij.
Een pragmaticus die een streng beleid nastreeft, zorgt echt voor een ander beleid dan een pragmaticus die met asielbeleid probeert bescherming te verlenen aan wie dat nodig heeft. Is dat erg? Niet per se. Als je maar eerlijk bent over welk ideaal je nastreeft.
Zullen we de volgende keer dat een politicus zichzelf een pragmaticus noemt dus maar eens doorvragen naar het doel dat door de middelen wordt geheiligd?