Hoe krijg je de stille meerderheid aan het praten?

Karel Smouter
Journalist, gespecialiseerd in boerenprotesten
Illustratie: Zeloot (voor De Correspondent)

Hoe kunnen we betere gesprekken voeren op internet? Met deze vraag ging ik twee weken geleden op pad. De tweede etappe in mijn zoektocht voert mij van mijn woonplaats Deventer via debatsite Kialo naar Berlijn.

Waarom is de stille meerderheid zo stil? Deze vraag hangt als het ware boven de kunstwerken die dit voorjaar stonden geëxposeerd in het Het kortste antwoord dat de kunstenaars op die vraag geven: omdat de rest zo luid is.

De jonge kunstenaar exposeert bijvoorbeeld een installatie vervaardigd van gevonden materialen. Het kunstwerk is een ware kakofonie aan beeld en geluid.

Op deze foto is de installatie te zien die de absurdistische kunstenaar Björn Zielman voor de expositie ‘The Silent Majority’ heeft gemaakt

Hij verbeeldt zo de stroom aan meningen die over mensen wordt uitgestort. Tijdens een rondleiding licht hij toe: ‘Je kunt je afvragen of de meerderheid wel zo stil is als we met elkaar zoveel geluid voortbrengen. Het probleem is wat mij betreft vooral dat niemand echt wil luisteren. En dat je als het ware wordt lamgeslagen door alle herrie.’

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Zielman maakte ook een video bij zijn installatie voor ‘The Silent Majority’. Hier kun je ’m bekijken. Zet vooral ook het geluid even aan!

Ik bezoek de expositie omdat ik op zoek ben naar de ingrediënten voor een beter online debat.

Een in de Volkskrant maakte onlangs maar weer eens duidelijk hoe slecht het daarmee gesteld is. De krant liet enkele Nederlandse content moderators van Facebook aan het woord, die shift in shift uit grote hoeveelheden bagger krijgen voorgeschoteld. Nederland staat bij Facebooks moderatieteam bekend als uitgesproken onbesnaard debatland.

Toch is de echte uitdaging volgens mij niet hoe de schreeuwers stil te krijgen, maar hoe de stillen aan het praten. Om voor hen die echt bereid zijn om in gesprek met anderen hun mening te vormen, een omgeving te scheppen waar ze daadwerkelijk wijzer van worden.

Kialo, een Wikipedia voor meningen

Ik kreeg van enkele leden daarom de tip om eens te proberen. Op deze site - vernoemd naar het woord voor ‘rede’ - worden discussies teruggebracht tot ‘beweringen’.

Aan elke bewering kun je voors en tegens toevoegen. Van elke discussie ontstaat vervolgens een topografie. Al klikkend kom je steeds dieper in een argument.

Met we cut through the noise als motto lijkt deze website de herrie die Zielman in zijn kunstwerk verbeeldt te willen vervangen door rust en rationaliteit.

Zo ziet bijvoorbeeld de discussie over het bestaan van God eruit

In een café in zijn woonplaats Zwolle spreek ik vormgever (36) die als een blok voor de site gevallen is. Hij is een fervent Facebooker, die als VVD’er met een overwegend links netwerk graag het debat opzoekt. ‘Ik had als ontwerper al heel lang zoiets als Kialo in gedachten, dus toen het op de markt kwam, ben ik het meteen gaan gebruiken.’

Volgens Eikema is Kialo een goed alternatief voor Facebook. ‘Daar zijn heel veel mensen namelijk heel erg dom’, zo gooit hij op kenmerkende wijze de knuppel in het hoenderhok. ‘Ik hanteer voor mezelf en voor de mensen met wie ik online in gesprek ga twee regels. Ten eerste: doe je huiswerk. Ten tweede: ga op zoek naar de best mogelijke tegenwerpingen voor je argument. Aan die eisen voldoen veel mensen simpelweg niet.’ En, zo moet hij toegeven, ‘ikzelf ook niet altijd’.

Juist daarom vindt Eikema Kialo zo behulpzaam. ‘De site geeft je de voors en tegens van elke kwestie als het ware op een presenteerblaadje. Je wordt als deelnemer aan een gesprek niet zo gauw meer gehinderd door een gebrek aan kennis.’ En als je een voor of een tegen toevoegt bepaalt een ‘moderator’ of het daadwerkelijk iets toevoegt. De site laat zelfs zien of een ander je mogelijk voor was.

In een debat over het bestaan van de hel wist Eikema zodoende een aantal argumenten toe te voegen. ‘Los van de vraag of ik daar in geloof, wilde ik inbrengen dat in de bijbel meerdere versies van de hel voorkomen. Dat argument werd aan de discussie toegevoegd.’

Het is niet moeilijk te zien wat de vormgever in de site ziet. En mede door een nogal agressieve verkoopstrategie - het is vrijwel onmogelijk de betaalde advertenties van Kialo op Facebook en Twitter te missen - gaat het er levendig aan toe. Er zitten algauw duizend mensen uit de hele wereld met elkaar over een thema te debatteren.

Hoelang kun je hiermee doorgaan?

Toch is de vraag hoelang Kialo standhoudt. Want ooit zijn alle grote kwesties behandeld en blijven slechts de marginale kwesties over. Een beetje zoals Wikipedia weliswaar nooit ‘af’ is, maar toch een heel stuk minder levendig dan voorheen, doordat er simpelweg al vreselijk veel goede lemma’s zijn geschreven.

Hoe dieper je in een discussie duikt, hoe meer opvalt dat discussies vooral over microkwesties binnen een groter debat gaan. Bovendien is het wel erg rationeel.

Ik betrapte mezelf op de gedachte dat ik na verloop van tijd precies dat miste wat andere discussies zo ingewikkeld maakt: retoriek, ofwel de kunst van het redevoeren. Noem mij een romanticus, maar een in fraaie taal uiteengezet argument overtuigt mij sneller dan een debatschema.

Ook de relatieve anonimiteit (het voeren van je eigen naam op Kialo is optioneel) maakt dat ik blijf zitten met de vraag: wie is toch die persoon aan de andere kant van de lijn?

Ook Eikema ziet deze tekortkomingen wel. ‘Online debatteren blijft iets voor mensen die daar iets mee hebben. En dat is ook niet zo verkeerd. Voor een goed debat moet je moeite doen. Op zoek gaan naar de bronnen van de argumenten van je tegenstander. Daar moet je net zin in hebben.’

Het internet als stammenstrijd

Kialo lijkt zo bezien vooral iets voor hen die hun toetsenbord graag als wapen inzetten in een ideeënstrijd. Het is dan ook de vraag of de ‘stille meerderheid’ hierdoor wél aan het woord komt.

Misschien is het eerste ingrediënt van een ideaal online debat daarom ook wel dat je het woord ‘debat’ laat voor wat het is. Een van jullie merkte onder mijn vorige artikel op: het woord debat vroeg hij er retorisch bij.

Waar het idee van debat als strijdtoneel toe kan leiden laat het werk van zien, een Duitse denker over internet die middels een podcast en een gestage stroom aan stukken de discussie over ontwikkelingen op het internet volgt. Rond mijn vorige artikel tipte een van jullie mij zijn werk. Ik besloot hem op te zoeken, op een zonovergoten terras in Berlijn.

Seemann is niet erg optimistisch over pogingen het debat rationeler te maken, zoals Kialo dat bijvoorbeeld doet. ‘We leven in een tijd waarin het dat een goed, rationeel debat dat tot rationele, waardevolle uitkomsten leidt is vastgelopen. Dat los je niet zomaar op met technologie of een nieuwe website.’

Ook tot zijn eigen spijt (‘ik was een echt naïeve internetutopist’) heeft hij moeten vaststellen dat mensen zich ook online tribaler gedragen dan de pioniers van het vrije internet hadden vermoed.

Mensen laten zich in hun gedachtevorming beperken door de stam waar ze bij horen in plaats van door de kracht van rationele argumenten

Zo laat zien dat Twittergebruikers die aantoonbaar nepnieuws verspreiden óók de ontkrachting van dit nieuws te zien krijgen. De ontkrachting delen ze niet, terwijl ze er wel van op de hoogte zijn. ‘Dat is gewoon pure

Wie iets nieuws wil proberen op dit vlak moet wat Seemann betreft rekening houden met deze psychologische dimensies. De mens is nu eenmaal ongeneeslijk een groepsdier, zo stelt hij vast. ‘Aanvankelijk werden online tribes als Gemeenschapsvorming die past bij onze moderne tijd, een alternatief voor de massabewegingen van weleer. Maar we zien nu de keerzijde ervan; mensen laten zich in hun gedachtevorming beperken door de stam waar ze bij horen in plaats van door de kracht van rationele argumenten. Ik heb nog geen overtuigend bewijs gezien voor het bestaan van filterbubbels, in die zin dat mensen simpelweg niet worden bereikt door informatie buiten hun eigen bubbel. Het is erger: ze ontkennen of negeren het gewoon.’

Kijkend naar de toekomst van het web ziet hij verschillende scenario’s. ‘We staan voor mijn gevoel nu op een tweesprong: of we omarmen die tribaliteit en laten gebeuren dat elke tribe zich op zijn eigen platform gaat organiseren. Of platforms als Facebook en Twitter vinden manieren om tribes toch met elkaar in gesprek te houden.’

De recente ophef rondom met name Facebook schept volgens Seemann wel momentum. ‘Er is eindelijk voldoende druk op de grote platforms om zich radicaal te verbeteren. Dat lijkt me beter dan nieuwe platforms oprichten. Dan kom je onherroepelijk dezelfde problemen tegen.’ Toch denkt hij niet dat de grote platforms zich vrijwillig zullen hervormen. ‘We kunnen niet zonder instituties, die dit soort veranderingen afdwingen.’

Seemann denkt bijvoorbeeld aan een soort onafhankelijke waakhond waarbij gebruikers van platforms tegenover de grote machthebbers op het internet. Een beetje zoals de vakbeweging werkgevers tot verbeteringen hebben gedwongen. ‘Er moet hoe dan ook een institutie komen die boven de tribes kan staan.’

En de stille meerderheid dan?

Kialo brengt vooral fervente debatteerders bij elkaar. En ook de tribes die Seemann in zijn werk ontwaart zijn een fenomeen dat zich voordoet bij de meest uitgesproken types op internet. De vraagt blijft of internet ook een plek kan zijn voor alle grijstinten daar tussenin.

Een van de hoogtepunten van de expositie waar ik deze tweede etappe in mijn zoektocht begon is het werk van Zij laat twee acteurs, een man en een vrouw, op vier verschillende schermen ‘doorsnee’ stelletjes naspelen. Wat opvalt aan hun uitspraken - die de kunstenares heeft opgetekend uit de mond van stelletjes die zij voor dit kunstwerk interviewde - is hoe ‘grijs’ en genuanceerd ze zijn.

Op deze foto is een deel van de installatie te zien die Viktoria Gudnadottir voor de expositie ‘The Silent Majority’ heeft gemaakt

Ja, natuurlijk vinden ze dat we ‘iets’ moeten doen om vluchtelingen op te vangen. Maar nee, wat we kunnen doen is niet eindeloos. En zo staan ze ongeveer in elk onderwerp: ze zijn niet per se ergens voor of tegen, maar zien de sterke en zwakke punten van iedere pool en kiezen zo positie.

Het blijft de vraag wat we met deze stille meerderheid aan moeten. Of het laten spreken van die stille meerderheid eigenlijk wel kan, en of het zou moeten. In elk geval zou een beter online debat volgens mij zeker gebaat zijn bij minder aandacht voor de ‘polen’, de ‘uitersten’. Bij minder polarisatie, kortom.

Om daar meer over te leren sprak ik voor een volgend artikel de expert bij uitstek op het gebied van polarisatie, die bijvoorbeeld burgemeesters adviseert over hoe conflicten te ‘depolariseren’. Mijn interview met hem zal de derde etappe van mijn zoektocht vormen. Wordt vervolgd.

Meer lezen?