‘Een rapper die met een crimineel omgaat’ is geen nieuws

Saul van Stapele
Journalist, gespecialiseerd in populaire cultuur
Beelden: Gilleam Trapenberg (voor De Correspondent)

Een Parool-artikel over rappers en criminaliteit maakte afgelopen dagen veel los op sociale media, en daarbuiten. Liquidaties! Witwaspraktijken! Afpersing! Het paste naadloos bij een stereotype beeld van de rapscene. Wie écht geïnteresseerd is in de band tussen rappers en criminelen, doet er goed aan naar rappers zelf te luisteren.

Al decennialang vertelt een deel van de Nederlandse hiphopartiesten, in interviews en in hun eigen rapteksten, over criminaliteit.

Bekende rappers vertelden over opgroeien in huizen waar de junkies overdag langskwamen om drugs te halen; over als kleuter gebruikte drugsnaalden vinden op straat; over als kind mensen neergeschoten zien worden; over zelf actief zijn in het illegale circuit; en over vrienden en familie kwijtraken door zwaar geweld, criminaliteit, gevangenis, verslaving.

En wat kopt de Amsterdamse krant Het Parool op een onvermoede zaterdag in het voorjaar van 2018 alsof het nieuws is, bij een oude, ergens opgerakelde stoere videoclipfoto-met-zonnebril van de geliefde BN’er, koninginknuffelaar, tv-presentator, prijswinnend programmamaker, tv-producent, geslaagd ondernemer, DWDD-tafelheer, manager van de sterren, succesvol komiek en gelauwerd theatermaker, maar nu toch vooral weer even rapper Ali Bouali?

Eh, no shit, Sherlock!

Het vermoeden heerst...

In het artikel wordt een reeks voorbeelden gegeven over situaties waarin sprake is of zou zijn van wederzijdse sympathie tussen rappers en mannen met flinke strafbladen.

Omdat ‘innig verstrengeld’ vaagtaal is die werkelijk alles kan betekenen, komt in het stuk ook alles voorbij: van samen met een fles drank op de foto gaan of in een videoclip figureren, tot op social media iemand tot je vriend bestempelen, tot met intimi uit eten gaan als iemand uit de gevangenis komt, tot zelf veroordeeld worden voor zeer uiteenlopende zaken.

Het opsommen van al die losse, vaak al publiek bekende voorbeelden moet aantonen dat ‘de top van de Nederlandse hiphop (...) koketteert met Amsterdamse criminelen’ – een absurde generalisatie waar iedereen onder valt van Typhoon tot Willem Holleeder.

Voor de duidelijkheid: er worden ook andere, veel nieuwswaardigere dingen gesuggereerd in het stuk – bekende rappers zouden door topcriminelen worden afgeperst en ‘het vermoeden’ zou ‘heersen’ dat ‘wit en zwart geld rondom de artiesten makkelijk vermengd raken’ - maar die zaken worden in het stuk journalistiek onvoldoende Ja, zulke verhalen hoor je inderdaad weleens. Ze kunnen ook zeker kloppen. Maar concreet wordt het niet.

De journalisten schrijven zelfs ergens: ‘Die verhalen blijken lastig te verifiëren.’ Terwijl je dat toch een journalistieke basisvoorwaarde kunt noemen, in een circuit waarin veel roddels en geruchten worden verspreid.

Het vermoeden heerst.

In het criminele milieu gaan verhalen.

‘De laatste roddels doen de ronde als een rotonde’,

Wat nog het meest opvallend is, aan een stuk dat letterlijk alleen over rappers gaat, is dat geen rapper sprekend wordt opgevoerd. Er wordt niet eens gesuggereerd dat een rapper benaderd is - wel iemand die hun muziek uitgeeft, een advocaat, een manager - terwijl het toch volwassen mensen zijn die uitstekend over hun keuzes en leven kunnen vertellen; dat is namelijk hun werk.

Het is een curieuze keuze: wel schrijven over verhalen en vermoedens die rondgaan in het criminele circuit en in het opsporingsapparaat over rappers, maar geen enkele rapper - vaak grote sterren met openbare agenda’s vol publieke optredens - zelf aan het woord laten.

Dat moet je met ‘ondernemers’ eens proberen.

Of met ‘politici’.

Luisteren ze wel?

Wat na kritische lezing in het stuk overblijft, is een constatering waar niet zo gek veel op af te dingen is.

Jazeker, het klopt dat sommige rappers en sommige zware criminelen een uitstekende band hebben, het klopt ook dat er rappers bestaan die met justitie in aanraking zijn geweest, dat er rappers zijn die zich laten voorstaan op hun al dan niet vermeende criminele activiteiten en relaties, en dat er criminelen zijn die rappen.

Allemaal waar.

Maar hoezo is dat nieuws?

Do you fools listen to music or do you just skim through it?

Wat Esko en Sevn Alias zelf vertellen

Al decennialang spreek ik voor mijn werk uitgebreid met hiphopartiesten, hun familieleden en mensen uit het circuit, en vaak ook over dit onderwerp.

Neem de populaire producer Esko uit Almere - zijn en staan deze week op nummer 1 in Nederland - die me dat Amerikaanse trapmuziek hem zo aansprak, omdat rappers daarin praatten over een leven dat hij in Almere van dichtbij kende, een wereld van drugshandel op de straathoek, cocaïne uitkoken met ammoniak en waarin sommige van zijn vrienden een wapen op zak droegen wanneer ze bij zijn moeder thuis kwamen.

De één gaat vanavond een overval plegen, de ander gaat naar zijn werk en het zijn allebei je vrienden

Esko (24) is hofleverancier voor Nederlandse rappers die op zijn sfeervolle trapbeats tot in detail over dat leven praten. Rappers die in hun interviews en muziek nooit een geheim hebben gemaakt van hun ‘innige verstrengeling’ met de criminaliteit.

Zoals de 21-jarige Sevn Alias. Over de omgeving waarin hij opgroeide, ‘De één gaat vanavond een overval plegen, de ander gaat naar zijn werk en het zijn allebei je vrienden (…) ik heb bolletjes gemaakt zien worden als kind, die vervolgens geslikt werden voor transport. Ik heb junkies de spullen van familieleden zien verkopen. Ik heb invallen meegemaakt.’ En hij legde uit hoe ‘verleidelijk’ het was in die omgeving

Waarom sommige rappers met sommige criminelen omgaan

Natuurlijk genereren topcriminelen aandacht en clicks, of dat nu op de website van een krant is, of het van de in het artikel veelvuldig genoemde Lil Kleine. Maar dat is één kant van het verhaal, en eentje die bepaald niet alleen voor rappers geldt; in het stuk zelf worden tussen neus en lippen ook topvoetballers en volkszangers aangestipt, en er was een tijd, niet zo lang geleden, dat heel Amsterdam met Willem Holleeder op de foto wilde.

Maar zodra je rappers zelf aan het woord laat, of simpelweg naar ze luistert, wordt het ook eenvoudiger om te snappen waarom er een band bestaat tussen (sommige) rappers en (sommige) criminelen (met excuses voor de nuance).

Rappers vertellen het namelijk gewoon, en voortdurend. die ik na tien jaar afwezigheid uit de rapscene was tegengekomen op een clubavond van een outlaw-motorgang. Hij vertelde dat hij als peuter blokken hasj ging halen met zijn moeder, dat zijn hele familie wiethokken had en dat hij nooit iets anders kende dan de criminaliteit.

‘De een met wie ik ben opgegroeid zit vast voor moord, de ander zit aan de drugs’, vertelde Mini. ‘Mijn oom was een piranha. Geen lokale dealer maar een zware jongen; ze hebben zijn compagnon geliquideerd in Kralingen. Dat is de omgeving waarin ik ben opgegroeid: alles was gangster.’

Als je opgroeit zoals Mini, of Sevn Alias, of of of Lijpe, of talloze andere rappers in Nederland die het straatleven van dichtbij kennen, erover rappen en ‘associeer’ je jezelf dan met criminelen wanneer je iemand uit je oude buurt in je videoclip laat figureren?

Als je, zoals Lil Kleine, een tourmanager hebt die ‘een jeugdvriend is van beruchte plofkrakers’ of mensen in je vrienden- of werkkring hebt ‘uit de familie van’ een zware jongen? Of wanneer je, zoals nog steeds Lil Kleine, met een vriend van je viert dat zijn gevangenisstraf erop zit?

Moet je mensen met wie je bent opgegroeid – met wie je in sommige gevallen wellicht zelfs actief was op straat – uit je leven bannen zodra je succes hebt met muziek?

En hoezo, dan?

Ja, het gaat om aandacht (maar dat geldt voor meer)

Over ‘rappers’ wordt in de media vaak in kiloknallerstatements geschreven en gepraat. Als iemand wordt doodgeschoten die nog nooit een hit heeft gehad, maar wel eens met rappers heeft gehangen, is er een ‘rapper’ dood. Wanneer twee rappers ruzie hebben, word ik door tv-redacteuren gebeld met de vraag ‘of we nu ook in Nederland een hiphop-oorlog hebben’.

Er wordt ook vaak zonder omhaal over ‘rappers’ in het algemeen gesproken; iets dat bij, zeg, ‘schrijvers’, ‘politici’ of ‘ondernemers’ niet snel zal gebeuren. Maar rap is een kunstvorm die door de meest uiteenlopende professionals en amateurs wordt uitgevoerd. Door briljante talenten en gemakzuchtige klootzakken. Door artiesten die graag aanstekelijk over feesten, seks, geld en toffe kleding rappen, of in hun teksten juist grondig over wereldgeschiedenis en politiek filosoferen. Door mensen die het straatleven van dichtbij kennen en mensen die lesgeven op scholen.

Er wordt rappers wel - en zeker niet altijd onterecht - verweten voor eigen gewin negatieve stereotypes te reproduceren. Zeker: voor elke rapper die met zijn muziek een realiteit toont, waar veel media met te weinig kennis of te karikaturaal over berichten, is er ook een rapper die alleen maar een beetje dom en tof doet en diezelfde karikaturen gretig bevestigt. Omdat het geld oplevert. Aandacht. Imago. Kliks. Likes.

Maar doen traditionele media dat zelf niet ook voortdurend wanneer het om rappers gaat?

Hoe je wel naar de relaties en verbanden kunt kijken

Dat er relaties en verbanden zijn tussen (sommige) rappers en criminaliteit, is geen nieuws. Het is een hoofdonderwerp in veel teksten van en verhalen over rappers. Rappers doen er in hun werk, publieke optredens en populaire social media-kanalen ook niet geheimzinnig over.

De enige relevante vraag is: waar komt die relatie vandaan? Wat is de achtergrond? En op die vragen draagt een deel van de rappers al decennialang genoeg aan om juist je blikveld op hun leven, ervaringen en verhalen te vergroten; veel meer dan dit soort ‘oooooh kijk eens!’-stukjes over mensen die zelf niet aan het woord komen.

Hiphop creëerde een tegenruimte: de mogelijkheid op eigen kracht je verhaal te vertellen, zonder langs zelfingenomen gatekeepers te hoeven

Hiphop is een cultuur die gemarginaliseerde onderwerpen op een voetstuk heeft weten te plaatsen, een laagdrempelig medium dat onder meer een stem heeft gegeven aan mensen die in meer traditionele media die stem niet hadden; die bijvoorbeeld weggezet werden als karikaturaal ‘tuig’, door hoe ze er uitzagen, en/of uit welke buurt ze kwamen, of, inderdaad, met wie ze zich ‘associëren’.

Hiphop creëerde een tegenruimte: de mogelijkheid op eigen kracht je verhaal te vertellen, zonder langs zelfingenomen gatekeepers te hoeven.

Een aantal van de beste rappers schetsen werelden, vertellen verhalen en stellen vragen over onderwerpen als geld, status, (omgaan met de aantrekkingskracht van) criminaliteit, racisme, kansen, sociale klassen, opvoeding, groepsdruk, geweld, geschiedenis, individuele verantwoordelijkheid, verslaving, kapitalisme, media, politiek, politie, volksbuurten, marktwerking, materialisme, armoede, stereotypes, commercie, hypes, mentale en fysieke gezondheid, het penitentiaire systeem, de verdeling van macht, kunst, creativiteit, en sociale positie en verantwoordelijkheid, die je aan het denken zouden kunnen zetten.

Die rappers verrichten arbeid die journalisten als een waardevolle aanvulling op hun eigen werk zouden kunnen zien.

Maar dan moet je wel naar ze luisteren.