Hoe ik zelf een gelukszoeker werd die baantjes kwam inpikken

Maite Vermeulen
Correspondent Migratie

Soms ontdek je iets over jezelf waarvan je hoopte dat het er niet zou zijn.

Dat je hartslag omhoogschiet als je ‘s avonds op straat een groep Marokkaanse jongens tegen het lijf loopt (die jou vervolgens straal voorbij lopen, lachend om hun eigen grappen). Dat je heel even verbaasd bent als je hoort dat de CEO van een groot bedrijf een vrouw is (en vervolgens ook nog denkt: hoe zou ze dat doen met de kinderen?).

Zo iemand, hou je jezelf voor, zo iemand ben jij niet.

Een paar maanden geleden belde ik de Nigeriaanse ambassade in Den Haag.

‘Met Maite Vermeulen, journalist bij De Correspondent. Ik zou graag een werkvergunning aanvragen om Hoe werkt dat?’

Je denkt dat je een simpele vraag stelt. Je verwacht een simpel antwoord. Iets met formulieren, waarschijnlijk pasfoto’s en stempels. Wachttijd. Extra kosten misschien.

Toch stuitte ik op een hoop verwarring. ‘Maar… voor welke Nigeriaanse krant gaat u dan werken?’

Ik: ‘Nee, niet voor een Nigeriaanse krant – voor een Nederlands medium.’

Een bulderend gelach barst los aan de andere kant van de lijn.‘That is not possible ma’am. Hahaha!’

Ik ben verbaasd. En een beetje gepikeerd. Hoezo, that is not possible ma’am?

Aan de andere kant van de lijn blijft mijn gesprekspartner er bijna in - zo volstrekt belachelijk vindt hij de vraag.

Nelson Mandela stapte eens in een vliegtuig van Ethiopian Airways, naar Addis Abeba. Toen hij zag dat de piloot zwart was, voelde hij even een blinde paniek opkomen. ‘Hoe kan een zwarte man een vliegtuig besturen?’ Seconden later realiseerde hij zich

Hoe zou een Nederlandse ambtenaar reageren als een Nigeriaan opbelt met de vraag: ‘Hoi, ik wil graag in Nederland komen zzp’en, hoe regel ik dat?’

Zo voelde ik me precies toen ik de telefoon ophing: verbaasd over mijn eigen verbazing. En een beetje beschaamd.

Want daar was het dan, open en bloot: Het primaire gevoel van ergens recht op hebben, van privilege.

Draai het even om. Hoe zou een Nederlandse ambtenaar reageren als een willekeurige Nigeriaan opbelt met de vraag: ‘Hoi, ik wil graag in Nederland komen zzp’en, hoe regel ik dat?’

Waarschijnlijk zou de Nederlander er niet eens om kunnen lachen.

Eigenlijk was dat telefoongesprek ronduit gênant.

Nigeria zit niet zonder meer op mij te wachten? Nee, nogal wiedes!

In Nigeria ben ik een buitenlander die ‘banen komt inpikken’ terwijl het land kampt met gigantische Een gelukszoeker – net zoals Afrikaanse migranten in Nederland zo vaak worden weggezet.

Het idee dat ik zomaar in Nigeria zou mogen werken wordt nog absurder, als je bedenkt dat het is om naar Europa te komen als je ellebogen achter je rug tegen elkaar aantikken. Visa’s zijn nauwelijks te bemachtigen, dus is de enige optie: met gevaar voor eigen leven de Sahel en de Sahara doorkruisen op een vrachtwagen, de Middellandse Zee overvaren in een rubberboot, en illegaal de kusten van de EU bereiken.

En dan verwacht ik een rode loper?

Toch ben ik niet de enige. Zonder erover na te denken zeggen ook vrienden en familie: ‘huh, hoezo mag je daar niet zomaar heen?’

Deels is die reactie een vorm van gewenning. Ons paspoort geeft toegang tot We kunnen ons bijna niet voorstellen dat landsgrenzen oversteken niet vanzelfsprekend is.

Het Nigeriaanse paspoort daarentegen geeft vrij toegang tot die – op Iran, Kirgizië, Haïti en wat obscure eilandstaatjes na – allemaal in Afrika liggen.

Dat deze verhoudingen zo scheef zijn als een krab, dat westers voorrecht niet te ontkennen is, is bekend.

En tóch – nu ik zelf de gelukszoeker ben, word ik voor het eerst met mijn neus op mijn eigen, onderbewuste aannames (en die van mijn omgeving) gedrukt: dat voor mij andere regels zouden moeten gelden.

Het gesprek met de ambassade ben ik als een symbool gaan zien voor onze blik op – of: onderbewust denken over – migratie.

Nigeria houdt ons zo een spiegel voor. Gelukszoekers? Die behandelen wij net zoals jullie.

Wanneer het om onszelf gaat, verwachten we dat alle douaniers ons met open armen binnenwuiven. Wanneer het om ‘de ander’ gaat, verwachten we dat onze douaniers streng, doorwrocht te werk gaan, want gelukszoekers - nee zeg, die moeten terug naar hun eigen land.

Nigeria houdt ons zo een spiegel voor. Het tikt ons op de vingers en zegt: gelukszoekers? Die behandelen wij net zoals jullie.

In mijn verbazing hierover vond ik een stukje hypocrisie, waarvan ik dacht – of hoopte – vrij te zijn. Zo leerde de eerste Nigeriaanse ambtenaar die ik sprak me meteen een belangrijke les, en gaf daarmee het startsein voor mijn

Want terwijl je dit leest, pak ik – jawel – mijn tas in voor Nigeria.

Een Nigeriaanse journalist staat voor mij garant, de Nigeriaanse minister van Informatie gaf me zijn zegen en De Correspondent is verantwoordelijk voor mijn goede gedrag. Zo kreeg ik uiteindelijk een tijdelijk visum, en kan ik voor een paar maanden legaal in Nigeria mijn werk verrichten.

En daarvoor hoefde ik mezelf Nigeria niet te laten binnensmokkelen in de laadbak van een truck. Ik kan op het vliegtuig stappen, de Sahara en Sahel onder me door laten glijden, en zonder enig gevaar de omgekeerde route afleggen van zoveel andere gelukszoekers.