‘Cijferdictatuur’, is dat niet wat overdreven?
Vorige week vroeg ik: ken jij organisaties of mensen die anders met cijfers omgaan? Vanuit allerlei hoeken kreeg ik mooie voorbeelden.
Zo hoorde ik van ‘bondgirl’ Linda Vermeulen, die met de FNV een strijd ontketende tegen de ratingkoorts bij de Bijenkorf. Vrij willekeurige klantevaluaties speelden een grote rol: bij de personeelsingang hingen foto’s van werknemers die een 10 hadden gescoord en bij functioneringsgesprekken was het belangrijk of iemand negens en tienen had gehaald.
De FNV riep klanten op: geef altijd een 10. De #een10-actie had succes, de wall of fame werd neergehaald en verkopers hoeven klanten voortaan niet meer te vragen om een feedbackformulier in te vullen.
Iemand anders kwam met een persoonlijk voorbeeld: zijn heemtuin. Als je voedsel wilt produceren, schreef hij, dan zijn cijfers noodzakelijk om de beste groeiomstandigheden te bepalen. Maar hij had een ander doel: ‘genieten van de "gewone" inheemse planten en diertjes.’
Het voorbeeld laat zien: welke rol cijfers spelen, hangt helemaal af van het doel dat je beoogt. ‘De zaadjes voor de planten hebben gekost €132,98,’ schreef de tuinier. ‘Het rendement kan ik niet berekenen, maar ik beleef het als stukken beter dan de bitcoin op z’n hoogtepunt.’
Maar de meeste voorbeelden kwamen toch wel uit het onderwijs. Nooit geweten dat zoveel scholen cijfers anders of helemaal niet meer gebruiken.
Zo hoorde ik van de economieleraar Anton Nanninga, die besloot om zijn leerlingen geen cijfers meer te geven. Hij kon zich nu niet meer verschuilen achter een getal, vertelde hij in een interview met stichting Nivoz. ‘Ik moet nu gedegen feedback geven.’
Een boeiende ontwikkeling, waar ik hopelijk nog eens dieper in kan duiken!
Cijferdictatuur, tut tut tut
Niet iedereen was even enthousiast over mijn oproep. Want het woord ‘cijferdictatuur’, was dat niet wat overdreven?
Politicoloog Tom Louwerse, de man achter de Peilingwijzer, trok zelfs zijn rode pen uit de kast om wat aanpassingen te maken.
‘Natuurlijk er gaan dingen mis met cijfers en soms worden die obsessief gebruikt,’ schreef Louwerse. ‘Maar de term "cijferdictatuur" vind ik zwaar overtrokken. Zeker als je het afzet tegen de hoeveelheid oeverloos gelul over van alles en nog wat in ons dagelijks leven.’
Aan de ene kant, inderdaad: de term lijkt wat gechargeerd. Er zijn zeker plekken waar cijfers niet domineren. Sterker nog, hier en daar zou het goed zijn om juist meer op data te varen, bijvoorbeeld om beter beleid te maken.
Aan de andere kant zijn er veel plekken waar cijfers wel degelijk een dominante rol spelen. Eerder schreef ik met collega Jesse Frederik over de publieke sector, waar de obsessie met cijfers het vakmensen onmogelijk maakt om hun baan goed uit te voeren.
Bovendien, zoals ik in mijn oproep schreef, lijken algoritmes - die cijfers als brandstof gebruiken - steeds meer beslissingen te nemen. Wat dat betreft bewegen we dus steeds meer naar een cijferdictatuur toe.
Om deze redenen sta ik nog steeds achter mijn gebruik van het woord. Maar ik schroom niet om van mening te veranderen. Dus heb jij gedachten hierover? Doe een duit in het zakje in de bijdragesectie.
#NerdAlert
De blockchain hè, wat moet je daar nou mee? Collega’s Jesse Frederik en Rutger Bregman beten zich laatst vast in die vraag in De Rudi & Freddie Show.
Hun conclusie: het is de oplossing voor bijna niks.
Nu weet ik eerlijk gezegd niets van blockchain - ik weet pas sinds kort dat ik eigenlijk dé blockchain moet zeggen - maar dit Vox-filmpje vond ik toch wel fascinerend.
Want het is misschien de oplossing voor niets, maar kijk eens wat een schattige katjes er op de blockchain staan. En deze beestjes roepen een interessante vraag op: kan iets nog zeldzaam zijn als het digitaal is?
Move over flippo’s en voetbalplaatjes, het is tijd voor de CryptoKitties.
Tot slot...
...sprak collega Lex Bohlmeijer met Jaap Winter, voormalig bestuursvoorzitter van de Vrije Universiteit. Winter maakt zich zorgen over de reguleringsdrift op universiteiten en in het bedrijfsleven. In de podcast betoogt hij: dat moet en kan anders.
Met dank aan Johannes Visser, die mijn oproep onder leraren verspreidde, en aan iedereen die reageerde.