Het land waar de Arabische revolutie begon wordt steeds conservatiever én progressiever
Tunesië, waar de eerste Arabische revolutie uitbrak, is het meest seculiere land in de regio. Maar sinds de val van president Ben Ali strijden progressieve én religieuze krachten om voorrang. Voor het eerst zijn er nikaabs op straat te zien en trekken jongeren als jihadisten naar Syrië. Tegelijkertijd wordt in gay-friendly bars de nieuwe vrijheid gevierd.
Groepjes jongeren zitten dicht tegen elkaar aangeschoven om de rode olievaten die als tafels worden gebruikt. Anderen hangen op de trappen. Het geraas van de Middellandse Zee buldert door de openstaande ramen. Het alternatieve café waar ik ben, is gevestigd in een oud fort aan de kust van Marsa Ville, een koloniaal ogend voorstadje van de uitgestrekte hoofdstad Tunis in Tunesië.
Een oude trap omhoog brengt je naar een rockcafé, waar je gelijk een piercing of tatoeage kunt laten zetten. Tomboys, queers, homo’s en transseksuelen, alles loopt hier rond. The Plug, in de mond van zijn bezoekers ook wel gekscherend de ‘buttplug’ genoemd, is geen officieel gaycafé. Wel gay-friendly, zoals wel meer cafés en clubs in de omgeving.
Er wordt een fles lokale rosé opengetrokken, terwijl Esma (23) en Mariam (24), voormalige geliefden die elkaar niet helemaal los kunnen laten (‘niets is beter dan seks met je ex’), hun liefdesdrama’s omstandig uit de doeken doen. Ahmed, een in Parijs geboren Tunesiër, kijkt enigszins verveeld om zich heen.
Ik was nog geen uur in Tunesië, toen de drie me met de nodige herrie en omstandige kussen kwamen ophalen. Een simpele aanbeveling van een vriend uit Koerdistan en een andere bevriende activiste in Egypte in een gemeenschappelijke Facebook-groep, was genoeg om hen te enthousiasmeren. ‘Een vriend van één iemand uit onze groep is een vriend van de hele groep.’
Zo word je een activist?
Die ‘groep’ staat voor een netwerkcollectief van (homo)activisten, getraind en aangestuurd vanuit Beiroet door het Arab foundation from freedoms and equality, opgericht door de Libanees Georges Azzi. Eerder ook al verantwoordelijk voor de oprichting van Helem, de eerste LGBTQ-organisatie van het Midden-Oosten.
Zijn nieuwe organisatie initieert zelf geen campagnes, maar leidt in razend tempo tientallen lokale activisten verspreid over de hele regio op. In een intensief programma van anderhalf jaar – waarin de kandidaten iedere maand een week in Libanon verblijven – leren ze alles wat een activist moet weten: van het gebruik van sociale media tot het voeren van politieke campagnes.
Hoe hecht en verbonden de verschillende activisten zijn, merk ik bij ieder bezoek aan een volgend land in het Midden-Oosten of Noord-Afrika. Activisten wijzen me door en introduceren me via Facebook bij hun collega’s. Het levert automatisch een slaapplek, vriendschap en een hoop informatie op.
‘Het is allemaal een kwestie van vertrouwen,’ legt Esma me uit. ‘Als Amir uit Koerdisch-Irak jou aanbeveelt, weet ik dat het goed zit en ik vrij kan praten. We hebben als geen ander geleerd hoe we mensen moeten screenen en selecteren.’
Iedereen weet dat seksuele intimidatie bestaat, niemand praat erover
Zelf kwam Esma bij het trainingsprogramma terecht na een wanhopige poging een eigen organisatie op te zetten. Als slachtoffer van seksuele intimidatie en seksueel geweld, besloot ze op haar negentiende een campagne op te zetten om dergelijk geweld op scholen te adresseren.
Omdat ze geen supporters voor haar actie kon vinden, meldde ze zich aan voor een wedstrijd voor het beste ngo-idee. De publiciteit en competitieve sfeer overtuigden haar studiegenoten om mee te doen.
Zo vormde ze een groep van acht studenten en won ze de competitie. Haar ouders wisten tot dan van niets. Stiekem schreef Esma projectplannen, programmavoorstellen en meldde ze zich aan voor verschillende beurzen.
Pas toen ze de prijs gewonnen had en haar ngo een feit werd, lichtte ze haar ouders in. Die waren weinig enthousiast. Zeker niet toen ze hun dochter op radio en tv openlijk over seksuele intimidatie en verkrachting hoorden praten.
‘Iedereen weet dat seksuele intimidatie bestaat en niemand praat het goed, zelfs de conservatieven niet. Maar zoals zoveel zaken in dit land is het onbespreekbaar. Mensen weigeren er echt met elkaar over in discussie te gaan,’ vertelt ze de volgende dag op het terras van een hip café. Het terras is nagenoeg leeg op een tafel met twee jonge vrouwen zonder hoofddoek na. De twee werken in een van de vele kantoren in het nabijgelegen commerciële centrum.
‘Come see boobs in Tunisia now!’
Tunesië is trots op haar vele werkende vrouwen. ‘We zijn een van de landen met de meeste vrouwelijke piloten, chauffeurs, zakenvrouwen en parlementariërs. Maar laat je alsjeblieft niet door deze succesverhalen misleiden. Niemand vraagt zich af welke weg vrouwen hebben moeten afleggen om hier te komen en wat ze moeten doen om zich staande te houden. Kijk verder dan de buitenkant, dan zul je zien dat dit land door en door verrot is.’
Tunesië benadrukt graag de buitenkant. Zo toonde de toeristencampagne ‘Tunisia now’ weinig meer dan vrouwen in bikini op het strand
Tunesië benadrukt graag die buitenkant. Zo toonde de toeristencampagne ‘Tunisia now’ weinig meer dan vrouwen in bikini op het strand. ‘Ik haatte de campagne,’ benadrukt Esma terwijl ze boos een hijs van haar sigaret neemt. ‘De advertenties waren zo seksistisch. Come see boobs! En dat alles om de Europese toerist maar gerust te stellen!’
Terwijl Libanon en Egypte tientallen organisaties kennen die bovenop de kwestie van seksuele intimidatie zitten en de nieuwe golven van seksueel geweld (en zelfs groepsverkrachtingen) geresulteerd hebben in een openlijk debat in de media en op straat, blijft het in Tunesië angstvallig stil.
Uiteindelijk ging het met Esma’s initiatief mis in een programma op de nationale televisie. Onaangekondigd begon de interviewster over homoseksualiteit en pedofilie, wat een nog veel groter probleem dan seksueel geweld tegen vrouwen zou zijn.
Toen Esma, zelf lesbisch, voor vrijwillige seks tussen homoseksuele mannen in het verweer schoot, belandde ze in een nationaal schandaal. De journalist en omstanders vielen over haar heen, de video ging online en werd een hit. Haar vader zag het en de ellende begon.
‘De druk van de familie was groot. Toen mijn vader mij vroeg waarom ik dit thema zo nodig op moest pakken en ik hem antwoordde dat ik het als kind zelf ondervonden heb en kinderen van nu voor dezelfde ervaringen wil behoeden, antwoordde hij resoluut: "Je was een kind. Laat het los en stel je niet zo aan." Dat was het moment dat ik me realiseerde dat mijn campagne over veel meer gaat dan seksueel geweld, het raakt aan machtsverhoudingen en onze visie op seks en gender.’
Esma slaagde er niet in haar groep te overtuigen van haar nieuwe inzichten. Ze keerden zich van haar af en trokken hun publieke steun in. Dat was het moment waarop ze besefte dat ze goede gedegen training nodig had en moest leren hoe projecten minder groots en impulsief aan te pakken.
‘Het pijnlijke is dat mijn familie juist heel erg door deze kwestie getekend is. Mijn oudste zus [Esma komt uit een gezin van in totaal acht kinderen, MS] is op haar dertiende door mijn vader van school gehaald na een incident in de bus waarbij een man haar hardhandig in haar kont kneep. Mijn zus kwam compleet in shock thuis. Mijn vader heeft toen besloten dat ze daar maar moest blijven. Hij had zelf geen auto en kon haar niet naar school brengen. De gevolgen van haar vroegtijdige schoolverlating werken nog steeds door. Haar onderdrukkende echtgenoot maakt dankbaar gebruik van haar gebrekkige onderwijs en ze lijdt aan een chronisch gevoel van inferioriteit. Mijn vader heeft overigens enorme spijt van zijn beslissing. Het is het enige waar ik hem ooit om heb zien huilen.’
En dan, terwijl ze met een ondeugende glimlach nog een sigaret opsteekt: ‘Dat is wel de reden dat mijn zussen en ik konden studeren. Mijn vader heeft geprobeerd zijn fout te herstellen door ons een kans te geven.’
Het meest seculiere land van de Arabische wereld
Terug in The Plug zoenen meiden elkaar openlijk en doen jongens weinig moeite hun affectie voor elkaar te verbergen.
‘Hier hing een foto van een tepel,’ merkt Mariam op. ‘Maar die hebben ze blijkbaar toch maar weggehaald.’ ‘Kom hier in het weekend,’ zegt Ahmed. ‘Je zult mensen gewoon met elkaar zien vrijen. Alles kan.’
Tunesië is het meest seculiere land van de Arabische wereld. Geen land kent zo’n hoge mate van emancipatie en seksuele vrijheid. Abortus was lange tijd niet alleen legaal, maar werd in sommige gevallen zelfs aangemoedigd of verplicht gesteld (bijvoorbeeld bij overmatig grote gezinnen zonder afdoende economische middelen).
Prostituees beschikken over een kaart van het ministerie van Binnenlandse Zaken die hen aanmerkt als ambtenaar
Ook is Tunesië het enige Arabische land waar prostitutie legaal is. Prostituees beschikken over een kaart van het ministerie van Binnenlandse Zaken die hen aanmerkt als ambtenaar. Eén ronde kost 8 dinar (omgerekend 3,60 euro), waarvoor een kaartje dient te worden aangeschaft bij een loket. Wie meer wil moet opnieuw een kaartje kopen.
Sinds Tunesië als eerste land door de zogeheten Arabische Lente gegrepen werd is er echter veel veranderd. De hoerenstraat werd door een uitzinnige menigte aangevallen, vervolgens gesloten en later weer heropend. De regering probeert de straat nu weer dicht te krijgen, maar de acties hebben demonstraties van boze sekswerkers tot gevolg. Onder het motto: ‘Ik ben de baas over mijn vagina!’, laten ze van zich horen.
Een condoom is haram
Tegelijkertijd vertrekken religieuze meisjes naar Syrië om God te eren door zichzelf als hoeren voor de strijders aan te bieden. De jihad niqéh is een seksuele jihad. Daarmee lijkt jihad steeds meer een term die datgene goedpraat wat Allah juist verboden heeft.
Het gevolg van de komst van seksuele jihadisten is niet alleen een massale uitbraak van schimmelinfecties en andere soa’s onder strijders in Syrië en terugkerende jihadisten naar Tunesië, maar ook een golf zwangere meisjes. Gebruik van iedere vorm van voorbehoedsmiddelen is immers haram.
Ironisch genoeg heeft de kersverse islamitische overheid juist de strijd op de alleenstaande moeder geopend en doet het pogingen het door de staat betaalde instituut voor alleenstaande moeders te sluiten. Om de seksuele jihad tegen te gaan, kondigde de Tunesische overheid een reisverbod voor meisjes onder de 24 jaar zonder ouderlijke toestemming naar doorgangland Turkije aan. De maatregel werd door de internationale media uitgelegd als een teken van inperking van vrouwelijke bewegingsvrijheid en was na twee maanden weer van de baan.
Ondertussen groeit het aantal Tunesische jihadisten gestaag. De Tunesiërs die ik ontmoet, spreken van astronomische aantallen die oplopen tot 300.000 strijders. De minister van Buitenlandse Zaken Othmane Jarandi sprak in maart 2013 nog van zo’n achthonderd jihadisten.
Lokale zenders tonen emotionele ouders die de overheid smeken hun zonen en dochters naar huis te halen en in de gevangenis te zetten. Hun verhaal is altijd hetzelfde: ‘Ze gingen opeens heel vaak bidden en zijn toen plotseling verdwenen.’ Vorig jaar werden zeven van hen door de staat geliquideerd na twee succesvolle moordpogingen op twee politici.
Toch een hoofddoek om
Wie door de hoofdstraten van het centrum loopt kan zich maar moeilijk iets bij die onrust voorstellen. Ik waan me in een klein Parijs. De hang naar Frankrijk is zelfs meer voel- en merkbaar dan in Libanon. Vrouwen roken ongegeneerd een sigaret in een van de brasserieën en drinken er een espresso bij.
Analfabetisme bestaat nauwelijks en nagenoeg de hele bevolking spreekt Frans, zoals dat op school aangeleerd is. Rokjes of juist tatoeages, losse haren of een half-kaalgeschoren hoofd: je kunt je als meisje kleden zoals je wilt, zolang je familie maar akkoord gaat.
En daar ligt nu vaak het probleem.
Ook de baard rukt op. Nu Ben Ali’s terreur tegen alles wat religieus is eindelijk is gestaakt, vindt er een ware religieuze uitbarsting plaats
Zo is een van Esma’s zussen op de hoogte van haar geaardheid. Als psycholoog en seksuoloog behandelt ze alcoholisten, homo’s en seksverslaafden zonder enig oordeel of onderscheid, maar haar eigen zus zal ze hoe dan ook "genezen." Haar oudste broer wordt met de dag religieuzer en moedigt de overige leden van het gezin aan dat ook te worden.
De geleidelijke maar wezenlijke sociale en religieuze verandering die in de Tunesische samenleving plaatsvindt, is steeds merkbaarder. Zo droegen Esma’s moeder en haar zussen nooit een hoofddoek. Na het trouwen hebben de zussen toch de hoofddoek omgedaan. De moeder volgde tenslotte en kopieerde tevens de gewoonte om vijf keer per dag te bidden.
Ook de baard rukt op. Nu Ben Ali’s terreur tegen alles wat religieus is eindelijk is gestaakt, vindt er een ware religieuze uitbarsting plaats. In het land waar je door de geheime dienst al gevolgd werd als je meer dan eens de moskee bezocht, lijkt de hoofddoek de nieuwe norm te worden.
Voor het eerst een nikaab
De toegenomen publieke religiositeit in Tunesië was echter al voor de revolutie aan de gang. Religieuze televisiezenders hebben de overhand genomen. Zowel vanuit de Golfstaten als Saoedi-Arabië preken ultraorthodoxe imams recht de woonkamers van de Arabische wereld in. In Tunesië was echter vooral het recent door het Egyptische gesloten tv-station an-nas (‘de mensen’) populair.
‘Opeens werd deze zender ons dagelijkse tv-station. Mijn moeder keek nergens anders meer naar. De hele buurt raakte verslingerd aan de religieuze talkshows en preken die ze vervolgens met elkaar bediscussieerden. En Al-Jazeera natuurlijk. Tunesië was altijd afgesloten van de wereld. Op het nieuws hoorde je niets anders dan hoe geweldig Ben Ali was, Youtube was compleet vergrendeld en ook de grote bedrijven kwamen niet binnen. Zo heeft ons land nog steeds geen MacDonald’s of Pepsi. Maar door Al-Jazeera beleefden we nine eleven, de Tweede Intifada, de inval in Afghanistan en Irak. Alles werd politiek en alles werd religie.’
Met de terugkeer van veel Egyptische gastarbeiders uit de Arabische Golf, rukte de islamisering in Egypte in de jaren zeventig op. Van daaruit spreidde zich dit zich als een olievlek over de regio uit. Tunesië, lang afgesloten van de Arabische wereld, volgde als een van de laatste landen.
‘Ik heb dit jaar voor het eerst in mijn leven een nikaab in Tunesië gezien,’ zegt Esma.
Esma zucht en haalt haar handen door haar kortgeknipte krulhaar. Rockmuziek dendert door de speakers van The Plug. De emmer met ijs en een fles rosé is net door de bediende in strak zwart minishirtje neergezet, als Esma’s telefoon afgaat. Het is negen uur ’s avonds, maar haar tante wil weten waar ze blijft. Esma wordt onrustig.
‘Ik moet naar huis.’ We drinken de fles in recordtempo leeg. Ondertussen belt haar moeder, nog een keer haar tante en weer haar moeder. ‘We moeten echt gaan.’