Deze twee verhalen tonen hoe de strijd tegen terrorisme is ontspoord

Dimitri Tokmetzis
Correspondent Surveillance & Technologie

De CIA bespioneert haar eigen toezichthouder. De FBI zet onschuldige buitenlanders het land uit. Een aanbeveling van twee verontrustende verhalen over de uitwassen van de veiligheidsstaat in de strijd tegen het terrorisme.

We kunnen al jaren lezen over de de excessen in de Amerikaanse oorlog tegen het terrorisme. Al jaren ook wordt gewaarschuwd dat opsporings- en veiligheidsdiensten de democratie kunnen ondermijnen. Deze week zijn twee verhalen verschenen die deze excessen en waarschuwingen onderstrepen. Ze hebben grote indruk op mij gemaakt.

Het eerste is eigenlijk geen verhaal, maar een  van Dianne Feinstein, de Democratische voorzitter van het inlichtingencomité van de Amerikaanse senaat. Haar comité heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de martelpraktijken van de CIA, zoals de inzet van

Dit heeft geresulteerd in een bitter gevecht tussen de inlichtingendienst en het comité dat de inlichtingendienst moet controleren. Al maanden wordt geruzied over de publicatie van een, naar verluidt, vernietigend rapport over de martelpraktijken. De CIA zou het Witte Huis hebben misleid en bewijsmateriaal hebben vernietigd. Daarnaast zou de marteling verder zijn gegaan dan altijd werd beweerd. De CIA wil natuurlijk koste wat kost de publicatie voorkomen.

Maar enkele maanden geleden nam dit conflict een bizarre wending. Het comité beschuldigde de CIA van spionage. En de CIA beschuldigde enkele stafleden van het comité van hacking

Afgelopen dinsdag werd het Feinstein te gortig en legde ze een vernietigende verklaring af over het gedrag van de CIA. De verklaring is zeer de moeite waard omdat zij toont hoe moeilijk deze dienst zich laat controleren. Want wie is nog de baas sinds nine eleven

Moordenaar en terrorist

Het tweede verhaal komt van het Amerikaanse radioprogramma Het gaat over de fall-out van de bomaanslag in Boston, bijna een jaar geleden. 

Een maand na de aanslag werd in Florida Ibragim Todashev doodgeschoten door de FBI. Hij werd ervan verdacht samen met een van de daders, Tamerlan Tsarnaev, eerder in Boston een drievoudige moord te hebben gepleegd op een aantal drugsdealers. Maar de verklaring van de FBI zit vol onduidelijkheden en gaten.

Verslaggever Susan Zalkind dook in dit verhaal en sprak in zes maanden tijd met tientallen betrokkenen. Ook nam ze talloze strafdossiers door. Ze ontdekte dat er verschillende betrokkenen, die Todashev goed kenden, zijn gedeporteerd naar Rusland en Tadzjikistan, terwijl ze eigenlijk niets hadden misdaan. De vrouw van Todashev werd zelfs gedeporteerd, omdat ze een interview had gegeven. Een vriend, die een verblijfsvergunning had, kwam op een  terecht.

Ver in de documentaire wordt ook een oud-FBI-agent aan het woord gelaten. Volgens hem is er een protocol dat ervoor zorgt dat buitenlanders kunnen worden uitgezet als er een mogelijke terroristische link is. In dit geval: deze mensen kenden Todashev die Tsarnaev weer kende. Er is nooit enig bewijs geweest dat Todashev iets met de bomaanslag in Boston te maken had. Wederom een illustratie van hoezeer de veiligheidscultus na nine eleven is ontspoord.