We zijn het over weinig zo oneens als over privacy. In deze podcast vechten we het uit

De Correspondent publiceerde vorige week een megascoop over fitnessapp Polar, die gebruikt kon worden om de identiteit van bijvoorbeeld geheim agenten en militairen te achterhalen. Maar waarom hebben verhalen over privacy zo vaak nazi’s nodig om een punt te maken?

Mijn lieftallige collega Rutger, het arme schaap, is door zijn tere ruggetje gezakt. Dus aan mij de schone taak om met onze plaatsvervangend hoofdredacteur Maurits Martijn te praten.

Maurits publiceerde twee weken geleden samen met Dimitri Tokmetzis, Riffy Bol en Foeke Postma Kortgezegd: ze gebruikten openbare gegevens van fitness-app Polar om de identiteit van onder anderen geheim agenten, militairen en cipiers te achterhalen. De app staat nu op zwart en het ministerie waarschuwde al haar medewerkers: Stop met fitness-apps!

Ik nodigde Maurits uit voor de podcast omdat het mij opvalt dat privacyverhalen vaak nazi’s nodig hebben om een punt te maken. ‘Het kan heel erg zijn als nazi’s deze informatie hebben.’ Oké, maar is het nu ook heel erg, vraag ik me dan af?

Bovendien: in mijn eigen onderzoek zie ik vaak dat privacywetgeving een belemmering vormt om mensen hulp te bieden. Schuldhulpverleners mogen bijvoorbeeld niet van de Belastingdienst weten waar mensen met schulden wonen.

Goed: veel stof dus voor een goed gesprek!

PS: Deze week hoorden wij dat de Rudi & Freddy show is genomineerd voor de Dutch Podcasts Awards! Je kunt op ons stemmen.