Europa is de hemel – en niks gaat deze migranten op andere gedachten brengen
Wat is het beeld dat Afrikaanse migranten van Europa hebben? En nog belangrijker: hoe komt dat beeld tot stand? De EU weet het donders goed, maar stopt tóch miljoenen in campagnes die niet werken.
David is een ras-optimist: hij gaat het maken in Europa. Of zal daar in elk geval overleven.
Oorspronkelijk had hij Finland op het oog, tot hij hoorde dat het daar erg koud was. Nu wordt het dus Denemarken. Daar schijnen de mensen aardig te zijn tegen blacks.
David is een van de vele jonge Nigerianen die dromen van een toekomst in Europa.
Ik stuur hem via WhatsApp een filmpje, waarin een jongen van ongeveer zijn leeftijd door de stromende regen een donkere telefooncel in rent, om zijn vader in Nigeria te bellen.
‘Ben je goed aangekomen?’ vraagt zijn vader opgelucht.
‘Ja, heel goed, ik ben bij vrienden ingetrokken’, zegt de jongen.
Beelden schieten voorbij – hij ligt in een slaapzak onder een brug.
‘En heb je je al ingeschreven voor de universiteit?’ vraagt vader.
‘Ja, de vakken gaan goed.’
Beelden schieten voorbij – hij bedelt op straat, hij rent weg voor de politie.
De video eindigt met witte kapitalen op een zwarte achtergrond: ‘Geloof niet alles wat je hoort. Leaving is not always living.’ Was getekend: de Europese Unie.
David belt me gierend van het lachen op. ‘Hahaha, wat een grappige video! Denken ze echt dat dit gaat werken?’ Hij blijft er bijna in.
Even later wordt hij serieus: ‘Luister, ik weet donders goed dat het niet makkelijk zal zijn. Maar wat heb ik hier voor vooruitzichten? Mensen zoals ik zijn nu eenmaal vastberaden – we hebben onze beslissing allang gemaakt. Daar gaat zo’n video echt geen verandering in brengen.’
Het filmpje dat ik David stuurde, is niet het enige in zijn soort. Er gaan miljoenen aan Europees geld naar dit soort ‘bewustwordingscampagnes’ over illegale migratie. De redenatie van de EU: als migranten weten hoe gevaarlijk de reis is, en hoe moeilijk hun leven in de EU wordt, maken ze waarschijnlijk andere keuzes.
Maar Davids bulderlach roept de vraag op: hebben dit soort campagnes zin?
Wat is het beeld dat migranten van hun reis naar en verblijf in Europa hebben? En nog belangrijker: hoe komt dat beeld tot stand?
Om die vragen te beantwoorden sprak ik in Nigeria – een van de belangrijkste herkomstlanden van migranten naar Europa – met academici, onderzoekers, beleidsmakers en natuurlijk met de belangrijkste groep: de migranten-in-spe zelf.
Er doemt een beeld op van miljoenen aan verspild geld. En van beleidsmakers die dat eigenlijk wel weten.
De campagnes ‘tegen’ migratie
Hoeveel geld Europese landen precies in bewustwordingscampagnes stoppen, is moeilijk te zeggen. Er is niet één potje waaruit ze betaald worden en vaak zijn ze onderdeel van een groter project. Maar dat het om ‘schrikbarend veel’ geld gaat, zoals een onderzoeker tegen me zei, is duidelijk.
Alleen al uit het EU Emergency Trust Fund for Africa ging er in één jaar tijd 16 miljoen euro naar awareness raising. En dan zijn er nog de campagnes die individuele staten zelf betalen. Zo stak de Italiaanse overheid in 2016 1.5 miljoen euro in een project dat filmpjes met (vaak verschrikkelijke) getuigenissen van migranten verspreidde op sociale media.
De Australiërs zijn de voorlopers op het gebied van agressieve campagnes tegen de komst van migranten. In 2014 lanceerden zij de NO WAY-campagne. Ondertitel: You Will Not Make Australia Home. Een kwaad ogende militair in camouflagetenue kijkt ons recht in de camera aan: ‘Als je illegaal per boot naar Australië reist, is er no way dat Australië je thuis wordt.’
Zo expliciet zul je geen Europees land horen zeggen dat er campagne wordt gevoerd tegen migratie. Het doel van Europa is ‘veilige en geïnformeerde migratie’. De informatie in de campagnes is volgens de EU* ‘feitelijk’ en probeert migranten niet ‘te weerhouden naar Europa te reizen, noch zo’n reis aan te moedigen’. Doel is ‘een realistisch beeld’ geven waarop migranten hun keuzes kunnen baseren.
Een greep uit de campagnetitels laat die poging objectief te informeren ook zien:
Tv- en radiospotjes, toneelstukken, posters, soapseries, advertenties, liedjes, optredens van lokale sterren – je kunt het zo gek niet bedenken of Europa financiert het. Denemarken plaatste bijvoorbeeld advertenties in Libanese kranten over nieuwe, strengere migratieregels. Noorwegen opende met datzelfde doel een Facebookpagina. En Duitsland begon de campagne #RumoursAboutGermany. Op de site zijn artikelen te vinden als ‘Zeven grote leugens van mensenhandelaren’. (Met stip op één: ‘Het schip voor de oversteek is heel groot, het heeft zelfs een zwembad en een bioscoop aan boord.’)
De onderliggende gedachte is telkens duidelijk: migranten weten nauwelijks waar ze aan beginnen. En als ze horen hoe kloterig het leven is dat hun te wachten staat, zouden ze niet komen.
Maar is dat wel zo?
Wat is het beeld dat migranten van Europa hebben?
‘Mijn beeld als ik daar aankom…’, Ebi (32) krijgt een dromerige blik in zijn ogen. Hij heeft al twee keer geprobeerd een visum te krijgen – een keer voor Duitsland, een keer voor Canada – maar is nog steeds hier, in Oyo State, Nigeria. ‘Voor mij is het een plek van mogelijkheden. Een plek waar ik kan zijn wie ik wil zijn.’
Voor dit stuk spreek ik met vijftien Nigeriaanse migranten-in-spe. Allemaal hebben ze pogingen gedaan in Europa te komen; niemand is daar tot nu toe in geslaagd.
Allemaal hebben ze een utopisch beeld van de EU. Rooskleurig, maar niet geheel onjuist. Steekwoorden: kansen, infrastructuur, een simpel leven. Groen is een term die veel valt – groene plekken om te ontspannen. En de overheid, die zorgt voor haar burgers.
‘Dromen komen daar gemakkelijker uit dan hier’, zegt Onimisi (39) uit Ibadan, die vergeefs Duitsland en de VS probeerde te bereiken.
‘Het leven is daar makkelijker’, zegt John (47) uit Benin City, die twee keer Luxemburg als reisdoel had. ‘Je hebt er goede infrastructuur en toegang tot gezondheidszorg. Het goedkoopste daar is eten – terwijl het hier moeilijk is om drie keer per dag eten te vinden.’
Hier is geen betrouwbare elektriciteit, daar wel. Hier zijn geen verharde wegen, daar wel. Hier zijn geen goede ziekenhuizen, daar wel
En bovenal: je verdient er meer. Flora (29), die nu haar tweede poging om naar Italië te komen voorbereidt, zegt: ‘Ik ben zes jaar geleden afgestudeerd, en heb hier alleen nog vrijwilligerswerk gevonden. Er zijn geen banen. Zelfs als ik in Italië met mijn handen zou werken, of als babysitter, dan nog is dat veel lucratiever dan welk werk ik hier ook zou vinden.’
Nee, ze verwachten niet dat het leven in de EU makkelijk gaat worden. Onimisi: ‘Het zal niet allemaal rozengeur en maneschijn zijn. Maar het is er wel beter dan in Nigeria. Hier is geen betrouwbare elektriciteit, daar wel. Hier zijn geen verharde wegen, daar wel. Hier zijn geen goede ziekenhuizen, daar wel.’
Reizen over land – dat weten ze allemaal – is levensgevaarlijk. ‘Ja natuurlijk, wij zien ook het nieuws!’ John gooit zijn handen in de lucht. ‘Ik zie hoe ze opgesloten zitten in Libië, hoe ze verdrinken in de Middellandse Zee. De boten die ze gebruiken, dat zijn een soort ballonschepen. En daar laden ze zich dan in! Een soort zelfmoordmissie. Dat zou ik nooit doen, mijn leven is me meer waard.’
David (34), die drie keer strandde op weg naar Scandinavië, is het met hem eens. ‘De risico’s zijn gigantisch!’, zegt hij. ‘Je kunt doodgaan, en niemand die het zal weten. Ik heb vrienden die zijn gestorven op die route. Ik heb vrienden van wie ik nooit meer iets heb gehoord.’
Toch snapt hij de keuze ergens ook wel. ‘We lijden hier. We lijden echt. Veel mensen hebben vandaag nog niet gegeten. Niemand wil zo’n risico lopen, maar soms denk je: ik zie geen andere uitweg, ik zie geen hoop. Misschien probeer ik het wel, misschien heb ik geluk en haal ik het. Mensen zijn wanhopig.’
Hoe komt dat positieve beeld tot stand?
‘Ik hou van Amerikaanse high school movies’, vertelt Ebi. ‘Daardoor ging het leven van witte mensen me fascineren: ze hebben zo’n simpel bestaan.’
Als ik de migranten-in-spe vraag waar ze hun kennis van Europa op baseren, wordt al snel duidelijk dat Amerikaanse films en muziek belangrijk zijn.
Onimisi: ‘Je bekijkt al die films en videoclips en denkt: ah, oké, de goede dingen van het leven zijn daar, niet hier.’
Heb je gehoord van die Malinees die een baby redde van een gebouw in Frankrijk? Ik ga daar alleen maar omhoogkijken naar gebouwen
Verder doen ze natuurlijk onderzoek op internet (‘I have done my research’, zeggen ze stuk voor stuk). Ze volgen het nieuws, lezen blogs. David: ‘Heb je gehoord van die Malinese Spider-Man, die een baby redde van een gebouw in Frankrijk? Hij heeft nu een verblijfsvergunning! Als ik in Denemarken ben, ga ik alleen maar omhoogkijken naar gebouwen.’
En dan is er nog hun Facebookfeed. Want de belangrijkste bron van informatie is hun eigen netwerk. Iedereen heeft wel een ‘brother’ – wat net zo goed een aangetrouwde derde neef van moeders kant kan zijn – in Europa.
Uche (40), die het er een keer op waagde naar Duitsland te vertrekken: ‘Ik zie wat voor foto’s ze posten op Facebook en dan denk ik: oooooh, ik wil daar ook zijn. Ze rijden in grote auto’s. Ze hebben groene plekken om te ontspannen. Ze hebben 24 uur per dag licht! Het ziet eruit als in de Amerikaanse films die we kijken.’
Soms is het contact ook directer. William heeft een neef op Cyprus. ‘Hij belde me en zei: ik ben hier nu zes maanden en ik heb nog geen enkel verkeersongeluk gezien! Ondertussen begraven we hier in mijn stad elk weekend wel iemand.’
En negatieve beelden dan?
Als je de romantiek in hun verhalen hoort, kun je snappen dat de EU dit beeld wil bijstellen. Natuurlijk zijn er parken in de EU – maar het idee dat je daar als illegale migrant lekker de hele dag kunt ontspannen, terwijl de overheid voor je zorgt, is niet zo realistisch.
Komen er dan helemaal geen negatieve beelden over Europa of een leven in de illegaliteit op hun pad?
Dit is waar het beeldvormingsproces écht interessant wordt.
Aan de Universiteit van Ibadan ontmoet ik professor Ayo Ojebode, hoofd van de afdeling Communication & Language Arts. Een empathische, goedlachse man, die vanuit zijn communicatie-achtergrond geïnteresseerd raakte in hoe Nigeriaanse migranten-in-spe zich over hun beslissingen informeren.
Zijn conclusies bouwen op het werk van de Amerikaanse sociaal psycholoog Leon Festinger, die in de jaren vijftig met de theorie van ‘cognitieve consistentie’ op de proppen kwam: mensen zijn voortdurend bezig – bewust en onbewust – om hun wereldbeeld, hun ideeën, hun meningen in stand te houden. Zelfs als er overweldigend bewijs is voor het tegendeel. Dit doen we, concludeerde Festinger, om ‘cognitieve dissonantie’ te voorkomen – een soort psychologisch ongemak dat we ervaren als we beelden, feiten of ideeën tegenkomen die haaks op ons wereldbeeld staan.
‘Alles wat niet strookt met ons bestaande beeld, gooien we het liefst weg’, zegt Ojebode. ‘Dat zie je terug in politieke debatten, in religieuze kringen, en dus ook bij migranten.’
Neem Prison Break – gigantisch populair in Nigeria. ‘Dat is een Amerikaanse serie vol geweld, waarin het leven een struggle is’, zegt Ojebode. ‘Maar dat is niet wat de jongeren in onze studies eruit halen. Die selecteren alleen die beelden die hun positieve beeld van de VS bevestigen: de goede wegen, elektriciteit, bomen, spijkerbroeken, tattoos.’
De rest gooien ze weg, de mentale prullenbak in.
De tactieken om negatieve beelden weg te gooien
Die prullenbak voor negatieve beelden over het Westen, weten migranten op verschillende manieren te vullen.
Zo denkt Uche dat hij gemakkelijk met een paspoort of werkvergunning van anderen aan de slag kan in Europa, want – zegt hij lachend – ‘jullie zien het verschil tussen twee zwarten toch niet!’ Als de politie daar achter komt, wordt hij gedeporteerd, vertel ik hem. ‘Als ze erachter komen ja. Als. Maar er is dus een kans dat ze er niet achter komen.’
Deze redenatie hoorde ik keer op keer bij de migranten-in-spe: mij zal niets slechts overkomen. ‘That is not my portion’, is een favoriete slogan.
Het is een beetje als met roken: je weet dat het ongezond is, maar je gelooft dat jij geen longkanker zult krijgen. Dat die gore foto’s op de verpakkingen prima in jouw mentale prullenbak kunnen, omdat ze op jou geen betrekking hebben.
Het is een beetje als met roken: je weet dat het ongezond is, maar je gelooft dat jij geen longkanker zult krijgen
Religie, alom aanwezig in het diep gelovige Nigeria, versterkt deze redenatie: als je maar hard genoeg bidt, voorkomt God wel dat jij eindigt op de bodem van de Middellandse Zee. Flora: ‘Ik bid elke dag voor een wonder. Ik bid dat God zegt: ik zal dit kind helpen omdat ze goed heeft gedaan voor anderen en omdat ze niet egoïstisch zal zijn als ze in Europa aankomt.’
John liet zijn priester een speciale gebedssessie leiden aan de vooravond van zijn eerste vertrekpoging (die overigens mislukte en hem duizenden euro’s kostte). Een participant in een studie van Ojebode hield zelfs een driedaagse gebedsdienst met de titel Your Visa Shall Appear.
Naast dit blinde geloof dat de migranten-in-spe hebben, zijn ze ook actief bezig negatieve beelden op afstand te houden. Zo snel mogelijk de pagina omslaan als je foto’s ziet die jouw mooie beeld van Europa vertroebelen. In een van zijn studies* liet Ojebode failed migrants foto’s zien van het aangespoelde Syrische jongetje Aylan. Een participant: ‘Ik ga dit soort beelden constant uit de weg… Ze helpen me niet om mijn droom of ambitie waar te maken. Als ik zulke foto’s zie, is het per ongeluk, en dan klik ik ze direct weg.’
Hetzelfde geldt voor negatieve verhalen. David vertelt me dat hij een teruggekeerde migrant sprak die hem probeerde over te halen niet te gaan: ‘Ik denk dan: hij probeert me gewoon te ontmoedigen. Ik schud dat van me af en denk er niet meer aan.’
En dan is er nog een tactiek die Ojebode ‘rebackgrounding’ noemt. Migranten geven een nieuwe context – een spreekwoordelijke nieuwe achtergrond – aan de negatieve beelden. Een nieuwe context voor het aangespoelde lijkje van Aylan is bijvoorbeeld: Aylan is de zeldzame uitzondering voor alle overlevenden die Europa wél halen. Of: Aylan heeft geleden, maar vergeleken met al het leed in Afrika is dat irrelevant. ‘Het lijden hier is zo groot’, zegt David. ‘Ja, we kunnen onderweg sterven – maar hier gaan we zéker dood.’
Niemand gaat je vertellen hoe zwaar het is (en als ze het wel doen, geloof je het niet)
De migranten-in-spe zijn niet de enigen die informatie ombuigen. Dat doen ook de migranten die Europa wél hebben gehaald. Zij selecteren welke informatie ze wel en niet delen met het thuisfront.
Ojebode: ‘De diaspora vertelt het thuisfront over eten, veiligheid, elektriciteit – maar ze zwijgen over de problemen in Europa, dat ze baantje-na-baantje hebben, slecht betaald krijgen, op de vlucht zijn voor politie. Het is gênant om te zeggen dat je daar een zwaar leven hebt, dat je misschien wel een fout hebt gemaakt door te vertrekken.’
Uche: ‘Niemand zal zeggen: “Ik heb het zwaar.” Hooguit zullen ze zeggen: “Het gaat oké.”’
Maar oké is volgens Uche een beladen woord. ‘Het betekent zoiets als: ik heb hoop dat het beter gaat worden.’
Ik zou je verrot schelden als je zou zeggen dat je een zwaar leven hebt in het Westen! Niemand zou je geloven!
De migranten die ik spreek, hebben allemaal maar een vaag idee van wat hun brothers in Europa precies doen. Ze hebben ‘bedrijven’ of ‘verdienen geld’, dat is wat ze weten. Uche denkt diep na als ik hem naar het werk van twee vrienden in Engeland vraag. ‘Volgens mij is één muzikant... en eentje een soort conciërge. Maar ze zijn oké, hoor.’
Al zouden ze in de diaspora vertellen over hun zware leven, dan zou niemand dat geloven. Dat zou véél te veel cognitieve dissonantie opleveren.
Uche weer: ‘Ik zou je verrot schelden als je zou zeggen dat je een zwaar leven hebt in het Westen! Niemand zou je geloven! Hoe kun je nou in het Westen zijn en niet oké zijn?’
Ebi heeft een broer die vijf jaar geleden naar Canada is vertrokken. ‘Hij belt bijna nooit, hij zegt dat hij daar geen geld voor heeft. Wat is dat voor onzin? Wij hebben hier niks en we kopen wel beltegoed om hem te bellen! Hij vertelt me dat het leven daar zwaar is, maar ik geloof daar niks van! Ik denk dat hij ons gewoon niet wil helpen. Ik weiger te geloven dat hij zo krap zit dat hij ons niet eens kan bellen.’
Ook dit hoor ik vaker: de meeste mensen die vertrekken laten weinig meer van zich horen. Maar in plaats van dat als bewijs te zien dat het leven in Europa zwaar is – en dat dit moeilijk is om te zeggen tegen het thuisfront – is dit voor de migranten-in-spe bewijs van het tegenovergestelde.
Ebi: ‘Ze willen niet dat we weten hoe goed ze het daar hebben. Ze zijn bang dat wij ook komen, of dat we bij ze gaan bedelen.’
John: ‘Mijn oom woont al heel lang in Groot-Brittannië. Hij is daar een grote man, hij heeft een bedrijf en een huis. Maar hij is iedereen thuis vergeten. Hij neemt geen contact met ons op. Dat is het ding met mensen die weggaan: die kijken niet meer om.’
William (47), die twee keer Groot-Brittannië probeerde te bereiken: ‘Ze bellen niet omdat ze bang zijn dat wij om geld gaan vragen. Beter dus om mensen niet te laten weten dat je bent aangekomen.’
Wat doet de EU hiermee?
Terug naar de huidige campagnes van Europese landen. Daarover is, met al deze inzichten, één botte conclusie te trekken: ze werken niet.
‘Ik weet wat het doel is van dit soort filmpjes’, zegt David. ‘Ze willen dat we niet komen.’ Zodra een EU-logo in beeld verschijnt, vertrouwt de migrant-in-spe de informatie al niet meer.
En al zouden de migranten de EU als een betrouwbare informatiebron zien, dan nog zullen ze de informatie die niet strookt met hun bestaande, romantische beeld van Europa vervormen of negeren.
Ik ben natuurlijk niet de eerste die dat constateert. Er zijn de laatste jaren allerlei onderzoeken en rapporten* gepubliceerd, die stuk voor stuk dezelfde conclusie trekken: deze campagnes hebben geen effect. Zo schrijft een onderzoeksbureau in een studie in opdracht van het Britse ontwikkelingsministerie:* ‘Er is heel weinig bewijs over de impact en effectiviteit van deze campagnes, en anekdotisch bewijs suggereert dat als ze al effect hebben op de beslissing van migranten om te vertrekken, dit effect zeer gering is.’
Uit de data van het Mixed Migration Centre – dat jaarlijks diepte-interviews houdt met zo’n tienduizend migranten – blijkt dat nog geen 5 procent van de West-Afrikaanse migranten informatie van posters of flyers gebruikt voordat ze vertrekken. Minder dan 4 procent bezoekt gespecialiseerde websites. En 0,6 procent baseert zich op informatie van autoriteiten.
Als we dit weten, waarom stoppen we dan nog steeds miljoenen euro’s in deze campagnes?
En dan concludeert een lid van de EU-delegatie in zijn closing remarks doodleuk dat we goed bezig zijn met die campagnes. Dat is vrij absurd
Het korte antwoord is: we voelen een verantwoordelijkheid om iets te doen. De EU probeert migranten op afstand te houden en laat alleen gevaarlijke routes als optie over om Europa te bereiken. Dat brengt een verantwoordelijkheid met zich mee. Weer dringt de vergelijking met sigaretten zich op: al hebben die smerige plaatjes op de pakjes geen enkele zin, geen informatie verschaffen over zo’n gevaarlijk product is ook geen optie.
Een migratie-onderzoeker vertelt me dat er dit jaar op een internationale conferentie twee dagen gesproken werd over de gebreken van bewustwordingscampagnes – dat het geen zin heeft om te vertellen hoe gevaarlijk de reis is. ‘En dan concludeert een lid van de EU-delegatie in zijn closing remarks doodleuk dat we goed bezig zijn met die campagnes. Dat is vrij absurd. Maar ja, Europese leiders hebben het gevoel dat ze toch iets moeten doen.’
Die spagaat zie je ook terug bij de belangrijkste uitvoerder van de campagnes: de VN-organisatie voor migratie, het IOM. In de gangen van hun kantoor in Lagos zie je de afschrikwekkend bedoelde posters direct hangen: CAUGHT, bij een tekening van een zwarte man die door vier blanke agenten in de boeien wordt geslagen; END GAME, bij een tekening van drie mannen die verdrinken in hoge golven.
‘Al jaren maken we campagnes om migranten bang te maken’, zegt Abrham Tamrat, hoofd Migratiemanagement bij het IOM in Nigeria. ‘Maar als je zegt: dit is gevaarlijk, blijft altijd de hoop bestaan dat jij het wél haalt.’
‘Bovendien’, zegt Tamrat, ‘zijn migranten heel goed op de hoogte van de gevaren. Ze weten donders goed wat het risico is.’ Vrouwen die migratieplannen maken, gaan vaak van tevoren aan de pil omdat ze weten dat ze onderweg verkracht kunnen worden.* ‘We moeten ons focussen op gedragsverandering’, denkt Tamrat. ‘Hoe zeg je nee tegen de risico’s?’
Soms is blijven nu eenmaal erger dan migreren
Het IOM experimenteert nu met nieuwe methodes. In Niger laten ze migranten filmpjes opnemen om in hun eigen netwerk te verspreiden – zonder IOM- of EU-logo. In Nigeria proberen ze de diaspora bij de campagnes te betrekken. En binnenkort gaan proeven van start met community dialogues – een aanpak die goede resultaten boekte in campagnes tegen de verspreiding van aids.
Migratie-onderzoeker Bram Frouws, van het Mixed Migration Centre, denkt dat de campagnes zich zouden moeten richten op een veilige reis. ‘Als je op weg gaat, doe het dan goed. Wat kun je onderweg doen als je in de problemen komt? Welke rechten heb je? En: welke manieren zijn er om legaal in Europa te komen?’
Want hoe gevaarlijk de reis ook is, zegt Frouws, ‘soms is blijven nu eenmaal erger dan migreren’.
Dat denkt David ook. ‘Kijk naar de armoede hier, kijk naar de wanhoop. We zullen blijven komen, filmpjes of geen filmpjes.’
En ook al zou een enkeling zich wél bedenken door een END GAME-poster, dan kost het omgerekend wel heel veel geld per migrant die van de reis afziet. ‘Het is geldverspilling’, vindt David.
Professor Ojebode is het met hem eens: ‘De EU kan dat geld beter stoppen in projecten die de kansen voor jongeren hier verbeteren, die mensen hier hoop geven. Vooral voor de wat hoger opgeleide jongeren, die ik in de klas heb zitten – voor hen moet hier een toekomst zijn, anders blijft deze brain drain doorgaan.’
Uiteraard probeert de EU dat ook – van de Europese ontwikkelingsbudgetten gaat slechts een relatief klein deel naar bewustwordingscampagnes. Maar om welk percentage het gaat, zal de migranten-in-spe een worst wezen: ook die miljoenen kunnen beter besteed worden. De mooiste suggestie komt van Uche: ‘Waarom betaalt de EU mensen niet gewoon om niet te komen? Haha, dat zouden ze moeten doen, dan blijven we wel hier!’