Waarom deze Nigeriaanse bedrijfskundige al acht jaar kromligt om naar Europa te komen
Afrikaanse migranten die in Europa een beter leven zoeken zijn dagelijks in het nieuws. Niet als mens, maar als ‘stroom’ of ‘crisis’. In deze serie laat ik in het grootste Afrikaanse vertrekland, Nigeria, de mensen achter de nieuwsberichten aan het woord. Vandaag aflevering 1 van Het Gezicht van Migratie: David, de bedrijfskundige die een taxi rijdt.
Ik ontmoet David in een taxi. Hij is de chauffeur, ik de passagier. Niet langer dan een meter zestig zit hij, kaarsrecht, tenger en extreem goedlachs achter het stuur. Hij draagt zijn haar kort geschoren, zijn baard getrimd tot een sikje. Hij ziet er keurig uit in zijn witte polo met gigantisch nep-Tommy Hilfiger-logo, lichtgrijze skinny jeans en bruine loafers. Het is zijn enige nette outfit, ontdek ik later.
David begint over koetjes en kalfjes, zoals zoveel chauffeurs in Lagos, Nigeria. Maar al snel verandert het gesprek in een soort ondervraging. In willekeurige volgorde afgevuurd:
- ‘Hoe koud is het in jouw land?’
- ‘Eten jullie ook bakbananen?’
- ‘Zijn daar veel zwarten?’
- ‘Trouwen zwarten ook met Nederlandse vrouwen?’
- ‘Kun je als illegale immigrant ook een masteropleiding doen?’
- ‘Hoe moeilijk is het om asiel te krijgen?’
- ‘Wat voor werk kun je daar doen als je geen papieren hebt?’
David wil naar Europa. Naar Denemarken om precies te zijn. Weg van hier, weg uit Gbagada, de buurt in Lagos waar hij in een eenkamerflat met vijf andere mannen woont.
David is wat veel Europeanen een gelukszoeker zouden noemen: een migrant in spe die geen enkele kans maakt op asiel, en die via illegale wegen Europa wil bereiken. Iemand waar we in Europa vaak over praten, maar niet vaak mee praten.
Wat beweegt hem? En hoe ziet hij zijn toekomst? Maak kennis met deze aspirant-migrant.
22 uur per dag werken
‘Ik ben hier in Lagos geboren, in het getto. Mijn ouders komen uit het oosten, uit de staat Abia. Daar is geen werk, dus trokken ze naar de grote stad. Met kleine handeltjes – frisdrank, pinda’s – betaalden ze onze school. Ik heb twee oudere broers en drie jongere zussen.’
‘Mijn ouders zijn nu oud, ze konden hier niet meer overleven. Ze zijn terugverhuisd naar hun dorp. Daar bewerken ze hun land. Mijn vader heeft diabetes, maar er is geen geld voor een goede behandeling.’
‘Ik probeer ze wat geld te sturen, zo veel ik kan missen. Soms 3.000 naira [7 euro] per week, soms 2.000 [4,5 euro].’
‘Ik moet ook een dochtertje onderhouden. Ze is drie, ze woont bij haar moeder. Promise Godsgift heet ze. Ik zou wel willen trouwen met haar moeder, maar ik heb daar niet genoeg financiële drijfkracht voor. Een bruidsschat kost al snel 200.000 naira [470 euro].’
‘Ik moet de eigenaar van deze auto elke week 35.000 naira [83 euro] betalen. Soms houd ik niks over. Maar stelen doe ik niet. De Bijbel zegt: ‘Goodness is better than riches.’’
De eerste met een diploma
‘Mijn ouders hadden geen geld om mij te laten studeren, dus ik heb het zelf betaald. HBO bedrijfskunde. Ik studeerde parttime en werkte ondertussen in een hotel. Dat is nu failliet.’
‘Ik heb mijn ouders pas verteld dat ik naar de hogeschool ging toen ik afgestudeerd was. Ik was de eerste in de familie met een diploma. Hoe heb je dat gedaan, vroegen mijn ouders. Ik zei: met mijn ambitie!’
‘Mijn ouders bidden nog elke dag voor me om een baan te vinden. Maar dat is tot nu toe nog niet gelukt. Ik ben afgestudeerd in 2008.’
In dit land gaat het niet om wat je kunt, maar om wie je kent
‘Na mijn afstuderen werkte ik als beveiliger voor twee verschillende bedrijven: van 7 uur ‘s ochtends tot 6 uur ‘s avonds op de ene plek, en dan van 7 uur ‘s avonds tot 6 uur ‘s ochtends op de andere. Ik had geen huis, ik sliep wat tijdens de nachtdiensten. Ik verdiende minder dan 100 dollar per maand. Voor 22 uur per dag werken. Hoe kom je dan verder in het leven?’
‘Denk je dat ik zou willen reizen als er hier mogelijkheden waren? Nee! Maar de overheid biedt ons geen kansen. Dit land is zo frustrerend. We hebben niet eens 24 uur per dag elektriciteit! Zelfs dat kan de overheid niet regelen.’
‘Politici verrijken alleen zichzelf, en hun kinderen. Ze houden ons bewust arm, zodat ze onze stem met broodkruimels kunnen kopen tijdens de verkiezingen. Ze verduisteren zo veel geld – het gaat dit land nog tekenen voor generaties.’
‘Ik ben nu 34 en in dit land gaat het niet om wat je kunt, maar om wie je kent. Je moet iemand kennen aan de top, die je een baantje gunt. Een politicus, een godfather. Iemand die zegt: don’t intervene with my boy. Die ken ik niet. Mijn enige godfather is daarboven…’
Wasserette en een dikke bankrekening
‘Mijn eerste poging hier weg te komen was in 2010. Ik vertelde het alleen aan mijn oudste broer. ‘Misschien kan de familie een beetje beter leven door jouw reis,’ zei hij.’
‘Ik heb vrienden die zijn doodgegaan in de woestijn, op weg naar Libië. Dat risico wilde ik niet nemen. Dus ik begon te sparen om het via de normale weg te doen, via de ambassade.’
‘Ik ontmoette een reisagent die alle criteria voor me kon regelen – een uitnodigingsbrief, een bankafschrift, enzovoorts.’
Ik overtuigde de Duitse ambassade dat ik een wasserette had en wasmachines, drogers en chemicaliën wilde importeren
‘Maar dat kost natuurlijk veel geld. Ik werkte jaren om het bij elkaar te krijgen. Al mijn spaargeld ging in dat visum zitten, alles. Zo’n 450.000 naira [1000 euro].
‘De reisagent maakte een uittreksel van een geregistreerd bedrijf op mijn naam: een wasserette. En een bankafschrift, waarop heel veel geld stond. Ik wou dat ik dat geld echt had. Dan zou ik dit bedrijf beginnen, haha.
‘Ik mocht op interview komen bij de Duitse ambassade. Ik vertelde hen dat ik een wasserette had en wasmachines, drogers en chemicaliën wilde importeren. Ik heb ze overtuigd, want ik kreeg het visum!’
Niet verder dan het vliegveld
‘Maar toen had ik geen geld voor een vliegticket. Ik ben al mijn vrienden, familie, iedereen langsgegaan om een bijdrage te vragen. Ik nam zelfs ontslag – de hele dag rende ik rond om mensen geld te vragen. Uiteindelijk konden een paar familieleden me helpen.’
‘Mijn reisagent kocht een vliegticket voor me. Naar Madrid. Ik zei dat ik naar Duitsland moest. Maar hij zei: “No wahala, dit is een Schengenvisum, je kunt naar elk Schengenland reizen en gewoon zeggen dat je met de trein naar Duitsland gaat.”
‘Dus ik pakte mijn spullen, maar bij de douane zeiden ze: mijn vriend, je kunt niet reizen. Je vlucht stopt in Madrid en je hebt een Duits visum – zo werkt het niet. Je bestemming moet het land zijn dat je visum heeft afgegeven. Ik smeekte ze. Ik smeekte en smeekte en smeekte.’
‘Ik kwam huilend terug. Ik had geen geld om een nieuw ticket te kopen, en ook omboeken was te duur. Ik kon alleen maar huilen. Die reisagent speelde met mijn leven. Ik was zo boos! Mijn baan was inmiddels vergeven. Daarom rij ik nu in de auto van een ander.’
Per vrachtschip naar Europa
‘Ik was zo gefrustreerd dat ik me door een vriend liet overhalen om het per vrachtschip te proberen. Zo’n schip ligt hier in de haven om goederen te laden, en vaart dan terug naar Europa. Met een klein bootje vaar je langszij, je klimt aan boord en je verstopt je in het ruim.
‘Mijn vriend heeft het al drie keer gedaan – hij werd telkens ontdekt en teruggestuurd, maar andere vrienden hadden het wel gehaald.
‘Hij zei me dat er geen risico was. Dus ik bereidde me voor. Ik kocht voedsel in blikjes en zakjes water. Een rugzak vol eten. Ik trok zwarte kleren aan zodat de kapitein ons niet zou zien.
‘Maar toen hoorde ik over twee jongens die waren doodgegaan in het ruim, omdat de boomstammen die het schip vervoerde, waren gaan rollen. Op de avond dat we zouden gaan, nam ik mijn telefoon niet op. Mijn leven is meer waard. Ik ben niet gegaan.’
Bidden voor een asielaanvraag
‘Ik ben weer gaan sparen. Ik heb begin dit jaar 300.000 naira [700 euro] betaald aan een nieuwe reisagent. Die vind je op elke straathoek. Ik wilde eerst graag naar Finland. Maar toen hoorde ik hoe koud het daar kan worden! Nu wil ik naar Denemarken. Het is nu afwachten tot ik iets hoor van de Deense ambassade.’
‘Ik ken niemand in Scandinavië. Maar ik heb mijn onderzoek gedaan, online. Ik heb een boek gelezen over Finse meisjes, haha. Over hoe je ze kunt verleiden. Een van de tips: omdat Finse mannen zo verlegen zijn, werkt het heel goed om gewoon naar Finse meisjes toe te lopen en open met haar te praten. Dat vinden ze leuk, omdat hun eigen mannen dat niet doen.’
‘In Denemarken heb je ook veel zwarte mensen. Zwarten zijn aardig, wij helpen elkaar. Witte mensen kunnen ook aardig zijn, maar ik voel me meer ontspannen als er andere zwarten zijn. Dan kan ik gewoon naar ze toe gaan en zeggen: ik ben net aangekomen, kun je me helpen? I’ll blend in. Dan verstop ik me en blijf ik langer dan mijn visum toelaat. Misschien kan ik wel proberen asiel aan te vragen. Ik bid dat het kan.’
Op vakantie in Europa
‘Er zijn dagen dat ik me afvraag – waarom ben ik in dit land? Waarom heeft God me als Nigeriaan op de wereld gezet? Mattheus 11:12 uit de Bijbel zegt: “En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld.” Met andere woorden: of de duivel het nu leuk vindt of niet, ik vertrek! Of de duivel het nu leuk vindt of niet, het gaat me lukken!’
Er zijn dagen dat ik me afvraag – waarom heeft God me als Nigeriaan op de wereld gezet?
‘Er is me verteld dat mijn diploma in Europa niet goed staat aangeschreven. Maar ik vind het niet erg om andere baantjes te doen. Ik kan in een restaurant werken, of zelfs bij een uitvaartonderneming!’
‘Ik wil dat mijn dochter een beter leven heeft, dat ze kan studeren. En ik wil dat mijn broers en zussen een baan hebben. Ik zou geld kunnen sturen om een hotel te bouwen, dan kunnen zij dat runnen en zo voor zichzelf zorgen.’
‘Daarna kan ik mijn eigen dromen najagen. Als ik het geld heb, wil ik een master in Europa doen. En een eigen stichting beginnen, om anderen te helpen. Als het me ooit lukt om hier succesvol te zijn, dan blijf ik hier, in Nigeria. Dan ga ik alleen naar Europa op vakantie.’