Een kijkje in de machine die noodhulp heet
Als er ergens een ramp plaatsvindt, is hulp vaak binnen enkele uren ter plaatse. En als jij geld stort op Giro 555, wordt dat omgezet in dekens in een rampgebied. Maar hoe werkt dat? Dat willen fotograaf Pieter van den Boogert en ik de komende maanden in kaart brengen. Daarbij zijn jullie vragen en suggesties zeer welkom.
Aan rampen in de wereld geen gebrek. Stormen, aardbevingen, tsunami’s, bosbranden, overstromingen. Maar ook: hongersnoden, vluchtelingenstromen, epidemieën, massamoorden.
Het journaal zit er vol mee. Allemaal zeer uiteenlopende vormen van ellende, maar altijd komt de internationale gemeenschap op eenzelfde manier in actie: via humanitaire hulp. Oftewel: noodhulp.
Maar wat weten we daar eigenlijk van?
Neem de tyfoon Hayan, die in november over de Filippijnen raaste. Duizenden doden, tienduizenden huizen weggevaagd. Beelden van ravage komen met een rotgang je huiskamer binnen. Giro 555 gaat rond met de pet en jij besluit er ook een tientje in te gooien. Vervolgens zie je twee dagen later op televisie hoe het Rode Kruis, of een van de honderden andere hulporganisaties, dekens uitdeelt in het rampgebied. Goed, denk je, mijn geld heeft die mensen geholpen.
Of, iets sceptischer: hoeveel van mijn tientje is daar eigenlijk terecht gekomen? Het is een vraag die je tegenwoordig vaak hoort.
Beide vragen zijn te beantwoorden als we eens precies gaan kijken naar wat er tussen ramp en hulp gebeurt. Hoe wordt jouw tientje omgezet in, bijvoorbeeld, dekens op de Filippijnen? Hoe zijn, op het moment van de ramp, wereldwijd allerlei organisaties in werking gekomen om die dekens daar te krijgen? Hoe grijpen de radertjes van fondsenwerving, dataverzameling, transport en distributie in elkaar? Kortom: hoe werkt de machine die noodhulp heet?
In een wereld die steeds dichter bevolkt raakt, waar het klimaat steeds meer verandert en waar oorlogen steeds complexer worden, zullen rampen een almaar grotere impact hebben. Steeds meer mensen zullen dus afhankelijk worden van noodhulp. Daarom is het des te belangrijker te begrijpen hoe de systemen en structuren van noodhulp werken. Zijn die systemen wel efficiënt? Pakken we het op de juiste manier aan?
Dat zijn de vragen die ik de komende maanden op allerlei niveau’s wil gaan onderzoeken.
In het komende halfjaar zullen we jullie op De Correspondent meenemen achter de noodhulp-schermen
Journalist en auteur Linda Polman was in 2008 een van de eersten die noodhulp beschreef als een industrie, die niet alleen bestaat om mensen te helpen, maar ook om zichzelf in stand te houden. Haar boek De Crisiskaravaan ging over de dilemma’s van noodhulp in oorlogssituaties: hoe geef je hulp die onpartijdig blijft? Ik wil voor De Correspondent nog een stap verder gaan, door alle radertjes in de noodhulp-machine stap voor stap bloot te leggen, en vooral ook naar de toekomst te kijken. Hoe kan het beter?
Ik doe dit samen met fotograaf Pieter van den Boogert. Hij maakte eerder het fotoboek What We Wear, waarin hij onze kleding volgde van de fabrieken in Bangladesh, naar onze winkels, naar de tweedehandsmarkten in Ghana. Hij fotografeerde de kledingindustrie als een wereldwijd systeem. Een samenwerking voor dit project lag dan ook voor de hand: op eenzelfde manier zal hij nu de noodhulpindustrie in beeld brengen.
Vier onderdelen van de noodhulpmachine
In het komende halfjaar zullen we jullie op De Correspondent meenemen achter de noodhulpschermen.
We beginnen eerst ver weg van de chaos, bij de bureaus van waarachter de noodhulp georganiseerd wordt. Welke organisaties spelen een rol in de noodhulpmachine? Wie coördineert en controleert? Wat is de rol van private bedrijven?
Vervolgens zullen we kijken hoe de noodhulp-machine eruitziet op ‘stand-by-stand.’ Hoe draait de machine warm, ofwel hoe bereidt de machine zich voor op een ramp? Hoe worden rampen ‘voorspeld,’ hoe worden goederen strategisch ingekocht en opgeslagen, hoe worden risico-gebieden voorbereid op mogelijke rampen?
Dan wordt het tijd om de machine op volle toeren te tonen, wanneer een ramp plaatsvindt. Daarbij is het onderscheid tussen een acute natuurramp en een langdurige humanitaire crisis zoals in Syrië, interessant om te onderzoeken.
Tot slot nemen we een kijkje in de toekomst: welke innovaties kunnen de noodhulpmachine beter maken?
En zo kunnen we langzaam maar zeker ons begrip over hoe de noodhulpmachine werkt, omzetten in de vraag of de noodhulpmachine werkt.
Wij zijn inmiddels in Genève, de humanitairehulp-hoofdstad van de wereld, waar we in kaart willen brengen hoe het web van noodhulporganisaties in elkaar steekt. Waar zijn jullie vooral benieuwd naar?
Deze serie wordt mede mogelijk gemaakt door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten