We verdienen een regering die vooroordelen niet voedt, maar verwerpt
Lange tijd dacht ik dat Vera Mulder blond was en blauwe ogen had. Toen ik haar voor het eerst ontmoette, keek ik in ogen die op de mijne leken. Per ongeluk sprak ik mijn verbazing hardop uit.
Vera, nota bene correspondent Vooroordelen, moest er smakelijk om lachen. Ze heeft Surinaams bloed – die optie was niet eens bij me opgekomen. Ik lachte half mee, want wat zijn vooroordelen toch hardnekkig. We hebben ze allemaal.
Laatst moest ik naar het ziekenhuis. M’n vader ging mee, want ik voelde me te beroerd om in mijn eentje te fietsen. Haar eerste blik richt de arts op mijn vader, ze vraagt hem of ik Nederlands spreek. Naar mij kijkt ze niet.
Hier kan ik helemaal niet om lachen, dit is een voorbeeld van hoe kwalijk vooroordelen kunnen zijn. Gedrag dat daaruit volgt maakt de ander onzichtbaar, ook buiten de praktijkkamer.
Hoe Nederlanders onzichtbaar worden gemaakt
Zo discrimineren uitzendbureaus Nederlanders met een migratieachtergrond, voor hen is minder ruimte op de arbeidsmarkt. En als je dan al een baan hebt, dan kan het zo gebeuren dat je naar het magazijn wordt verbannen als je besluit een hoofddoek te gaan dragen. Dat overkwam een werkneemster van parfumerie Douglas.
Dit onzichtbaar maken gaat verder, als Nederlander met een migratieachtergrond kun je op sommige plekken niet wonen. Zo zijn bepaalde woningen er enkel voor mensen die ‘op westerse wijze koken’. Dat stond letterlijk in de mail die een dame kreeg van woningverhuurder Executive Home Rentals.
En wat doen sommige politici? Die spelen in op de vooroordelen waar dit gedrag vandaan komt.
Het is een steeds langer wordende lijst van politici die onderbuikgevoelens voeden en daarmee bijdragen aan vooroordelen
Stef Blok bijvoorbeeld, die als minister van Buitenlandse Zaken zegt dat we niet vreedzaam kunnen samenleven met culturele verschillen. Of Mark Rutte, die als premier zegt dat je normaal moet doen of weg moet gaan. Of Klaas Dijkhoff, die als Kamerlid vindt dat je het Nederlanderschap moet verdienen. Of Geert Wilders, die… Tja, waar moet ik beginnen.
Het is een steeds langer wordende lijst van politici die onderbuikgevoelens voeden en daarmee bijdragen aan vooroordelen. Dan lukt het inderdaad niet om samen te leven.
Bij de dokter die me negeert word ik daar opnieuw mee geconfronteerd. Maar haar erop aanspreken, mezelf wéér zichtbaar moeten maken omdat de ander niet wil zien, is me op dit moment te vermoeiend. Ik zak dus dieper weg en wissel in stilte kort een blik met mijn vader. Hij hoort me.
Zoals alleen ouders dat kunnen, vertelt hij de dokter wat zijn dochter allemaal wel niet kan. Ze moet aanhoren wat ik de afgelopen tien jaar heb gestudeerd en gedaan. De arts vraagt wat ze voor me kan doen, we stappen dan van mijn loopbaan de spreekkamer weer in. Pas dan ben ik zichtbaar.
Verschillende onderzoeken laten zien dat artsen – net als andere mensen – vooroordelen hebben, of wetenschappelijker gezegd: er zit een bias in hoe ze naar hun patiënten kijken. Zelfs als ze zelf denken objectief te zijn. Maar het kan ook anders.
Hoe het wél kan
Ik vergezelde mijn moeder eens naar de huisarts. Hij groet haar en blijft haar vriendelijk aankijken, ook als ze soms zoekend naar die ene medische term een blik op me werpt. Ik zeg niet zoveel.
Als er al ooit sprake was van een vooroordeel, dan is daar nu niets meer van te merken. Deze dokter hoeft niet verteld te worden wat mijn moeder allemaal wel niet kan. Hij toont hoe belangrijk het is om de ander te zien, ook als we elkaars uiterlijk en taal niet (her)kennen.
Tonen hoe belangrijk het is om de ander niet onzichtbaar te maken doen ook vele anderen na Bloks uitspraak. Zij kunnen zich niet vinden in het Nederland dat hij schetst en laten dat merken met petities, open brieven en foto’s van Nederlanders die laten zien dat samenleven met verschillen wél kan.
Als politici daar niet toe in staat zijn en dat zelfs verhinderen, dan kunnen ze maar beter opstappen. We hebben politici nodig die helpen de samenleving voor iedereen beter te maken, niet zieker door het voeden van vooroordelen.
En mijn huisarts? Die gaat deze zomer met pensioen. De aanhef van zijn afscheidsbrief is ‘Beste mensen, beste patiënten’. Mens, en dan pas iets anders. Ik zal hem missen.