We hebben een nieuwe podcast! Luister naar ‘Amerikanen lopen niet’ en ga mee op reis naar een vergeten Amerika
Welkom bij Amerikanen lopen niet. In deze podcast lees ik verhalen voor over het vergeten Amerika. In deze eerste aflevering bezoek ik Brooklyn, Illinois, het eerste door zwarte mensen bestuurde stadje van Amerika. Hier strijdt een dappere burgemeester tegen het beeld dat haar Brooklyn niet meer heeft te bieden dan een paar louche seksclubs.
Welkom, luisteraar, bij Amerikanen lopen niet, een podcast van De Correspondent. Lees je liever, dan volgt hieronder het transcript.
Ik ben Arjen van Veelen, schrijver van het boek Amerikanen lopen niet. In deze podcast lees ik verhalen voor over het vergeten Amerika, om precies te zijn over de stad St. Louis, Missouri. Die stad ligt ergens halverwege Chicago en Memphis, aan de Mississippi-rivier. Het is niet een heel bekende stad, eerder het Tilburg of Luik van de Verenigde Staten.
Maar ik heb er twee jaar gewoond en ben ervan overtuigd dat als je het Amerika van nu wilt begrijpen, je veel beter in St. Louis kunt beginnen dan, bijvoorbeeld, in New York City.
Zelf ontdekte ik de stad een paar jaar geleden, door stom toeval eigenlijk. Mijn geliefde vond hier een baan. St. Louis kende ik toen nog niet, ik wist niet veel meer dan dat je hier de St. Louis Cardinals had, de beroemde honkbalclub, en dat de Budweiser-brouwerijen er hun hoofdkwartier hadden. Een stad waar nooit iets gebeurt, dacht ik.
Maar vrijwel vanaf dag één was ik geschokt door wat ik er aantrof: met name vanwege de extreme ongelijkheid in deze stad, de absurde kloof tussen rijk en arm, wit en zwart, stad en platteland. En een paar weken nadat ik er kwam wonen braken er ook nog eens rellen uit, die weken aanhielden.
Vanaf dat moment ben ik verhalen gaan schrijven over St. Louis, voor De Correspondent. En toen ik na twee jaar terugverhuisde naar Nederland, liet deze stad me niet meer los. Ik reisde nog een paar keer terug en schreef uiteindelijk het boek Amerikanen lopen niet.
Uit dat boek lees ik de komende weken verhalen voor. Maar ook: verhalen die niet in het boek staan, maar zich wel afspelen in St. Louis en omstreken, ofwel in het vergeten hart van de VS.
Brooklyn, Illinois was ooit het beloofde land voor zwarte Amerikanen
Als je vanuit het centrum van St. Louis via de oude stalen bogen van de McKinley-bridge de Mississippi oversteekt, kom je in een andere wereld terecht: een roestig landschap vol fabrieken, verlaten rangeerterreinen en dampende afvalbergen.
Te midden van deze industriële woestenij bevindt zich het stadje Brooklyn. Als je erlangs rijdt zie je ook hier bergen puin en afval, maar ook de verweerde uithangborden van een paar seksclubs, met namen als Bottoms Up, Pink Slip en Roxy’s.
Alleen dankzij die troosteloze stripclubs geniet Brooklyn lokaal nog enige bekendheid
Het stadje zelf telt nog geen 750 inwoners. De helft daarvan leeft onder de armoedegrens. Behalve die seksclubs zijn er liefst tien kerkjes – alsof God en de duivel hier een vete uitvechten. Maar een supermarkt is er dan weer niet, de postbode bezorgt hier niet aan huis en slechts een enkeling van de inwoners heeft thuis een internetaansluiting.
Wandel door het stadje en je ziet lege, overwoekerde percelen en ingestorte woningen. Het stratenplan lijkt ruim opgezet, als in een villawijk, maar dat is omdat zoveel huizen zijn verdwenen. Een urban prairie resteert, waar je wilde honden kunt zien scharrelen op zoek naar wat eetbaars.
Brooklyn, Illinois lijkt in niets op het beroemde Brooklyn in New York. Toeristen komen er niet. Het is alleen dankzij die troosteloze stripclubs dat Brooklyn lokaal nog enige bekendheid geniet. Dat is tragisch, want Brooklyn zou om een heel andere reden beroemd moeten zijn: het was ooit het beloofde land voor zwarte Amerikanen. Het was de eerste door zwarte mensen bestuurde stad van Amerika.
Een zwart succesverhaal
Daarvoor moeten we eerst terug naar het begin van de negentiende eeuw. In St. Louis, net aan de andere kant van de rivier, woonde toen een vrouw genaamd Priscilla Baltimore. Ze was verwekt door een witte slavenhouder bij een van zijn tot slaaf gemaakte zwarte vrouwen. Haar vader, die slavenhouder dus, verkocht haar — zijn eigen dochter dus — als slavin. Maar later wist zij zichzelf vrij te kopen.
Deze mevrouw Baltimore stak met een tiental zwarte families vanuit St. Louis per boot de Mississippi over, naar het vrije Illinois. Volgens de mondelinge overlevering stichtte ze daar in de jaren twintig van de negentiende eeuw het stadje Brooklyn. Het werd een zogeheten freedom village, een toevluchtsoord voor gevluchte slaven.
Zo’n nederzetting was illegaal. In Illinois was de slavernij dan weliswaar afgeschaft, maar daarmee waren de zwarte Amerikanen nog niet vrij. Er golden ook hier nog black codes. Die kwamen er, kort samengevat, op neer dat zwarte mensen geen rechten hadden. En: het helpen van gevluchte slaven was streng verboden.
Dat laatste, vluchtelingen helpen, was precies wat Baltimore deed. Haar stadje, en de zwarte methodistenkerk die er zat, waren een knooppunt in de zogenoemde underground railroad: het netwerk van vluchtplekken waarlangs slaven vanuit het zuiden van de VS naar het noorden trokken.
Tussen 1800 en 1900 zijn er in Amerika zo’n honderd van zulke freedom villages ontstaan. Dat haal ik uit een boek over Brooklyn: America’s First Black Town. Brooklyn, Illinois, 1830-1915, een studie van Sundiata Cha-Jua.
Deze freedom villages waren meer dan alleen toevluchtsoorden. Het waren ook dromen en idealen: die stadjes moesten aantonen dat zwarte Amerikanen wel degelijk leiding konden geven. Het waren zwarte utopia’s.
Stadjes als deze moesten aantonen dat zwarte Amerikanen wel degelijk leiding konden geven
De meeste van die droomstadjes zijn verdwenen. Maar Brooklyn bestaat nog. En tot ongeveer de jaren vijftig van de vorige eeuw was het een succesverhaal. Begin jaren vijftig telde Brooklyn ongeveer vierduizend inwoners. Er waren winkels, scholen, dokters; er was werk in de industrie in omliggende steden, bijvoorbeeld de vleesfabrieken in East St. Louis.
In het naburige East St. Louis waren gruwelijke rassenrellen geweest, maar die bleven Brooklyn al die tijd bespaard. ‘Er was nooit raciale onrust in Brooklyn – want er was maar één ras’, aldus Elin Schoen in Tales of an All-Night Town, een boek over Brooklyn uit 1979.
Hoe Brooklyn ten onder ging aan racistisch kapitalisme
Toen begin jaren zestig veel fabrieken dichtgingen, raakte de hele regio in verval. Maar Brooklyn werd extra zwaar getroffen: er was geen ander werk. Hier wreekte zich het feit dat het zwarte stadje Brooklyn steeds was overgeslagen bij investeringen of vestiging van fabrieken. Het stadje leverde alleen de arbeiders.
Dat was geen toeval, aldus het eerder genoemde boek America’s First Black Town. Geen enkele van die honderden freedom villages slaagde er bijvoorbeeld in om een treinstation binnen de gemeentegrenzen te krijgen. ‘Racial capitalism’, luidt de conclusie van het boek. Racistisch kapitalisme.
Bewoners trokken weg uit Brooklyn nu er geen werk was. Het stadje werd opnieuw een vrijplaats — dit keer voor louche zaken. Eind jaren zestig kwamen de stripclubs. De clubs brachten wat bedrijvigheid, wat belastinginkomsten, maar brachten ook misdaad, drugshandel en illegale prostitutie.
Tegenwoordig leveren die clubs ongeveer driekwart van de inkomsten, becijferde de lokale krant St. Louis Post-Dispatch in 2007. Rondom de stad is nog wel industriële bedrijvigheid, maar nét buiten de gemeentegrenzen. Symbolisch zijn de spoorlijnen die de stad soms wel een halfuur letterlijk afsnijden van de buitenwereld, als er weer een trage goederentrein passeert.
Maar: het stadje is nog steeds honderd procent zwart. Het noemt zichzelf nu ‘America’s oldest black incorporated community’. ‘Founded by chance, sustained by courage’ luidt nog altijd het stadsmotto van Brooklyn: ‘Gesticht door toeval, ondersteund door moed.’
Het indrukwekkende is: er zijn nog steeds mensen die die moed willen opbrengen, mensen die de idealen van Priscilla hoog houden. Zo iemand is Vera Glasper-Banks (69 jaar oud). Zij is de nieuwe, trotse burgemeester van Brooklyn.
Ik ontmoette haar toevallig: ik belde het gemeentehuis, op zoek naar informatie over de geschiedenis van het stadje. De burgemeester zelf nam op. En al gauw leerde ik haar levensverhaal.
Glasper-Banks werd hier geboren. Ze verliet de stad op haar vijftiende, omdat ze zwanger was (en ongetrouwd, destijds een schande). Ze kwam in Seattle terecht, waar ze werkte in de Boeing-fabriek. Eerst aan de lopende band, later als opzichter.
Make Brooklyn Great Again
Op haar 55ste keerde ze terug naar Brooklyn, om voor haar zieke moeder te zorgen. Ze had een pensioen van Boeing, maar kon niet stilzitten en ging in een bar aan de slag. Weer later rolde ze de politiek in. In 2013 deed ze mee aan de burgemeestersverkiezing.
‘Together we can restore Brooklyn to what it once was’, zei ze tijdens de campagne. ‘Make Brooklyn Great Again’, zeg maar. Ze bedoelde de gloriedagen uit haar jeugd, toen Brooklyn een volwaardig stadje was.
Ze zei ook: we moeten beginnen met kleine dingen. Gaten in de weg repareren. Afval opruimen. Straatnaambordjes ophangen, zodat ambulances niet verdwalen. Bij haar aantreden zat er honderd dollar in de gemeentekas.
Een paar dagen na dat telefoongesprek ontvangt de burgemeester me in het gemeentehuis annex politiebureau. Ze raadt me af alleen door Brooklyn te wandelen. Een wit persoon die door het stadje loopt: dat valt hier op, dat is onveilig. Dus lopen we samen door het stadje.
We lopen eerst naar de oorspronkelijke freedom village, het noorden van Brooklyn. Daar staat een oud kerkje uit 1839, herbouwd in 1878 – het oudste gebouw in de wijde omtrek. Hier zaten gevluchte slaven ondergedoken, zegt ze. Ze wil hier een gedenkbord plaatsen, daar waar nu een ingestort woonhuis staat.
Een optimistische burgemeester
De wereld moet weten dat Brooklyn meer is dan seksclubs, vindt Glasper-Banks. Veel verleden is er niet meer. Het stadsarchief ging ooit in vlammen op. Waarom het Brooklyn heet, is onbekend (Brooklyn in New York komt van het Nederlandse Breukelen – die link is er hier in elk geval niet). Ook de oude begraafplaats aan de rand van het dorp is verwaarloosd; er liggen nog zerken uit de slaventijd.
Ook de sporen van het recentere verleden zijn al verdwenen. De burgemeester wijst op allerlei lege grasveldjes: hier was een wasserette, daar een kruidenier, daar de dokter, daar de bioscoop, daar het pompstation (ze werkte er als kind), daar trad Miles Davis ooit nog op.
Bij het wrak van een woonwagen: hier woonde tot voor kort een veteraan uit de Tweede Wereldoorlog. Hij kreeg tien medailles voor zijn verdiensten; na zijn dood stroopten dieven het aluminium van zijn trailer.
Het is om te huilen – en soms, als ze vertelt, raakt Glasper-Banks ook emotioneel – maar toch kwam ik zelf veel vrolijker terug uit Brooklyn dan ik erheen reed. Dat kwam voor een groot deel door het optimisme van de burgemeester.
In het stadje groet iedereen haar. De politiechef. De eigenaar van een stripclub. Een oude vrouw voor haar portiek. Twee werklieden, die bezig zijn rommel op te ruimen in opdracht van de burgemeester. Ze vragen haar naar de vluchttunnels die er onder het stadje zouden lopen, uit de slaventijd — een legende, denkt de burgemeester.
Er rijdt een witte limousine langs. Een lijkwagen, die de 93-jarige eigenaar van de enige snoepwinkel van het stadje komt ophalen. Hij is vannacht overleden, zegt ze. We lopen het winkeltje binnen. De burgemeester troost de nabestaanden.
Hoe dit stadje weer tot leven komt
Achter de etalage van sekstenten blijkt Brooklyn een bijna gemoedelijk voorbeeld van klein Amerika. Ja, er is weinig geld. Vroeger was er ook weinig geld, zegt de burgemeester. Maar je ging niet bij de pakken neerzitten. Haar vader had twee banen, plus een moestuin voor de groenten. En je moet assertief zijn.
‘Closed mouths don’t get fed’, zegt ze. Je moet je mond opentrekken. Dus schrijft ze brieven, om fondsen te werven, bijvoorbeeld om een bejaardenhuis te kunnen openen – haar bureau ligt er vol mee.
Ze liet overal in de stad vuilcontainers plaatsen. Ze liet naamborden installeren. Ze regelde een sneeuwschuiver voor haar stad. Zodat het stadje in de winter niet ingesneeuwd raakt.
Dan laat ze me het parkje zien dat niet lang geleden is aangelegd. Er is een basketbalveldje. Er zijn sportvelden. Het lijkt hier een normale, gelukkige stad. Uit de verte klinken stemmen van spelende kinderen. Rondom het parkje staan bankjes, met namen van beroemde stadsgenoten. Zoals de vrijgevochten slavin Priscilla Baltimore, de optimistische stichter van Brooklyn.
Voelt de burgemeester zich verwant met haar? Ze aarzelt als ik het haar vraag. ‘Dit verhaal gaat toch niet over mij?’ Dan, aarzelend: ‘Er zijn meerdere soorten slavernij. Armoede kan ook slavernij betekenen.’ Soms kan ze overweldigd raken door de armoede die ze in het hedendaagse Brooklyn ziet.
Even later laat ze me een foto zien van haar tijd als opzichter in de Boeing-fabriek: haar ploeg staat voor een Boeing 737 van Czech Airlines. Zelf staat ze, nauwelijks zichtbaar, achter haar crew.
Elk weekend overspoelen honderden sekstoeristen het stadje. Kassa voor Brooklyn
Haar zoons zeiden: wat heeft het voor zin om zo hard te werken in de Boeing-fabriek? Als zwarte Amerikaan kom je toch niet hogerop en mag je nooit leiding geven. Maar ze dacht: If I can conquer the crappy, the rest will be a cakewalk. Vrij vertaald: als ik de rotzooi overwin, is de rest een eitje.
Waarom begon ze als bijna zeventigjarige een politieke carrière? Voor het geld hoeft ze het niet te doen; ze had al een goed pensioen van Boeing. En waarom wil iemand uit Seattle in vredesnaam terug naar Brooklyn, Illinois?
Omdat haar familie hier woont, zegt ze. Omdat ze hier vandaan komt. Omdat ze trots is op Brooklyn. ‘Because this is home.’
Haar belangrijkste daad in haar hometown tot nu toe verrast me: ze installeerde parkeermeters rondom de seksshops. In Seattle, waar ze woonde, moest ze overal betalen om te parkeren. Als het daar kan, zegt ze, ‘then I can charge to park in the streets of Brooklyn.’
Ze toonde me de parkeermeters in de straten rondom de clubs. Elk weekend overspoelen honderden sekstoeristen het stadje. Kassa voor Brooklyn. Mede dankzij de parkeermeters zit er inmiddels al bijna een ton in de gemeentekas.
Deze podcast werd opgenomen door Thinium Audioboekproducties. De komende tijd delen we wekelijks een aflevering op De Correspondent. Volg de collectie, zodat je nooit een verhaal mist. De afleveringen verschijnen ook op Soundcloud en in de Apple-podcastapp .
Wil je meer verhalen vanuit het hart van Amerika? Lees dan mijn gelijknamige boek Amerikanen lopen niet, uitgegeven door De Correspondent. Of ga naar mijn pagina. Daar vind je alle verhalen die ik voorlees terug, inclusief foto’s en verwijzingen. En kun je, als je wilt, ook met me in gesprek over Amerika.