Lees of luister: Vergeet nepnieuws. Echt nieuws is minstens zo misleidend

Rob Wijnberg
Oprichter
Papierkunstenaar Anna Bay creëerde naar aanleiding van dit verhaal een landschap (voor De Correspondent)

Precies vijf jaar geleden zag De Correspondent het levenslicht. In dit essay doe ik de filosofie uit de doeken waarmee het allemaal begon: over hoe nieuws ons misleidt en wat we eraan kunnen doen.

Vergeet nepnieuws. Echt nieuws is minstens zo misleidend.

Dat is, realiseer ik mij, een boude stelling. De afgelopen jaren is er veel ophef geweest over nepnieuws. Deze vorm van leugenachtige propaganda verpakt als nieuws heeft onze sociale media overspoeld en zo Donald Trump aan de macht geholpen, de Brexit veroorzaakt en vreemdelingenhaat versterkt, zo luidt een breedgedragen theorie.

en zijn in stelling gebracht om nepnieuws tegen te gaan. En inderdaad, de schaal waarop en snelheid waarmee deze vorm van misinformatie zich tegenwoordig verspreidt, is met recht een probleem te noemen.

Toch durf ik de stelling aan dat echt nieuws, de stroom aan berichten die wij dagelijks massaal consumeren, een minstens zo groot probleem vormt.

Nieuws, na een paar uur alweer ‘oud’

Dat besef begon bij mij te dagen toen ik in 2006 op een krantenredactie kwam werken. Ik studeerde destijds filosofie en kreeg tegelijkertijd een baan op de binnenlandredactie van nrc.next, de toen net gelanceerde ochtendkrant van NRC Handelsblad. Onmiddellijk begon mij het contrast op te vallen tussen mijn studie en mijn werk.

Filosofie, leerde ik in de collegebanken, stelt de meest tijdloze vragen die je kunt bedenken. Al duizenden jaren zoekt de filosofische mens antwoord op vragen als: Wat is waarheid? Wat is schoonheid? Wat is rechtvaardigheid?

Journalistiek daarentegen stelt juist vragen die extreem tijdelijk zijn. Wat vandaag groot nieuws is, is morgen vaak alweer vergeten. Niet voor niets heet de grootste nieuwssite van Nederland NU.nl: nieuws gaat over dít moment – niet vroeger, niet later. De omloopsnelheid van nieuws is met de komst van het internet zelfs alleen maar toegenomen. Niet zelden is het nieuws van dit moment na een paar uur alweer ingehaald of achterhaald.

Filosofie komt te voet, nieuws gaat te paard.

Wat ís nieuws eigenlijk?

Het moet dat contrast tussen mijn studie en werk zijn geweest dat bij mij de verwondering aanwakkerde: wat ís nieuws eigenlijk?

Op die vraag is moeilijk een eenduidig antwoord te geven. ‘Nieuws’, zei mijn chef bij nrc.next vaak, ‘is datgene wat je naar je buren doet rennen om het door te vertellen.’ ‘Nieuws’, zeiden collega’s, ‘is wat je nog niet wist.’ Of nog algemener: ‘Nieuws vertelt je wat er gebeurt in de wereld.’

Althans, zo luidt de belofte.

Hoewel nieuws dus van alles kan zijn, kwam ik er gaandeweg achter dat er wel degelijk – vaak onuitgesproken – criteria zijn waarop journalisten baseren of iets nieuws is of niet. Zo kwam ik langzaam maar zeker tot een eigen definitie.

Nieuws bestaat uit sensationele, uitzonderlijke, negatieve, recente gebeurtenissen.

En in precies die vijf woorden zit ook het grote probleem met nieuws besloten.

De vijf fundamentele tekortkomingen van nieuws

Om met het sensationele te beginnen: nieuws is meestal datgene wat zodanig opvalt dat het opgemerkt kan worden. Nieuws draait vaak om het meest zichtbare, explosieve zelfs.

Daarom, zegt antropoloog en journalist Joris Luyendijk, zijn aanslagen vaak wel nieuws, maar is de bezetting van een land dat meestal niet. Aanslagen zijn heel zichtbaar, bezetting is dat veel minder. Anders gezegd: een ontplofte bus kun je gemakkelijk filmen, onderdrukking van alledaagse vrijheden niet.

In het verlengde hiervan draait nieuws meestal om het hoogst uitzonderlijke. Dagelijks gaan bijna tien miljoen Nederlanders probleemloos naar hun werk. Maar pas als er een auto van de weg raakt of een trein ontspoort, is het nieuws. Dat is namelijk ongewoon.

Om die reden zien we grote ontwikkelingen pas als er iets uitzonderlijks gebeurt. De financiële crisis van 2008 werd pas nieuws toen een grote Amerikaanse zakenbank omviel – dat is immers hoogst uitzonderlijk. Maar de aanloop naar dit faillissement – banken die iedere dag, beetje bij beetje, risico op risico stapelden – bleef van de nieuwsradar.

Dagelijks gaan bijna tien miljoen Nederlanders probleemloos naar hun werk. Maar pas als er een auto van de weg raakt of een trein ontspoort, is het nieuws

Ook is nieuws, bijna zonder uitzondering, negatief. If it bleeds, it leads (‘Als het bloedt, komt het op de voorpagina’) is een veelgebruikte uitspraak in de journalistiek. Of: goed nieuws is geen nieuws. Wie regelmatig het nieuws volgt, denkt dus algauw dat de wereld steeds onveiliger wordt – ook al is het tegendeel waar.

Bovendien geeft nieuws ze frauderen, zijn corrupt, beroven elkaar of blazen zichzelf op. De werkelijkheid is dat de overgrote meerderheid van de mensen goed doet en goed wíl doen.

Daarnaast is nieuws geobsedeerd door het recente. Voor bijna al het nieuws geldt: het moet zojuist hebben plaatsgevonden. Iets wat een week, een maand of een jaar geleden is gebeurd, is meestal geen nieuws meer.

Maar het meest recente is niet per definitie het meest invloedrijke. Alles in de wereld heeft een geschiedenis. En die geschiedenis bepaalt voor een flink deel waarom iets gebeurt. Omdat nieuws zijn blik meestal richt op vandaag, maakt het ons blind voor de langere termijn, zowel van het verleden als van de toekomst.

Zo blijven de grootste veranderingen in de samenleving buiten beeld: de financialisering van onze economie, de verwetenschappelijking van ons wereldbeeld, de digitalisering van onze informatie. Geen van deze zaken heeft ooit letterlijk op een voorpagina gestaan.

En dat komt, tot slot, omdat nieuws hoofdzakelijk draait om gebeurtenissen. Nieuws moet, in journalistiek jargon, – een aanleiding om het nu, en niet later, te melden. Dat klinkt logisch, maar het betekent dat ontwikkelingen vaak het journaal niet halen. Ontwikkelingen zijn namelijk geen ‘momenten’, ze schrijden voort. Het journaal eindigt daarom altijd met het weer, maar nooit met het klimaat. Want je kunt niet zeggen: ‘Vandaag is het klimaat veranderd.’ Terwijl dat wel zo is.

Het haakjesdenken is overigens ook waarom veel nieuws bestaat uit zogenoemde agendajournalistiek: steeds weer terugkerende, vaak geplande gebeurtenissen die als aanleiding gelden om iets tot nieuws te verheffen. Denk aan: persconferenties, evenementen, kwartaalcijfers, rapporten, herdenkingen en jubilea. Heel veel nieuws kun je daardoor al van tevoren uittekenen, en is in die zin helemaal niet ‘nieuw’.

Wie het nieuws volgt, weet wat er meestal niet gebeurt

Alles bij elkaar opgeteld lost nieuws zijn belangrijkste belofte – dat het je laat zien wat er gebeurt in de wereld – juist niet in. Wie het nieuws volgt, weet vooral wat er meestal niet gebeurt. Anders dan nepnieuws, dat simpelweg onwaar is, misleidt echt nieuws ons dus op een fundamentelere manier. Het geeft een verkeerd beeld van waarschijnlijkheid, historie, vooruitgang, ontwikkeling en relevantie.

Nieuws geeft een verkeerd beeld van waarschijnlijkheid, historie, vooruitgang, ontwikkeling en relevantie

Daardoor denk je al snel dat de meeste terroristen moslim zijn, terwijl dat niet zo is. Dat het alleen maar slechter gaat met de wereld, terwijl dat niet zo is. Dat aanslagen een groter gevaar vormen voor ons welzijn dan suiker, terwijl dat niet zo is. Dat de financiële crisis in 2008 begon, terwijl dat niet zo is.

Zoals de veelgebruikte uitdrukking luidt: ‘Wie de krant niet leest is ongeïnformeerd; wie de krant wel leest, is verkeerd geïnformeerd.’

Het effect van onze nieuwsconsumptie is dat het ons bang maakt voor andere mensen, sceptisch over onze toekomst en cynisch over onze eigen invloed hierop. Nieuws bekrachtigt onze hardnekkigste vooroordelen en grootste angsten. Het maakt pessimistisch en wantrouwend. Nieuws, kortom, is niet goed voor ons – als individuen en als samenleving. ‘Wat suiker is voor het lichaam’, schreef de Zwitserse schrijver Rolf Dobelli eens, ‘is nieuws voor de geest.’

Nieuws als dat wat elke dag gebeurt

Om hier iets aan te doen, heb ik in 2013 De Correspondent opgericht: een advertentievrij, door leden gefinancierd journalistiek platform. Onze slogan, ‘een dagelijks medicijn tegen de waan van de dag’, vat onze missie samen: we proberen een soort ‘tegengif’ tegen de ergste bijwerkingen van nieuws te zijn.

Centraal in deze missie staat een andere definitie van nieuws. In plaats van alleen te kijken naar wat vandaag gebeurt, richten we ons op De Correspondent juist op wat elke dag gebeurt.

Daardoor ga je anders kijken naar de wereld. En ga je andere vragen stellen. Bijvoorbeeld: hoe kan het dat bijna niemand het een-na-grootste Nederlandse bedrijf kent? Het antwoord: dit bedrijf, een olie- en gastransporteur genaamd Vitol, is niet beursgenoteerd en heeft dus geen dagelijkse beurskoersen om nieuws aan ‘op te hangen’.

Tegelijkertijd is het wel extreem invloedrijk. Als Vitol besluit zijn schepen niet aan te laten meren, heeft dat direct effect op de olieprijzen – en daarmee op bijna alles wat we consumeren. Toch was er nog nooit een Kamervraag gesteld over deze multinational met meer dan tweehonderd miljard euro omzet per jaar. Want: En over Vitol zijn nauwelijks nieuwsberichten te vinden.

Verhalen die geen nieuws, maar wel nieuwswaardig zijn

Zo proberen we op De Correspondent elke dag verhalen te schrijven die geen nieuws, maar wel nieuwswaardig zijn. Verhalen die geschreven worden door correspondenten met een gemeenschappelijke missie: het sensationele vervangen door het fundamentele en het recente vervangen door het relevante.

Deze verhalen kunnen niet ontstaan zonder de hulp van onze inmiddels meer dan 60.000 leden. In de eerste plaats omdat zij betalen voor onze journalistiek. Daardoor kunnen we De Correspondent volledig advertentievrij houden. Niet alleen is dat prettig voor het oog – je ziet geen schreeuwende banners op je scherm – het is ook een belangrijke voorwaarde voor het soort journalistiek dat wij beogen te maken.

Want de sensatiezucht en hypegevoeligheid van ons dagelijkse nieuws worden voor een flink deel veroorzaakt door het achterliggende bedrijfsmodel. Sinds de negentiende eeuw wordt nieuws namelijk voor een aanzienlijk deel gefinancierd door adverteerders. Dat betekent: niet zozeer het nieuws zelf, maar de aandacht van het publiek is het product dat wordt verkocht.

Zodoende zoeken nieuwsmedia dus voortdurend naar datgene wat de meeste aandacht trekt. In deze zogenoemde ‘aandachtseconomie’ zijn de chocoladeletters op de voorpagina ontstaan en vulden onze sociale media zich met ‘clickbait’. Op De Correspondent zijn deze prikkels minder aanwezig, omdat wij geen adverteerders, maar alleen de lezers zelf als klant hebben.

Onze leden als bron van kennis en ervaring

Daarnaast spelen onze leden een cruciale rol in het ontdekken en uitpluizen van de alledaagse structuren waar onze journalistiek om draait. Bij De Correspondent geloven we namelijk dat honderd leden per definitie meer weten dan één journalist. Op ons platform delen deze alledaagse experts hun kennis en ervaringen met onze correspondenten.

Zo onze correspondent Onderwijs te begrijpen wat er op onze scholen gebeurt, zoals ook honderden dokters, postbodes en machinisten in wat er speelt in onze publieke diensten. We vragen jullie vaak: ‘Wat maak jij dagelijks mee op je werk of in je leven wat zelden in het nieuws is, maar wat eigenlijk op een voorpagina zou moeten staan?’ De antwoorden zijn vaak het begin van ontdekkingen die we alleen nooit hadden kunnen doen.

De geschiedenis van de mens is een geschiedenis van vooruitgang

Uiteindelijk is deze vorm van journalistiek, waarbij journalisten niet alleen maar zenden en lezers niet alleen maar consumeren, geworteld in een onderliggende opvatting: dat we door kennis en ervaringen met elkaar te delen de wereld iets beter kunnen achterlaten dan we haar gevonden hebben. Anders gezegd: De Correspondent is gebaseerd op een geloof in vooruitgang.

Dat geloof is geen ongefundeerde hoop; het is zelfs geen politieke opvatting. Geloven in vooruitgang is een rationele, feitelijke constatering. Want de geschiedenis van de mens ís een geschiedenis van vooruitgang.

Ga maar na. Geen enkele chimpansee is ooit naar de maan geweest. Geen enkele chimpansee draagt alles wat hij weet in zijn broekzak. Geen enkele chimpansee heeft ooit in een rechtbank gestaan. Terwijl: de chimpansee en de mens hebben wél een gemeenschappelijke voorouder.

Het simpele principe van delen wat we weten, stelde ons in staat steeds een stapje verder te specialiseren in waar we het beste in zijn

De reden dat wij geëvolueerd zijn van nootjeskrakende apen tot raketvliegende mensen is even simpel als ingenieus. Er is geen diersoort op aarde die zo goed is in het delen van kennis als de mens.

Geen enkel individueel mens weet hoe hij een iPhone, een raket of een rechtssysteem moet maken, omdat dat allemaal producten zijn van gedeelde kennis. Dit simpele principe van delen wat we weten, stelde ons in staat ons steeds een stapje verder te specialiseren in waar we het beste in zijn. Samen gingen we vooruit.

Maar gek genoeg in het bestaan van deze vooruitgang. Voor het eerst sinds de negentiende eeuw, toen het geloof in vooruitgang gemeengoed werd, gelooft een meerderheid van de bevolking in 25 verschillende landen dat de wereld de verkeerde kant opgaat. Steeds wijdverbreider is ook het idee dat het leven van onze kinderen en kleinkinderen slechter zal zijn dan dat van onszelf.

Samen kunnen we vooruit

En een van de grootste boosdoeners van dit tanende geloof in vooruitgang is het dagelijkse nieuws dat wij consumeren. Want nieuws verspreidt vooral verontwaardiging en pessimisme, geen kennis en vertrouwen. Zodoende maakt het ons ongeïnformeerder over de wereld en sceptischer over ons vermogen die wereld te veranderen.

Iedereen die bij De Correspondent werkt, is verenigd door het geloof dat het ook anders kan. Dat het lot van de mens het meest gebaat is bij het delen van kennis en ervaringen in plaats van verontwaardiging en angst. Samen kunnen we de wereld begrijpen. En een wereld die je kunt begrijpen, kun je ook veranderen. Samen kunnen we nog steeds vooruit.

Dat is pas echt nieuws.

Dit verhaal in het Engels lezen of delen met je Engelstalige vrienden?

Meer verhalen uit ons nieuwste boek: