Een wonder: Europees Parlement houdt Hongarije aan Europese waarden
Voor het eerst in zijn geschiedenis heeft het Europees Parlement een lidstaat op de strafbank gezet wegens het systematisch schenden van de waarden waarop de Europese Unie is gebaseerd: respect voor de rechtsstaat, de mensenrechten en de democratie.
Vandaag, woensdag 12 september 2018, besloot het Parlement met 448 stemmen voor en 197 tegen dat het tijd is een zogeheten artikel-7-procedure tegen Hongarije te starten. De ultieme consequentie kan zijn dat Hongarije zijn stemrecht in de EU verliest.
Het is een historisch en heugelijk feit. Schrijf ik met enig schaamrood op de wangen. Want enkele dagen geleden voorspelde ik nog dat de benodigde tweederde meerderheid er niet zou komen.
Tot nu toe had een ruime meerderheid van de Europese Volkspartij de Hongaarse premier Viktor Orbán de hand boven het hoofd gehouden. Mijn verwachting was dat Manfred Weber, de fractievoorzitter, dat wilde blijven doen.
Maar Orbán speelde het spel dinsdag in het Europees Parlement te hoogmoedig. Hij beriep zich op zijn grote verkiezingszege in Hongarije, vond het bespottelijk dat het parlement dacht het beter te weten dan de Hongaren zelf en verweet het machtsmisbruik.
Alle concrete kritiek op door de regering genomen maatregelen negeerde hij. En hij toonde geen enkele bereidheid ook maar de geringste concessie te doen.
Eigenlijk liet hij Weber zo geen enkele ontsnappingsmogelijkheid. Die had altijd volgehouden dat de EU en Hongarije er in dialoog uit moesten komen, dat het niet hielp elkaar slechte Europeanen te noemen en strafprocedures te beginnen.
Maar voor de stemming liet Weber per Twitter weten: ‘Vandaag zal ik stemmen voor het in werking stellen van artikel 7. Ik ben altijd voor het bouwen van bruggen geweest en dat wil ik blijven doen, maar gisteren zag ik geen enkele bereidheid van de Hongaarse premier om in beweging te komen richting zijn EU-partners en iets te doen met onze zorgen.’
Een ruime meerderheid van de Europese Volkspartij stemde met Weber mee en liet zo haar afkeuring blijken van de daden van Orbáns partij, die deel uitmaakt van haar eigen fractie. Een moedige daad, die wellicht kan leiden tot een vertrek van Fidesz en daarmee tot verkleining van de omvang en macht van de Europese Volkspartij.
Maar veel belangrijker is dat het Europees Parlement een krachtig signaal heeft afgegeven dat landen die tot de EU willen behoren de rechtsstaat en democratie niet straffeloos kunnen afbreken.
P.S. Voor de collectie ‘Brief uit Brussel’ maakte ik een aangevulde versie van deze notitie.
M’n brief uit Brussel met mijn ‘foute voorspelling’. Brief uit Brussel waarin Judith Sargentini aan het woord komt, de opsteller van het door het Europees Parlement aangenomen rapport over het in werking stellen van de artikel-7-procedure. Een uitgebreidere versie van deze notitie in de collectie ‘Brief uit Brussel’