We beschermen onze gewassen tegen insecten. Maar wie beschermt de insecten tegen ons?

Tomas Vanheste
Correspondent Europa tussen macht en verbeelding
Figuur 5 Een voorbeeld van handen die blootgesteld zijn aan pesticiden. Lees meer over deze beelden onder aan het stuk. Foto: Rutgers Coop. Ex

Chemische bestrijdingsmiddelen vormen de grootste, meest onderschatte en minst onderzochte bedreiging voor de natuur, zeggen wetenschappers. Waarom lukt het maar niet ze aan banden te leggen?

Insectageddon. Dat alarmerende woord dropte de Nederlandse hoogleraar Jeroen van der Sluijs begin september in het Europees Parlement. Van der Sluijs wees op het dat laat zien dat de biomassa van insecten in Duitse natuurgebieden in 27 jaar met driekwart is gedaald.

De chemicus en onderzoeker van controverses rond milieurisico’s was in Brussel op uitnodiging van de Die parlementaire club werd dit voorjaar opgericht naar van het controversiële besluit om de vergunning van onkruidverdelger glyfosaat voor de Europese markt met vijf jaar te

Er zijn sterke aanwijzingen dat glyfosaat het bodemleven ruïneert en er woedt een hevige strijd rond de vraag of het ook is. Hoe kon het gebeuren dat het middel dan toch het groene licht kreeg?

De van de pesticidencommissie was om te onderzoeken of de Europese goedkeuringsprocedure voor bestrijdingsmiddelen wel deugt.

Eind september kwamen de door het parlement aangestelde – de Belgische politicus Bart Staes van de partij Groen en de Duitse christendemocraat Norbert Lins – met

Ze trokken straffe conclusies: het toelatingsproces van bestrijdingsmiddelen tot de Europese markt is veel te ondoorzichtig. Het ontbreekt aan een wettelijke verplichting het verband tussen pesticiden en neurologische ontwikkelingsstoornissen te onderzoeken. Pesticiden worden op te grote schaal ‘preventief’ ingezet.

Daarover later meer. Maar voor de regels van het spel aan bod komen eerst de inzet ervan: in hoeverre brengen bestrijdingsmiddelen milieu, natuur en ook mens schade toe?

Figuur 3. Een voorbeeld van blootstelling aan pesticiden op het gezicht. Foto: Rutgers Coop. Ext.

Hoe zit het volgens wetenschappers?

Pesticiden en andere chemicaliën vormen de grootste, meest onderschatte en minst onderzochte bedreiging voor de natuur. Dat stelt Johann Zaller, een van de wetenschappers die acte de présence gaf in het Europees Parlement.

De Weense bodemwetenschapper publiceerde dit jaar Unser täglich Gift. Daarin tekent hij op: ‘Voor het eerst in de geschiedenis heeft een soort, namelijk wij mensen, het voor elkaar gekregen de hele planeet te vergiftigen.’

Neem het effect van pesticiden op regenwormen. In een hectare gezonde grond leven er vijf tot tien miljoen. Ze verbeteren onder meer de wateropname en ze verteren bladeren, zodat het organische materiaal via hun poep weer voor planten beschikbaar wordt.

Hoe meer regenwormen, hoe vruchtbaarder de bodem. Niet voor niets schreef Charles Darwin dat er weinig dieren zijn die zo’n grote rol hebben in de geschiedenis van de aarde als dit nederige schepsel.

Voor het eerst in de geschiedenis heeft een soort, namelijk wij mensen, het voor elkaar gekregen de hele planeet te vergiftigen

Met Weense collega’s Zaller de effecten van Roundup op regenwormen. Roundup is ’s werelds meest verkochte onkruidbestrijdingsmiddel met als actief bestanddeel glyfosaat. Wat bleek: een behandeling van een veld met het middel verminderde de activiteit van de regenwormen sterk en deed hun nakomelingen in aantal halveren.

Of kijk naar wat er gebeurt in waterstroompjes. Daar daalt de biodiversiteit van ongewervelde dieren door het gebruik van bestrijdingsmiddelen met meer dan 40 procent,

Fel beet Liess bij een door De Groenen georganiseerde hoorzitting in het Europees Parlement van zich af toen agrariër en John Stuart Agnew claimde dat boeren in de afgelopen jaren veel minder pesticiden zijn gaan gebruiken. ‘Dat beeld is onjuist’, zei hij. ‘De hoeveelheden zijn ongeveer gelijk gebleven, en tegelijkertijd zijn ze veel giftiger geworden.’

De giftigste stoffen zijn toch al verboden?

Tot die veel giftiger stoffen waar Liess op doelde, behoren de zogeheten neonicotinoïden. Deze bestrijdingsmiddelen worden niet over de plant gespoten wanneer er werkelijk een plaag is, maar zijn preventief op de zaadjes van het gewas aangebracht. Sommige van die neonicotinoïden zijn giftiger dan

Jeroen van der Sluijs de effecten van imidacloprid, een van deze neonicotinoïden. Hij liet zien dat het gebruik ervan leidde tot een dramatische achteruitgang van de insectenrijkdom in sloten. Het aantal ongewervelde diertjes als vlokreeftjes en watervlooien bleek 70 procent te dalen bij hogere concentraties van de stof.

En die hogere concentraties waren bepaald geen theorie: op in Nederland werd de norm, die vaststelt hoeveel van het spul in het water mag zitten, sterk overschreden.

Het was een van de die wezen op de kwalijke gevolgen van neonicotinoïden. Zeker, voor de terugval in insectenrijkdom is niet één schuldige aan te wijzen, maar een bende boosdoeners, waaronder het overvloedig gebruik van meststoffen door landbouwers en de versnippering van natuurgebieden. Toch wordt steeds duidelijker dat de bestrijdingsmiddelen een dominante rol spelen.

Maar vecht Van der Sluijs niet de vorige oorlog uit als hij zich druk maakt over deze neonicotinoïden? De Europese Unie heeft immers drie neonics, waaronder het gevreesde imidacloprid, Alleen geldt dit verbod niet voor gebruik in afgesloten ruimten als kassen en stallen. En zo blijft het toch in het milieu komen. Imidacloprid is al sinds 2013 in Nederland verboden. Maar jaren later werd op bijna alle meetpunten in het kassengebied van het Westland de norm in het oppervlaktewater nog

Bovendien zijn andere neonics nog gewoon op de markt. ‘Neem thiacloprid. Dat heeft wel een lagere acute giftigheid, maar het wordt in hogere doses gebruikt, dus dat heft elkaar op’, zegt Van der Sluijs.

Figuur 4. Een voorbeeld van blootstelling aan pesticiden aan de achterkant van de nek en oren. Foto: Rutgers Coop. Ext

Gevolgen voor natuur én mens

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de effecten van bestrijdingsmiddelen op mensen.

In augustus gebood een Amerikaanse rechter de pesticide chloorpyrifos Onderzoek zou uitwijzen dat het spul tot ontwikkelingsstoornissen leidt. Vooral boeren, die er veel mee in aanraking komen, en kinderen zouden kwetsbaar zijn. Intussen ging de Amerikaanse regering tegen het rechterlijke vonnis en is chloorpyrifos gezondheidsalliantie ook nog steeds

In Frankrijk is parkinson in 2012 door het langdurig gebruik van pesticiden als een beroepsziekte erkend

Boeren zijn vaak de eersten bij wie nare bijwerkingen van pesticiden zich manifesteren. In Frankrijk is parkinson in 2012 door het langdurig gebruik van pesticiden als een beroepsziekte nadat was gebleken dat het risico om de ziekte te krijgen bij boeren anderhalf tot twee keer hoger ligt. In 2015 Frankrijk ook non-hodgkinlymfoom, een vorm van lymfeklierkanker, als een beroepsziekte bij landbouwers.

Ook kinderen in de omgeving van boerenland lopen mogelijk – causale verbanden blijven lastig aan te tonen – een risico. Californië stelde een verbod in voor pesticidengebruik binnen 400 meter van scholen en crèches. Gezien de associatie van blootstelling aan pesticiden en ontwikkelingsstoornissen bij kinderen een goede zaak,

De macht van de industrie

Hoe kan het nu dat bestrijdingsmiddelen op de Europese velden schade kunnen aanrichten? Europa heeft toch de strengste van de wereld? Daarin staat toch dat producten geen onaanvaardbare gevolgen mogen hebben voor het milieu? En zelfs geen enkele invloed op de menselijke gezondheid?

Allereerst is het grootschalige gebruik van pesticiden innig verbonden met de gangbare industriële landbouw. Monoculturen zijn erg Minder pesticidengebruik vergt een omwenteling in de wijze waarop we de landbouw bedrijven.

En verandering wekt altijd weerstand. Niet alleen bij boeren, maar ook bij overheden. Net zoals Duitsland de belangen van de auto-industrie denkt te verdedigen door te lobbyen tegen de aanscherping van de denkt agrarische natie Nederland de belangen van de boer te verdedigen door van de markttoelating van glyfosaat te stemmen.

Er staan grote financiële belangen op het spel. De pesticidenindustrie is een stevig groeiende branche die naar verwachting goed is voor van ongeveer zeventig miljard euro wereldwijd in 2019.

Die industrie doet er alles aan om de wereld te laten geloven dat haar middelen veilig en noodzakelijk zijn. En dat de regelgeving in de EU zo streng is dat ze een is. Bij de minste en geringste twijfel over de veiligheid van een middel zou het rode licht al gaan branden.

Figuur 7. Een voorbeeld van blootstelling aan pesticiden op armen. Foto: Rutgers Coop. Ext.

De slager die zijn eigen vlees keurt

De praktijk is anders, betogen wetenschappers als Van der Sluijs, Zaller en Liess.

Het meest fundamentele probleem is misschien wel dat de basis voor de risicobeoordeling door de fabrikanten zelf ingediende studies zijn. De data ervan gelden als ‘bedrijfsgeheim’, zijn niet publiek toegankelijk en door onafhankelijke wetenschappers te controleren.

Dat de industrie het niet altijd even nauw neemt met de ethiek laat de glyfosaatsaga zien. Bij dezelfde hoorzitting als waar Liess en Zaller waren, traden ook de advocaten op van de Amerikaanse tuinman Dewayne Johnson die door Roundup non-hodgkinlymfoom zou hebben gekregen. In augustus een Amerikaanse jury fabrikant Monsanto tot een boete van 253 miljoen euro.

Monsanto heeft zijn eigen normen over goed en kwaad

‘Monsanto heeft zijn eigen normen voor goed en kwaad’, de advocaten in Brussel. Of het causale verband tussen de lymfeklierkanker van de tuinman en zijn gebruik van de onkruidverdelger nu wel of niet onomstotelijk is bewezen, zeker is dat zij glashelder aantoonden dat Monsanto speelde. Aanwijzingen voor de kankerverwekkendheid van glyfosaat veegde het bedrijf onder de mat.

Het om onder hun naam door het bedrijf geschreven artikelen te publiceren waarin de onkruidverdelger er goed afkwam. En het probeerde experts bij de regelgevende instanties zoals de Amerikaanse Environment Protection Agency (EPA) in zijn Ook het Europese wetenschappers die het invloedrijk achtte om een goed woordje voor glyfosaat te doen.

Experts met twee petten

Die experts zijn niet altijd het summum van onafhankelijkheid. Al jaren het Europees Parlement de Europese voedselautoriteit op om de regels rond belangenverstrengeling aan te scherpen. Maar volgens de ngo Corporate Europe Observatory heeft nog steeds bijna de helft van de experts

Een gezaghebbende rol in het debat over pesticiden heeft ook het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services Niet alleen in naam maar ook in uitstraling wil dit gezelschap lijken op het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC).

Zoals het klimaatpanel dé autoriteit is die de balans opmaakt van alle kennis over de opwarming van de aarde, wil dit platform hét gezaghebbende orgaan zijn dat objectief en onafhankelijk oordeelt hoe het staat met de biodiversiteit.

Maar hoogleraar Van der Sluijs heeft zijn twijfels. Een van de hoofdauteurs van een belangrijk rapport over hoe het gaat met bestuivers zoals bijen was Helen Thompson. Jarenlang verdedigde zij op belangrijke posities en in adviezen aan de Europese voedselautoriteit het standpunt dat neonicotinoïden veilig zijn.

Later bleek dat zij zelf bij de studies waarmee Bayer toelating op de markt voor imidacloprid vroeg. Thompson werkte na haar vertrek bij het Britse agentschap voor onderzoek naar voedsel en milieu voor zadenmultinational en neonicotinoïdenproducent Syngenta. Ze is nu verbonden aan een organisatie die zich opwerpt als de stem van de plant science industry en pesticiden promoot.

Figuur 6. Een voorbeeld van blootstelling aan pesticiden op handen. Foto: Rutgers Coop. Ext.

Waar blijft openheid over belangen?

In een ingezonden brief in Nature riep Van der Sluijs met twee collega-wetenschappers IPBES op om informatie over de belangen van de ingeschakelde auteurs openbaar te maken. In reactie daarop antwoordde het secretariaat van IPBES dat alle formulieren waarop de auteurs hun belangen invulden, waren op te vragen. Maar herhaalde verzoeken van Van der Sluijs om ze toe te zenden, bleven onbeantwoord, ook toen hij met druk probeerde uit te oefenen.

Zeker, het IPBES heeft geen rechtstreekse invloed op beslissingen om pesticiden al dan niet op de markt te brengen. Toch kunnen haar wetenschappelijke rapporten van groot gewicht zijn, denkt Van der Sluijs. ‘Ze zouden bijvoorbeeld kunnen leiden tot beleid om het gebruik van pesticiden terug te dringen, als IPBES aangeeft dat deze een belangrijke rol spelen bij de achteruitgang van de biodiversiteit. Langs die weg kan de miljardenmarkt van de landbouwgifindustrie in gevaar komen en daarom zetten ze hun lobby ook zwaar in op IPBES.’

Op de dag dat de door de pesticidencommissie aangestelde rapporteurs hun bevindingen presenteerden, was er ook een ‘expert’ die zijn licht liet schijnen over de huidige regelgeving. Zijn stelling: die is al veel te streng, de drempel voor het vaststellen van schadelijkheid ligt te laag en dit alles remt de innovatie.

Blijkbaar waren de procedures niet streng genoeg om dit duidelijke geval van belangenverstrengeling eruit te vissen

De beste man, Nazim Punja, bleek in de jaren tachtig bij Imperial Chemical Industries te hebben gewerkt, een chemisch bedrijf met een pesticidentak, en had daarna voor hulp bij het goedgekeurd krijgen van bestrijdingsmiddelen.

Niet echt een blijk van onafhankelijkheid, vonden bijna alle parlementariërs die hem de wind van voren gaven. Bovendien bleek hij de feiten niet op een rij te hebben: hij gaf een veel te laag cijfer voor het aantal in de EU goedgekeurde actieve stoffen, om te laten zien dat dit in de afgelopen tien jaar was gedaald. Het tegendeel is het geval.

Punja’s werkstuk werd kort na de zitting uit de lijst van stukken geschrapt. Maar hoe kon het dat juist die man deze belangrijke briefing mocht maken? De ondersteunende dienst die de opdracht had uitgezet, verschool zich achter tijdsdruk. Blijkbaar waren de procedures niet streng genoeg om dit duidelijke geval van belangenverstrengeling eruit te vissen.

Achter gesloten deuren

De zwarte doos van het onderzoek dat door de industrie aangeleverd wordt, de experts met te nauwe banden met die industrie; het zijn niet de enige zwakheden in de praktijk van de goedkeuring van pesticiden.

Een lacune is ook het feit dat doorgaans alleen de werkzame stof tegen het licht wordt gehouden. Daarnaast zitten in bestrijdingsmiddelen allerlei hulpstoffen, die er bijvoorbeeld voor zorgen dat de opname van de werkzame stof beter is. Vaak geeft de fabrikant niet eens op wat er allemaal in zit, het recept is bedrijfsgeheim. De cocktail van stoffen in een bestrijdingsmiddel is vaak veel giftiger dan alleen de werkzame stof.

Vaak geeft de fabrikant niet eens op wat er allemaal in een bestrijdingsmiddel zit, het recept is bedrijfsgeheim

En dan is er nog het gebrek aan transparantie in de procedure. Beslissingen over markttoelating worden genomen in een dat bestaat uit door lidstaten afgevaardigde experts. Dat vergadert achter gesloten deuren. Wie welk standpunt inneemt op welke grond, blijft vaak in nevelen gehuld.

Neem het nieuwe testprotocol voor de beoordeling van de schadelijkheid van pesticiden voor bijen. Op basis van dat nieuwe, op de laatste wetenschappelijke inzichten gebaseerde protocol werden de drie eerdergenoemde neonicotinoïden verboden.

Als dat nieuwe protocol ook op andere neonics zou worden toegepast, zou dat tot meer verboden leiden, voorspelt Van der Sluijs.

Alleen blokkeren sommige lidstaten al vier jaar de algehele invoering ervan. Welke EU-landen dat zijn, weet niemand. Ook Bart Staes, de zeer goed in dit dossier ingevoerde parlementariër van De Groenen, zegt geen idee te hebben.

Figuur 8. Een voorbeeld van blootstelling aan pesticiden op benen en knieën. Foto: Rutgers Coop. Ext.

Wat willen de rapporteurs?

Om het gebrek aan transparantie te tackelen, roepen Staes en Lins in hun rapport op tot het openbaar maken van gedetailleerde notulen van de geheime vergaderingen waarin de lidstaten nu de knopen doorhakken over markttoelating.

Het is een van de vele aanbevelingen in een lange lijst. Zo vragen ze de lidstaten als de wiedeweerga testprotocollen aan te nemen die aansluiten bij de huidige stand van de wetenschap. En ze stellen dat er een wettelijke verplichting moet komen om te testen of een middel leidt tot neurologische ontwikkelingsstoornissen.

Heel wezenlijk is dat de twee rapporteurs oproepen om eerst kritisch te kijken naar het grootschalige gebruik van pesticiden vóór er überhaupt iets aan de hand is. De industrie heeft het graag over ‘gewasbeschermingsmiddelen’ in plaats van bestrijdingsmiddelen, en overheden hebben dat jargon braaf overgenomen. Maar dat taalgebruik verhult dat het medicijn al wordt genomen voordat de patiënt ziek is.

De kers op de taart is dat de opstellers van het rapport ervoor pleiten dat alle data publiek toegankelijk zijn.

En nu?

Allemaal prachtige aanbevelingen. De grote vraag is alleen: houden ze stand? Eerst in het Europees Parlement. Staes schat dat er duizend amendementen zullen worden ingediend. En als die horde is genomen, zijn de in de Raad samenkomende lidstaten aan zet. Zullen ze iets met het rapport doen? Het zou niet voor het eerst zijn dat de lidstaten wensen van het parlement naast zich neerleggen.

Willen ze bijvoorbeeld hun kaarten op tafel leggen en openheid verschaffen over hoe ze stemmen in het comité dat over de markttoelating gaat? En zullen ze het ‘preventieve’ gebruik van pesticiden écht aan banden willen leggen?

Ook weet het duo-Staes/Lins niet alle zwakheden aan te pakken. Een groot manco in de huidige regelgeving is dat er telkens naar individuele toepassingen van een pesticide wordt gekeken. Wat is het effect van een zekere pesticide wanneer die op maïs wordt gebruikt?

Maar in de echte wereld worden honderden verschillende gewassen met hetzelfde spul behandeld op verschillende momenten in het jaar. Geen mens kijkt naar het gecombineerde effect voor de bij, die het hele jaar door wordt blootgesteld. En de commissie-Staes/Lins doet geen voorstellen om die lacune te vullen.

Figuur 9. Een voorbeeld van blootstelling aan pesticiden op voeten. Foto: Rutgers Coop. Ext.

Als wetenschappers het zouden mogen zeggen

Van der Sluijs weet wel een oplossing. ‘Je moet een emissieplafond vaststellen, een maximum stellen aan de totale hoeveelheid van een stof die in het milieu mag komen.’

Nu blijken de concentraties gif in het milieu vaak veel groter dan voorzien. Neem het geval imidacloprid, waar de normen in het oppervlaktewater nog jaren nadat het verboden was overschreden werden.

Negatieve gevolgen voor de biodiversiteit mogen niet optreden. Toch zijn ze er, omdat de effecten niet goed worden gemeten tijdens de registratieprocedure

Matthias Liess vergelijkt het met de uitstoot van auto’s. Uit de testen komen altijd lagere cijfers dan in de praktijk. Precies hetzelfde is er bij pesticiden aan de hand. Eigenlijk staat in de Europese wetgeving netjes opgeschreven dat negatieve gevolgen voor de biodiversiteit niet mogen optreden. Toch zijn ze er, omdat de effecten niet goed worden gemeten tijdens de registratieprocedure.

Johann Zaller heeft nog wel een radicalere oplossing. Veel van die schadelijke middelen zijn volgens hem helemaal niet nodig. Nieuwe mechanische technieken voor het wieden zijn een prima alternatief voor onkruidverdelgers als Roundup.

De Oostenrijkse bodemdeskundige besluit met het uitspreken van de hoop dat zijn bombardement aan informatie over de kwalijke gevolgen van pesticiden de lezers niet neerslachtig stemt, maar hen tot opstand aanzet.

Neem de boer zijn dagelijkse gif af en geef hem en de planeet een nieuwe, groene toekomst.

Lees verder: