Urgenda krijgt ook in hoger beroep verpletterend gelijk: Nederland moet meer doen tegen de uitstoot van broeikasgas
Als de overheid nalaat burgers te beschermen tegen een gevaar, kan de rechter ingrijpen. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag deze dinsdag gedaan door in de klimaatrechtszaak van Urgenda het vonnis van 2015 te handhaven: het klimaatbeleid van Nederland is onvoldoende.
Het voelde alsof deze dinsdagochtend in het Paleis van Justitie in Den Haag wereldgeschiedenis werd geschreven. Ik weet dat het een cliché is om te schrijven dat je ergens kippenvel van krijgt, maar ik zat daadwerkelijk met kippenvel te luisteren naar de uitspraak van het gerechtshof in het hoger beroep van de klimaatrechtszaak van Urgenda.
Actie-organisatie Urgenda had de rechtszaak in 2013 aangespannen tegen de Nederlandse staat, en in 2015 gewonnen: de rechter verplichtte de staat toen om de uitstoot met minimaal 25 procent terug te brengen in 2020 (ten opzichte van het niveau van 1990). Als de staat minder deed, zou dat ‘nalatig’ zijn omdat hij burgers moet beschermen tegen voor hen gevaarlijke klimaatverandering.
Het ongeloof was groot destijds, en sommige commentatoren en politici vonden dat de rechter in 2015 zijn boekje te buiten was gegaan en ‘op de stoel van de politiek’ was gaan zitten.
Maar het gerechtshof in Den Haag maakte deze dinsdag gehakt van alle argumenten die de landsadvocaat had aangedragen om de staat vrij te pleiten. Er bleef werkelijk niets van overeind. Ieder land moet zijn deel doen, oordeelde het hof, en Nederland doet nog te weinig. Daarmee schendt het onder meer zijn ‘zorgplicht’. Om aan die nalatigheid een einde te maken, moet de Nederlandse overheid ervoor zorgen dat de uitstootvermindering van 25 procent wél wordt gehaald in 2020.
Omdat het hof zich in zijn uitspraak uitdrukkelijk beriep op normen die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens had vastgesteld, heeft deze uitspraak direct internationale allure. Dit is jurisprudentie die advocaten over de hele wereld zal sterken in hun rechtszaken tegen staten die de uitstoot van broeikasgassen op hun beloop laten.
De vraag in deze zaak was: staat het de Nederlandse regering vrij om klimaatbeleid te voeren dat zo laks is dat burgers erdoor in gevaar komen? Of houdt de vrijheid van de overheid om dat te doen ergens op? Het gerechtshof bevestigde wat de rechter in 2015 ook al stelde: er is een grens en die is bereikt. Tot hier en niet verder.
Een dag na de presentatie van een nieuw, alarmerend tussenrapport van het VN-klimaatbureau IPCC over de risico’s van de wereldwijde opwarming kun je met recht zeggen: er is wereldgeschiedenis geschreven.