Niet de zorgverzekeraar, maar de overheid moet bepalen welke ziekenhuizen sluiten
De rechter heeft donderdag het faillissement uitgesproken* over de IJsselmeerziekenhuizen in Flevoland en het Medisch Centrum Slotervaart in Amsterdam.
Het vonnis maakt voorlopig een einde aan het commercieel aandeelhouderschap van reguliere ziekenhuizen. De failliete klinieken waren de enige volwaardige Nederlandse ziekenhuizen in het bezit van commerciële ondernemers.
De vraag is wat dit faillissement ons leert over ons zorgstelsel. Is het toeval dat uitgerekend de enige twee commercieel geëxploiteerde ziekenhuisbedrijven — beide eigendom van het ondernemersduo Loek Winter en Willem de Boer — nu zijn omgevallen? Of is dit het zoveelste voorbeeld van mislukte marktwerking?
Omgevallen ziekenhuizen: de markt werkt!
In een goed functionerende markt is het eten of gegeten worden. De bakker die smerige of te dure broodjes bakt, gaat failliet. Hij zal namelijk nooit kunnen concurreren met de vakman die zijn klanten elke dag trakteert op heerlijke, betaalbare bammetjes.
Zo maakt de onzichtbare hand van de markt korte metten met de zwakke broeders, terwijl de topziekenhuizen worden beloond met extra klandizie
En zelfs als de bakker lekkere broodjes bakt, moet hij er alles aan doen om deze voor hetzelfde geld als de concurrentie te bakken. Anders zullen zijn klanten hem alsnog de rug toekeren.
Je kunt dus beredeneren dat het omvallen van deze ziekenhuizen bewijst dat marktwerking in de zorg haar vruchten begint af te werpen.
De ziekenhuizen van Loek Winter en Willem de Boer zouden volgens deze redenering te weinig innovatief zijn geweest. Stemmend met de voeten zouden klanten de ziekenhuizen in Flevoland en Slotervaart de rug hebben toegekeerd. En zo maakt de onzichtbare hand van de markt korte metten met de zwakke broeders, terwijl de topziekenhuizen worden beloond met extra klandizie.
Oftewel, de zorgmarkt werkt.
Maar is dat wel zo?
Omgevallen ziekenhuizen: de markt werkt niet!
Wie beter kijkt naar de failliete ziekenhuizen, ziet dat deze redenering niet opgaat.
Natuurlijk reizen patiënten uit Flevoland voor complexe specialistische zorg graag af naar meer gespecialiseerde centra in de Randstad of het oosten van het land. Maar voor een groot aantal simpelere behandelingen is het helemaal niet nodig om patiënten naar een supergespecialiseerde kliniek over te brengen.
Anders gezegd: voor de meer routinematige behandelingen hebben de IJsselmeerziekenhuizen voor hun 180.000 inwoners tellende achterland wel degelijk bestaansrecht. Lokale en provinciale bestuurders in Flevoland zijn dan ook woedend* dat de ziekenhuizen in hun provincie de deuren moeten sluiten.
Het MC Slotenvaart concurreert in Amsterdam weliswaar met twee academische ziekenhuizen en het topklinische Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, toch worstelden enkele afdelingen, zoals de gespecialiseerde poli voor zwaarlijvigen, met wachtlijsten.
In een functionerende markt had het Slotervaartziekenhuis kunnen profiteren van de schaarste aan behandelcapaciteit voor zwaarlijvigen. Als de vraag hoger is dan het aanbod, zou je verwachten dat de prijzen stijgen.
Maar dat gebeurde niet.
Geen eerlijke kans
Het is de manier waarop de ziekenhuizen van Winter en De Boer failliet zijn gegaan die ons zorgen moet baren. Hun ziekenhuizen hebben namelijk nooit een eerlijke kans gehad op de markt.
De ondergang van de ziekenhuizen is het resultaat van een bewuste keuze van zorgverzekeraar Zilveren Kruis
Het lot van ziekenhuizen wordt in grote mate bepaald door de opstelling van de lokale marktleider in zorgverzekeringen. In dit geval Zilveren Kruis, goed voor 60 procent van de patiënten van de ziekenhuizen van Winter en De Boer. Als inkoopkartel namens alle patiënten hebben verzekeraars de macht om eenzijdig tarieven van ziekenhuizen af te dwingen.
Een woordvoerder van het MC Slotervaart zei tegen de Volkskrant dat het ziekenhuis 15 tot 20 procent lagere vergoedingen ontving per behandeling dan de concurrentie. En dat was te weinig, stelt Winter nu. Hij heeft er alles aan gedaan om zijn ziekenhuizen zo efficiënt mogelijk te runnen. Maar om te overleven had hij naar eigen zeggen 3 procent hogere tarieven nodig.
Onder het mom van betaalbare zorg weigerde zorgverzekeraar Zilveren Kruis het tarief iets te verhogen. En daarmee was het lot van de ziekenhuizen bezegeld.
De ondergang van het Slotervaartziekenhuis en de IJsselmeerziekenhuizen is dus niet de uitkomst van een onvermijdelijke economische natuurwet, maar het resultaat van een bewuste keuze van zorgverzekeraar Zilveren Kruis.
Democratisch tekort
Ziekenhuizen zijn belangrijke publieke voorzieningen – we kunnen niet zonder ze. Om deze voorzieningen in stand te houden, hebben we de wettelijke plicht om een basiszorgverzekering af te sluiten. De rest van de budgetten van de zorgverzekeraars wordt geïnd door de Belastingdienst, via de ZVW-premie die je terugvindt op je loonstrookje.
Het is nu de taak van zorgverzekeraars om te bepalen welke provincies al dan niet recht hebben op volwaardige ziekenhuizen
We betalen de zorg dus met publiek geld. Maar anders dan bij de rest van de rijksbegroting, hebben we iedere vorm van democratische controle over de besteding van dit publieke geld in 2006 afgeschaft door de ziekenfondsen te privatiseren.
Waar je zou verwachten dat een democratisch gekozen overheid op basis van een openbaar debat besluit over het bestaansrecht van ziekenhuizen, is het nu indirect de taak van de zorgverzekeraars om – op basis van ons onbekende belangen en afwegingen – te bepalen welke provincies al dan niet recht hebben op volwaardige ziekenhuizen.
We zouden dit democratisch tekort naar aanleiding van het faillissement van de ziekenhuizen in Flevoland en Slotervaart moeten dichten: laat niet de zorgverzekeraar, maar de overheid bepalen welke ziekenhuizen open mogen blijven en welke moeten sluiten.