De midterm-verkiezingen gaan niet over Trump, daarom zijn ze zo belangrijk
Mijn Amerikaanse vriend Chuck zoekt momenteel werk in Europa. Hij is eind twintig, heeft een master in de filosofie en doceert aan een universiteit in St. Louis, Missouri. Hij zoekt werk op zijn niveau, maar als het echt niet anders kan, zei hij laatst, wil hij ook wel laaggeschoold werk doen. In de bouw, bijvoorbeeld. Of bij McDonald’s, desnoods.
Zo graag wil hij weg uit de VS. En nee, dat is niet vanwege Trump.
Ik moest aan Chuck denken omdat Amerikanen deze week naar de stembus mogen voor de zogeheten midterm-verkiezingen. Die zijn het minder bekende broertje van de presidentsverkiezingen. Maar minstens zo belangrijk.
Die verkiezingen worden nu overal een ‘referendum over Trump’ genoemd. Klinkt spannend: wil Amerika meer of minder Trump? Zit ook wel wat in, hoor: het land kiest onder meer 33 senatoren en 435 afgevaardigden – zeg maar de leden van respectievelijk de Eerste en Tweede Kamer. En die uitslag bepaalt dus wie er in die kamers een meerderheid heeft: de Republikeinen of Democraten. En dat bepaalt weer de speelruimte die de president krijgt. En volgens sommigen zelfs of hij zijn termijn als president zal uitzitten.
Vandaar dat ‘referendum over Trump’: krijgen we de komende twee jaar een gekortwiekte versie van hem of juist de ongebreidelde Donald?
De kans is overigens best groot dat we woensdag ofwel stagnatie ofwel meer van hetzelfde krijgen.
En officieel gaan deze verkiezingen helemaal niet over Trump. Als je het mij vraagt: precies dat gegeven maakt ze zo spannend. Want ze kunnen de levens van veel Amerikanen enorm veranderen. Bijvoorbeeld dat van Chuck: zijn leven kan er komende woensdag per direct al heel anders uitzien. Veel beter. Waarover zo meer.
Eerst dit: in de VS is de president veel minder belangrijk dan we vaak denken. Staten en steden – of zelfs straten – hebben veel vrijheid om hun eigen ding te doen. Het land is ook gewoon gigantisch, met bijvoorbeeld zes tijdzones.
Het leuke van de midterm-verkiezingen
Dat is juist het leuke van die midterm-verkiezingen: die laten zien hoe gedecentraliseerd de macht in de VS is. Ze worden ook om de vier jaar gehouden, halverwege de zittingstermijn van de president (vandaar dat ‘midterm’). Maar ze gaan niet over één poppetje, maar over honderden, ja, duizenden landelijke en lokale zetels.
Naast die eerdergenoemde senatoren en afgevaardigden zullen er dinsdag ook duizenden lokale politici worden gekozen. Niet de minsten: zo worden 36 gouverneurs gekozen – en gouverneurs zijn in hun koninkrijkje in feite machtiger dan de president.
In Georgia zou bijvoorbeeld Stacey Abrams verkozen kunnen worden: de eerste zwarte vrouwelijke gouverneur
Daar zitten interessante testcases bij. In Georgia zou bijvoorbeeld Stacey Abrams verkozen kunnen worden: de eerste zwarte vrouwelijke gouverneur.
Alleen al op staatsniveau gaat het dinsdag om 6.665 zetels.* Daar komen nog vele duizenden zetels bij op gemeenteniveau: van schoolbestuurders tot sheriffs. Dat maakt het dus extra vreemd dat het in de aanloop zoveel over één man gaat, Donald Trump – een van de weinigen wiens baan deze week nou juist níét op het spel staat.
Maar het allerinteressantst vind ik de referenda die tegelijk met de andere verkiezingen plaatsvinden. Over issues die lokaal ontzettend belangrijk zijn, maar die heel soms ook landelijke impact kunnen hebben. In Florida speelt bijvoorbeeld een boeiende kwestie. Daar is een referendum over de vraag: mogen ex-gevangenen stemmen?
Kort door de bocht: dit referendum gaat, vrij vertaald, over de vraag hoeveel zwarte inwoners mogen stemmen bij de presidentsverkiezingen van 2020.
Chucks verhaal klinkt als de Amerikaanse droom
Maar wat staat er dan bijvoorbeeld wel op het spel? Dat brengt me bij Chuck. Lezers van mijn boek Amerikanen lopen niet zullen hem herkennen: hij groeide op in een arme, zwarte wijk in St. Louis, Missouri, als zoon van een fabrieksarbeider; zijn ouders lagen krom om hem naar een goede school te sturen. Hij studeerde af in de filosofie. En geeft nu zelf colleges in de filosofie.
Dat klinkt als de Amerikaanse droom, nietwaar? Dat dacht ik zelf in elk geval even.
Maar toen ik hem deze zomer opnieuw sprak, vertelde hij dat hij als freelance docent te weinig uren kan maken om van te kunnen leven. Dus klust hij inmiddels bij in de bouw, op oproepbasis.
En hij zei nog iets: dat hij niet verzekerd is. Niet via zijn werk, want daarvoor moet je meestal fulltime in dienst zijn. Ook niet particulier, want dat is veel te duur in de VS. (Een goede zorgverzekering kost 500 dollar per persoon per maand.)
En waarom dan niet via Obamacare? Dat bestaat toch nog, ondanks pogingen van Trump om het af te schaffen? Pogingen die mislukten omdat de Republikeinen maar een nipte meerderheid in de kamers hebben en omdat – de onlangs overleden – senator John McCain dwarslag?
Jazeker, maar hier blijkt maar weer hoe relatief machteloos een president is: individuele staten mogen zelf bepalen hoe ze Obamacare invoeren. In Missouri, waar Chuck woont, hebben ze bijvoorbeeld Medicaid niet uitgerold, de betaalbare gezondheidszorg voor minderbedeelden. Dus dan sta je als burger alsnog met lege handen. Datzelfde geldt trouwens voor zeventien andere staten.*
Concreet komt het erop neer dat Chuck zijn arm niet moet breken, anders hangt hem een financiële strop boven het hoofd.
Hij is momenteel in veel opzichten slechter af dan de generatie van zijn ouders. Die werkten in de fabriek, wat zwaar was, maar je kon sparen, een huis kopen. Chucks generatie zit juist met een diploma waar je weinig mee kunt, zodat je alsnog zwaar en gevaarlijk werk moet doen – maar dan onverzekerd en met een molensteen van een studieschuld om je nek.
Werkende armen, zo heten ze. Enfin, dat geldt dus voor heel veel Amerikanen, zowel in de binnensteden als op het platteland.
Trump is niet het grote probleem van de VS
Waar Chuck last van heeft, is al decennia gaande en is niet de schuld van Trump. De boosdoeners? Zaken als globalisering, vrije markt, de afbraak van sociale voorzieningen, hebzucht.
Neem nou het minimumloon: dat is al sinds 1968* gestaag gedaald (als je naar de koopkracht ervan kijkt). Dat ging zo onder Clinton, onder Bush, onder Obama.
Ook onder de in Nederland zo populaire Barack Obama woonde Chuck in een stad waar bijna een derde van de inwoners onder de armoedegrens leefde, een stad met buitensporig veel geweld, diepgeworteld racisme, en heel weinig fatsoenlijke banen. Een stad waar oprispingen van protest met geweld werden neergeslagen, waar journalisten werden gearresteerd, burgers zomaar in de cel belandden.
Het maakte daar geen donder uit wie er president was. En datzelfde geldt voor grote delen van de VS. Die worden woensdagochtend echt niet wakker in een ander Amerika.
Je vraagt je misschien af hoe het kan dat die Amerikanen dan nooit massaal de straat op zijn gegaan, om ertegen te protesteren dat ze ondanks drie banen toch arm bleven en onverzekerd – maar dan heb je het antwoord al gegeven: ze gingen de straat niet op omdat ze drie banen hadden en dus geen tijd hadden om te demonstreren, laat staan dat ze het risico wilden lopen neergeknuppeld te worden terwijl ze onverzekerd waren.
En de mensen hebben natuurlijk wel degelijk hun middelvinger opgestoken toen ze de kans kregen. Zoals bij de verkiezing van Trump. Hij was degene die erop wees – en hij had helemaal gelijk – dat de Verenigde Staten kapot waren.
Het akelige is dat Trump buitenlanders de schuld gaf van de ellende in Amerika
Het akelige is dat hij ‘de buitenlanders’ daar de schuld van geeft. In plaats van, noem eens wat, genadeloze bedrijven als Amazon. Hij zette de zwarte inwoner van St. Louis op tegen de witte plattelandsbewoner van Missouri – terwijl die twee vaak in hetzelfde economische schuitje zitten.
Maar Trump zelf is niet het probleem. Hij is een symptoom van een systeem dat stuk is, niet de oorzaak daarvan. Hij kon teren op decennia van haat, van economische sores. Hij is de zwam op een rottende boomstam. Haal je de zwam weg, dan blijft de boomstam nog even rot.
Waarom het over Trump blijft gaan
Maar waarom gaat het dan zoveel over Trump ? Heel banaal, kijkers zappen weg als hij niet in beeld is, zei de baas van CNN, de zogenaamd Trump-kritische zender, deze week tegen Vanity Fair. Dus gaat het op die nieuwszender ‘24/7’ over één man in plaats van over de issues.
En vanwege Trump zelf: hij heeft ze gekaapt met slimme afleidingsmanoeuvres. En als je deze week bijvoorbeeld tv-beelden hebt gezien van troepen die hij naar de grens stuurt, heeft hij jouw brein gedurende een paar seconden ook even gehackt.
En zelfs een oprecht geïnteresseerde landelijk verslaggever kan natuurlijk nooit al die ruim 7.000 verkiezingen volgen. Dus die heeft het al gauw ook over Trump.
Veel Democraten zijn nog altijd verbijsterend veel met Trump bezig
Maar dat is allemaal zo erg nog niet. Ik vrees echter dat het grote probleem is dat veel Democraten gewoon nog steeds verbijsterend druk met Trump zijn. Ze leven in de ontkenningsfase: ze denken nog steeds dat als hij nou maar weg is, de problemen van de VS zijn opgelost. Dat is bijna even naïef als Hillary Clinton die vorige week niet wilde uitsluiten dat ze nog eens een gooi zou doen naar het presidentschap.
Veel Democraten maken er zélf een Trump-referendum van. In Missouri heb je bijvoorbeeld de Democratische senator Claire McCaskill, die herkozen wil worden maar dreigt te verliezen van een Republikein. Ze zegt met zoveel woorden dat een stem op haar een stem tegen Trump is.
En veel liberalen zijn nog steeds bezig de Russische inmenging de schuld te geven, of nepnieuws. Je merkt het ook aan het woord ‘impeachment’ dat weer klinkt: Democraten die hopen dat ze een ruime meerderheid in Huis en Senaat krijgen, en zo een afzettingsprocedure kunnen beginnen tegen Trump. Alsof die ruime meerderheid er zeker komt. En alsof het afzetten vervolgens zomaar gaat.
En belangrijker: alsof de problemen dus weg zouden zijn als dat afzetten zou lukken.
Iedereen heeft het gedaan, behalve jij
Trump als dankbaar excuus om niet naar jezelf te kijken. In de psychologie noemen ze dat: externaliseren. Iedereen heeft het gedaan, behalve jij.
Het is heel menselijk. En het is ook extreem lastig, want ik kan wel zeggen dat Trump niet het grote probleem is, maar intussen is hij wel ontzettend eng. Moet je dan zwijgen over zijn gevaar?
Nou, ik zou zeggen: idealiter kom je met de wortel-en-stok-methode: je haalt de voedingsbodem weg, elk excuus om op Trump te stemmen, en vervólgens noem je hem pas een racist.
Maar meestal blijft het bij waarschuwen tegen racisme dan wel populisme, zonder iets te zeggen over de voedinsgbodem. Zie in Nederland bijvoorbeeld de recente lezing van Sigrid Kaag, de Nederlandse minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking: ze kreeg applaus omdat ze de populisten aanviel. Maar ze zweeg over datgene waar ze zelf invloed op had, zoals dat verbijsterende strooien met miljarden richting grote bedrijven door haar kabinetsgenoten. Zelfs de verslaggever van The Economist, niet bepaald een links blad, noemde het plan de dividendbelasting af te schaffen een ‘cadeautje voor populisten’.
Mensen die deftig klagen over de ‘toenemende polarisatie’ zouden ook hun mond open moeten doen over bijvoorbeeld de polarisatie genaamd ‘groeiende inkomenskloof’.
Wat er aan de hand is in de VS – en in de wereld – kun je het beste vergelijken met springtij: het water stijgt, we moeten de dijken versterken
Om Trump weg te krijgen, moet je de krachten aanpakken die hem hebben gebaard. Nu kun je makkelijk jarenlang academisch bakkeleien over wat de diepere oorzaken van het populisme precies zijn.
‘Het is de economie, sukkel!’ roept de een.
‘Het is de identiteit, suffie!’ roept de ander.
Maar wat er aan de hand is – in de VS en bij ons – kun je volgens mij het beste vergelijken met springtij: het treedt op als de getijkrachten van zowel de maan als de zon elkaar maximaal versterken.
Het is de maan? Het is de zon? Allebei, sukkel, maar laten we de dijken versterken.
Bij de midterms kunnen problemen bij de wortel worden aangepakt
Het goeie nieuws is: dijken bouwen kan ook heel goed.
Zelf ben ik heel benieuwd wat er deze verkiezingsnacht zal gebeuren in Missouri. Preciezer, let op wat er gebeurt met de ‘ballot measure’ over ‘Proposition B’. Een van de vele lokale issues waar inwoners over mogen stemmen. Dat klinkt saai, maar is spectaculair.
Het is een referendum over de vraag of het minimumloon in Missouri per aanstaande woensdag zal gaan stijgen van 7,85 dollar per uur naar uiteindelijk 12 dollar in 2023.
En let op: dit gaat dus over het minimumloon dat al sinds de jaren zestig aan het dalen is. En dat landelijk geregeld is. Maar staten kunnen het dus zelf bepalen.
Laat je niet afleiden door Trump die pocht dat het zo goed gaat met de economie. Omdat er 250.000 banen bij zijn gekomen. Dat mag zo zijn, maar kun je van die banen leven?
Met een hoger minimumloon kan iemand die bij McDonald’s werkt opeens wel de huur betalen – en zelfs schoolgeld
Met een hoger minimumloon wel: het komt erop neer dat iemand die voltijds bij McDonald’s werkt opeens 600 tot 700 dollar per maand méér kan besteden. En dan dus opeens wel de huur kan betalen – en zelfs nog een goede verzekering en schoolgeld. En de stijging van het loon gaat in per woensdag.
Als het lukt, is dat een triomf van een beweging die al jaren strijdt voor een hoger minimumloon – niet alleen in Missouri, maar in heel veel Amerikaanse staten.
En het gaat waarschijnlijk lukken, want volgens de laatste berichten is er veel steun voor. En dat is logisch, want een hoger minimumloon overstijgt partijlijnen, identiteitsvraagstukken en polarisatie.
Zo’n verhoging zal de levens verbeteren van duizenden fastfoodmedewerkers in St. Louis – en net als in Nederlandse steden werken daar vooral niet-witte mensen. Maar het heeft evengoed effect op mensen in de veevoederindustrie in een plattelandsstadje.
Om populisten weg te krijgen moet je de voedingsbodem weghalen die hen de wereld in hielp. Zoals economische wanhoop. In die zin gaan deze verkiezingen wél over Trump.
Daarom vind ik die verkiezingen spannend: er kunnen tijdens de midterms problemen bij de wortel worden aangepakt.
En dat verandert dus misschien het leven van Chuck. Zo niet, dan ken ik dus iemand die een baan zoekt.
Met dank aan Veerle van Wijk.