Met The Correspondent kunnen we mensenhandel en verborgen prostitutie in kaart brengen

Dimitri Tokmetzis
Correspondent Surveillance & Technologie
Foto: Jeroen de Bakker (voor De Correspondent)

Voor The Correspondent rijden we deze maand met een echte persbus langs plekken die zelden in het nieuws zijn, maar toch staan voor een grote ontwikkeling. Het Unbreaking News in deze aflevering: tot 2013 zaten hier in Utrecht prostituees achter de ramen van woonboten. Niemand die weet waar ze nu hun vak uitoefenen, of ze veilig zijn of in handen van mensenhandelaren. Met internationaal onderzoek kunnen we daarachter komen.

Als ik deze foto een titel moet geven, is het ‘zelfbedrog’. We zien hier het Zandpad in Utrecht, een weg langs de rivier de Vecht in het noorden van de stad, die de wijken Overvecht en Zuilen van elkaar scheidt. Tot 2013 lagen hier tientallen woonboten waarop prostituees vanachter de ramen hun diensten aanboden.

Voor wie in Noord-Utrecht is opgegroeid – zoals ik – is het Zandpad altijd een plek geweest om je aan te vergapen, een soort attractie. In weekenden stonden er lange files van geile sekstoeristen. Het was als puber natuurlijk heel spannend om langs de vele bootjes met schaars geklede vrouwen te fietsen en dat hele circus te aanschouwen. Pas later kreeg ik door dat achter die façade veel leed schuilging.

In 2001 ging ik op de stadsredactie van het Utrechts Nieuwsblad werken, de regionale krant die toen nog meer dan honderd redacteuren in dienst had. Een van de eerste grote onderzoeksverhalen die ik schreef, ging over de mogelijke gevolgen van de afschaffing van het bordeelverbod. Sekswerkers zouden – onder meer – voortaan als zelfstandigen door het leven gaan en niet meer afhankelijk zijn van pooiers of ander gespuis, zo was de verwachting.

Minder vaak lastiggevallen door de politie

Ik sprak destijds in prostitutiezones met sekswerkers, klanten en hulpverleners. Voor de vrouwen en transgenders die werkten in de tippelzone aan de Europalaan (in het zuidwesten van de stad) veranderde er eigenlijk weinig. Ze werden minder lastiggevallen door de politie, althans zo omschreven zij het.

Op het Zandpad kwam ik vooral vrouwen tegen die bewust voor de prostitutie leken te hebben gekozen. Ik herinner mij nog een jonge meid, van een jaar of 18, 19, die, zo vertelde ze mij, dagelijks door haar ouders naar haar werk werd gebracht. Een hulpverlener bevestigde dit verhaal. Zij, en blijkbaar haar ouders ook, zagen dit werk als een normaal beroep.

Ik had er zo mijn twijfels bij hoe vrijwillig het werk van iedereen was, mede omdat een toenmalige exploitant van enkele boten het nodig vond mij te bedreigen als ik iets naars over hem of het Zandpad zou schrijven. Oude gewoonten bleken niet zo snel te slijten.

Wat bleek: de nieuwe wet duwde buitenlandse prostituees naar het illegale circuit

Ook bleken veel vrouwen die tot voor kort achter het raam stonden uit beeld te zijn verdwenen toen het bordeelverbod eenmaal was afgeschaft. Vaak waren dat buitenlandse vrouwen die niet in aanmerking kwamen voor dit soort zelfstandig ondernemerschap in Nederland, en die door de nieuwe wet naar het illegale circuit werden geduwd.

Hulpverleners waren deze vrouwen ook grotendeels uit het zicht verloren. De conclusie van mijn verhaal was dan ook dat er nog wel wat werk te doen was, vooral voor de groep die nu min of meer gedwongen werd ondergronds te gaan.

Alle sekswerkers verdwenen uit het zicht

De afschaffing van het bordeelverbod was geen panacee, maar altijd nog beter dan wat er in 2013 gebeurde toen het Zandpad, net als veel andere raamprostitutie in Nederland, werd gesloten. Natuurlijk, er gebeurde van alles dat het daglicht niet kon verdragen, maar nu raakten zo’n beetje álle sekswerkers uit het zicht.

Wat dacht de gemeente? Dat de vraag naar prostitutie dan ook wel zou verdwijnen? Dat al die mannen die in het weekend in die lange files stonden, ineens thuis zouden blijven? Dat de sekswerkers dan maar een andere baan zouden nemen, als ze daar zelf al iets over te zeggen hadden? Is het dan gek dat in Utrecht de laatste jaren weer illegale bordelen gevonden worden?

Kortom: zelfbedrog.

Ik besloot enkele jaren geleden daarom om systematisch in kaart te brengen waarheen het aanbod van prostitutie zich verplaatste. Inmiddels, we hebben het over 2014, maakte ik veel meer gebruik van digitale bronnen in mijn werk en mijn oog viel al snel op een nog vrijwel ongebruikte vorm van rijke informatie: seksadvertenties.

Vanaf 2014 verzamel ik deze gegevens en ik heb nu een database met circa vijf jaar prostitutie-aanbod in Nederland en België

Op een aantal sites, zoals kinky.nl of speurders.nl, bieden sekswerkers hun diensten aan. Ze vertellen daarbij vaak waar ze werken, wat ze doen, hoeveel ze daarvoor vragen, hoe ze te bereiken zijn en nog veel meer waardevolle gegevens. Vanaf 2014 ben ik deze gegevens gestructureerd gaan verzamelen. Ik heb nu een database met circa vijf jaar prostitutieaanbod in Nederland en België.

Nu kan ik een simpel verhaal maken met wat statistieken, maar we kunnen nog veel meer doen met deze data. Ik ben al geruimte tijd in gesprek met Welke inzichten halen zij uit deze data? Wat kunnen zij ermee?

Maar ik wil ze ook gebruiken om met andere media onderzoek te starten. In de eerste plaats met regionale media. Veel steden hebben hun eigen Zandpad of tippelzone en iedere gemeente worstelt met de vraag wat te doen met prostitutie. Veel gemeentes hebben sekswerk simpelweg binnen hun grenzen verboden, zeker in de Biblebelt, maar ik zie in mijn data dat ook daar gewoon nog prostitutie is.

Het lijkt mij zinvol om met een aantal regionale media dit onderzoek verder op te pakken, waarbij zij veel veldwerk doen en wij, als De Correspondent, de grotere ontwikkelingen schetsen. Dat is goed voor die regionale media, want het zou me verbazen als bij mijn oude krant meer dan 35 redacteuren over zijn. En het is goed voor ons, want we schrijven nog te vaak verhalen vanuit een Amsterdamse invalshoek.

Tijd voor internationaal onderzoek

De volgende stap is wat mij betreft een internationaal onderzoek, te beginnen in Europa. Veel sekswerkers komen uit andere delen van de Europese Unie en verplaatsen zich geregeld van land naar land. Deze sekswerkers zijn moeilijk te volgen, maar via seksadvertenties in binnen- en buitenland kunnen we misschien grip op ze krijgen.

Er zijn ook al methoden ontwikkeld om aan de hand van dit soort data mensenhandel op het spoor te komen. Hoe tof zou het zijn als we met een aantal internationale collega’s deze methoden kunnen uitproberen?

Het is daarom voor mij fijn dat De Correspondent een omvang en een budget begint te krijgen waarmee we dit soort onderzoek kunnen doen. Zodat ik collega’s in het buitenland kan betrekken bij het onderzoek – en we de tijd krijgen om verschillende onderzoeksmethoden uit te proberen en kennis vanuit veel verschillende disciplines en regio’s, in binnen- en buitenland, bij elkaar te brengen.

Jij kunt dat mede mogelijk maken door The Correspondent te steunen, onder de aandacht te brengen van (buitenlandse) vrienden en collega’s en door ons te blijven voeden met kritiek en informatie.

Doe je mee?

Update 16 november: per abuis schreef ik dat de tippelzone in Utrecht op de Kanaalstraat was. Dat moet echter Europalaan zijn.

Meer lezen over The Correspondent?