De EU heeft een transnationaal medium nodig. Met The Correspondent kunnen we dat bieden

Tomas Vanheste
Correspondent Europa tussen macht en verbeelding
Foto's: Jeroen Bakker

Voor The Correspondent rijden we deze maand met een echte persbus langs plekken die zelden in het nieuws zijn, maar toch staan voor grote ontwikkelingen. Het Unbreaking News in deze aflevering: na een Europese top trekken journalisten meteen naar de ruimte waar hun eigen premier vertelt wat er is gebeurd. Het illustreert hoe nationaal ingestoken het Europese nieuws nog altijd is. Daarom is een transnationaal medium broodnodig.

In Great Yarmouth, een plaats aan de Engelse oostkust, floreerde ooit de visserij. Nu is er nog één visser over. ‘We verdienden vroeger goed met Dover tong’, vertelt hij in die Nieuwsuur uitzond op de dag dat het concept-scheidingsakkoord tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie in Brussel werd getekend.

Het waren de Nederlandse pulsvissers die de lokale vissers het brood uit de mond hadden gestoten, vond de laatste visser van Great Yarmouth. En al zijn de afspraken over de visserij nog niet gemaakt in het scheidingsakkoord, hij hoopte dat de Brexit ging brengen.

‘We gaan de wateren terugeisen waar de Nederlanders vissen’, zei hij. ‘Wat zij nu vangen, is dan van ons. We hebben hier een gezegde in het Verenigd Koninkrijk: O,Heer, behoed ons voor de Nederlanders. Ze geven weinig, maar nemen veel.’

Zijn woorden vormen de tragedie van de Brexit in een notendop. De Europese Unie is voor hem iets wat hem niets brengt, maar alleen iets afpakt. En de Nederlandse vissers zijn voor hem geen lotgenoten die in hetzelfde schuitje zitten, maar concurrenten of zelfs vijanden.

De woorden van de visser waren de tragedie van de Brexit in een notendop

Maar de strijd om de vis op de Noordzee is niet alleen illustratief voor het afdrijven van het Verenigd Koninkrijk van het continent. Ook vissers in het Noord-Franse Boulogne-sur-Mer en Belgische Nieuwspoort dat er geen tong meer is te vinden en geven de Nederlanders daar de schuld van.

In Nederland doen we de kritiek op de pulsvisserij - de techniek waarbij stroomstootjes de vis van de bodem verjagen - dan weer af als een staaltje jaloezie op Hollandse innovatiekracht.

De is een perfecte illustratie van het feit dat de Europese Unie soms eerder een strijdtoneel is waar nationale belangen worden uitgevochten dan een plek waar een gemeenschappelijk, Europees belang wordt gezocht.

Hoe nationale media dat beeld voeden

Nationale media doen niet alleen op die manier verslag van wat er in de Europese Unie gebeurt, maar voeden dit beeld ook nog eens.

In de Nederlandse media komt de pulsvisserij doorgaans naar voren als duurzamer en minder schadelijk dan het alternatief, de boomkorvisserij. ‘Goed nieuws voor vissers: pulstechniek is voor de natuur de beste optie’, Trouw bijvoorbeeld.

Dat het Europees Parlement in januari 2018 het oordeel uitsprak dat de pulsvisserij verboden moest worden, werd in de vaderlandse pers dan ook vooral gepresenteerd als een nederlaag van de feiten en een overwinning van het

Zeker, NRC Handelsblad publiceerde waaruit bleek dat Nederland het leed aan zichzelf te danken had, door in te rap tempo vergunningen af te geven voor een vismethode die alleen in het kader van wetenschappelijk onderzoek was toegestaan. Nederland hield te weinig rekening met het effect op de Europese vissersgemeenschap, constateerde de krant.

Dat feit is wat in de Engelse en Franse media in het centrum van de aandacht staat. Daarin lezen we verhalen over hoe moeilijk hun vissers het door de schuld van de Nederlandse pulsvissers hebben en hoe schadelijk deze techniek zou zijn. ‘Nederlanders verwoesten zeeleven met electroshock-vissen’ The Times onlangs nog.

Soort bij soort

Een mooie symbolische illustratie van die nationale verkokering van het nieuws zijn de ruimtes waar de nationale briefings na Europese toppen plaatsvinden. Nadat de regeringsleiders met z’n allen om tafel hebben gezeten, gaan ze elk apart naar de zaaltjes waar de nationale pers op hen zit te wachten. Daar vertelt Dalia Grybauskaité aan de journalisten uit Litouwen wat er is gebeurd, licht Peter Pellegrini de Slowaken in en informeert Juha Sipila de Finnen.

Ja, ik koos met opzet enkele regeringsleiders die weinigen zullen kennen, om te illustreren dat de nationale berichtgeving vaak niet verder reikt dan de eigen premier en nog wat kopstukken als Merkel, Macron en Orbán.

In die nationale briefingrooms krijgen de nationale journalisten het perspectief van hun eigen regeringsleider op wat er gebeurd is voorgeschoteld. Natuurlijk zijn er enkele journalisten die ook eens in een ander zaaltje gaan kijken, of achteraf van de bijeenkomsten terugkijken om de verschillende perspectieven te vergelijken.

Maar, alsof het eigenlijk niet de bedoeling is dat je kennisneemt van het perspectief van de ander, zijn die video’s alleen beschikbaar in de oorspronkelijke taal. Weinig Nederlandse journalisten die het gegeven zal zijn te begrijpen wat Grybauskaité, Pellegrini of Sipila te melden hadden.

Een Europese publieke ruimte

Het is al vermoeiend vaak geconstateerd, maar een Europese publieke ruimte bestaat er nog nauwelijks. En dat is een pijnlijk gemis, wil er een echte Europese democratie ontstaan.

Een democratie veronderstelt immers dat de burgers die er deel van uitmaken samen het gevoel hebben een politieke gemeenschap te vormen. Een hoeven we ons daarvoor niet perse te voelen. Maar het is wel noodzakelijk dat Finnen en Slowaken, Nederlanders en Litouwers een besef ontwikkelen dat ze niet alleen botsende, maar ook gemeenschappelijke belangen hebben.

Een democratie veronderstelt dat burgers het gevoel hebben een politieke gemeenschap te vormen

Terug naar de laatste visser van Great Yarmouth. Of de pulsvisserij nu wel of niet duurzamer is, als de Europese Unie erin geslaagd was een visserijbeleid te voeren dat de overbevissing had gestopt, zodat er zowel voor de Nederlandse als de Engelse visser iets te vissen was, had die laatste wellicht niet voor de Brexit gestemd.

De ontwikkeling van een dergelijk waarlijk Europees beleid lukt alleen wanneer landen niet in de EU zitten om er voor zichzelf zoveel mogelijk uit te slepen. Het vergt dat ze zich kunnen verplaatsen in het standpunt van de ander en het eigenbelang kunnen overstijgen.

En het vraagt om media die zichzelf ook uit de nationale potgrond rukken en proberen zicht te krijgen op het gemeenschappelijke belang en op oplossingen die dat belang dienen.

Een dergelijk medium hoopt The Correspondent te worden. Fantastisch als je daar een steentje aan wil bijdragen.

Lees ook: