Wat kunnen we opsteken van de Brexit?

Die vraag stelde correspondent Joris Luyendijk onlangs aan alle andere correspondenten. Want, schreef hij in het stuk waarmee hij ‘als de Brexit Nederland op eindeloos veel vlakken gaat raken, zullen ook onze correspondenten op hun terrein ermee te maken krijgen. We hebben hun daarom gevraagd een antwoord te geven op de vraag "Wat ik leerde van de Brexit".’

Vandaag is de beurt aan mij, correspondent Europa tussen macht en verbeelding.

Waarom ik de Brexit aanvankelijk een goed idee vond

Een maand voor het Brexit-referendum dat het afscheid van het Verenigd Koninkrijk een goed idee was. Toen al vonden velen mij een dwaas.

Mijn redenering was dat het Verenigd Koninkrijk voor de Europese Unie ruim veertig jaar vooral een pain in the ass was geweest. Voor de Britten was de Unie alleen een markt, nooit een gemeenschap. Steeds waren de Britten pleitbezorger van de uitbreiding van de EU met nieuwe lidstaten. Niet omdat ze zulke enthousiaste aanhangers van de Europese gedachte waren, maar omdat ze hoopten dat uitbreiding verdieping zou voorkomen.

Bij elke poging om van de EU meer dan een markt te maken – haar een sociaal gezicht, politieke stevigheid, een munt, een leger te geven – lagen de Britten dwars.

In mijn overtuiging dat het verstandig was dit slechte huwelijk te beëindigen, werd ik gesterkt door de van oorsprong Ierse, nu aan de Universiteit van Cambridge verbonden historicus Brendan Simms. In zijn Britain’s Europe. A Thousand Years of Conflict and Cooperation liet hij zien dat het VK in de woorden van staatsman Winston Churchill altijd ‘with Europe, but not of it’ was.

Bij elke poging om van de EU meer dan een markt te maken, lagen de Britten dwars

Veelzeggend is dat Churchill een enthousiast pleitbezorger van de Verenigde Staten van Europa was, maar vond dat het VK daar niet toe moest behoren.

Het Verenigd Koninkrijk heeft, stelde Simms, van alle grote Europese landen het sterkste gevoel van nationale identiteit en het zal nooit bereid zijn zijn soevereiniteit te delen.

Daarom is het beter als VK en EU elk hun eigen weg gaan, oordeelde de historicus. Het VK, nog altijd een politieke, economische en militaire grootmacht, redt het heus wel op eigen houtje. En voor de EU biedt het, als de lastpost eenmaal is afgeschud, een gouden kans om eindelijk de grote sprong voorwaarts te maken.

Want, stelde Simms, de huidige EU ligt in puin. Keer op keer blijkt ze onmachtig een antwoord te vinden op de grote problemen van de tijd – zoals de eurocrisis, de vluchtelingencrisis, of het Russische spierballenvertoon in Oekraïne.

Dat komt doordat de EU nog steeds te veel los zand is, te veel een samenwerkingsverband tussen landen, te weinig een politieke unie. Verlost van lastpak VK zou de EU eindelijk de kans moeten grijpen voor het stichten van de Verenigde Staten van Europa.

En toen kwam de spijt (maar niet om de reden die je denkt)

Zeker, de scheiding is nog niet geregeld, maar kunnen we tweeënhalf jaar later nog steeds hopen dat beide partijen straks gelukkiger zullen zijn?

Simms heeft intussen spijt. Niet omdat hij Brexit opeens een slecht idee vond.

‘Brexit moest in mijn ogen vroeger of later gebeuren’, zei hij in dit voorjaar. ‘Het Europa van het vasteland moet een volledige politieke unie vormen, zoals het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Europa. Dat moet het doen om de euro te managen, om migratie te regelen, om Duitsland in te bedden en om gemeenschappelijke defensie op te bouwen.’

En het Verenigd Koninkrijk ‘zou nooit deel uitmaken van dat project. Het uiteengaan van de wegen was vroeger of later onvermijdelijk.’

Simms had spijt van de Brexit, niet omdat hij vreesde voor het VK, maar omdat hij vreesde voor Europa

Waarom hij dan toch spijt had? Dat was een kwestie van timing. Brexit kon geen vorm krijgen zonder duidelijkheid over het nieuwe Europa. ‘Hoe werk je een stabiele relatie uit met een entiteit die zich de hele tijd ontwikkelt?’, vroeg Simms zich af. Hij was bang dat een ongecontroleerde Brexit alle energie uit de EU zou zuigen, nu die zich zo dringend met haar eigen hervorming moet bezighouden.

Hij had spijt van de Brexit, niet omdat hij vreesde voor het VK, maar omdat hij vreesde voor Europa.

Ik hoor je al denken: wat een sterk staaltje Britse zelfoverschatting. Het is het Verenigd Koninkrijk dat economisch zwaar zal lijden onder de Brexit. Het is het VK dat in politieke chaos verkeert. Het is het VK waar politici het volk volkomen onvoorbereid in het Brexit-ravijn hebben geduwd. Het is het VK dat heeft laten zien dat de dienst kunnen uitmaken. De EU heeft juist getoond eendrachtig en krachtig te kunnen onderhandelen en heeft er voor zichzelf de best mogelijke deal uitgesleept.

Les 1: De EU is slecht in zelfreflectie

Toch heeft Simms naar mijn inzicht op een dieper niveau gelijk. Het is de eerste les die de Brexit mij heeft geleerd: de EU is slecht in zelfreflectie. Ze greep het vertrek van een lid niet aan om eens goed in de spiegel te kijken, maar richtte zich vooral op het gestuntel van de ander en verschool zich achter haar traditionele, technocratische rol van regelopsteller.

De leidraad voor de EU bij de onderhandelingen was: waar kunnen we het VK allemaal toe dwingen, gezien de financiële en wettelijke verplichtingen die het is aangegaan? Het startpunt was niet: hoe kunnen we het democratische besluit van de Britten eruit te stappen zo vormgeven dat allebei de partijen gelukkig zijn en we in de toekomst een goede verhouding kunnen vinden?

Het resultaat is een deal die de Britten niet de vrijheid geeft waarnaar ze verlangden. ‘We zouden de controle niet terugkrijgen, maar juist aan de EU overhandigen’, Esther McVey erover, een van de ministers uit de regering van Theresa May die ontslag nam. En ze had gelijk. In van een andere minister die opstapte, Jo Johnson: ‘We worden passieve ontvangers van EU-beleid’.

Nu is er gerede kans dat het Britse lagerhuis de deal daarom op 11 december naar de prullenbak verwijst. Dan zijn er drie scenario’s mogelijk:

  • Er komt een tweede referendum. Aardige kans dat een meerderheid de Brexit dan terugdraait. Heel wat Brexiteers zullen boos en verbitterd zijn. De EU krijgt een Verenigd Koninkrijk terug dat nog meer op zijn strepen zal staan. Het imago van de EU als een dwingeland aan wiens wil je je niet kunt onttrekken, wordt versterkt.
  • Zonder deal gaat de Brexit door op 29 maart 2019. Een scenario dat haast geen mens wenst, met flinke kans op chaos en grote economische schade aan beide kanten.
  • De EU neemt de handschoen van Simms op, grijpt de kans om zichzelf te heruitvinden en zoekt naar een nieuwe deal met het VK. Daarbij is de niet, zoals nu, een nageboorte van een van de deal, maar het startpunt.

Dat laatste is naar mijn overtuiging het meest wenselijke, maar minst realistische scenario. Voor verdere uitbouw van de EU als een politieke en economische unie is eigenlijk op dit moment alleen de Franse president Macron te vinden. Zolang de EU een vat vol politieke verdeeldheid is, klampt ze zich vast aan waar ze goed in is: regels. De grootmoedigheid voorbij die regels te denken en te zoeken naar een nieuwe politieke verhouding met het Verenigd Koninkrijk kan ze niet opbrengen.

Les 2: De EU zit muurvast in het moeras van de regelpolitiek

Voor het begrijpen van dit onvermogen is het verschil tussen regelpolitiek en gebeurtenissenpolitiek dat Luuk van Middelaar in zijn boek introduceert nuttig.

De EU is, luidt zijn diagnose, lange tijd vooral een machine geweest die regels uitspuwt voor de interne markt. Ze smoort politieke conflicten in juridische regelpolitiek. Regels stelt ze niet als de uitkomst van politieke keuzes voor, maar als de door experts uitgedokterde oplossingen voor technische problemen.

De Unie smoort politieke conflicten in juridische regelpolitiek

Maar de laatste jaren heeft de EU de regelpolitiek deels verlaten, denkt Van Middelaar. Ze is het domein van de gebeurtenissenpolitiek binnengetreden, waarin ze politieke antwoorden moet vinden op historische gebeurtenissen die zich onverhoeds aandienen, zoals de financiële crisis van 2008 of de vluchtelingencrisis van 2015, en waarop de regels geen antwoord bieden.

Het lukt, en dat is de tweede les die de Brexit mij leerde, de EU nog nauwelijks om aan de regelpolitiek te ontsnappen. Ze zette op het Brexitdossier Michel Barnier, een geslepen onderhandelaar met een enorme dossierkennis. Gewapend met het imposante corpus van EU-regels zette die de Britten klem. En uiteindelijk presenteerde de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker die deal als alsof politiek niet altijd een kwestie van keuzes is.

Les 3: De EU is een fuik waaruit je niet kunt ontsnappen

Dat dit de enige mogelijke uitkomst was, vonden ook aardig wat politieke commentatoren. Toen Britse ministers hun ontslag namen omdat ze inzagen dat het niet gelukt was weer baas in eigen huis te worden, die commentatoren met told you so.

Hun stelling: de Brexiteers hadden van tevoren kunnen weten dat hun een lot zoals Zwitersland of Noorwegen was beschoren, landen die geen deel uitmaken van de EU, daarom niet de mogelijkheid hebben mee te praten en mee te stemmen over de EU-regels, maar zich er wel aan moeten aanpassen om mee te doen op die grote, nabije Europese markt waar hun economieën zo afhankelijk van zijn.

De vraag is of dat leedvermaak over de Britten op zijn plaats is

De vraag is wel of dat leedvermaak op zijn plaats is. Is het echt wenselijk dat de EU als is, een hotel waar je wel uit kan checken maar dat je nooit heelhuids kunt verlaten?

Als dit werkelijk de enig mogelijke deal is – een deal die voor de meerderheid van de Britten niet aanvaardbaar is omdat die ze tot slaaf maakt van regels waar ze niets meer over te zeggen hebben – is de EU een fuik, waar je wel in kunt, maar niet meer aan kunt ontsnappen. En dat lijkt mij dan voor wie gelooft in democratische in plaats van technocratische politiek meteen de meest trieste les van deze hele affaire.

Meer lezen?

Spectaculair incompetente mensen bekleden de hoogste posten in Groot-Brittannië (en nog twee lessen van Brexit) De Brexit en het rumoer eromheen leggen veel zaken bloot die eerder onder het oppervlak bleven. We leerden ‘de Britten’ op een andere manier kennen, maar ook de EU en de relaties binnen de Unie. Eerste deel van een serie over wat we kunnen opsteken van de Brexit. Lees het verhaal van Joris hier terug We houden ervan de EU te haten. Maar we kunnen niet zonder Elke maand gaat Joris Luyendijk in gesprek met een van onze correspondenten over zijn of haar journalistieke speurtocht. Vandaag: Tomas Vanheste, correspondent Europa tussen macht en verbeelding. Niet over de vraag of de EU een mooi idee is, maar of dat mooie idee wel uitvoerbaar is. Lees het verhaal van Joris hier terug Wil je op de hoogte blijven van mijn Brusselse zoektocht? Elke zondag om 10.00 uur publiceer ik een nieuwsbrief waarin ik verslag doe van mijn pogingen het spel in Brussel te doorgronden en initiatieven voor een mooier Europa in kaart te brengen. Die verschijnt op de site, maar kan je ook in je mailbox ontvangen. Schrijf je hier in