Zoals alle hoge bomen, moest ook Jezus zich nog weleens verantwoorden. Op een dag kreeg hij bezoek van een godsdienstleraar, die wilde toetsen of de ideeën van Christus wel zuiver waren. Hij zei iets in de trant van: ‘zeg Jezus, je roept dan wel dat je zo moet houden van je naaste als van jezelf, maar wie is die naaste dan?’ Om dat te illustreren vertelde Jezus het verhaal van de barmhartige Samaritaan.

‘Een man was op weg van Jeruzalem naar Jericho toen hij door rovers werd overvallen. Zijn kleren werden hem van het lijf gerukt, hij werd bruut in elkaar geslagen, en vervolgens voor dood in de berm achtergelaten. Een priester passeerde, maar toen hij de man zag liggen stak hij de weg over en liep hij snel door. Een tempeldienaar volgde, ook hij trippelde voorbij. Na een tijd kwam er iemand langs die wel stopte; een man uit Samaria. Hij knielde naast de man neer, verzorgde zijn wonden met olie en wijn en verbond hem. Daarna tilde hij hem op zijn ezel en ging hij er naast lopen, op weg naar een plaats waar de gewonde man kon aansterken. Die Samaritaan, dat is uw naaste.’

In Nederland is een tekort aan orgaandonoren. Soms biedt een orgaan van een familielid uitkomst, in andere gevallen is het leven tussen hoop en vrees en aan het dialyse-apparaat, tot er iemand sterft en een orgaan achterlaat. Ook is er de Samaritaanse donatie, waarbij iemand bij leven een orgaan afstaat aan een vreemde. Ik ben sinds een paar weken bezig met een verhaal over deze ingreep en de mensen die erbij betrokken zijn.

Meer specifiek ben ik gefascineerd door de onbaatzuchtigheid van de donoren. Het vrijwillige lijden dat deze mensen doorstaan voor een ander vind ik bijna onvoorstelbaar, zeker nu ik weet wat het proces van transplanteren precies inhoudt. Ik sprak met artsen en mensen die anderszins verstand hebben van transplantatie. De impact die een dergelijke ingreep heeft op het lichaam is enorm. Allereerst is er een voorbereidingsperiode, waarop een heftige en verre van risico-vrije operatie volgt, en daarna is er nog de loodzware revalidatie, voor zowel schenker als ontvanger.

Op meme-sites staan nog weleens items met de titel:‘Faith in humanity: restored’. Dat zijn meestal verhaaltjes over een geretourneerde autosleutel die iemand in zijn deur had laten zitten, of over een stoere Amerikaanse militair die een Irakees straathondje onder zijn hoede heeft genomen. Maar ik geloof dat die term in dit geval ook wel toepasselijk is.

Althans, ik heb ze nog niet gevonden, de Samaritanen. En dus zijn al mijn aannames over hun nobele aard, heldhaftige goedheid en grote hart voor anderen, vooralsnog precies dat: aannames. Terwijl ik verder zoek naar onze naasten nemen mijn gedachten een loopje met me, en de vraag die in mijn hoofd rondspookt wordt almaar meer prangend: wie zijn die mensen toch?