Wat een Action-caissière me leerde over de Gele Hesjes: nostalgie naar de jaren negentig is heel begrijpelijk
Ik liep met de Gele Hesjes heen en weer over de Erasmusbrug in Rotterdam. Hoewel ik zingeving zocht, vond ik vooral mensen die zich zorgen maakten over geld. En terugverlangden naar het Nederland van de jaren negentig.
Een processie van gele hesjes trekt over de Erasmusbrug in Rotterdam. Ik parkeer mijn fiets, er zijn schuimkoppen op de Maas. Gezang waait me tegemoet als van een openluchtkerkdienst. Het zijn flarden van het lied 15 miljoen mensen.
Ik sluit me aan bij de staart van de optocht, krijg een A4’tje in handen gedrukt met de tekst. ‘Die schrijf je niet de wetten voor, die laat je in hun waarde.’ Een enkeling zingt dapper mee.
Het lied staat symbool voor saamhorigheid, heeft de organisatie gezegd, en voor de jaren negentig toen alles nog goed was.
Ik meng me in de optocht, zoek tussen de vele grijze hoofden naar de initiatiefnemer van de Rotterdamse Gele Hesjes-Facebookgroep, Daniëlle van der Velde (21).
‘Lieve vrienden, familie, kennissen’, schreef de mbo-student een paar dagen terug op Facebook. ‘Zoals velen hebben gezien, is mijn profiel en omslagfoto inmiddels ook veranderd naar een geel hesje.’ En ze legde uit waarom.
Na haar mbo-opleiding wil ze doorstromen naar het hbo. Het betekent dat ze met een forse studieschuld zal afstuderen, waardoor ze na haar afstuderen geen huis kan kopen. Eerst moet ze aflossen. Dat begint al zodra ze het minimuloom of meer verdient. Ze zal 35 jaar lang aan de schuld vastzitten, verwacht ze. Niet studeren is geen alternatief, want dan heeft ze weer geen kans op goed werk.
‘Waarom kon het in het verleden wel en tegenwoordig niet?’, schrijft ze.
Rotterdam was destijds een grauwe paupersstad
Lopend over de Erasmusbrug, valt het me aanvankelijk zwaar haar heimwee naar vroeger te bevatten. In de jaren negentig was Rotterdam een grauwe pauperstad vol junks, herinner ik me. Laten we in vredesnaam niet teruggaan naar dat Rotterdam, daar wordt echt niemand blij van.
En Daniëlle zelf was in 1996 trouwens niet eens geboren. Alle prachtige torens die ik nu vanaf de brug zie schitteren, moesten nog gebouwd worden. Sterker nog, op het moment dat het lied 15 miljoen mensen uitkwam, begin 1996, was de Erasmusbrug waar we nu op lopen nog niet eens geopend.
Dus stel dat we ineens naar die vroege jaren negentig zouden worden geteleporteerd, dan zouden we nu met z’n allen in de Maas tuimelen.
Maar laten we verder kijken dan dat lied. En laten we het ook niet hebben over de organisator – dat zal Marcel van Roosmalen in voldoende mate doen in zijn column ‘Jan Dijklul’.
Ik loop hier over de brug om een theorie te testen.
Het gaat niet om geld, maar om zingeving, denk ik eerst
Een poosje geleden opperde ik dat er in Nederland geen materiële crisis is maar een geestelijke crisis. We hebben te veel spullen en te weinig zingeving. Mensen verlangen niet zozeer naar geld, maar naar saamhorigheid, naar iets wat henzelf overstijgt.
Ze willen het gevoel hebben dat hun leven betekenis heeft. Ik gaf toen een checklist voor zinvol bezig zijn. Dat ben je als je:
- jezelf onderdeel voelt van iets groters
- een doel hebt in je leven
- een goed verhaal hebt waardoor je je leven en de wereld beter begrijpt
- momenten van transcendentie ervaart – zeg maar: een kippenvelmoment
Op de brug zelf, met uitzicht op die rijke stad, dringt zich opnieuw die gedachte op: zie je wel, het gaat de Rotterdammers niet om geld, maar om zingeving.
Deze optocht lijkt zelfs even een perfect voorbeeld van moderne religie. Ga maar na: er is een lied, er is een fluorescerend habijt, er is een groep met een verhaal, je voelt je onderdeel van een grenzen overstijgende, wereldwijde beweging…
En wellicht kan dat kippenvelmoment nog komen, al was het maar vanwege de hevige wind...
Maar zodra ik mensen spreek, verander ik van gedachte.
Vroeger voeren ze met hun binnenschip tot aan de Donau, nu moeten ze hun huisje ‘opeten’: hun uitkering wordt gekort omdat hun huis als vermogen telt
Daniëlle van de Facebookgroep tref ik er niet, maar ik loop een stukje mee op met Grietje en Henk, gepensioneerde binnenvaartschippers. Vroeger hadden ze een eigen schip, gingen ze door Europa tot aan de Donau, nu hebben ze een huisje in Rotterdam – dat ze aan het ‘opeten’ zijn: ze worden gekort op de uitkering omdat hun huis als vermogen telt. Zo worden ze gestraft voor een leven lang werken en sparen, vinden ze.
En ik wandel even mee met Caroline, alleenstaande moeder. Ze werkt in de administratie, een ‘normale baan’, zegt ze, maar ze kan er nauwelijks van rondkomen. Alsmaar stijgende kosten, de huur, Eneco, de zorgpremies: straks ook nog de btw op boodschappen, die omhoog zal gaan. Een ‘werkende arme’ noemt ze zichzelf.
Ook spreek ik met Leen, een afgekeurde steigerbouwer. Hij loopt mee vanwege zijn moeder, 88 jaar oud, die maandelijks maar 150 tot 200 euro overhoudt om van te leven. ‘En ze heeft vijftien kleinkinderen. Hoe moet ze Sinterklaascadeaus kopen, hoe kan dat mens dan nog haar eten betalen?’
Veel meer dan ik had verwacht gaat het op de brug over geld. En als je dat potsierlijke lied en die organisator even negeert, lopen er heel redelijke mensen over de brug, met heel redelijke analyses. Zoals: dat de multinationals gepaaid worden terwijl wij genaaid worden.
Op de Erasmusbrug ga ik aan mijn eigen theorie twijfelen
Daar, op de brug, begin ik aan m’n theorietje te twijfelen: misschien gaat het deze mensen wel degelijk echt om hun portemonnee, helemaal niet om zingeving?
Nu spreek ik op de brug ook iemand die spontaan begint over George Soros. En natuurlijk is er iemand die begint over de Marokkanen, ‘die ons haten’. Zeker, ik spreek lang niet iedereen. Maar bijna iedereen díé ik spreek, begint over financiën, niet over cultuur.
Dat is opvallend. Juist de Erasmusbrug heeft zich de laatste paar jaren ontwikkeld als protestpodium en strijdtoneel voor identiteits-issues. Denk aan het gezwaai met Turkse vlaggen, aan de recente anti-Zwarte Piet-demonstraties.
Het is extra opvallend omdat polariserende debatten en culturele oorlogen vaak de aandacht afleiden van de economische scheefgroei, die juist iedereen, van welke kleur of achtergrond ook, aangaat.
Wat dat betreft is deze optocht ontzettend saai.
In deze stoet zie ik ook maar een enkele vlag wapperen, een Nederlandse driekleur. De belangrijkste vlag is geel en gewikkeld om de torso’s van de wandelaars.
De Erasmusbrug heeft zich ontwikkeld als protestpodium voor identiteits-issues. Denk aan het gezwaai met Turkse vlaggen, aan de anti-Zwarte Piet-demo’s
Op een goed moment, als ik met eerdergenoemde Leen sta te praten, duikt er een sujet op dat stickers uitdeelt. Leen bekijkt de sticker, leest: ‘Geen Moskee in onze buurt!’, ondertekend door Voorpost. Hij geeft de sticker meteen terug. Hij woont zelf tegenover een moskee, heeft hij geen problemen mee.
Vervolgens gaat hij verder over belastingparadijs Nederland. En hoe belachelijk het was dat Rutte zei zich ook een Geel Hesje te voelen.
Misschien wekt het gevoel dat je als sukkel wordt gezien die overal intrapt, nog wel meer ergernis op dan het gebrek aan de centen.
‘Wilders, die haat alle Marokkanen, maar in elke bevolkingsgroep heb je rotte appels’, zegt Erwin, de Facebookmoderator van de Rotterdamse Gele Hesjes (die ik later telefonisch spreek). Hij vindt het maar geschreeuw. ‘Feit is gewoon dat alles duurder is geworden’, zegt hij. Vroeger had je het Ziekenfonds, nu rijzen premies de pan uit. ‘En alleen als je geld hebt, kun je wachtlijsten omzeilen.’
Waarom moest de basisbeurs eigenlijk weg?
Dus is de nostalgie naar 1996 toch terecht? Rotterdam is intussen een prachtstad geworden, zeker waar. Maar om er te kunnen wonen, moet je steeds meer geld hebben. Dus ja, vroeger, nog niet zo heel lang geleden, waren sommige dingen beter.
Dat blijkt ook als ik uiteindelijk Daniëlle te pakken krijg. Ze blijkt niet op de demonstratie te zijn en de reden is tekenend.
Ze vertelt aan de telefoon dat ze moest invallen bij de Action omdat een collega ziek was. En ze moet wel werken naast haar studie, anders zit ze straks helemaal met een grote studieschuld.
‘Ik werk me helemaal kapot’, zegt ze. Ze werkt al sinds haar veertiende, vertelt ze, toen bij McDonald’s.
Nu zijn er nog steeds mensen die vinden dat studenten verwend worden: die mensen zijn vaak niet goed op de hoogte van het studieschuldsysteem van tegenwoordig.
Ga maar na. In de jaren tachtig, toen de basisbeurs werd ingevoerd, kreeg elke student standaard zes jaar lang bijna 500 euro per maand (omgerekend, met inflatiecorrectie et cetera).
Ofwel: een student kreeg begin jaren negentig nog 34.000 euro van de staat cadeau. Nu krijgt diezelfde student: niets. Ja, de mogelijkheid om te lenen ofwel om een forse schuld op te bouwen.
Daniëlles moeder is afgekeurd voor werk, haar vader verdient nét te veel, waardoor ze niet in aanmerking komt voor aanvullende studiefinanciering. Los daarvan: ze wil niet afhankelijk zijn van haar ouders.
Ze wil niet afhankelijk zijn van haar ouders. Maar op kamers gaan, kan ze zich nu niet permitteren
Maar op kamers gaan kan ze zich nu niet permitteren. Want terwijl dat schuldenstelsel werd ingevoerd, stegen de kamerhuren en het collegegeld fors. En dan heeft ze nog vaste lasten, zoals een zorgpremie van 168 euro per maand (volgend jaar nog meer). En zijn er studiekosten, zoals de verplichte aanschaf van een laptop, ook weer 600 euro.
Dus ja, begin jaren negentig bestond ze nog niet eens, maar als student was ze toen veel beter uit geweest: enkele tienduizenden euro’s om precies te zijn.
Dat heet een ‘sociaal leenstelsel’, alsof studenten te dom zijn om hun eigen bankrekening te snappen. Zelfs partijen waarvan je zou verwachten dat ze voor gelijke kansen zijn, zoals GroenLinks, promoten dat schuldenstelsel.
Ook Daniëlle verwacht van de politiek niet zo veel, dus trok ze dat gele hesje aan.
Ze is trouwens ook een studentenflashmob aan het organiseren, vertelt ze: ze wil onaangekondigd met gele hesjes de stad in. Ze merkt om haar heen dat ze niet de enige is: juist door dat leenstelsel zijn veel studenten politiek bewust geworden, zegt ze.
Het gaat nu niet meer om feesten, maar om geld – en erkenning
Ik moet denken aan een andere flashmob, een paar jaar geleden, Project X Haren in 2013. Die flashmob had geen ander doel dan te feesten. Er volgden zelfs rellen. Het motto van die tijd: You Only Live Once.
Maar nu: het is de millennials ernst. En ook van die Gele Hesjes kun je veel zeggen, maar hun klachten gaan tenminste ergens over.
Ze gaan over te veel dingen, is de kritiek: de Gele Hesjes zijn een hutspot van mensen en meningen. Maar dat lijkt me nu juist het hoopgevende van die hesjes: dat mensen van zeer verschillend allooi elkaar vinden onder één banier omdat ze eindelijk beseffen dat ze in hetzelfde schuitje zitten.
En zo’n wereldwijde, grensoverstijgende beweging kun je moeilijk nationalistisch noemen.
In elk geval zou dit het ‘nieuwe’ kunnen zijn: dat velen zich niet meer laten afleiden door Zwarte Piet-nostalgie of islam-angst, dat ze zich niet meer uiteen laten drijven door culturele oorlogen. Nee, ze vragen aandacht voor een onderwerp dat niet polariseert, maar veel mensen juist verenigt: de centen.
De stijgende kosten van het gewone leven brengen deze zaterdag in elk geval wat mensen samen op een brug in de wind.
Die saamhorigheid kun je zingeving noemen of ouderwetse actiebereidheid – het is zoals altijd vast allebei, daar wil ik vanaf zijn; in elk geval is hun roep niet zomaar weg te goochelen, omdat die hout snijdt.
Nederland is inderdaad een belastingparadijs voor multinationals.
En de btw op uw boodschappen gaat binnenkort 50 procent omhoog, terwijl de premier linksom of rechtsom alsnog die miljarden regelt voor het bedrijfsleven.
Uw gas en licht worden komend jaar fors duurder.
Daniëlle droomt ervan om binnenkort het Feyenoordstadion De Kuip om te toveren in een zee van gele hesjes. ‘Zoveel hesjes dat de camera ze niet meer kan negeren. Zou supermooi zijn.’