Ik werd via Facebook verliefd op een jonge vrouw uit Aleppo
Ik ontmoette Diana via Facebook. Als journalist wilde ik weten hoe zij in Aleppo de Syrische burgeroorlog beleefde. Door haar leerde ik een heel andere kant van het conflict kennen – van iemand die geen partij wil kiezen, maar gewoon door wil met haar leven. Al snel werd ik verliefd. En toen nodigde ze me uit om langs te komen.
In het vliegtuig haal ik mijn telefoon tevoorschijn en scrol door de honderden, nee, duizenden berichtjes die Diana en ik elkaar de afgelopen jaren schreven via WhatsApp, Facebook Messenger en de chatfunctie van Instagram. Van het eerste contact op 6 maart 2016 tot haar wens, zojuist verstuurd, dat ik veilig mag aankomen in Beiroet.
Ik weet het gelijk wanneer ze moe is. Haar teksten staan dan vol typefouten, liefst een enter na elke zin. En ineens gaan de chats over in audioberichten, waarin ze zeer gedetailleerd haar dag doorneemt, en die soms abrupt ophouden.
Wanneer ze ’s nachts haar stem doorstuurt, verdwijnt de vierduizend kilometer afstand tussen ons.
Geen foto’s van Aleppo in puin, maar van een mooie jonge vrouw
Diana is waanzinnig mooi. Ik wist niet wat ik zag toen ik ruim twee jaar geleden op haar Facebookprofiel stuitte. Geen foto’s van een kapotgeschoten Aleppo, geen oorlog, geen ellende. Wel: selfies van een jonge Syrische vrouw met grote donkere ogen, die zelfbewust de camera in kijkt.
De Syrische fotograaf Issa Touma had dat al lang gezien. Hij legde Diana vast in zijn fotoboek Women We Have Not Lost Yet, waarin hij jonge Syrische vrouwen portretteert die tijdens de oorlog samenkwamen in zijn galerie in Aleppo.
In de tekst bij haar foto vertelt Diana: ‘In maart 2014 vertrok ik naar Istanbul om werk te zoeken. Het was te gevaarlijk geworden in mijn buurt in Aleppo. Maar ik kon geen baan vinden en keerde terug. Ik had geen spijt. Syriërs, en vooral vrouwen, worden uitgebuit in Turkije.’
Ik werd nieuwsgierig. Hoe zouden mijn leeftijdgenoten in Aleppo de oorlog beleven?
Ik ontmoette Issa in februari 2016 tijdens een bijeenkomst in Den Haag over de oorlog in Syrië. Hij sprak over kunst en het delen van elkaars verhalen als belangrijkste wapen. Ik werd nieuwsgierig. Hoe zouden mijn leeftijdgenoten in Aleppo de oorlog beleven? Op Facebook deelde Issa een tekst van Diana. Ze schreef dat ‘religieuze gekken haar stad hadden bezet’.
Verwarrend, maar ook intrigerend. Steunde Diana de revolutie in Syrië niet? Wat was haar verhaal? En wie ging er schuil achter die mooie foto’s?
06-03-2016, 14:22 [Huib]
Ha Diana, ik ben erg benieuwd hoe het met je gaat. Ik zag een bericht van je op de Facebookpagina van Issa Touma en heb je een vriendschapsverzoek gestuurd. Ik heb Issa ontmoet in Den Haag en Amsterdam en uitgebreid met hem gepraat over de situatie in Syrië. Ik zou graag willen weten hoe het dagelijkse leven voor jou is in Aleppo. Ik hoop dat we in contact komen en wens je het allerbeste.
Het naïeve westerse perspectief
De afgelopen jaren reisde ik als journalist door talloze landen in het Midden-Oosten. Veel van die plekken deed ik aan voordat de revoluties van 2011 de regio in hun greep kregen. Als ik denk aan Aleppo, Damascus of Caïro, komen bij mij niet alleen beelden naar boven van opstand, geweld en onderdrukking, maar ook van jazzcafés, poëzieavonden en undergroundfeestjes.
Ik ontmoette er tientallen jongeren vol dromen en ambities, met hoop op een betere politieke toekomst. De onstuimige regio liet mij niet los. Vooral de ontwikkelingen in Syrië volgde ik op de voet. Bijna obsessief las ik al het nieuws, bekeek de gruwelijke afloop van protestfilmpjes op YouTube, sprak met talloze experts en werd geraakt door persoonlijke films en documentaires over de strijd in en – als de hoofdpersonen eenmaal op de vlucht waren geslagen – het verlangen naar Syrië.
Bijna al mijn informatie kwam van de oppositie. Het zijn de verhalen van Syriërs die met de moed der wanhoop streden tegen een dictatoriaal regime en het vaak niet meer kunnen navertellen.
Door het contact met Diana leerde ik voor het eerst een andere kant van het conflict kennen
Door het contact met Diana leerde ik voor het eerst een andere kant van het conflict kennen. Zij zag met lede ogen aan hoe de ‘bevrijders’ van Aleppo een nieuwe dictatuur vestigden, ditmaal op islamitische leest geschoeid. Zij ondervond hoe rebellen lukraak projectielen schoten op delen van de stad die in handen waren van het Syrische leger, waardoor onschuldige bewoners omkwamen. Ze vertelde mij hoe ze haar eigen geboortedorp alleen kon bezoeken met een allesverhullende sluier.
In de duizenden berichtjes die ik de afgelopen tweeënhalf jaar met Diana uitwisselde, opende zij mij de ogen voor het veel te naïeve westerse perspectief op de oorlog in Syrië.
06-03-2016 23:43 [Diana]Ha meneer Huib. Allereerst dank dat je mij hebt toegevoegd en sorry dat ik niet gelijk kon reageren. De internetconnectie is ’s nachts iets beter, dus vandaar dat ik nu pas een bericht stuur. Ik typ niet al te snel omdat ik mijn telefoon gebruik. Voel je vrij om mij alles te vragen. Ik doe mijn best om je zoveel mogelijk informatie te geven.
06-03-2016 23:50 [Huib]Hey Diana, noem mij alsjeblieft geen meneer. Zo oud ben ik niet en dank voor je bericht. Het is totaal geen probleem om ’s nachts te chatten.
06-03-2016 23:52 [Diana] Oke… Sorry dat ik je ‘meneer’ noemde. Ik wilde alleen mijn respect tonen. 😉
Adib leerde mij over de dictatuur in Syrië
Syriërs zijn bang voor elkaar, leerde ik in 2009 tijdens een rondreis van zes weken door het land. In de centraal gelegen stad Hama, bekend vanwege de eeuwenoude houten waterwielen, liep ik in het verlaten historische centrum een atelier binnen. De schilder, een man van een jaar of 60 met lang grijs haar, was bezig met een olieverfschilderij van een waterwiel. Aan de wanden hingen tientallen vergelijkbare afbeeldingen.
Ik keek even rond en vroeg: ‘Is dit het enige wat u kunt schilderen? Kunt u niet iets maken over 1982?’ Nog voordat ik was uitgepraat sprintte de schilder naar de deur, gooide die met een klap dicht en keek mij vol ongeloof aan. ‘Wilt u voor uw eigen en mijn veiligheid hier alstublieft nooit meer over praten? Het bestaat niet.’
Wat het echt betekent om in een dictatuur te leven, begreep ik pas toen ik Adib Abdulmajid leerde kennen
Als toerist in Syrië zie je overal standbeelden en portretten van Hafez al-Assad en zijn zoon, de huidige president Bashar. Maar wat het echt betekent om in een dictatuur te leven, begreep ik pas toen ik Adib Abdulmajid leerde kennen. Deze 24-jarige student Engels was de eerste Syriër die mij durfde te vertellen over de cultuur van angst in zijn land.
Ik weet niet meer of ik het hem vroeg of dat hij uit zichzelf de viool pakte, maar toen Adib begon te spelen in zijn kamertje in een buitenwijk van Damascus, voelde het alsof ik werd opgetild en weggevoerd naar oeroude tijden. Ik werd geraakt door de weemoedige klanken. Hij hield van zijn land, vertelde Adib, maar verafschuwde het politieke systeem, het groepsdenken en de benauwende moraal.
Met veel trots sprak hij over zijn bijbaan op de Amerikaanse ambassade, waar hij de post sorteerde en allerlei interessante mensen tegenkwam. Adib had een vrije geest en hekelde de tribale loyaliteit die zo sterk verankerd is in Syrië.
Hij vertelde over een goede vriend die eigenaar was van een kleine supermarkt en tevens bijkluste als spion voor het regime. Volgens Adib had zijn vriend geen keus, als alawiet. Al zijn broers en neven werkten voor het leger of de veiligheidsdiensten. Een paar keer per maand gaf hij namen op van burgers die zich ‘verdacht’ gedroegen. Zij moesten aan een van de veiligheidsdiensten hun onschuld bewijzen. Een bijna onmogelijke opdracht.
07-03-2016 00:02 [Diana]Je moet je voorstellen dat wij twee mooie huizen hadden. Een in mijn geboortedorp in de provincie Afrin en een ander in West-Aleppo, maar in beide kunnen we nu niet leven. We moesten verhuizen om te ontsnappen aan het artillerievuur. Nu hebben we een huis gehuurd in het westen van Aleppo.
07-03-2016 00:02 [Huib] Oh echt, moesten jullie weg vanwege luchtaanvallen van het Syrische/Russische leger? Of van rebellengroepen?
07-03-2016 00:04 [Diana]Nee van de oppositie.
07-03-2016 00:08 [Huib]En leef jij nu met je familie? Wil je niet vluchten, weg uit Aleppo?
07-03-2016 00:14 [Diana] Ja. Eerlijk gezegd ben ik totaal verward. Het is heel moeilijk om een vluchteling te zijn. Vorig jaar was ik in Turkije, maar het lukte mij niet om een goede baan te vinden.
Op bezoek bij de familie van Adib
In april 2009, twee jaar voor de oorlog zou uitbreken, nodigde Adib me uit bij zijn Koerdische familie die in het noordoosten van Syrië woonde. Het was voor mij een buitenkans. Ik wilde graag een minder toeristisch gedeelte van het land bezoeken en was benieuwd hoe het Adibs oudere broers – die een privaat ziekenhuis runden – was gelukt om als onderdrukte minderheid toch een goed bestaan op te bouwen.
Adib zou al een paar dagen eerder die kant opgaan, ik nam de tijd om de historische woestijnstad Palmyra te bezoeken. Tijdens de busrit naar Adibs geboortestad Kamishli belde ik hem om te zeggen dat ik onderweg was.
Geen gehoor.
Ik probeerde het nog eens. Weer niks. Tien pogingen verder gooide ik uit frustratie mijn mobiel door de bus.
Was hij mij vergeten? Na al die avonden discussiëren over politiek, vrouwen en literatuur, het gezamenlijk roken van een waterpijp en het drinken van Syrische whisky van bedenkelijke kwaliteit?
Ik dacht dat ik in dat vreemde land, waar de inwoners zo op hun hoede zijn en hun hart niet durven te laten spreken, in Adib een vriend had gevonden.
07-03-2016 00:23 [Diana]Het wordt steeds moeilijker voor Syriërs. Mensen in het westen zijn bang voor ons, vanwege al die vluchtelingen en IS.
07-03-2016 00:27 [Huib] Niet alle mensen, maar een groot aantal wel ja. Steeds meer politieke partijen willen minder vluchtelingen opnemen. Maar er zijn ook veel vrijwilligers die helpen.
07-03-2016 00:30 [Diana] Ja, dat klopt. Twee zussen van mij wonen in Duitsland en zij kregen veel hulp. Ze konden zelfs bij mensen verblijven.
07-03-2016 00:31 [Huib] Dat is gaaf om te horen. Zijn zij tijdens de oorlog gevlucht van Syrië naar Duitsland?
07-03-2016 00:37 [Diana]Mijn oudste zus werkte als tandarts in Turkije maar kon alleen illegaal werken en is met haar verloofde naar Duitsland gegaan. Mijn jongere zusje is rechtstreeks van Syrië naar Duitsland gevlucht.
07-03-2016 00:39 [Huib] En met hoeveel wonen jullie nog in Aleppo?
07-03-2016 00:40 [Diana] Nog twee zussen en mijn ouders.
07-03-2016 00:42 [Huib] Wow, allemaal meiden. Zien zij er net zo mooi uit als jij?
07-03-2016 00:44 [Diana] Ah, dat is heel lief. Zij zijn iets langer dan ik ben. Alle Koerdische vrouwen zien er mooi uit. 😄
De pater die tegen het wantrouwen vocht
Tijdens diezelfde rondreis in 2009 ontmoette ik ook de Nederlandse jezuïet Frans van der Lugt. Al meer dan veertig jaar woonde hij in Syrië, de laatste jaren in een jezuïetencentrum in Homs, de centraal gelegen stad die twee jaar later bekend zou worden als de hoofdstad van de Syrische revolutie. Bij pater Frans van der Lugt kon iedereen aanschuiven voor een maaltijd en gratis overnachting.
Pater Frans zag hoe de decennialange dictatuur ervoor had gezorgd dat de verschillende bevolkingsgroepen elkaar wantrouwden
In het voorjaar van 2009 nam Frans mij mee in zijn oude Volkswagenbus naar het landgoed Al Ard, iets buiten de stad. Abuna Frans, zoals hij werd genoemd, had het grote ideaal om Syriërs dichter bij elkaar te brengen. Hij zag hoe de decennialange dictatuur ervoor had gezorgd dat de verschillende bevolkingsgroepen elkaar wantrouwden. Veel Syriërs bleven het liefst binnen hun eigen vertrouwde religieuze of etnische groepering.
Om dat te doorbreken had Frans in 1980 samen met een Syrische zakenman en met hulp van Nederlandse donaties een perceel van 54 hectare gekocht, waar ze amandel-, olijf- en pistachebomen hadden geplant. Dit landbouwproject moest de ontvolking op het platteland tegengaan, door werk te bieden aan zowel christenen als moslims. Bijzonder was dat er op het landgoed ook een dagcentrum was gevestigd voor kinderen met downsyndroom, voor wie in Syrië bijna geen voorzieningen zijn.
Een musical voor de jarige jezuïet
Toen we met zijn busje aankwamen op Al Ard, moest pater Frans plaatsnemen op een krukje in de ontvangstruimte, omringd door tientallen medewerkers, kinderen en ouders. Frans had mij tijdens de autorit niet verteld dat hij jarig was, maar op Al Ard waren ze zijn 71ste verjaardag niet vergeten. De kinderen voerden speciaal voor hem een musical op.
Salam aleikum, salam aleikum, met kromgetrokken rug en schuifelend als een oude man zat de verstandelijk beperkte Idriss, met een baard vol watten, goed in zijn rol. Hij sloeg ter begroeting zijn tegenspeler hard op de schouders. De aanwezige ouders proestten het uit.
Dezelfde avond nam pater Frans tientallen jongeren, die hun weekend doorbrachten op het landgoed, mee voor een nachtwandeling. Ondanks zijn hoge leeftijd voerde hij het tempo flink op. Het doel was niet alleen lichaamsbeweging, maar ook dat de christelijke en islamitische tieners elkaar zouden helpen om samen de weg terug te vinden.
Maar Adib was me niet vergeten
‘Huib, ik ben het, Adib. Ik bel vanuit Ter Apel.’
Ik wist niet wat ik hoorde.
Het was september 2009 en ik was weer terug in Nederland. Vijf maanden nadat ik hem vanuit de bus naar Kamishli had geprobeerd te bereiken, belde mijn Syrische vriend mij vanuit Noord-Nederland op.
‘Ik was je niet vergeten, maar moest onderduiken. Ze hadden mijn telefoon afgepakt.’
Hij vertelde me dat hij, op het moment dat ik op weg was naar zijn geboortestad, bezoek had gekregen van iemand van de geheime dienst. Of Adib de post kon kopiëren die binnenkwam op de Amerikaanse ambassade.
Het verzoek van de geheime dienst weigeren kon niet, Adibs enige optie was vluchten
Weigeren was geen optie, zo wist hij. Adib had al eens gevangengezeten omdat hij een culturele activiteit had georganiseerd voor Koerdische studenten. Maar werken voor de gehate veiligheidsdienst en daarmee zijn Amerikaanse werkgever verraden, dat wilde hij zeker niet. De enige optie was vluchten. Zo kwam Adib eind augustus, na een paar maanden onderduiken in Turkije, met een vals paspoort aan in Nederland.
Eenmaal in Nederland duurde het lang voordat hij zijn verblijfsvergunning kreeg. De IND had twijfels over zijn verhaal. Was hij niet gevlucht om te ontkomen aan de dienstplicht? Tijdens mijn bezoeken in het asielzoekerscentrum in het Brabantse Gilze en Rijen, waar Adib na Ter Apel terechtkwam, probeerde ik hem moed in te praten en regelde dat hij via het UAF Management van Culturele Diversiteit kon studeren aan de Universiteit van Tilburg. Langzaam bouwde Adib een leven voor zichzelf op.
‘Syrië is anders, zo makkelijk gaat het daar niet’
Anderhalf jaar later braken bijna overal in het Midden-Oosten opstanden uit. Vol verbazing en ontzag keken Adib en ik in februari 2011 in zijn tijdelijke woning in Eindhoven naar tv-beelden van Egyptische leeftijdgenoten die een einde maakten aan dertig jaar dictatuur onder president Moebarak.
Adib was onder de indruk, maar betwijfelde of zoiets ook in zijn eigen land kon gebeuren. ‘Syrië is anders, zo makkelijk gaat het daar niet.’
Zijn scepsis verdween na een paar maanden. Vrienden van hem in Syrië doorbraken het patroon van angst en begonnen protestmarsen te organiseren – al waren het niet de hoogopgeleide grootstedelijke activisten die zich als eersten durfden te verzetten tegen het dictatoriale regime van Assad. Het begon in februari 2011 met een paar 14-jarige jongens uit Daraa, een zuidelijke uithoek, die graffiti kalkten op de muur van hun school. ‘Jij bent de volgende, dokter.’
De roep om vrijheid was sterker dan de angst voor de dood
Het was niet eens nodig om Assads naam te noemen, iedereen wist over wie het ging. Na 45 dagen leverden de veiligheidsdiensten de minderjarige jongens zwaar verminkt af bij hun ouders. Maar dit keer werkte de afschriktactiek van het Syrische regime niet. De roep om vrijheid was sterker dan de angst voor de dood.
Elke vrijdag na het gebed in de moskee gingen duizenden inwoners van Daraa de straat op met de eis dat de verantwoordelijken voor de martelingen werden gestraft. Het regime noemde de demonstranten ‘terroristen’ en stuurde tientallen tanks naar de Zuid-Syrische stad. Maar het was al te laat. Op YouTube verschenen beelden van inwoners van Daraa die vluchtten voor de kogelregen, waarna op tientallen andere plekken in Syrië sympathiserende burgers begonnen te demonstreren.
De geest was uit de fles.
Wiens revolutie is dit eigenlijk?
Vanuit Nederland hielp Adib zijn demonstrerende vrienden met het verspreiden van videobeelden. Zelf ging hij onder meer bloggen voor de NOS. Hoopvol schreef hij: ‘Ik wil de wereld de Syrische realiteit laten zien. Daarom heb ik mijn vrienden in Syrië gevraagd mij zoveel mogelijk video’s en foto’s te sturen. Het aan de wereld tonen van deze filmpjes was in Tunesië en Egypte een doorslaggevende factor in het slagen van hun revoluties.’
De opgekropte woede en het jarenlange stilzwijgen, het kwam er allemaal uit. Het verzet explodeerde. Voor het eerst in hun leven durfden veel Syriërs de straat op te gaan om zich uit te spreken tegen de president en zijn bewind, om rechtvaardigheid te eisen. Het angstige Syrië dat ik in 2009 had leren kennen, was veranderd in een strijdbaar volk. Zingend, dansend, leuzen roepend tijdens protestmarsen: de geboorte van een revolutie.
Pater Frans zag al snel de schaduwkanten. In mei 2011 waarschuwde hij in het tv-programma Uitgesproken EO voor radicale elementen binnen de oppositie en de rol van buitenlandse mogendheden. De Nederlandse jezuïet betreurde dat bijna alle christenen vertrokken uit Homs. Een jaar later schreef hij in het Vlaamse tijdschrift Streven: ‘Onze straten worden nu alleen nog maar bevolkt door soldaten en onze wijken zijn een groot slagveld geworden.’*
Onze straten worden nu alleen nog maar bevolkt door soldaten en onze wijken zijn een groot slagveld
Voor de pater was dit geen reden om te vertrekken. Hij bleef wonen in het belegerde oude centrum van Homs en ving in het jezuïetencentrum vluchtelingen op, zowel christenen als moslims. In een YouTube-filmpje uit januari 2014 roept een sterk vermagerde pater Frans de internationale gemeenschap op om een einde te maken aan het lijden van de Syrische bevolking. Drie maanden later werd hij om het leven gebracht.
Inmiddels waren niet alleen de inwoners van Homs op drift, maar probeerde het merendeel van de Syriërs het geweld te ontvluchten. Ook familieleden van Diana vluchtten, vertelde ze me later. Haar oudere en jongere zus kwamen terecht in Duitsland, terwijl zijzelf na een korte periode in Turkije juist terugkeerde naar Syrië. Daar kwam ze er pijnlijk achter wie de nieuwe machthebbers waren.
07-03-2016 00:57 [Diana] Voor de oorlog kostte het mij slechts 45 minuten om in mijn geboortestad Afrin te komen. Nu duurt het soms wel 16 uur.
07-03-2016 00:58 [Huib] Pfff...
07-03-2016 00:58 [Diana]Je kunt de vrouwen niet meer van elkaar onderscheiden want ze zijn allemaal in het zwart gekleed. 😁
07-03-2016 00:59 [Huib] Oh welke groep is daar aan de macht?
07-03-2016 01:00 [Diana] Ik ben een sheikh geworden, hahahaha.
07-03-2016 01:01 [Huib] Oh nee, wat vreselijk. Worden zij ook gesteund door de bevolking?
07-03-2016 01:02 [Diana] Ik heb eerlijk gezegd geen idee. Ik kan mij nog wel herinneren dat sommige inwoners demonstreerden om ze de stad uit te jagen.
07-03-2016 01:04 [Huib] Zo dat is gevaarlijk en moedig.
07-03-2016 01:04 [Diana] Zij maken het leven van de mensen heel moeilijk door hun strikte regels.
07-03-2016 01:04 [Huib] Zeer conservatief islamitische leefregels, bedoel je...
07-03-2016 01:06 [Diana]
👍 Dat soort groepen moeten we de schuld geven. Zij onteren de islamitische en Arabische wereld. Wij zijn hele relaxte en goed opgeleide moslims. Ze maken onze reputatie kapot.
Als Amsterdam Aleppo zou zijn
De online ontmoetingen met Diana hebben een sterk surrealistisch karakter. In de tijd dat ik haar leer kennen, is Aleppo ongeveer dagelijks in het nieuws. Ik heb daar een aandeel in. Overdag schrijf ik op de nieuwsredactie van NRC over het zoveelste bombardement op de stad, ’s avonds praat Diana mij bij. Ze komt niet veel buiten in die periode, haar leven speelt zich vooral online af.
Diana voelt zich gekooid in eigen stad. Ze kan alleen digitaal ontsnappen uit de openluchtgevangenis. Op haar Facebookpagina schrijft ze in het Arabisch poëtische, ironische teksten over de gebeurtenissen in Aleppo. Zoals tijdens een regenachtige dag:
‘De regen en de dood zijn vrienden in Aleppo. De genade van God en de gekte van de verderfzaaiers.’
Wanneer ik na een chatsessie met Diana mijn fiets pak om met vrienden een biertje te drinken, dwalen mijn gedachten af. Ik zie een laag overvliegend passagiersvliegtuig aan voor een bommenwerper.
Ik stel me voor dat een gedeelte van Amsterdam zou worden gebombardeerd. Wat zou ik dan doen? Trotseer ik het gevaar en zoek ik mijn dierbare vrienden op die in het getroffen gebied wonen? Ga ik de straat op om te demonstreren, met de grote kans om opgepakt en gemarteld te worden, of raak ik zo verlamd van angst dat ik mijn huis niet meer uitkom?
Diana maakt vooral het appartement van haar familie schoon. Ze boent en schrobt alsof haar leven ervan afhangt, zo vertelt ze me. Van nietsdoen wordt ze depressief. Maar als schoonmaker voelt ze zich een vrouw van zestig.
Toch hebben we het niet alleen over ellende en oorlog. Onze chatsessies krijgen een steeds informeler karakter. Tekst maakt plaats voor flauwe, knipogende en kussende emoji’s. Ik voel mij soms een verliefde puber. Onze afsluitende chats duren langer en langer, met een eindeloze hoeveelheid aan gifjes en hartjes.
Wat dit precies betekent, ik weet het niet.
Hoe kun je naar een feestje gaan als je stad in puin ligt?
Een paar maanden later stuurt Diana me een foto van een verkleedfeestje waar ze is geweest met haar zusje en twee vrienden. Ze dragen oogmaskers en hun gezicht is beschilderd.
Ik begrijp het niet. Hoe kun je naar een feestje gaan terwijl een paar kilometer verderop landgenoten onder het puin worden bedolven?
Op dat moment heb ik meer dan een halfjaar contact met Diana, maar toch besef ik niet hoe het dagelijks leven eruitziet in de oorlogsstad waar ze woont. Via de traditionele media zie ik voornamelijk afschuwelijke beelden uit het verwoeste centrum en het oostelijke gedeelte van de stad. De internationale persbureaus, waar ik mijn informatie vandaan haal voor de nieuwsberichten op nrc.nl, focussen alleen op de ellende die zich daar afspeelt.
Dat in andere delen van de stad het leven ogenschijnlijk normaal doorgaat, daar sta ik nauwelijks bij stil
Na elk bombardement maken de correspondenten van Reuters, AP en AFP een rondje langs activisten en hulpverleners om het aantal doden en gewonden te kunnen melden.
Dat in andere delen van de stad het leven ogenschijnlijk normaal doorgaat, daar sta ik – en de rest van de wereld, lijkt het – nauwelijks bij stil.
Na enige aarzeling stel ik Diana toch de vraag.
16-12-2016 18:32 [Huib] Is het niet heel vreemd om naar een feestje te gaan op het moment dat de stad wordt gebombardeerd?
16-12-2016 18:33 [Diana] Wat kunnen we anders doen? Het is afschuwelijk, maar dit is ons leven hier. Ik ben blij dat ik het aandurfde om naar het feestje te gaan. Omdat ze normaal gesproken tijdens feestdagen dit soort plekken beschieten. De plek naast deze bar is al eerder verwoest door een raket.
De oorlog zette Diana’s leven stil
Het is niet toegeven aan de angst, zo begrijp ik. De oorlog zette haar leven stil. Vier jaar eerder, toen de oorlog ook Aleppo bereikte, durfde Diana haar huis bijna niet meer uit. De angst om alles en iedereen te verliezen maakte haar somber en depressief. Met moeite lukte het haar om de opleiding Engelse Taal & Literatuur af te ronden op de universiteit van Aleppo.
Diana behoort niet tot de meest zichtbare slachtoffers. Zij leeft niet in armoede en heeft geen gezinsleden verloren tijdens de oorlog. In de afgelopen jaren heeft zij niet openlijk een kant gekozen in het conflict. Mijn pogingen om met haar te praten over wiens schuld het is dat de bevolking lijdt, leveren weinig op. Ze antwoordt met een Arabisch gezegde: ‘Wie ook met mijn moeder trouwt, ik noem hem mijn stiefvader.’
Oftewel, het maakt Diana niet uit wat er precies gebeurt. Het enige wat ze nodig heeft, is rust.
Langskomen in Aleppo, een krankzinnig idee
Via ons contact zie ik hoe Diana langzaam weer greep op haar leven krijgt. Ik help haar bij het schrijven van aanmeldingsbrieven voor een universiteit in Europa en als dat niet doorgaat, moedig ik haar aan om werk te zoeken in Aleppo.
Tegelijkertijd voel ik dat ik steeds meer om Diana begin te geven. Ik ben bezorgd wanneer haar stem rusteloos klinkt, en blij wanneer ik haar op foto’s zie met vrienden in een restaurant.
Maar het liefst was ik daarbij geweest. Ik begin haar echt leuk te vinden.
Eind december 2016 nodigt Diana mij uit om langs te komen in Aleppo. Het klinkt als een krankzinnig idee, maar volgens haar is het mogelijk. De stad is na maandenlange bombardementen weer geheel in handen van het Syrische leger. Alle rebellengroepen zijn vertrokken naar de noordwestelijke provincie Idlib.
Diana vertelt over vrienden die ik zou kunnen ontmoeten, over pas geopende restaurants en cafés waar we kunnen eten en drinken
Diana vertelt over vrienden die ik zou kunnen ontmoeten, over pas geopende restaurants en cafés waar we kunnen eten en drinken, over een rondleiding door de oude, deels gebombardeerde stad. Ik zie het al bijna voor me. Het extra duwtje dat ik nodig heb, komt via een oproep om een verhaalidee in te sturen voor een beurs voor narratieve journalistiek. Ik beloof Diana dat ik haar kom opzoeken als ik die prijs win.
Wie begint er nou een relatie via social media?
Het klinkt bizar en misschien oppervlakkig om een relatie te beginnen via social media. Je toont de beste versie van jezelf en kan makkelijk een droombeeld creëren van de ander. Je weet niet hoe je geliefde ruikt, of hoe hij of zij is in gezelschap van vrienden. Foto’s, de stem en bewegend beeld bij een videochat geven geen compleet beeld. Daarnaast blijft het spannend of je elkaar tijdens de eerste ontmoeting daadwerkelijk aantrekkelijk zal vinden.
Het leek me onpraktisch, een relatie op afstand. Helemaal met iemand die ik nog nooit had ontmoet
Ik had nooit eerder een langeafstandsrelatie gehad, laat staan met iemand die ik nog nooit had ontmoet. Het concept leek me onwerkelijk en zeer onpraktisch. De afgelopen 2,5 jaar waren ook niet gemakkelijk. Het hielp dat ons contact zich langzaam verdiepte.
Terugkijkend op de eerste maanden schreef Diana:
‘Toen we voor het eerst met elkaar chatten, had ik geen idee hoe het zou lopen. Ik dacht dat je gewoon een virtuele vriend zou zijn, zoals meerdere mensen die benieuwd zijn naar mijn ervaringen in oorlogsgebied. Ik was moe van vragen van buitenlandse mensen als ‘wie steun je in deze oorlog’, dus nam in het begin wat afstand. Maar na veel lange discussies en gesprekken leerde ik je steeds beter kennen. Ik kreeg inzicht in je cultuur, je gewoontes en veel andere aspecten. Ik merkte dat we veel overeenkomsten hadden. Ondanks onze grote verschillen in achtergrond en cultuur, lukte het ons om een vertrouwensband op te bouwen en verdiepte onze vriendschap zich.’
We lieten elkaar vrij, waardoor de kans groot was dat het contact verwaterde. Toch bleven we elkaar opzoeken in urenlange nachtelijke chatsessies – vaak onderbroken door de gebrekkige internetverbinding in Syrië – en hielden we elkaar op de hoogte van onze levens.
Als ik in het voorjaar van 2017 een journalistieke reis maak in Ghana, koop ik een Afrikaans jurkje voor haar, in de kleinste maat die ze hebben. Elke keer als ik mijn kledingkast opendoe, zie ik het hangen en weet ik: op een dag gaan Diana en ik elkaar ontmoeten.
Dit is de vrouw op wie ik verliefd ben geworden
‘Ze laten mij niet door!’ Diana’s stem klinkt gejaagd en angstig. ‘We missen twee hotelreserveringen voor donderdag en vrijdag en dat mag niet. Je moet dat binnen een kwartier regelen anders kom ik Libanon niet in.’ Dan hangt ze op.
De adrenaline schiet door mijn lichaam. Dit meen je toch niet? Het zal toch niet...
Na het winnen van de journalistieke beurs probeer ik al anderhalf jaar om Diana op te zoeken in Aleppo. Al drie keer heb ik een Syrisch visum aangevraagd en telkens is het afgewezen. Daarom hebben we besloten om uit te wijken naar Libanon, en elkaar voor het eerst te zien in Beiroet. Ik ben een paar uur eerder aangekomen en heb voorlopig voor twee dagen een hotel geboekt.
Ze willen niet dat Syriërs dit land binnenkomen. Net alsof Libanon zo’n paradijs is
Ik ren naar beneden en vraag of de receptioniste kan helpen. Ze is al deels op de hoogte. De Libanese grenswachten hebben eerder die ochtend gebeld om te vragen of er betaald is voor Diana’s hotelreservering. ‘Ze zoeken gewoon iets om Syriërs te verhinderen ons land in te komen’, zegt de receptioniste. ‘Net alsof Libanon zo’n paradijs is.’
Alleen Syriërs met geld zijn nu nog welkom in Libanon. Daarom heeft Diana 2.000 dollar aan cash bij zich. Het hotel helpt gelijk, boekt de extra reserveringen en stuurt de gegevens door naar Diana. Nu is er voor de soldaten geen reden meer om haar tegen te houden.
Twee uur later stapt een dodelijk vermoeide jonge vrouw uit een taxi. De donkere kringen onder haar ogen verraden slaapgebrek. Ze heeft een grijze handtas in de ene hand en een telefoon in de andere. Op het roze hoesje staan cactussen. Haar lievelingsplant.
Dat moet Diana zijn.
Ik druk haar stevig tegen me aan en til haar zware koffer naar binnen. Ik kijk haar zwijgend aan wanneer ze in ratelend Arabisch het hotelpersoneel vertelt over het onrecht dat haar zojuist is aangedaan.
Haar ogen schieten vuur.
Ja, op deze 28-jarige vrouw uit Aleppo ben ik verliefd geworden.
Het spookt in Diana’s hoofd
‘Dit voelt als een huwelijksreis.’ Diana kijkt mij verward, maar ook gelukkig aan.
Het is half november. We lopen gearmd door de haven van Tripoli, een havenstad in het noordwesten van Libanon waar we vanuit Beiroet naartoe zijn gereisd. Tientallen roestige bootjes liggen aan de kade. Een paar vissers repareren netten. De lange armen van de hijskranen wijzen doelloos over de Middellandse Zee.
Een schipper spreekt ons aan. Of we een tochtje willen maken langs een paar eilandjes voor de kust? Even later zitten we in zijn boot. Diana vraagt de schipper of hij muziek van de legendarische Libanese zangeres Fairuz op kan zetten. ‘Wij Syriërs luisteren nog meer naar haar muziek dan Libanezen’, zegt ze vol trots.
Het spookt in Diana’s hoofd.
In Aleppo kunnen ongetrouwde stellen niet eens elkaars hand vasthouden, vertelt ze
Ze geniet zichtbaar van ons samenzijn en de vrijheid in Libanon, tegelijkertijd voelt het fout en verboden. In Aleppo kunnen ongetrouwde stellen niet eens elkaars hand vasthouden, vertelt ze. Samen op vakantie is helemaal uit den boze. Slechts een paar goede vriendinnen en haar jongere zus in Duitsland weten van ons innige contact.
Om toestemming te krijgen voor deze reis van negen dagen heeft ze haar ouders alleen verteld over een Nederlandse journalist met wie ze al meer dan twee jaar contact heeft, en die een verhaal over haar ervaringen in Aleppo wil schrijven.
Bestaat die Diana eigenlijk wel?
Een paar weken daarvoor, na het boeken van mijn vliegticket en de hotelreserveringen, had ik het zelf benauwd gekregen. Stel dat het helemaal niet klikt? Mijn broer grapte dat er geen mooie jonge vrouw uit de taxi zou stappen, maar een oude man.
Bestaat die Diana wel? En wat is haar motivatie voor ons contact? Wil ze niet gewoon een verblijfsvergunning in Europa?
Dan had ze ook een makkelijkere optie kunnen kiezen, zeg ik tegen mezelf. Eén waar haar familie minder problemen mee zou hebben. Haar jongere zus die nog in Aleppo woont, is onlangs op afstand verloofd met een Koerdische jongen die een paar jaar geleden naar Duitsland is gevlucht; zij reist hem binnenkort achterna. Haar oudere en een andere jongere zus zitten al in Duitsland.
Tijdens onze chats schrik ik van haar kritiek op Arabische mannen. ‘Jaloers’, ‘seksueel gefrustreerd’, ‘conservatief’, noemt ze hen
Diana is in Aleppo gebleven en daar heeft ze soms spijt van. Ze voelt zich verantwoordelijk voor haar ouders. Maar een toekomst met een Koerdische of Arabische man ziet ze niet zitten. Tijdens onze chatgesprekken schrik ik vaak van haar kritiek. ‘Jaloers’, ‘seksueel gefrustreerd’, ‘conservatief’, noemt ze die mannen.
08-03-2017 17:44 [Diana]De mannen hier vinden het leuk om vrienden met mij te zijn. Ze weten dat ik een vrije geest heb en hun keuzes niet veroordeel. Maar wanneer het gaat over een huwelijk of een relatie met een vrouw zoals ik, dan deinzen ze terug.
08-03-2017 17:44 [Huib] Je bent dus erg negatief over de mentaliteit van mannen in het Midden-Oosten?
08-03-2017 17:47 [Diana] Ja, natuurlijk! Ze weten niet wat ze echt willen. Ze willen een vrouw die open-minded is en met wie je lekker uit kan gaan. Alleen niet in een echte relatie. Ze vinden ze zondig en fout. Dat soort vrouwen kan je niet vertrouwen, zeggen ze. En ze willen de baas spelen in een relatie.
08-03-2017 17:48 [Huib] En je mannelijke vrienden in Aleppo. Hebben die dezelfde opvattingen?
08-03-2017 17:52 [Diana] Veel van mijn vrienden zijn gevlucht naar het buitenland. Wanneer ik nu afspreek met mannen die ik ken in Aleppo en praat over vrijheid, dan denken zij dat het over seks gaat. Dat is een groot probleem hier. Veel mannen hebben affaires, maar ze verbieden dat voor hun zussen, dochters of echtgenoten. Ik haat die dubbele standaard.
Het leven in Libanon is lastig voor vluchtelingen
Somar kan het hippe Café Hamra, waar we hebben afgesproken, eerst niet vinden. Zo vaak komt hij niet in het dure centrum van Beiroet. Diana kent hem nog uit Aleppo. Vier jaar geleden vluchtte Somar met zijn moeder en zus uit Syrië. Vader bleef achter.
Een breedgeschouderde, jonge gast met een donkere baard komt onze kant opgelopen. Hij lacht vriendelijk. Somar spreekt minder goed Engels dan Diana dacht, waardoor ze al snel overschakelen op Arabisch. ‘Ik vertaal zo’, zegt Diana terwijl ze over de tafel buigt om de chatberichten op Somars telefoon te bekijken.
Hij krijgt talloze vriendschapsverzoeken van allemaal Libanese mannen, hoor ik later. ‘Ze vinden Syrische mannen mooi’, zegt hij enigszins beschaamd. Het is mij niet duidelijk of Somar homo is. Wanneer ik zijn Instagramprofiel bekijk, snap ik die verzoeken gelijk. Tientallen afbeeldingen van Somars halfnaakte, gespierde torso en indrukwekkende triceps verschijnen in beeld. Hij brengt al zijn vrije tijd door in de sportschool. Hij droomt ervan om over een paar jaar een professionele gym te openen in Aleppo, vertelt hij.
Het leven in Libanon is moeilijk voor de meer dan één miljoen Syrische vluchtelingen
Het leven in Libanon is moeilijk voor de meer dan één miljoen Syrische vluchtelingen. De overgrote meerderheid leeft in armoede.* Bijna niemand heeft een werkvergunning waardoor veel Syriërs worden uitgebuit.* Een eigen bedrijf beginnen is onmogelijk. De zaak moet in handen zijn van een Libanees. Somar werkt zwart bij een webwinkel die op naam staat van een Libanees die in Canada woont. Zo ongeveer al het werk wordt gedaan door Syriërs.
Diana is vooral geïnteresseerd in Somars liefdesleven. Uit zijn verhaal maak ik op dat hij op vrouwen valt, maar zich ook gevleid voelt door de aandacht van mannen.
Over het contact tussen Diana en mij stelt hij geen vragen. Een kwestie van beleefdheid, waarschijnlijk. Het is een groot contrast met een Libanees-Nederlandse kennis die we op de eerste avond in Beiroet hadden ontmoet. Als Diana naar het toilet gaat, vraagt hij: ‘En, is zij nou je vriendin?’
‘Dat zal zich deze week moeten uitwijzen’, zeg ik in alle eerlijkheid.
Moeder is woedend
Het voelt verrassend comfortabel om met Diana te zijn. We nemen de tijd. ’s Ochtends breng ik koffie naar haar hotelkamer. Op een tafeltje op het balkon rangschikt ze de souvenirs die ik heb meegebracht. Stroopwafels in Delfts blauw blik, een doos bonbons met historische foto’s van Amsterdam en een klein blikje botersnoepjes.
De koffie wordt langzaam koud. Eerst een foto voor Instagram. Het zeeblauwe Afrikaanse jurkje dat ik in Ghana heb gekocht, past ze op een ander moment, belooft ze.
Later, wanneer ik plannen maak voor een dagtrip naar het zuiden van Libanon, roept Diana mij naar haar kamer. ‘Kijk hier op WhatsApp!’ Ze kijkt verschrikt.
Ik zie een foto van een paar dagen geleden die ik op mijn besloten Instagram-account heb gedeeld. We zitten naast elkaar in de bus naar Tripoli. Diana’s hoofd rust op mijn schouder. Mijn hoofd raakt het hare. Het is een foto van een verliefd stelletje.
Diana’s moeder wil voorlopig geen contact met haar dochter, ook al wonen ze bij elkaar in huis
‘Mijn moeder is woedend. Nee, ze is enorm teleurgesteld in mij.’ Diana zucht. Via WhatsApp schrijft haar moeder dat ze Diana alle vrijheid heeft gegeven, en kijk hoe ze ermee omgaat! Ze schendt haar moeders eer door het posten van zo’n foto. Wat moeten anderen wel niet denken? Het verbaast haar moeder niets, vervolgt ze. Al op jonge leeftijd was Diana dwars en maakte ze andere keuzes. Ze wil voorlopig geen contact met haar dochter, ook al wonen ze bij elkaar in huis.
Diana voelt ook enige opluchting. ‘Ik haat liegen en nu is het duidelijk dat we elkaar leuk vinden.’ Ze koelt haar woede op haar jongere zus uit Duitsland, die mij volgt op Instagram en op de hoogte is van ons innige contact. Uit ‘bescherming’ heeft ze haar moeder ingelicht.
Laat mij mijn eigen keuzes maken
De volgende dag oogt Diana strijdbaar. ‘Ik haat deze samenleving. Laat mij mijn eigen keuzes maken.’ Wanneer zij een Syrische man was geweest en ik een Nederlandse vrouw, was er niks aan de hand geweest, zegt ze.
Diana vertelt over een conservatieve oom die haar en haar zussen strak in de gaten hield, maar langzaam van mening veranderde toen hij een westerse vrouw vond in Bulgarije. Ze wil de islam er niet te veel de schuld van geven, al hebben christenen in Syrië iets meer vrijheid. Volgens Diana ligt het vooral aan de conservatieve Koerdische cultuur.
‘Schrijf op, dit is belangrijk’, bijt ze me toe.
‘Iedereen denkt dat de Koerden heel vrij zijn. Ze krijgen wereldwijd lof voor de vrouwen die aan de kant van de PKK vechten tegen Islamitische Staat. Maar trap er niet in. Vrouwenrechten: daar mag je niet over beginnen. Alles draait om de eer van de vrouw. Maar wie bepaalt dat? De mannen! De mentaliteit is bijna hetzelfde als bij IS.’
Ik hou van deze strijdbare Diana, maar voel mij ook machteloos. Zij gaat straks terug naar Aleppo en heeft daar weinig bondgenoten.
Op onze laatste avond samen proosten we op een goede afloop. Desnoods kom ik in Syrië wonen, zeg ik. ‘Je bent gek’, lacht Diana. We zwijgen even. Ik voel dat ik haar niet kwijt wil raken en er alles aan wil doen om bij haar te zijn.
21-11-2018 20:38 [Huib] Je zei gisteren dat het nu heel raar voelt in Aleppo.
21-11-2018 20:40 [Diana] Ja, alles. Ik ben aan het wachten op iets. Maar weet niet wat dat is.
21-11-2018 20:41 [Huib] Ah lieverd.
21-11-2018 20:41 [Diana] Ik weet het niet helemaal zeker, maar ik denk dat we gelijk moeten beginnen met de visumprocedure voor Europa.
21-11-2018 20:42 [Huib] Ja, ik ga het checken en rondvragen wat mogelijk is.
21-11-2018 20:42 [Diana] Mijn moeder praat nu helemaal niet met mij… Het voelt heel vreemd om thuis te zijn.
01-12-2018 00:35 [Huib]Deze pagina van Studielink moet je eerst invullen, pas dan kan je in Nederland studeren.
01-12-2018 00:37 [Diana] Ja, en kan je mij nog eens de websites sturen van de media-opleidingen? Ik ga ze morgen heel zorgvuldig lezen. Dankje, lieverd.
01-12-2018 00:39 [Huib] Ahlan biki.
01-12-2018 00:40 [Diana] Pas maar op, ik maak je nog eens gek. 😝 Ik ben bang dat je mij gaat blokkeren.
01-12-2018 00:40 [Huib]
😲😳😲 We zullen zien...
01-12-2018 00:40 [Diana] Ja
01-12-2018 00:42 [Huib] Negen dagen zonder één keer een conflict. Ik denk dat we heel goed bij elkaar passen. Wat denk jij?
01-12-2018 01:02 [Diana]Ja, KLOPT. Ik denk hetzelfde. Je helpt mij ook heel goed. Maar denk je dat het gaat werken? De studie, bedoel ik.
01-12-2018 01:08 [Huib] Het visum?
01-12-2018 01:08 [Diana]Ja, omdat ik Syrisch ben. Misschien geven zij mij geen visum omdat ze bang zijn dat ik asiel ga aanvragen.
01-12-2018 01:10 [Huib] We moeten het proberen. Misschien willen ze dat iemand voor je garant staat. Die je kosten kan betalen. Dan kan je mijn naam doorgeven.
01-12-2018 01:12 [Diana] Neeee, dat is heel veel geld.
01-12-2018 01:15 [Huib] Ja, doe maar wel. Ik ga op zoek naar studiebeurzen, het is voor de registratie belangrijk. Ik weet alleen niet of het wordt gevraagd
01-12-2018 01:16 [Diana]Oh ok, ik begrijp het. Dankje. 😘😘😘
Dit verhaal is mede mogelijk gemaakt door de Stichting Verhalende Journalistiek.
In een eerdere versie van dit stuk stond in de kop ‘meisje’ uit Aleppo. Dat hebben we aangepast.