Luister deze podcastserie en kijk nooit meer hetzelfde naar nieuws over Islamitische Staat

Maite Vermeulen
Correspondent Migratie
Een Egyptische vrouw en haar twee dochters in hun tent in kamp Al-Roj, waar de Syrische Koerden de families van IS-leden vasthouden. Foto: Ivor Prickett / HH

Journalist Rukmini Callimachi volgt voor The New York Times de terroristische beweging Islamitische Staat. Haar vraag: tegen wie vechten we eigenlijk? In de geniale podcastserie Caliphate hoor je het beste wat journalistiek kan zijn.

Ik heb een nieuw idool. Ze heet Rukmini Callimachi, spreekt Engels, Frans en Roemeens, een paar woordjes Arabisch, en werkt voor de The New York Times.

Ze is de ster-reporter die we volgen in de podcastserie Caliphate. Een serie waarvan ik – en met mij meerdere collega’s – niet kon geloven dat hij niet in ons terecht is gekomen. Daarom deze nabrander. Want Caliphate is zonder twijfel een van de mooist gemaakte, interessantste luisterverhalen die ik ooit hoorde.

Door de ogen van Callimachi krijgen we een blik achter de zwarte vlaggen en bomaanslagen die we inmiddels kennen van de Islamitische Staat (IS). Want ze wil de vraag beantwoorden: tegen wie vechten we eigenlijk?

Geniale journalistieke methodes

In 2015 luisterde ik al eens naar in de podcastshow Reply all. Ze vertelde toen hoe ze uren en uren doorbrengt in online chatrooms en extreme hashtags volgt om IS beter te begrijpen. Een jaar later legde ze in diezelfde show uit

Het werd me toen al duidelijk: Callimachi gebruikt geniale journalistieke methodes om een groepering te begrijpen die voor buitenstaanders een gesloten bolwerk is. En in Caliphate krijgen we een prachtig inkijkje in hoe die methodes precies werken.

Haar online onderzoek blijkt slechts een deel van haar werk. Misschien nog wel belangrijker zijn documenten. Ze reist door Irak en Syrië op zoek naar wat ze ‘het dagboek’ van IS noemt. Het fysieke dagboek.

Ze trekt vlak achter de frontlinie door gebieden waar regeringstroepen net een paar uur geleden IS hebben verslagen, en zoekt naar documenten. Bonnetjes, interne brieven, officiële papieren. Documenten die haar kunnen vertellen hoe IS functioneert.

IS runde een échte staat in Irak en Syrië

Aan de hand van deze documenten schept Callimachi een beeld van het leven in het kalifaat, dat ver afstaat van dat van de bende barbaren, zoals dat in westerse media prevaleerde. dat IS extreem georganiseerde instituties in het leven had geroepen, om belasting, scholing, stadsreiniging en rechtspraak te regelen. IS gaf geboortecertificaten uit en zelfs autoregistraties.

Uit de documenten blijkt dat veel diensten beter werden verleend door IS, dan door de overheid die ze hadden verdreven. Dat IS een echte staat runde.

Callimachi kan natuurlijk veel leren van die documenten, maar niet alles. En daarom zijn er nog de interviews.

Hoe krijg je IS-strijders te spreken?

IS-strijders vinden die met een westerse journalist willen spreken – ga er maar aanstaan. Callimachi schat dat ze door de jaren heen ongeveer twee dozijn strijders heeft gesproken, in gevangenissen in Europa, Irak en Syrië.

In Caliphate komt een van hen uitgebreid aan het woord. Niet vanuit een gevangenis, maar vanuit een hotelkamer in Canada. Deze Canadese jongen is naar Syrië afgereisd om voor IS te vechten. Maar na zijn tweede moord realiseerde hij zich dat dit niets voor hem was. Hij liet zichzelf terugsmokkelen naar Canada.

Zijn verhaal is de rode draad door Callimachi’s vertelling. Het illustreert hoe iemand radicaliseert, gerekruteerd en getraind wordt (inclusief het oefenen van onthoofdingen op poppen), en onderdeel wordt gemaakt van het kalifaat. Maar ook hoe westerse overheden deze jongeren vaak verder radicaliseren door harde straffen bij terugkomst.

Het meest interessant vond ik – als vakidioot – hoe Callimachi probeert na te gaan of de verhalen uit de interviews wel kloppen. Door foto’s, meer interviews, gesprekken met veiligheidsdiensten, paspoortcontroles en met de hulp van andere journalisten, probeert ze elk verhaal te checken en dubbelchecken. Tot ze haar vinger precies op de zere plek kan leggen.

IS is nog lang niet verslagen

De laatste aflevering van Caliphate is een jaar na de val van Mosul opgenomen. Callimachi evalueert: inmiddels is het gebied dat IS controleert gedecimeerd. En toch is de groep verre van verslagen.

De vraag die Callimachi’s werk oproept is: had IS beter geen aanslagen in het buitenland kunnen plegen? Had de westerse wereld hen niet gewoon hun kalifaat laten runnen, als ze de oorlog niet naar de stoepen van Parijs en Londen hadden gebracht?

Dat is volgens Callimachi de tragiek van IS. Maar misschien ook hun kracht.

Want de oorlog gaat door – ook met minder grondgebied. In Libië, Somalië, de Filipijnen, Jemen, Afghanistan, Niger – overal wint IS aanhangers en terrein. En hoe meer strijders het Westen doodt, hoe meer martelaars IS heeft.

Meer lezen over IS?