Radicaal idee: maak van de EU een democratie
Een slagvaardige EU waarin burgers echt iets te zeggen hebben, dat lukt alleen met méér – en vooral een ánder – Europa. Maar een blik op de grootste kanshebbers in de Europese verkiezingen leert: Brussel blijft waarschijnlijk vooral heel erg hetzelfde.
Une grosse salope, een dikke slet, noemt de hoofdpersoon uit Michel Houellebecqs nieuwe roman Sérotonine de Europese Unie. De EU heeft, meent de gedesillusioneerde landbouwkundige, altijd aan de kant gestaan van de vrijhandel en schaalvergroting. Nooit heeft ze de lokale boer beschermd die een hoogwaardig product wil leveren.
In Sérotonine blokkeren Normandische boeren in Le Havre de invoer van melktanks uit Brazilië en Ierland. Nadat de EU de melkquota heeft opgeheven, staat het water hen aan de lippen. Hun opstand loopt uit op een pandemonium van geweld waarbij de acties van de gele hesjes verbleken.
Nu kun je denken: hier laat een misantropische cultschrijver de literaire verbeelding de vrije loop. Maar de landbouwkundige uit Sérotonine vertolkt een gevoel dat breed leeft in Frankrijk.
Dat blijkt uit burgerraadplegingen* over Europa die de Franse president Emmanuel Macron vorig jaar van april tot en met oktober organiseerde. In totaal werden ruim duizend bijeenkomsten georganiseerd, met meer dan zeventigduizend deelnemers uit – als we de organisatoren mogen geloven – alle lagen van de bevolking.
De landbouwpolitiek van de EU staat volgens de deelnemers te weinig garant voor eerlijke concurrentie en moet hoognodig een omslag maken naar de ondersteuning van een milieu- en klimaatvriendelijkere wijze van boeren.
Europa volgens de Fransen: ondemocratisch, ondoorzichtig, weinig effectief
Sowieso stemt de opbrengst van de Franse burgerraadplegingen niet erg vrolijk over het beeld dat mensen hebben van de EU. In het eindverslag is te lezen dat de Europese instellingen worden gezien als ‘weinig doorzichtig, complex, rigide en vooral weinig democratisch’.
In de ogen van de deelnemers is de EU een woud vol diepe kloven. Tussen de burgers en de instituties. Tussen de landen en de Brusselse instellingen. Tussen de landen onderling, in noord en zuid, oost en west.
Wat al die kloven kenmerkt: een gebrek aan transparantie en leesbaarheid, aan democratische controle en ook simpelweg aan kennis en informatie. Het gevolg: ‘De burgers voelen zich beroofd van hun politieke unie en verliezen het geloof in haar.’
De burgers voelen zich beroofd van hun politieke unie en verliezen het geloof in haar
De complexiteit van het huidige model van besluitvorming maakt, vinden de Fransen, de Europese politiek niet alleen ondemocratisch en ondoorzichtig, maar ook weinig effectief. Met 28 (straks 27) landen is het haast onmogelijk consensus te vinden en de problemen op te lossen die Europa aan de lopende band overvallen.
Je hoeft maar aan het eindeloze gesoebat te denken over de eerlijke verdeling van asielzoekers over de Europese lidstaten om te beseffen dat de Franse burgers een punt hebben.
Of aan de Europese landbouwpolitiek. De grootste hap van het Europese budget, bijna 40 procent, gaat nog steeds naar het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Al jaren worden pogingen ondernomen om dit beleid te vergroenen – en om te zorgen dat subsidies niet ten goede komen aan grote ondernemingen die op industriële schaal vervuilende landbouw bedrijven, maar aan kleine boeren die duurzaam produceren.
Maar het heeft er alles van weg dat de landbouwpolitiek ook na 2020 min of meer op de oude voet zal doorgaan.
Een pleidooi voor doormodderen in de Europese compromissenfabriek
Nu beriep historicus René Cuperus zich afgelopen maandag in een column in de Volkskrant ook op uitkomsten van de Franse burgerraadplegingen. Maar dan wel andere uitkomsten.
De Franse consultaties en ook andere peilingen zouden laten zien dat burgers verlangen naar een ‘gezondverstand-Europa’ dat sterk is op de grote gezamenlijke uitdagingen migratie, internationale veiligheid en klimaat. Dat meer kracht naar buiten vertoont, maar ook minder bemoeienis naar binnen. Dat zich niet met zaken bemoeit waar de nationale staten zich prima over kunnen ontfermen, zoals zorg, sociale zekerheid en pensioenen.
Cuperus voorspelde: ‘Veel blijft hetzelfde in Europa. Doormodderen in de grote compromissenfabriek.’
En dat stemde hem eigenlijk wel tevreden. ‘De fanatici die grote sprongen voorwaarts willen maken met de Europese eenheid, dan wel de fanatici die de fictie van absolute nationale soevereiniteit willen najagen: zij komen beiden van een koude kermis thuis. Gelukkig maar’, schreef hij.
Het is een standpunt dat je vaak hoort: dromen van méér Europa is koren op de molen van de eurosceptici.
Natuurlijk is het altijd aanlokkelijk jezelf te presenteren als vertolker van de nuance en het gezonde verstand. Maar in zijn enthousiasme voor het gematigde midden en de status quo vergat Cuperus even de kritiek van de burgers op wat zij ervaren als het democratische tekort van de Europese Unie. Juist de traagheid en onmacht van de compromissenmachine was hun een doorn in het oog.
Bovendien schuilt er een tegenstelling in zijn positie. Cuperus wil een krachtige EU op het gebied van migratie, veiligheid en klimaat, maar wil de oorzaak van het gebrek aan kracht niet aanpakken. Hoe kun je nu vinden dat de EU op deze terreinen sterker moet worden én pleiten voor doormodderen in de grote compromissenfabriek?
Een illusie van democratie
Dat dit even onverstandig als onmogelijk is, vinden niet alleen de Franse burgers, maar ook andere observatoren. Zoals de Belgische rechtsfilosoof Benoît Frydman. In een radiouitzending met als veelzeggende titel ‘De Europese Unie: een illusie van democratie?’ zei hij dat de EU op twee fronten heeft teleurgesteld.
Allereerst verwijten de burgers Europa terecht een democratisch tekort. Ze hebben gelijk, meent Frydman, als ze denken dat Brussel vooral naar de bedrijven luistert, en niet naar hen.
Verwijt nummer twee: ‘De EU heeft het sociale model vernietigd. Men heeft de vrije markt georganiseerd en het vrije verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten maar niets gedaan om een sociaal of fiscaal Europa te bouwen. Men heeft de arbeiders niet beschermd, de herverdeling (van de welvaart, red.) niet in stand gehouden en niet voldoende middelen beschikbaar gesteld om publieke diensten te leveren.’
Kiezers weten dat ze heel weinig weten van wat er speelt op Europees niveau
De Franse boeren kunnen erover meepraten.
In hetzelfde radioprogramma zei de Belgische politicoloog Vincent De Coorebyter: ‘Het huidige model van Europa als een grote vergadering tussen landen is aan het eind van zijn Latijn.’
Net als de Franse burgers legde hij de nadruk op de slecht leesbare structuur van de Europese Unie. Hij constateerde:
- dat het Europees Parlement tegenover twee uitvoerende machten staat: de Europese Commissie en de uitvoerende machten van alle lidstaten verenigd in de Europese Raad;
- dat er op Europees niveau niet iets bestaat als een oppositie die tegenover een regering staat;
- dat er een democratisch theater is, een democratische illusie, waarbij de kiezers weten dat ze heel weinig weten van wat er speelt op Europees niveau, binnen het parlement waarvoor ze stemmen;
- dat er in de Raad een pseudodemocratie is waarin een kleine minderheid het besluit van de ruime meerderheid in veel gevallen kan blokkeren;
- dat de EU sinds de uitbreiding van 2004 met tien nieuwe landen in de huidige vorm ineffectief en onbestuurbaar is geworden.
Op grond van deze kritiek komt De Coorebyter tot een conclusie die Cuperus tot die van de fanatici rekent: ook op Europees niveau moet er iets komen als een regering die door het parlement gecontroleerd wordt en moet een tegenstelling regering-oppositie tot stand worden gebracht.
Dat was ook een van de vele voorstellen die de Franse burgers deden om de democratie in Europa te versterken.
Verder stelden ze onder meer voor:
- één, door de burgers te kiezen voorzitter voor de Europese Unie, in plaats van twee (Europese Commissie en Europese Raad);
- een rechtstreekse verkiezing van alle Europese functionarissen;
- meer macht en recht van initiatief voor het Europees Parlement.
Democratisch idee: een burgerassemblee
Dat zijn manieren om de representatieve democratie op Europees niveau te versterken. Maar wezenlijker is misschien nog wel de deelname van de burger aan die democratie te verhogen, de participatieve democratie te versterken.
Want, zoals Manu Claeys, auteur van het boek Red de democratie! zegt: democratie betekent letterlijk dat het volk regeert. Het gaat niet om de stem maar omde medezeggenschap van de burger.
Een van de voorstellen van de Franse burgers daartoe is het creëren van een burgerassemblee van gelote deelnemers uit alle Europese landen. De EU zou dan twee Kamers hebben, het parlement en de assemblee.
Prikkelend, zulke vergezichten. Maar in de programma’s van de politieke partijen voor de Europese verkiezingen van eind mei zijn dergelijke voorstellen nauwelijks terug te vinden. Behalve dan bij de nieuwe pro-Europese politieke bewegingen DIEM25 en Volt.
Heel groot is de kans niet dat zulke bewegingen in het nieuwe parlement de toon gaan zetten. De voorspellingen luiden dat juist het contingent eurosceptici stevig zal groeien en een klein kwart van de zetels zal bezetten.
Maar dominant zullen toch de middenpartijen blijven. En die vertolken zo ongeveer het geluid van Cuperus. Het CDA heeft het bijvoorbeeld over een Europa dat zich concentreert op kerntaken en dat efficiënter is, maar maakt nauwelijks woorden vuil aan democratische vernieuwing.
Zelfs al geschiedt een wonder en komt er een parlement dat trappelt van dadendrang om de Europese democratie te versterken, zonder de zegen van de lidstaten zijn plannetjes daartoe kansloos. En behalve het Frankrijk van Macron zijn er weinig landen die daar warm voor lopen.
Ik wil het jaar niet in mineur aftrappen, maar alle reden dus om te denken dat het scenario van Cuperus het meeste kans maakt: doormodderen in de compromissenpolitiek.
Daarmee heeft Cuperus nog geen gelijk dat het fanatici zijn die dit soort wilde voorstellen lanceren. Integendeel, het zijn democraten die een urgent probleem willen aanpakken: de diepe kloof tussen de burger en de Europese politiek.
Dit is een bewerkte versie van een verhaal dat ik ook hield bij de bijeenkomst ‘Faalt Project Europa?’