Omstreden onkruidverdelger kreeg groen licht op basis van witwasteksten van de fabrikanten
Glashelder toont een Duitse plagiaatonderzoeker aan dat bij de beoordeling van glyfosaat, bestanddeel van een veel gebruikte onkruidverdelger, zeer ruim en onkritisch is geput uit materiaal dat de fabrikanten zelf aanleverden.
Niet betrouwbaar. Niet relevant. Stuk voor stuk serveerde het Duitse instituut voor de beoordeling van gezondheidsrisico’s BfR* elke wetenschappelijke studie af waaruit zou blijken dat onkruidverdelger glyfosaat kankerverwekkend is. En de Europese autoriteit* voor de veiligheid van de voedselketen sloot zich daar netjes bij aan.
Al jaren zijn er sterke aanwijzingen* dat de Duitse organisatie daarbij driftig had overgeschreven uit rapporten van de Glyphosate Task Force,* een consortium van fabrikanten waaronder Monsanto, de producent van Roundup, ’s werelds meest gebruikte onkruidbestrijdingsmiddel met glyfosaat als actief bestanddeel.
Maar het BfR verdedigde zich door te zeggen dat het om passages ging die voor de beoordeling niet essentieel waren en dat het altijd kritisch had gekeken naar door de industrie aangeleverde informatie. De beschuldigingen deed het af als ‘een nieuwe poging de geloofwaardigheid van wetenschappelijke instituties in diskrediet te brengen’.
Plagiaatonderzoeker Stefan Weber heeft nu ruim achttienhonderd pagina’s uit de in 2013 gemaakte risicobeoordeling met speciale software onderzocht op sporen van plagiaat. De conclusies* die hij met een coauteur trekt zijn vernietigend: het Duitse instituut heeft op grote schaal voor de beoordeling cruciale passages rechtstreeks en zonder bronvermelding overgenomen van de industrie-taskforce.
Kwaadaardig knip- en plakwerk
De Europese wetgeving maakt het verplicht bij de beoordeling van een bestrijdingsmiddel ook peer reviewed artikelen mee te nemen, en niet alleen door de industrie aangeleverde studies.
Niet voor niets. Want uit onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek wil wel eens een minder rooskleurig beeld oprijzen over de neveneffecten van pesticiden dan uit het door de industrie aangeleverde onderzoek.
Het zijn dergelijke, onafhankelijke studies op basis waarvan het Internationale Agentschap voor Kankeronderzoek in 2015 tot de conclusie kwam dat glyfosaat ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’ is.
Hoe kan het nu dat het Duitse instituut voor risicobeoordeling en in navolging daarvan ook de Europese voedselautoriteit tot de conclusie kwamen dat glyfosaat juist niet kankerverwekkend is?
Uit het plagiaatonderzoek blijkt dat maar liefst 70 procent van de tekst over de wetenschappelijke studies naar glyfosaat is overgenomen uit het door de Glyphosate Task Force aangeleverde dossier.
Dik 20 procent daarvan valt onder wat de auteurs ‘goedaardig’ knip- en plakwerk noemen: overname met bronvermelding. Maar de rest, in totaal de helft van de hele tekst, is gekopieerd zonder weging van de inhoud en zonder te vewijzen naar de bron. Kwaadaardig knip- en plakwerk, regelrecht plagiaat, oordelen de auteurs.
Cruciale passages over hoe onbetrouwbaar studies zouden zijn over kankerverwekkendheid van de stof, komen rechtstreeks van fabrikant Monsanto
Dat is ook het geval bij de cruciale passages waarin alle wetenschappeljke studies die wijzen op kankerverwekkendheid als onbetrouwbaar en irrelevant worden afgewezen.
Het Duitse instituut presenteert die oordelen als eigen bevindingen, ook als er in het oorspronkelijke materiaal van de industrie-taskforce expliciet bij stond dat ze van Monsanto afkomstig waren.
Neem een studie uit 1999* over het verband tussen pesticiden en non-Hodgkinlymfoom, een vorm van lymfeklierkanker. In de tekst van de Glyphosate Task Force was bij een passage vol negatief commentaar als bron te lezen: ‘Monsanto Review by John Aquavella, PhD and Donna Farmer, PhD’. Dat was in de Duitse beoordeling weggelaten. Daar stond simpelweg: ‘other comments’, alsof die uit de pen van het instituut zelf waren gevloeid.
Zeker, dat dit commentaar uit de pen van de industrie was gevloeid, hoeft niet te betekenen dat het inhoudelijk onjuist was.
Maar dat is het wel degelijk, oordeelde hoogleraar epidemiologie Eberhard Greiser. Hij stelde dat bij het afwijzen van alle studies die op verband tussen glyfosaat en non-Hodgkin lymfoom duiden een verkeerde maatstaf was gebruikt. En hij wist toen nog niet eens dat het instituut dit gewoon van de industrie-taskforce had overgenomen.
Jijbak
Nu kun je de studie van Weber afdoen met een jijbak. Is dit onderzoek niet verricht op verzoek van de linkse fracties in het Europees Parlement: de Groenen, de Socialisten & Democraten en Verenigd Links? Werkt coauteur Helmut Burtscher-Schaden niet voor de Oostenrijkse milieuvereniging GLOBAL2000? Dan is dit toch ook geen objectief, onafhankelijk onderzoek, gespeend van belangen?
Dat klopt. Maar de feiten lijken de auteurs simpelweg gelijk te geven. Ze laten domweg met kopieën zien dat hele lappen tekst letterlijk en zonder bronvermelding door het Duitse instituut zijn geknipt en geplakt uit het door de taskforce ingediende dossier.
Voor de goede orde: dit alles bewijst niet dat glyfosaat wél kankerverwekkend is. Wat het aantoont, is dat het middel het groene licht kreeg zonder op zorgvuldige en onafhankelijke wijze te zijn beoordeeld.
Eigenaardigheden
De Duitsers waren aan het werk getogen omdat hun land ‘Rapporteur Member State’ was voor de beoordeling van glyfosaat.
Het is een van de eigenaardigheden van de huidige Europese regelgeving: de industrie mag zelf kiezen in welk EU-land het een toelatingsdossier indient. En doorgaans wordt het oordeel van de rapporteur dan in de hele EU overgenomen.
In de praktijk kiezen de fabrikanten in 80 procent van de gevallen voor vier landen: Frankrijk, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
De pesticidencommissie van het Europees Parlement wil aan deze vrije keuze door de fabrikant een eind maken. Ze wil dat voortaan de Europese Commissie bepaalt welke lidstaat zich over welk toelatingsdossier zal buigen. Met als criterium bewezen deskundigheid en onafhankelijkheid.
Dat de fabrikant zelf kiest welk EU-land zijn onkruidverdelger mag keuren, moet echt veranderen, vindt de pesticidecommissie
Deze pesticidencommissie werd in februari 2018 opgericht naar aanleiding van de controverse rond glyfosaat. Ze heeft als taak te onderzoeken of de goedkeuringsprocedure voor bestrijdingsmiddelen wel deugt.
De rapporteurs van dienst, Bart Staes van de Vlaamse partij Groen en de Duitse christendemocraat Norbert Lins, bepleiten alle data en studies openbaar te maken, op basis waarvan de autoriteiten beslissen bestrijdingsmiddelen toe te laten tot de markt, zodat wetenschappers en activisten ze kritisch tegen het licht kunnen houden.
Woensdag stemt het Europees Parlement over het rapport* van Staes en Lins, dat nog ruim honderd andere aanbevelingen bevat om te komen tot een zuivere beoordeling van nieuwe pesticiden, zodat alleen veilige middelen op de markt komen.
Dat dit geen overbodige luxe is, laten de onthullingen over het knip- en plakwerk uit witwasteksten van de industrie bij de goedkeuring van glyfosaat eens te meer zien.
P.S. Op 16 januari 2019 heeft het Europees Parlement met een grote meerderheid (526 stemmen voor, 66 tegen, 72 onthoudingen) het rapport van Staes en Lins aangenomen.
Het Duitse beoordelingsinstituut heeft intussen gereageerd op het rapport. Het ontkent de beschuldigingen, maar gaat niet concreet in op de gegeven voorbeelden. De auteurs van het rapport zetten de onbeantwoorde vragen op een rij.