Operatie Democratie 2019: laat de politiek weer van iedereen worden
Dat in Nederland de gele hesjes nog niet massaal stoplichten omverhalen of het Torentje van Mark Rutte in de fik zetten, wil niet zeggen dat onze democratie goed functioneert. Het rapport van de staatscommissie-Remkes over democratische vernieuwing komt dan ook geen dag te vroeg. Haar voorstellen negeren is een recept voor grote problemen.
De rust in Nederland kan misleidend zijn. Wie heeft het na de feestdagen nog over de Staatscommissie parlementair stelsel? Is alles hier aardig en netjes en kan de democratie daarom niets gebeuren? Kijk om je heen.
Het Verenigd Koninkrijk lijdt aan een collectieve zenuwinzinking rond de Brexit. In Frankrijk heeft de autoritaire staat opnieuw hardnekkig straatverzet opgeroepen. In Italië regeren politieke uitersten zonder bestuurlijke ernst. Midden-Europa aarzelt over democratie. Alleen Duitsland is vergelijkbaar: vanwege de schijnbare rust.
De Europese veenbrand – onvoldoende erkende massale armoede en kansenongelijkheid – is extra gevaarlijk omdat de democratische middelen ontbreken er op een eerlijke en serieuze manier mee om te gaan. In de EU zijn er wel indirect democratische procedures, maar is er geen sprake van een debat. Er zijn hoogstens indirecte discussies, die in elke lidstaat apart worden gevoerd. Regeringen die in eigen land worstelen met hun representativiteit kunnen moeilijk op die veel grotere schaal een breed draagvlak creëren voor hun maatregelen.
Brexit is de ontploffing die alles zichtbaar maakt
Brexit is de ontploffing die alles zichtbaar maakt. Ook een eeuwenoud stelsel kan monumentaal falen. Ook binnen democratische besluitvorming kan retoriek het winnen van gezond verstand en eigenbelang.
Het door de regering-May bereikte akkoord maakte duidelijk dat Brexiteers gratis appeltaart in Fantasialand hadden beloofd
Het Britse referendum van 2016 was de uitkomst van een demagogische campagne door bevoorrechte en roekeloze politici, die volledige soevereiniteit, meer welvaart en een hoofdrol voor het Verenigd Koninkrijk in de wereldeconomie beloofde. Het door de regering-May bereikte akkoord maakt duidelijk dat die campagne gratis appeltaart in Fantasialand beloofde.
Veel Britten zijn intussen moe van het gepraat maar de gevolgen van Brexit, mét of zonder akkoord, zullen ingrijpend zijn. De welvarende aanstichters zullen het niet echt merken; hun kansarme aanhangers des te meer.
Politiek Den Haag kijkt ernaar en sluit de gordijnen
Politiek Den Haag kijkt ernaar en sluit de gordijnen: uitzonderlijke bevoegdheden voor het kabinet moeten volstaan tegen de winterkou. Maar dit land is niet immuun voor de verwekkers van Europese onvrede.
Veel Nederlanders zijn aardig op de hoogte van wat er te koop is in de wereld. Zij zien de onmacht bij nationale en Europese bestuurders om het bedrijfsleven en de financiële wereld regels op te leggen zodat ze verantwoord ondernemen. Ze voelen zich betutteld door een overheid die burgers wantrouwt, veel van hen vraagt en hen steeds minder beschermt.
In dat klimaat komt een een serieus rapport over het democratisch bestel geen dag te vroeg. En dat heeft de staatscommissie-Remkes geleverd. Haar in december gepresenteerde rapport is volwassen en bijdetijds en legt goed uit dat de democratische rechtsstaat het fundament is onder onze vrijheid. Het zet principes op een rij en loopt alle mogelijkheden voor modernisering van het bestel langs.
De commissie zocht naar mogelijkheden om de burger directer te betrekken bij de voorbereiding van beleid. Haar rappport sorteert voor- en nadelen van zulke middelen, zoals internetraadpleging van burgers, nationale burgerinitiatieven, het burgerforum en het Ierse (deliberatieve) referendum. En doet voorstellen waar we mee aan de slag kunnen.
De staatscommissie-Remkes werd in het leven geroepen om te kijken of de Eerste Kamer kon worden afgeschaft. Met name de VVD vond het hinderlijk dat het kabinet-Rutte II, zonder meerderheid in de Senaat, steeds weer steun moest zoeken bij wisselende oppositiepartijen.
Na de nodige heen-en-weer-beraadslagingen tussen Eerste en Tweede Kamer ging de Staatscommissie van start met een veel bredere opdracht. Johan Remkes, destijds commissaris van de Koning in Noord-Holland, en zijn medecommissieleden moesten de parlementaire democratie doorlichten en aanbevelingen doen om die toekomstbestendig te maken.
De commissie ging aan het werk in het volle besef dat de parlementaire democratie geen rustig bezit is. Ze liet halverwege haar werk dan ook al weten vooral te kijken naar hoe burgers hun stem beter kunnen laten doorklinken. Nederlanders moeten zich beter vertegenwoordigd voelen in het stelsel, vond ze. Ook onderzocht de commissie de kabinetsformatie.
83 voorstellen en toen was het stil
De commissie zwoegde twee jaar op het rapport. En toen was het er. Lage drempels, hoge dijken, heet het. Met 83 voorstellen om onze democratie representatiever en slagvaardiger te maken. Dank u wel. En toen was het stil.
De commissie-Remkes, bestaande uit verstandige en deskundige lieden, heeft naar veel mensen geluisterd en heeft goed nagedacht. De meeste van haar voorstellen hebben als onderliggend doel de weerbaarheid van de democratische rechtsstaat te versterken. Daar maakt de commissie zich zorgen over. Ze hoopt dan ook dringend dat de politiek werk zal maken van de aanbevelingen.
Afgaande op wat er is gedaan met de adviezen van de vorige grote staatkundige denkoperatie, die van de Nationale Conventie en het Burgerforum kiesstelsel (2006) is de kans klein dat Eerste en Tweede Kamer de Grondwet en de overige wetgeving zullen aanpassen om het kiesstelsel en de kabinetsformatie voor de kiezer aantrekkelijker te maken of een bindend correctief referendum in te voeren – om twee belangrijke voorstellen te noemen uit Lage drempels, hoge dijken.
De politieke top weigert al jaren toetsing van wetten aan de Grondwet mogelijk te maken, wat de commissie ook voorstelt. En zo zal het met de meeste van de overige voorstellen gaan. Hoogstens wordt besloten beter burgerschapsonderwijs in te voeren (zonder budget).
Niets doen is geen optie
Maar de voorstellen negeren, zou heel onverstandig zijn. Om niet te zeggen roekeloos. Wie in 2019 denkt dat we zo wel door kunnen en hoopt dat er altijd wel een kabinet bij elkaar te rommelen is dat een tijdje kan regeren, leeft in dromenland. De commissie heeft beredeneerde voorstellen gedaan. Die verdienen het om goed naar te kijken.
Nu is tegen de meeste voorstellen wel wat in te brengen. Dat is ook gebeurd. Om een bezwaar te noemen: een gekozen formateur, zoals de commissie voorstelt, betekent een gekozen minister-president zonder dat de uitslag van de verkiezingen daar noodzakelijkerwijs bij past.
Als Pim Fortuyn tot formateur zou zijn gekozen, maar daarna geen coaltie had kunnen vormen, had het volk zich alleen maar bedrogen gevoeld
Zo had het in 2002 kunnen gaan volgens dit voorstel: de destijds populaire, populistische politicus Pim Fortuyn had gekozen kunnen zijn tot formateur. Vervolgens had hij vermoedelijk geen kabinet kunnen vormen omdat geen van de gevestigde partijen met hem in een coalitie wilde stappen. Een ander zou na hem formateur kunnen worden – en het volk had zich bedrogen gevoeld.
De commissie stelt daar dit tegenover: laat via een aparte stem een formateur kiezen, zodat het kiezersvolk meer invloed krijgt op de kabinetsformatie, die nu een en al geheimhouding is. En als je tevoren duidelijk maakt dat de formateur niet automatisch premier hoeft te worden, kan de frustratie daarover misschien beperkt blijven.
Een ander punt van kritiek is dat de commissie de Eerste Kamer het recht geeft wetsontwerpen één keer terug te zenden naar de Tweede Kamer, maar niets verandert aan de indirecte wijze van verkiezen via de Provinciale Staten. Dat geeft de kiezers niet meer invloed op de Senatoren, die nu ongeremd politiek kunnen handelen en zich regelmatig niet beperken tot weging van wetten op grond van grondwettigheid, degelijkheid en uitvoerbaarheid, hun eigenlijke taak.
Meer persoonscultus, nee dank u
Zo is er meer kritisch commentaar op het werk van de commissie. Remkes c.s. stellen voor de wildgroei aan zelfstandige bestuursorganen (zoals toezichthouders ACM, AFM en NZa) in te dammen, maar laten na de inspraak van burgers in die voor de zorg en de financiële wereld belangrijke organen vorm te geven.* De voorstellen om politieke partijen te versterken kunnen weer leiden tot een verdere persoonscultus, die partijen eerder verzwakt.
Kortom, niet alle 83 voorstellen kunnen direct worden ingevoerd.
En toch mag dit grondige denkwerk dit keer geen loze exercitie blijven. Daarvoor is er te veel aan de hand in de wereld. Burgers zijn aan de ene kant onthecht geraakt van het gezag, aan de andere kant zitten zij veel dichter op de politiek en hebben ze van alles te zeggen over besluitvorming die hun soms niet bevalt.
De commissie-Remkes tracht die urgentie van democratische vernieuwing onder woorden te brengen. Ook heeft ze de door Balkenende c.s. grotelijks genegeerde voorstellen van de Nationale Conventie en het Burgerforum kiesstelsel opnieuw tegen het licht gehouden. Dat is alleen maar te prijzen.
Het kabinet-Rutte III moet nu aan de slag met het rapport. Dé kans om te laten zien dat het de tekenen van de tijd verstaat, is de aanbeveling een bindend correctief referendum in te voeren serieus te nemen. Dat zou twee vliegen in één klap betekenen.
Dit kabinet heeft in lichte paniek het raadgevend referendum afgeschaft, bang geworden door de hachelijke avonturen met het Oekraïne-referendum. Het referendum over de ‘sleepwet’ liep veel rustiger en ging over een Nederlandse wet, maar toen was de kramp niet meer uit het kabinet te krijgen.
Een breed en energiek debat
Door nu een breed en energiek debat daarover te organiseren laat het kabinet zien dat het a) erkent dat het misschien wat overhaast het raadgevend referendum heeft afgeschaft en b) niet bang is voor het volk. Niet omdat D66 het graag wil, maar omdat het een goed idee kan zijn de kiezers een noodrem te bieden als een wet is aangenomen met een kunstmatige – bijvoorbeeld door coalitiedwang tot stand gekomen – meerderheid, terwijl in werkelijkheid er geen draagvlak voor is bij de meerderheid in het parlement en het land.
In Frankrijk heeft president Macron pas een brede burgerraadpleging uitgeschreven toen hij in nood zat. Maar hij bepaalt waar het over mag gaan. Het is zeer de vraag of de gele hesjes daar nu nog genoegen mee nemen.
In Nederland is ervaring opgedaan met nationale discussies. Denk aan de Brede Maatschappelijke Discussie over kernenergie die in 1983 een genuanceerd eindrapport opleverde. Recenter is ervaring opgedaan met een brede discussie over risico’s en kansen van de oprukkende nanotechnologie.*
De gele hesjes voor zijn
In Nederland zouden Tweede Kamer, Eerste Kamer en kabinet tot een brede discussie kunnen besluiten naar aanleiding van het rapport van de Staatscommissie – en voordat oranje hesjes hier stoplichten omverhalen en het Torentje in de fik zetten. Een slagvaardig en zichtbaar trio uit kabinet en Kamers zou dan de verantwoordelijkheid op zich kunnen nemen voor democratische vernieuwing.
We zijn cynisch geworden doordat we te vaak zagen hoe problemen in commissies worden geparkeerd
Ik weet het, we zijn cynisch geworden doordat we te vaak hebben gezien hoe problemen in commissies worden geparkeerd. Terwijl de politieke bovenklasse lekker doorschaatst op de korte baan. Als Rutte III en de Kamers inzien dat én het stelsel én de manier waarop politici hun taak opvatten voor verbetering vatbaar zijn, zouden onvrede en boosheid gekanaliseerd kunnen worden.
Dan zijn verkiezingen belangrijk (ook de Europese, Mark Rutte). Maar dan wordt ook bespreekbaar hoe mondige burgers op het niveau van gemeente, provincie, land en Europese Unie hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Dan wordt benoemd wie waar over gaat, wat je wel en wat je niet kunt verwachten dat er met je adviezen gebeurt.
Enter het Demotrio
Zo’n ‘Demotrio’, bestaand uit bijvoorbeeld Mark Rutte, Ankie Broekers-Knol en Jesse Klaver, zou kunnen voorgaan in het gesprek over onze democratische rechtsstaat en voorstellen kunnen doen over aanpassingen van het stelsel. Het zou proeftuinen van praktische meespraak op gemeenteniveau kunnen bevorderen én ervaringen met bijvoorbeeld het Duitse kiesstelsel voor Nederland zichtbaar kunnen maken.
Het maatschappelijk middenveld is met het verdwijnen van de zuilen vervangen door de commercie, en individuele burgers zijn klanten geworden, van bedrijven en van de overheid. Die onmaatschappelijke leegte moet weer worden opgevuld. Burgerschap moet weer worden uitgevonden en vormgegeven. Dat is geen zoethoudbaantje voor een uitgerangeerde bestuurder maar zou Chefsache moeten zijn.
Operatie Democratie 2019
Deze Operatie Democratie 2019 moet geen speeltje worden voor politici, maar een hoogst noodzakelijk deltawerk. Het rapport van de Staatscommissie heet niet voor niets Lage drempels, hoge dijken. Op het omslag staat niet voor niets de 9 kilometer lange Oosterscheldekering afgebeeld, het grootste en beroemdste deltawerk.
In zijn inmiddels tot een kleine bestseller uitgegroeide pamflet Groter denken, kleiner doen roept voormalig vicepresident van de Raad van State Herman Tjeenk Willink niet voor niets iedere burger en iedere professional op het burgerheft zelf in handen te nemen en de democratische rechtsstaat te heroveren op het marktdenken. Omdat hij van de politieke toplaag onvoldoende zelfinzicht hiervoor verwacht.
Of zou het gezonde verstand deze coalitie en de huidige volksvertegenwoordigers alsnog de moed geven collectief in de spiegel te kijken? En doen beseffen dat zij door de kiezers daar zijn neergezet om het volk te helpen zijn wil te bepalen. Niet met verkiezingsstuntjes maar met het schetsen van vraagstukken, het erkennen van de realiteit in de wereld, het openbaar afwegen van soms onaantrekkelijke oplossingen.
Dat is politiek. Baantjes moeten secundair zijn. Populair blijven is handig maar bijzaak. Democratie moet. Maar niet op de manier van gisteren. En ook niet op de manier van de grootste bek. Of via de totalitaire wil van de meerderheid.
De democratische rechtsstaat moet opnieuw worden uitgevonden met de zorgen van meerderheden én minderheden in gedachten. Hier mag Nederland weer eens gidsland zijn.