Annette is jarig vandaag, 56 jaar, er is hazelnootschuimgebak. Dat nam ze dertig jaar geleden al mee voor de man die nu aan de keukentafel in haar vakantiehuis zit. Hij houdt ons gesprek vanachter zijn laptop in de gaten, grinnikt af en toe, biedt thee aan. ‘Er is geen normale thee, er is alleen kerstthee, dat vind ik niet normaal.’

Na twee echtgenoten kregen Annette en de man achter het scherm opnieuw contact, via Facebook. Hij: ‘Het was tijd om een berichtje te sturen van: Hey, leef je nog?’ Zij: ‘En dat was zo.’

Ooit was hij haar huisarts, nu haar geliefde. Destijds nam ze hazelnootschuimgebak voor hem mee om een goede band met hem op te bouwen. Ze wist dat ze hem vaak ging zien, omdat ze het syndroom van Roussy-Lévy heeft. ‘Een beetje MS-achtig, maar niet helemaal. Mijn spieren zijn goed, maar m’n zenuwen sterven langzaam af.’

We ontmoetten Annette op de Vakantieparkentop, een conferentie waar overheid, gemeente en hulpverlening in gesprek gingen over het ‘hervormen’ van bewoonde vakantieparken.

Ze leunt naar ons toe als we die ontmoeting ter sprake brengen, steekt haar vork rechtop in het gebak. ‘Weet je wat me vooral stoorde op die dag? Ik heb wel een paar duizend keer het woord "kansarm" gehoord. Door de manier waarop mensen die de regels maken over vakantieparkbewoners spreken, lijkt het alsof het hier gaat over mensen die niet voor zichzelf kunnen denken. Onzin, natuurlijk. Door omstandigheden hebben we een keuze gemaakt die ervoor zorgt dat we overleven. Dat is prachtig, niet zwak.’

Foto’s: Vera Mulder

Veel medebewoners schamen zich

Vanwege haar aangeboren handicap werd Annette al op haar twintigste voor 100 procent afgekeurd. Ze leeft nu van een WAO-uitkering van zo’n 700 euro per maand, plus een klein pensioen van haar overleden tweede man.

Voordat ze werd afgekeurd werkte ze als medisch secretaresse, later gaf ze gratis yogales. ‘Met yoga heb ik mezelf uit mijn rolstoel getraind, dat wilde ik met anderen delen.’

Nu woont ze ergens tussen de weilanden in het Brabantse Oosterhout, op een stuk land met dertig huisjes, waarvan acht permanent bewoond. Tussen de chalets en woonwagens ligt een klein grasveld met een afgedekte zandbak en een rode wipkip op zijn kant, de snavel begraven. Die gaan ze binnenkort recht zetten, op de jaarlijkse klusjesdag voor bewoners.

Annette vraagt ons om geen andere huisjes op de foto te zetten dan het hare. ‘Mensen schamen zich voor hun situatie, zijn terughoudend om erover te praten. Ze komen hier terecht vanwege schulden of omdat ze problemen hebben met instanties. Dat zorgt voor angst: als ik te veel zeg, word ik gepakt.’

Mensen kunnen wel wat meer vrijheid gebruiken

Onderling wordt er wel gepraat. Annette vertelt hoe er zo nu dan een buurman komt aanwaaien, ‘overal tattoos, gebroken tand, en dat zit dan schokschouderend tegenover me te huilen dat hij zo graag weg wil blijven van het criminele leven maar met zijn legale handeltje in oudijzer nauwelijks rondkomt, dat hij wil dat zijn kleinkind trots kan zijn op opa’.

De controle van gemeente en politie op een paar van de andere bewoners is streng, meent Annette. ‘Als je eenmaal te boek staat als fout, kan de kleinste overtreding er al voor zorgen dat je alles kwijtraakt. Muziek te hard, wietplantje. Dat zorgt voor een constante onzekerheid, terwijl ik geloof dat mensen juist gebaat zijn bij wat meer vrijheid en vertrouwen. Autonomie.’

‘Je rekent er niet op dat je iemand moet helpen, maar als je eenmaal bezig bent, past het altijd wel’

Ze zit in de hoek van de bank, haar voeten in ergonomische oranje sokken onder zich getrokken. Naast haar liggen twee hondjes met kersttruien aan. Het ene bibbert.

Getraumatiseerd, zegt ze. Ze nam de hond in huis na een woningbrand bij de buren, waarbij het beest al haar puppy’s verloor. ‘Vier stuks... Dit beest is wel een beetje de samenvatting van mijn leven: je rekent er niet op dat je iemand moet helpen, maar als je eenmaal bezig bent, past het altijd wel.’

Foto’s: Vera Mulder

Het kan iedereen overkomen

Aangewezen zijn op vakantieparkwonen kan iedereen overkomen. ‘Ik had de succesvolle man, ik had het grote huis, we hadden samen een bedrijf. Maar de man vertrok, weigerde het huis of bedrijf te delen. In de emotie van de scheiding tekende ik een convenant waardoor ik metersdiep in de schulden kwam.’

Vanaf de keukentafel merkt de huisarts op: ‘Ze is te lief voor deze wereld. Er wordt altijd misbruik gemaakt van haar goedheid.’ Annette pulkt aan haar sok.

Ze trouwde opnieuw, haar man overleed in 2015. Tijdens dat huwelijk zette ze haar handtekening onder een wurgkrediet om hun dak te laten repareren. Twintig jaar later betaalt ze dat nog steeds af. Het is de enige schuld die intussen nog rest, maar het is een drukkende.

Annette heeft vijf kinderen. Drie kreeg ze er zelf, de vierde is uit een eerdere relatie van haar tweede man, de vijfde is een verweesde vriend van een van haar kinderen, die ze op latere leeftijd adopteerde. Ze betrokken tien jaar geleden met z’n zevenen het chalet in Oosterhout omdat zij en haar man geen regulier huur- of koophuis meer konden betalen.

Annette betaalt nu ongeveer 500 euro per maand voor haar woning. Naast geld om te eten houdt ze niets over.

Het vakantiehuis is een blokhut met een hoekbank, pelletkachel, bedstee en toilet met een gordijn ervoor. Als alle kinderen er zijn wordt het binnen te krap – ze bouwde de blokhut uit met planken en golfplaat, daar zaten ze afgelopen kerst, de flessen cola staan er nog.

Foto’s: Vera Mulder

Nu ze op het park woont, wil ze er niet meer weg

Ze heeft op dit moment geen andere optie dan het vakantiepark: haar schuld plus uitkering bieden zoals gezegd geen mogelijkheden om iets reguliers te huren of kopen.

Maar ze wil ook niet meer weg.

Wonen op het park bracht Annette, naast vogelconcerten en frisse lucht, de bevestiging dat ze hiervóór simpelweg op de verkeerde plekken woonde.

‘Toen ik nog in Dordrecht woonde, zaten we in een nieuwbouwstraat met wel 200 huizen. Als je daar ’s ochtends de deur uitging, dan was die hele straat leeg, want zowel man als vrouw werken en de kinderen zijn op school. Op het moment dat iedereen thuiskomt zijn ze bezig met dat gezinnetje, oog voor de buitenwereld is er niet. Ik heb daar nooit aansluiting gehad, met niemand. En ik praat nog tegen een lantaarnpaal.’

Op het vakantiepark is dat anders. ‘Als er iemand ziek is, zorgen we dat er eten komt. Als iemand naar het ziekenhuis moet, brengen we hem. Is er iets kapot aan je huisje, dan is er altijd wel iemand die nog wat in z’n schuur heeft liggen. Iedereen hier is er open over dat ze wel wat hulp kunnen gebruiken. Mooi weer spelen hoeft niet.’

Foto’s: Vera Mulder

De overheid schiet tekort

‘Ik heb het geluk gehad dat ik gehandicapt ben, dat ze zeiden dat ik niet ouder dan twintig zou worden. Gezonde mensen nemen het leven voor lief, voor mij is het leven een feest. Zolang ik adem, vind ik mijn weg wel.’

Huisarts: ‘Levenslust heet dat.’

Annette: ‘Ik ben eigenlijk nooit chagrijnig.’

Huisarts, knipogend: ‘Ze gebruikt mij soms als pispaal. Ik schik me graag in dat lot.’

Klagen over haar situatie doet ze zelden, zich verbazen over de wetten en regels rond die situatie, doet ze des te vaker.

‘Ik ben zo liberaal als maar zijn kan! Liberaler kan je het je niet voorstellen. Maar ze laten het me niet zijn’

Ondanks haar schulden mag ze niet onder schuldbewind, omdat ze maar op één plaats een schuld heeft. Hoe hoog die schuld is, maakt niet uit. Op een bijeenkomst over schulden vroeg ze eens waarom de schuldsanering werkt zoals hij werkt.

‘Iemand opperde toen: "Ja, maar dat is toch zo opgelost, dan bestel je voor 2.000 euro kleding bij de Wehkamp en dan heb je twee schulden!" Ik was perplex. De oplossing. Ik probeer met een zuiver hart en een zuiver geweten mezelf staande te houden in deze maatschappij. Maar alleen als ik dat loslaat, dan kom ik uit deze shit.’

Huisarts: ‘Dat betekent wel dat ze soms een week lang alleen havermout en een appel eet. Dat accepteert ze, want dat is haar prijs voor de autonomie.’

Waarom die autonomie zo belangrijk is?

‘Door mijn lichamelijke beperking kan ik sommige dingen echt niet. Maar wat ik wél kan, wil ik zelf doen. Ik moet er niet aan denken dat andere mensen beslissen hoe ik mijn geld uitgeef. Het systeem vertrouw ik niet, aan de overheid heb ik een hekel, en artsen haat ik.’

Huisarts: ‘Breek me de bek niet open.’

Annette neemt de laatste hap van haar hazelnootschuimgebak. ‘Mensen die regels maken moeten beseffen: de mensen hier zijn niet anders dan zij. Ze zijn alleen vastgelopen. En hier wonen is een goed alternatief. In principe maak ik geen gebruik van instanties, dus ik ben ook de overheid niet tot last. Want ik los alles zelf op. Dan denk ik: de VVD die ons allemaal kort... Ik ben zo liberaal als maar zijn kan! Liberaler kan je het je niet voorstellen. Maar ze laten het me niet zijn.’

Foto: Vera Mulder