De laatste jaren vraagt zich regelmatig af of de VVD nog wel zijn partij is. Hij is sinds 1984 lid, meldt hij met trots onderaan de mails die hij me stuurt, maar dat de VVD na regeren nog steeds zo moeilijk doet over wonen in een vakantiehuisje, daar is hij boos om.

‘Als VVD’er zou ik zeggen, zoals het standpunt van de VVD in de Tweede Kamer in 2011 ook was, dat je die woningen gewoon moet vrijgeven. Als jij in een woning wilt wonen op een camping, of in een stenen woning op een park, dan krijg je daar een bepaalde kwaliteit voor en dan betaal je daar een prijs voor. Als je in een huurwoning wilt wonen midden in de stad, dan betaal je daar ook een prijs voor. De markt regelt dat zelf, als er maar voldoende woningen zijn.’

Eric mailde me naar aanleiding van om met permanente bewoners van vakantieparken in contact te komen. In de bijlage van zijn mail een analyse van de woningmarkt en vakantiehuizen, periode 1950-nu. Ook: een notitie gericht aan het VARA-programma

Ik was niet alleen geïntrigeerd door de tijd die Eric erin had gestoken om me per mail uit te leggen wat in zijn ogen de vakantieparkenproblematiek was. Maar ook heb ik in gesprekken met bewoners nu ook al meermaals gehoord dat de VVD niet zo goed weet wat ze aan moet met bewoners van vakantieparken.

Zijn die ‘liberaler dan de hele VVD bij elkaar’, Of zijn ’t wetsovertreders die aangepakt moeten worden? Is het liberaal om vakantiewoningen ook toe te staan op de woningmarkt, of moeten de recreatie- en woningmarkt gescheiden blijven? Per VVD-gemeente verschilt het vakantieparkenbeleid.

Ik belde met Eric en zocht hem op in zijn vakantiehuis in Gelderland, op 10 kilometer van de grens met Duitsland. ‘Ik vind dat aan de Nederlandse maatschappij verteld moet worden hoe dit allemaal heeft gewerkt.’

Jarenlang werden mensen naar vakantieparken gestuurd

Dat verhaal gaat volgens Eric, die ik eerst telefonisch spreek, als volgt:

Decennialang stuurden ambtenaren van Burgerzaken en Sociale Diensten mensen met woningnood naar vakantieparken, en stonden gemeenten het toe dat mensen permanent op vakantieparken woonden. Dat was fijn voor die vakantieparken, want vaste bewoners houden een oogje in het zeil en zorgen voor vaste inkomsten. Na de bankencrisis in 2008 volgde de bouwcrisis in 2010: omdat verwacht werd dat de bevolkingsgroei in 2025 zou stagneren, werden veel bouwplannen stopgezet. Daardoor gingen veel bouwbedrijven failliet en heeft Nederland nu een tekort aan woningen én een tekort aan bouwvakkers.

Erics idee: sta weer toe dat mensen in vakantiehuisjes wonen om het woningtekort op te lossen. Stop met handhaven.

En hij kan het weten. Hij werkte zelf in de jaren negentig bij de afdeling Sociale Zaken van een gemeente en stuurde toen zelf mensen met woningnood naar vakantieparken. Dat ging ongeveer zo:

Hij vindt het onzin dat mensen nu zeggen: ‘U wist toch dat er op campings niet gewoond mocht worden?’

‘Ja, ik moet eigenlijk een woning hebben.’

‘Ja, ja’, zei een ambtenaar dan. ‘Maar er zijn gewoon geen woningen. Gaat u zolang maar naar een camping toe of een park.’

Gescheiden? ‘Ga maar even op een vakantiepark wonen.’ Schulden? ‘Op het vakantiepark kun je snel en goedkoop terecht.’ Niet te handhaven in de stad? ‘Mevrouw, gaat u eens kijken op een vakantiepark.’

Hij vindt het dan ook onzin dat mensen nu zeggen: ‘U wist toch dat er op campings en parken niet gewoond mocht worden?’ Door zestig jaar overheidsbeleid is er naast de reguliere woningmarkt een ‘flexibele schil’ ontstaan van permanent bewoonde vakantiewoningen, weet hij.

‘Als je een huis wilde, stond je altijd op een wachtlijst van vaak wel acht jaar of zo. Als je je op je twintigste had ingeschreven, dan kon het wel wezen dat je bijna dertig was voor je aan een woning kwam. Die mensen kwamen dan bij de gemeentelijke balie.’

Hij herinnert zich de borden langs de snelweg in de jaren negentig waarop stond ‘Hier worden recreatiewoningen gebouwd, u mag hier permanent wonen’. ‘Er was geen politicus die zei: “Maar dat kan niet.”’

Niks mis mee?

Twee weken later zoek ik Eric op in het vakantiehuis waar hij permanent woont. Net als aan de telefoon meandert hij van het ene naar het andere verhaal, af en toe lukt het me tussendoor een vraag te stellen. ’s Ochtends is hij – samen met de voorzitter van de – langs geweest bij Peter Boelhouwer, hoogleraar Housing systems aan de TU Delft.

Hij laat me het krantenartikel zien waarin Boelhouwer pleit voor een flexibele van snel inzetbare, ‘prefab’ huurwoningen. Volgens Eric bestaat die schil al: dat zijn de vakantiehuisjes. Hij klom meteen in de pen en regelde een afspraak met de professor.

Naast zijn eigen huis staat een tweede huisje dat hij verhuurt. Hij kocht beide huizen twaalf jaar geleden omdat hij zag dat er behoefte aan was. Aan de verhuur van vakantiehuizen kon hij geld verdienen, en tegelijkertijd kon hij er woningzoekenden mee aan een huis helpen.

Soms huren ze het huis een jaar van hem, soms twee, drie jaar. ‘Dan brengen ze hun leven weer op orde, zorgen ze dat ze hun financiën weer op orde krijgen, dat ze rust in hun hoofd krijgen.’ Momenteel verhuurt hij het aan een jong stel dat wilde samenwonen, maar geen huis kon vinden. Via Marktplaats kwamen ze bij Eric terecht.

‘Daar is toch niks mis mee in tijden van woningnood?’, vraagt hij zich tijdens onze gesprekken een keer of tien hardop af.

‘Stel: je hebt links van de weg 800.000 woningen die leegstaan en aan de andere kant kom je een miljoen woningen tekort. Wat zou u dan als nuchtere Hollander met gezonde koopmansgeest zeggen?’

Wat een nuchtere Hollander zou zeggen

Precies: laat die mensen in die leegstaande vakantiehuizen wonen.

Eric: ‘Als de overheid nou gewoon zegt: “Weet je wat? Je mag in die vakantiehuizen wonen. De markt bepaalt vraag en aanbod, de markt bepaalt wat de prijs is van een woning. Wat zou er dan gebeuren?”’

Eric voorspelt: dan komen er in één klap heel veel woningen bij zonder dat er gebouwd hoeft te worden, verdampt het woningtekort en wordt wonen weer betaalbaar. Vakantieparken zullen niet meer verloederen omdat parkeigenaren hun verdienmodel terugkrijgen.

Natuurlijk heeft hij daar belang bij, al is het hem daar niet om te doen: als zijn vakantiewoningen permanent bewoond mogen worden, zal de prijs flink stijgen. Een vierkante meter woongrond is veel meer waard dan een vierkante meter recreatiegrond, ook al staat hetzelfde huisje op die grond.

Een vierkante meter recreatiegrond kost gemiddeld 60 euro, een vierkante meter woongrond 300 euro

Hij hekelt het dat grote projectontwikkelaars bevoordeeld worden ten opzichte van kleine ondernemers die een paar vakantiehuizen bezitten en verhuren.

Neem bijvoorbeeld grote investeerders die de afgelopen twintig jaar te veel kantoorgebouwen bouwden. ‘Dat zijn grote jongens, die kunnen aan tafel schuiven bij gemeenten en de provincie. Ze krijgen bijna allemaal een vergunning om leegstaande kantoren om te bouwen tot woningen. Waarom mag dat dan niet op vakantieparken en campings?’

En in Amsterdam gebeurt het omgekeerde van wat er op vakantieparken gebeurt: daar kopen investeerders massaal appartementen die bestemd zijn om in te wonen, om er vervolgens een bed and breakfast van te maken.

Het verdienmodel van de campingbaas?

Dat mist Eric in het gesprek wanneer het gaat over de bewoning van vakantiehuizen: het gaat te veel over handhaving en te weinig over verdienmodellen.

Ook voor campingbeheerders. Het zijn juist de vaste bewoners die ervoor zorgen dat een park voldoende geld binnenkrijgt om de boel netjes te houden, meent Eric. Zelf betaalt hij 5.000 euro per jaar aan de campingbeheerder voor de infrastructuur, gas, water, licht en de vuilnisophaal van zijn twee huisjes. ‘Stuur je de vaste bewoners van het park af, dan verliest het park zijn verdienmodel. Op heel veel parken en campings zie je het gebeuren dat ze langzaam achterstallig onderhoud krijgen.’

Met twee vragen rijd ik terug over de A12. Hebben vakantieparkeigenaren inderdaad vaste bewoners nodig om de boel op orde te houden, zoals Eric beweert? En waarom staan we wonen op vakantieparken niet toe? Daar hoop ik de komende tijd antwoord op te krijgen.

Volg ons onderzoek! Wil je op de hoogte blijven van het onderzoek van Vera en Johannes naar wonen in vakantieparken? In hun nieuwsbrief delen zij (in een minder publieke omgeving) hun tussentijdse inzichten. Inschrijven kan hier! Ans en Cor (72) wonen in het paradijs (en dat ligt in een vakantiepark) Overal in Nederland wonen mensen permanent in vakantieparken. Wij willen weten: is dat een probleem of juist een oplossing? Daarom gaan we in gesprek met bewoners. Vandaag: Ans en Cor Roerdomp (72), die zich ergeren aan het negatieve beeld dat bestaat van recreatieparkbewoners. Lees het verhaal van Johannes hier terug Kim woont op een vakantiepark, want de overheid kan de tyfus krijgen Volgens de voorzichtigste schattingen wonen 55.000 mensen permanent op een vakantiepark. Waar de overheid dat een probleem vindt, beschouwt Kim Wittop Koning (49) haar vakantiewoning als een toevluchtsoord. Met haar medebewoners, allemaal ‘mensen buiten de lijntjes’, heeft ze een hechte gemeenschap opgebouwd. Lees het verhaal van Johannes hier terug