Hamlet, de hemelbestormer met keuzestress in een spiegelpaleis
Het Toneelhuis en Toneelgroep Amsterdam spelen Hamlet versus Hamlet, de prachtige nieuwe Shakespearebewerking van de Vlaamse schrijver Tom Lanoye. De titelrol is voor een vrouw, die in haar ambiguïteit een actuele en relevante Hamlet neerzet: een faalangstige idealist. Het enige wat ontbreekt zijn de onzekere selfies.
‘Now I am alone.’
Die eerste regel van Hamlets tweede monoloog komt niet voor in de nieuwe, gewaagde Nederlandse bewerking van Tom Lanoye. In de versie van de in België geboren schrijver is Hamlet dan ook nooit echt alleen. Hij blijft haast voortdurend zichtbaar. In een regieaanwijzing valt te lezen dat Lanoye een toneelbeeld in zijn hoofd had als een ‘claustrofobische burcht [...] met overal bewakingscamera’s en zwart-witmonitoren.’
De camera’s en monitoren zijn achterwege gelaten in de regie van de Vlaamse Guy Cassiers, maar het decor suggereert contstante surveillance. Midden op een plateau van glasplaten is een elegante, transparante toren gevormd van hangende panelen en gordijnen. Ideaal voor bespieden en afluisteren – sleutelactiviteiten in William Shakespeares stuk der stukken. Privacy is hier een schaars goed.
Niet alleen daarin zit de actuele relevantie van Hamlet versus Hamlet. Voor Lanoye was het een voorwaarde dat de titelrol gespeeld zou worden door actrice Abke Haring (1978). Dat is niet wereldschokkend, een vrouw als Hamlet, maar het is zeker betekenisvol. De onzijdigheid onderstreept de ambiguïteit van het personage. ‘Hij staat tussen alle werelden in,’ schrijft Lanoye in zijn verantwoording, ‘die van man en vrouw, die van droom en daad, die van macht en kunst en die van schijn en zijn.’
Er is iets aan het rotten in ons land
In een oneerbiedige notendop: prins Hamlet ontdekt dat zijn vader, de koning, vermoord is door diens broer Claudius, die vervolgens de macht heeft overgenomen en onmiddellijk getrouwd is met Hamlets moeder, de koningin. De jonge prins zint op wraak en beraamt een moord op zijn oom, maar verliest zich in verlammende overpeinzingen. Met fatale gevolgen.
Hamlets twijfel, zijn tweeslachtigheid – er zijn of niet? handelen of afwachten? – wordt in Lanoyes Hamlet uitgebuit. Het komt terug in de androgynie van de hoofdrolspeler, maar ook in zijn omgeving. In en rond de ‘claustrofobische burcht’ viert de dubbele moraal hoogtij – er blijft bijvoorbeeld geen twijfel mogelijk over de incestueuze verhoudingen. Polonius, koninklijk raadgever en vader van Hamlets oude liefje Ophelia, blaft zijn zoon Laërtes razend weg als hij zijn zusje wel erg lang op de mond kust, maar zodra hij alleen is met Ophelia blijkt ook vader niet van de billen en borsten van zijn dochter af te kunnen blijven.
In de tweede helft woekert de Freudiaanse onderstroom letterlijk door het glimmende glas van de vloer omhoog: uit het vuil onder het plateau is een grillige tak gegroeid, die dreigend voor op het speelvlak ligt en de wildgroei van seksuele en politieke perversies verbeeldt.
‘Er is iets aan het rotten in ons land,’ zegt Hamlet steeds.
De prins verafschuwt de orgie om hem heen, maar walgt tegelijkertijd van zichzelf en de onzuiverheid van zijn eeuwige getob: ‘Een slome sukkelaar,’ noemt hij zichzelf, ‘die als een hoer/Zijn hart verlicht met woorden en die vloekt/Zoals een viswijf, maar geen kláp verricht...’
Deze regie schotelt het stuk voor zoals Laurence Olivier het zag: ‘This is the tragedy of a man who couldn’t make up his mind.’
Wie of wat bent u het meest?
Voor de toeschouwer blijft het ook verwarrend wat Hamlet meent en wat niet. Wanneer acteert hij zijn waanzin en wanneer is het echt? Wanneer waant hij zich bekeken of afgeluisterd en wanneer is hij alleen? Hij lijkt het zelf ook niet meer te weten. In de openingsscène staat hij – zij als hij – als een spiegel voor het publiek en vraagt: ‘Wie bent u? Wie of wat bent u het meest?’
De toeschouwer is hem, en hij is bij gratie van de toeschouwer.
Had Cassiers het helemaal naar het hier en nu gehaald, dan hadden we waarschijnlijk een Hamlet gezien die aan de lopende band onzekere selfies maakt
Net als zijn uitgesproken besluiteloosheid maken het overbewustzijn van die spanning tussen ‘schijn en zijn’ en het schipperen tussen zelfverering en zelfhaat Harings tengere maar zinderende Hamlet een bijzonder actueel figuur. Een hemelbestormer met keuzestress in een spiegelpaleis. Had Cassiers het helemaal naar het hier en nu gehaald, dan hadden we waarschijnlijk een Hamlet gezien die aan de lopende band onzekere selfies maakt.
Hamlet is de eerste moderne mens in het westerse toneel, zegt Lanoye in een radio-interview. Zoals hij hem nu als faalangstige idealist op de planken zet, is hij ook duidelijk een hyperbewuste post-postmoderne mens van nu. De laatste woorden van zijn beroemdste monoloog hadden – qua strekking – gegrepen kunnen zijn uit een tekst van David Foster Wallace: ‘De kwieke blos van vastberadenheid/Wordt bleek en bros, verteerd door ons getob./De daad, gediend door vaart een energie,/Vertraagt eerst door een overdaad aan wikken,/Tot ze verzandt in lethargie.’
Een verslaving aan gepeins
Wallace (1962-2008), die als chroniqueur van de post-postmoderne toestand tegenwoordig haast vaker geciteerd wordt dan Shakepeare, refereerde in zijn grootste roman aan zulke lethargie als ‘analysis paralysis.’ De term (gemunt door de Anonieme Alcoholisten) duidt een compulsieve relatie aan met het eigen denken. Een verslaving aan gepeins, een gevangenschap in eigen schedel en een vicieuze cirkel van zelf versus zelf.
Wallace ontleende de titel van zijn enorme magnum opus, Infinite Jest, dan ook aan Shakespeares langste stuk. Het komt uit de iconische scène waarin Hamlet de schedel van zijn geliefde nar Yorick omhoog houdt en ertegen praat.
Ook in zijn strijd tegen onoprechtheid - die van anderen én die van hemzelf – toont Hamlet zich een voorouder van Wallace. Zoals de schrijver gefascineerd was door tv en entertainment en de invloed die ze hebben op hoe we kijken en bekeken worden, elkaar bespieden en ons bespied voelen, zo heeft de prins een obsessie voor toneel en spel. ‘Wat houd ik van dat glorieus bedrog!’ roept hij, als er een groep acteurs aan het hof verschijnt.
De geest van Yorick waarschuwt hem ervoor: ‘Bent u niet bang voor spel en fantasie?/Wat soms begint als machtige verbeelding/Verslindt zichzelf en wordt verslaving aan/Bedrog en waan’
En inderdaad, hoe hard de prins ook zuiverheid en oprechtheid predikt, ‘zijn’ en ‘doen alsof’ gaan door elkaar lopen en Hamlets hamvraag ‘Er zijn of niet [...] Wat is het meest integer?’ wordt onbeantwoordbaar. Lanoye laat de tragische held – anders dan in het oorspronkelijke stuk – tot in de eeuwigheid wikken. Dat is mooi en wreed en verontrustend.
Hamlet versus Hamlet van Het Toneelhuis en Toneelgroep Amsterdam, in de regie van Guy Cassiers, is momenteel te zien in Antwerpen maar komt vanaf 8 april weer naar Nederland.