Klimaatbewust Europa vestigt zijn hoop op een 16-jarig meisje (dat daar zelf niets van wil weten)

Tomas Vanheste
Correspondent Europa tussen macht en verbeelding
Beeld: Lynne Brouwer (voor De Correspondent)

Twee werelden botsten deze week in Brussel bij het bezoek van de Zweedse klimaatspijbelaar Greta Thunberg: die van een klimaatactivist voor wie glashelder is dat we snel in actie moeten komen, en die van Europese politieke veteranen die weten dat een verwaterd compromis het hoogst haalbare is.

‘Dit is het raarste dat ik ooit in mijn leven heb gefilmd. Dat meisje is 16 en al die volwassenen hier vestigen hun hoop op haar.’

Dat verzuchtte een cameraman donderdagmorgen, voor hij zich voegde bij de horde collega’s die zich bij een persconferentie rondom de Zweedse klimaatactiviste verdrongen.

‘Mensen zijn hoopvol dat wij de wereld zullen redden’, had Greta eerder in een toespraak gezegd. Maar ze weigerde om zichzelf te zien als vertegenwoordiger van de jeugd die de toekomst belichaamt. ‘Wij komen te laat.’

Haar boodschap was dat de huidige generatie van politici nú moet handelen. Ze moeten eenvoudigweg doen wat ze hebben beloofd: de opwarming van de aarde deze eeuw beperken tot 2, het liefst 1,5 graad Celsius.

Het Zweedse meisje sprak kalm en trefzeker. Resoluut zette ze de complotdenkers in de hoek die menen dat linkse activisten of zelfs de Russen het vuur van het klimaatprotest bij haar en haar leeftijdgenoten hadden aangewakkerd. ‘Ze denken dat we marionetten zijn die niet voor zichzelf kunnen spreken.’

Na haar kreeg Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, het woord. Hij had een pleister op zijn wang. een ongelukje bij het scheren. Maar je kon het ook als symbool zien van zijn gehavende statuur. In een murmelende, meanderende toespraak vertelde hij dat ook hij in zijn jeugd de straat op was gegaan en zei hij dat er naast klimaat ook ándere belangrijke thema’s waren, zoals Afrika.

Achteraf bij de persconferentie had Greta aan één woord genoeg om te zeggen of ze iets had gehoord wat haar had gerustgesteld. ‘Nee.’

Op de vraag hoelang ze zou doorgaan met klimaatspijbelen, had ze een even helder antwoord. ‘Zolang het Zweedse klimaatbeleid niet in lijn is met het Akkoord van Parijs.’

Haar wapenzuster het Vlaamse gezicht van de klimaatspijbelaars, vulde aan: ‘De vraag is niet wanneer wij gaan stoppen, maar wanneer politici gaan beginnen.’

We zijn al begonnen!

Hoewel hij niet rechtstreeks tegen Greta durfde in te gaan, sputterde de gastheer van de dag, Luca Jahier, toch wat tegen.

Jahier is de voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité. Dit gezelschap, dat pretendeert de stem van het maatschappelijke middenveld in Europa te vertolken, had Thunberg uitgenodigd om te spreken op gezochte woordvondsten, ze zijn er in Brussel dol op.

Voorzitter Jahier noemde de Europese Unie ‘de kampioen van de strijd tegen klimaatverandering’. Zeker, het was allemaal nog niet genoeg, maar de EU deed wel hard haar best. En makkelijk was het allemaal niet, met dwarsliggende lidstaten die nu eenmaal minder snel vooruit willen.

Het was een botsing van twee wereldbeelden. Aan de ene kant de morele helderheid van een jeugdige klimaatactiviste die aldus redeneert: de wetenschap zegt dat we in rap tempo de uitstoot van broeikasgassen moeten beteugelen, want anders loopt de klimaatverandering gevaarlijk uit de hand. Doe het dan! Dat stuit echter op het realisme van de in de Europese politiek gepokte en gemazelde figuren als Juncker en Jahier, die weten dat kleine stappen vooruit maken het hoogst haalbare is.

Parlementaire helderheid

Een dag eerder had het Europees Parlement zich in het kamp Thunberg geplaatst.

In de milieucommissie van het Parlement schaarde een ruime meerderheid zich achter het doel om tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen met terug te dringen, in plaats van de 40 procent waarop de EU zich nu heeft vastgelegd. Dat is volgens nodig om het Akkoord van Parijs te verwezenlijken.

Ook het Parlement erop, net zoals Thunberg in haar toespraak deed, dat de Europese Commissie in de plannen om tegen 2050 te bereiken dat de uitstoot van broeikasgassen netto nul is, te veel rekent op technologieën die zich nog niet in de praktijk hebben bewezen om CO2 uit de lucht te halen en op te slaan.

Verder wilde het parlement dat minstens 35 procent van het EU-geld dat naar onderzoek gaat, bestemd is om de klimaatdoelen te behalen.

Stevige punten, waar Thunberg blij mee kan zijn. Alleen ging het om een parlementaire resolutie, geen wetgevende tekst. Het had hoogstens de waarde van een aanbeveling aan de EU-leiders: ‘Leg de lat alsjeblieft hoger, als jullie in mei op een top in het Roemeense Sibiu bij elkaar komen.’

Bruinkool en dieselwagens

Of de regeringsleiders die raad opvolgen, is nog maar de vraag. Een aantal landen, waaronder het machtige Duitsland, lijkt er de lat voor 2030 op 55 procent te leggen.

Wonderlijk, want dat percentage is precies het doel dat de Duitse regering haarzelf in 2016 oplegde in Als knapste jongetje van de Europese klas wilde het land van de Energiewende het huidige Europese doel van 40 procent reductie in 2030 al een decennium eerder, in 2020, op de teller hebben staan.

Alleen ligt het voor dat doel. De grootste boosdoener: bruinkool. Dat goedje neemt sinds de Atomausstieg, het besluit alle kerncentrales te sluiten, een flink deel van de stroomvoorziening voor zijn rekening. Nu maakt Duitsland zich op voor een Kohlausstieg. Maar regio’s waar bruinkoolwinning flink wat werkgelegenheid biedt, lobbyen verwoed om het tempo van de afbouw te drukken.

Ook niet uit te vlakken: de bijdrage van het verkeer. En ook hiervoor geldt dat de lobbymolens driftig draaien. De machtige auto-industrie in Duitsland heeft met de Duitse regering en zet zich erg in om de klimaatdoelen af te zwakken en de dieselwagen als te propageren.

Duitsland staat bepaald niet als enige op de rem. Polen, bijvoorbeeld, haalt nu nog 80 procent van zijn elektriciteit uit steenkool. En de Poolse regering dat dit percentage in 2040 nog altijd 50 procent zal zijn.

Dat is de troebele werkelijkheid van Europa: er zijn altijd lidstaten die minder hard willen lopen dan andere, om de eigen belangen en industrieën te beschermen. En na lange strijd rolt er dan een waterig compromis uit de bus.

Jag älskar dig!

Aan al dergelijke vermoeiende politieke realiteiten hadden de klimaatspijbelaars in Brussel donderdagmiddag geen boodschap. Ze waren met duizenden opgekomen om samen met Greta Thunberg en Anuna De Wever door Brussel te stappen.

Greta werd als een ster onthaald. Het aantal cameramensen dat zich rondom het kleine, krachtige meisje verdrong, steeg tot -achtige hoogten.

‘Mijn god, ik heb haar gezien! Jag älskar dig! Ik houd van je!’ gilden pubermeisjes die een glimp van haar wisten op te vangen.

Ook ‘De grootouders voor het klimaat’ waren in groten getale komen opdagen, net als de de bende van boze oudjes.

‘Verwarm ons hart, niet de planeet’, maande een van de vele spitsvondige protestborden die jong en oud met zich meedroegen. In vele toonaarden verkondigden ze dezelfde boodschap: ‘Pak de pedalen, anders gaan we het niet halen.’

In de vrolijke mensenmassa was het verleidelijk om, al was het maar voor even, te geloven dat de logica van het gezonde adolescentenverstand zal zegevieren over de wetmatigheden van de Europese compromissenpolitiek.