‘Honderdduizend mensen hebben een stukje gezien van mijn verdriet.’

Alwin Ritstier zit alleen op het laminaat van zijn flatje in Rotterdam-Zuid en praat tegen een camera, zoals hij dat vaker doet. Hij is eind twintig, heeft rossige krullen, een slordige baard en hij ziet er vermoeid uit. Logisch, hij heeft liefdesverdriet, met alle gangbare symptomen: slapeloosheid, koopzucht, niet van de bank af kunnen komen, huilend voor de spiegel staan terwijl Broken Wings van de lege kamer vult.

Waar de meesten een gebroken hart in eenzaamheid belijden, deelt Alwin zijn rouwproces met honderdtwintigduizend vreemden, die hem volgen via zijn doorgaans vrolijke YouTubekanaal De afgelopen weken zette hij steeds een nieuwe video online die de ups en downs na zijn breakup documenteert. Nu kijkt hij, in een nieuwe aflevering, terug op de reacties en concludeert: ‘Ik had er niet bij stilgestaan dat zo veel mensen zouden kijken.’

Alwin is geoefend in eerlijk zijn voor de camera. Eerder maakte hij samen met de ex in kwestie, Saske – met wie hij het kanaal startte – een goed in elkaar gezette korte documentaire over zijn angststoornis, die tachtigduizend keer bekeken werd. Daarin was hij te zien op zijn angstigste momenten, huilend, blazend in een papieren zak, vrezend dat hij een hartaanval zou krijgen.

YouTube
De documentaire die Alwin met Saske maakte over zijn angststoornis.

De documentaire was bedoeld om kijkers te laten voelen hoe het is om te leven met angst. En om taboes te doorbreken, zoals Alwin en Saske dat al eerder probeerden met een serie over psychische problemen. Ze interviewden leeftijdgenoten met stoornissen, want: ‘Een vijfde van de jongeren heeft weleens last van psychische klachten. En wij ook!’

Het internet als behandelkamer

YouTubers die vloggen over hun psychische problemen vormen een groeiende niche, die overloopt in de mainstream. Wordt het publieke debat over geestelijke gezondheid traditioneel vooral gevoerd door experts en journalisten, op YouTube zijn meestal ervaringsdeskundigen aan het woord. Wie wil weten wat is voor degenen die het ervaren, vindt hier een eindeloze bron aan getuigenissen.

Het is typisch zo’n van het internet, dat je op zonderlinge, duistere plekken kan brengen. Tegelijkertijd is het volkomen normaal geworden onder grote influencers om tussen de vlogbanaliteiten door losjes te refereren aan hun depressie, burn-out, eetstoornis, paniekaanvallen of ongespecificeerde malaise. en hordes andere YouTubesterren verschenen – onder het mom van eerlijkheid en emancipatie – op een goed moment gebroken voor hun camera.

Wie wil weten wat het moderne lijden is voor degenen die het ervaren, vindt op YouTube een eindeloze bron aan getuigenissen

Zulke video’s zijn een genre op zich. Ze verlopen vaak via een vast stramien: iemand neemt plaats voor de lens, zucht diep, zucht nog eens en geeft toe dat dit misschien wel zijn moeilijkste video gaat worden. Daarop volgen dan – samen met de tranen – verhalen van het type dat je tot voor kort niet vaak hoorde buiten de spreekkamer van een therapeut.

Naast sterren die de glamourfaçade doorbreken, schieten kanalen die geheel gewijd zijn aan psychisch leed als paddenstoelen uit de grond. Sommige zijn tamelijk professioneel, zoals het van de Canadese Scott Ste Marie, die van spreken over zijn depressie zijn werk heeft gemaakt.

Sommige gaan uit van vakkennis, zoals het populaire van (de eveneens Canadese) therapeut Kati Morton. Maar de meeste zijn het werk van ervaringsdeskundigen die vanuit hun slaapkamer hun hart luchten. Om ervanaf te zijn of om troost te bedelen, maar evengoed om er anderen mee te helpen.

Voor een vlog-leek als ik voelt de lijn tussen eerlijkheid en riskant exhibitionisme in zulke video’s dun – het is ook moeilijk te ontkennen dat mijn voyeurisme geprikkeld wordt. Ik kom jonge mensen tegen die, totaal in de marge, aan een volger of honderd, het complete relaas uit de doeken doen van hun seksuele misbruik. Anderen laten zonder schroom de littekens van hun zelfbeschadiging zien of vertellen welke patronen ze in hun bovenbenen kerven.

Naar zulke video’s link ik hier niet, omdat de makers ervan kwetsbaar aandoen – ik wil ze, op het risico af dat ik ze onderschat, niet tentoonstellen. Dat geldt ook voor een jonge, actieve vlogger die ik volg en die onder meer vanuit een gesloten instelling video’s maakt over ervaring met ongeveer alle diagnoses uit de Een paar keer verschijnt de vlogger met verse verwondingen in beeld, net thuis van een crisisopname.

De video’s zijn onmiskenbaar goedbedoeld en lijken de maker houvast te bieden. Maar ik vraag me, terwijl ik ernaar kijk, ook af hoe heilzaam zoiets uiteindelijk is. Wat is het effect, behalve op de vloggers zelf, op de mensen die hun video’s zien?

Illustratie: Hannah Buckman (voor De Correspondent)

Echte dingen laten zien

Voor YouTubers blijkt hetzelfde te gelden als voor filmsterren: Alwin is kleiner in het echt. Hij en zijn zwarte kat Freek – ook een ster van het kanaal – ontvangen me in de Rotterdamse flat die ik ken van de video’s. Het licht is er goed, we kijken uit over de toppen van de kale bomen.

Alwins video’s zijn, anders dan de meeste YouTubevideo’s, doorspekt met mooi geschoten, melancholische sfeerbeelden, van dit stukje Rotterdam in de winter, van de roerloze speelgoedmuizen van Freek, de openstaande balkondeuren, de vreemden die voorbijlopen.

‘Ik weet hoe je eenzaamheid in beeld brengt’, zegt Alwin

‘Ik weet hoe je eenzaamheid in beeld brengt’, zegt hij, nadat hij me heeft uitgelegd dat hij het woord vlogger ‘best kut’ vindt. Hij is niet zo iemand die voor de camera gaat zitten en leegloopt. ‘Beter online filmmaker of zo.’ Dat is waarvoor hij is opgeleid, filmmaker, en dat zie je terug in de doordachte montage van zijn werk.

Het gaat hem erom ‘echte dingen te laten zien’. En dat doe je volgens hem niet door er alleen over te vertellen. De korte docu over zijn angsten moest laten zien hoe het voelt als je er middenin zit.

‘De reacties op de docu waren heel goed’, zegt Alwin. ‘Mensen begrepen het ineens beter, of ze herkenden zich erin.’ Hij heeft overweldigend veel berichten ontvangen van lotgenoten en bewonderaars. En de stroom positieve comments onder de video groeit. Ze zijn typerend voor het soort jubelende support dat vloggers die open zijn over hun psychische problemen vaak krijgen:

‘Wauw. Ongelooflijk bijzonder en moedig. De video is zó puur geworden. Ik zat er helemaal in.’

‘Jeetje ik ben nog niet eens op de helft met kijken en ik ben al aan het janken ❤️ ’

‘Alwin, je bent een held.’

‘Wat indrukwekkend (...) fijn om herkenning te zien. Heel even het idee dat je niet de enige bent. Ik leef ook met een angststoornis.’

‘Diep respect Alwin & Saske 😊 het is alsof ik mijn eigen verhaal hoor... poooeh heftig!! 😪 ’

En zo gaat het door. Respect, herkenning, dankbaarheid (de sporadische haters vallen erbij in het niet). Maar Alwin betwijfelt of de lieve reacties hem geholpen hebben bij het verwerken van zijn problemen. ‘Bij mij hoort dat ik het moeilijk vind om met complimenten om te gaan. Ik blijf superkritisch en vind het zelf nooit goed genoeg. En je raakt ook wel snel afgestompt als je zo veel comments krijgt.’

Illustratie: Hannah Buckman (voor De Correspondent)

De toekomst van de geestelijke gezondheidszorg?

Over de vraag of al dit online biechten heilzaam is voor mensen met psychische problemen buigt de wetenschap zich inmiddels ook. Verschillende studies onderzoeken wat het betekent dat deze groep zich wendt tot sociale media om ervaringen te delen of advies te zoeken.

Mensen met ernstige psychische klachten geven aan allerlei voordelen te ervaren van online contact met lotgenoten; ze halen er hoop uit, doorbreken stigma, leren hoe ze met moeilijke situaties om moeten gaan en vinden hulp bij het nemen van belangrijke beslissingen rond medicijnen en behandeling. Dat suggereert een uit 2016 in het tijdschrift Epidemiology and Psychiatric Science met de titel ‘The future of mental health care: peer-to-peer support and social media’.

Dat het internet de toekomst is van de geestelijke gezondheidszorg – of in ieder geval een belangrijk deel van die toekomst – hoor je wel vaker, ook in Nederland. En ook ervaringsdeskundigheid wordt (met de bijbehorende weerstand) een steeds grotere rol toegedicht in een overbelaste ggz.

Een veelgenoemd voorbeeld in deze discussie is het online platform dat gerund wordt door ervaringsdeskundigen. In deze pastelkleurige digitale ruimte verzamelen zich mensen met een eetstoornis (grotendeels jonge vrouwen), die met elkaar in gesprek gaan, elkaar steunen en de weg helpen vinden naar professionele hulp.

Proud2bme is de grootste online hulpsite van Nederland en België met meer dan 200.000 unieke bezoekers per maand. Het is het levenswerk van ervaringsdeskundige Scarlet Hemkes (1981), die het in 2009 begon. Al tien jaar blogt en vlogt ze over haar vroegere ervaring met anorexia, op het YouTubekanaal van Proud2bme, maar ook af en toe op haar eigen, algemene kanaal waarmee zij en haar geliefde, Joyce, bekende YouTubers zijn geworden.

YouTube
Scarlet over de genezing van haar eetstoornis.

De redactie van Proud2bme bevindt zich in een versierd kamertje in het generieke pand van een ggz-instelling in Leiden, waar ook de eetstoorniskliniek Ursula huist, die de site sponsort. Als ik Scarlet – ook al kleiner in het echt – de hand schud, treft het me dat ik ongemakkelijk veel van haar weet.

Uit hun wekelijkse vlogs weet ik bijvoorbeeld dat zij en Joyce een baby hebben (van een zaaddonor die ze via YouTube ontmoetten) en een lieve borstelige hond die Sjors heet. Ik weet hoe hun slaapkamer eruitziet, in wat voor auto ze rijden, dat ze net een nieuw vloerkleed hebben en wat Scarlet meestal voor de lunch eet (boterhammen met hummus).

Als er nog iemand aan twijfelde dat twee vrouwen een volkomen doorzonleven kunnen leiden, laat hem tien minuten rondkijken op het kanaal Ik vrouw van jou. Dat was ook zo’n beetje wat het stel wilde laten zien toen ze ermee begonnen.

Vloggen terwijl je wordt behandeld

Tussen de zonnige alledaagsheden door wordt het af en toe serieuzer. Scarlet is tien jaar van haar eetstoornis af geweest, maar heeft een terugval gehad. Ze stelt haar kijkers op de hoogte van hoe ze zich voelt, laat zien wat ze eet (alleen als het genoeg is) en geeft tips.

Het maken van die video’s heeft haar geholpen de schaamte en het isolement te doorbreken, maar ze merkt vooral hoeveel anderen eraan hebben. Dagelijks krijgt ze berichten van volgers die haar vertellen hoeveel steun ze ontlenen aan haar video’s en aan Proud2bme, hoe dankbaar ze zijn of dat ze door het platform hulp zijn gaan zoeken.

Dat is ook een van de belangrijkste doelen van Proud2bme, vertelt Scarlet. Bezoekers ertoe motiveren om op tijd hulp te zoeken: ‘Als ik zie hoelang ik zelf gewacht heb… Er waren in die tijd te weinig voorbeelden; online was bijna niets te vinden. Ik hoop dat mensen door de verhalen en het contact op onze site eerder aan de bel trekken. Het liefst binnen een halfjaar, want dan is de kans groot dat je er nog vanaf komt.’

‘Vroegdetectie’, noemen experts dat. En het is ook volgens hoogleraar Eetstoornissen Eric van Furth, medeoprichter van Proud2bme, een van de belangrijkste voordelen van online gemeenschappen waarin over dit soort dingen gepraat wordt.

Bij Ursula, de eetstoorniskliniek waar Van Furth werkt, zijn ook ervaringsdeskundigen in dienst die worden ingezet bij de behandelingen. Ook doet Van Furth onderzoek naar e-health met ervaringsdeskundigen: ‘Wat ik denk dat die toevoegen’, zegt hij, ‘is een vanzelfsprekende betrouwbaarheid, zeker in een tijd waarin professionele autoriteit juist minder vanzelfsprekend geaccepteerd wordt.’

‘Ik hoop dat mensen door de verhalen eerder aan de bel trekken. Het liefst in een halfjaar, dan is de kans groot dat je er nog vanaf komt’

Die ervaringsdeskundigen werden aanvankelijk dan ook schoorvoetend geaccepteerd door het behandelend personeel dat zich erdoor bedreigd kon voelen, zegt Van Furth. Onterecht, vindt hij, het is juist goed om verschillende disciplines naast elkaar te hebben.

‘Maar als het over vloggers gaat’, waarschuwt hij wel, ‘is het voor mensen achter hun scherm moeilijk vast te stellen wat betrouwbare informatie is en wat niet. Vooral over gezond eten en lifestyle wordt heel veel onzin verkocht.’

Sociale media zijn daarom standaard onderdeel van gesprek tijdens de behandeling van eetstoornissen. Al bij de intake wordt aan mensen gevraagd hoe ze de ‘socials’ gebruiken en wat dat doet met hun gevoelens. ‘Niet zelden raad ik aan alles weg te halen waar je ongelukkig van wordt’, zegt Van Furth.

Als ik hem vertel dat ik op YouTube jonge mensen ben tegengekomen die vanuit een gesloten instelling vloggen, zegt hij dat zulke dingen vaak gebeuren zonder dat de behandelaren ervan weten. ‘Een slechte zaak, het is heel belangrijk om het erover te hebben en afspraken te maken. Al is het alleen om te zorgen dat verder niemand ongewenst in beeld komt.’

De kliniek waarin de vlogger die ik volg was opgenomen, wil niet reageren als ik ze per mail vraag of ze weten dat hun patiënten video’s opnemen op de gesloten afdeling. ‘Onze behandelaren kunnen helaas geen tijd vrijmaken om op interviewverzoeken in te gaan’, schrijven ze. In het geval van de ggz wil ik dat nog best ook.

‘Als het mijn patiënt was’, zegt Van Furth, ‘zou ik zeggen: mag ik meekijken? Liefst nog voordat het online gaat, dan kunnen we samen kijken wat handig is en wat niet.’

Illustratie: Hannah Buckman (voor De Correspondent)

De schaduwzijde van leedvideo’s

Het luistert, als ik Scarlet mag geloven, nogal nauw wat je het beste wel en niet kunt laten zien als het om eetstoornissen gaat. Sommige keuzes hebben een averechts effect op het herstel.

‘Mensen met een eetstoornis kijken vanuit een negatief zelfbeeld’, zegt Scarlet, ‘Ze vergelijken alles met zichzelf. Je moet er zó goed over nadenken wat je in beeld brengt. Geen gewichten noemen, oppassen met lichamen tonen en alleen eten in beeld als het voldoende eten is. Het moet motiverend zijn en een stijgende lijn van herstel laten zien, anders kan het de eetstoornis juist voeden.’ Niet voor niets bestaan er zogenaamde pro-ana-sites waarop mensen de ‘prestaties’ van hun eetstoornis met elkaar meten.

Dat je het desondanks nooit goed doet, blijkt uit de tamelijk surrealistische reacties van té oplettende volgers die Scarlet vermoeid opsomt: ‘Scarlet, waarom drink je cola light? Waarom eet je geen tussendoortje? Wat lunch je weinig… dit is triggerend.’

Triggering! is een veelgehoorde waarschuwing op YouTube. Het wordt door gebruikers voor video’s gezet die psychisch leed op een extreme of grafische manier behandelen, om kijkers te waarschuwen dat de content heftige reacties kan losmaken of hun stoornis kan aanwakkeren.

Je hoeft maar even te zoeken om video’s te vinden waarvan je maag zich omkeert: jonge lichamen verminkt met messen en brandende objecten

Vooral waar het gaat om zelfbeschadiging en zelfdoding is dat een gegronde zorg. Je hoeft maar even te zoeken om video’s te vinden waarvan je maag zich omkeert: bloederige gevallen, gedocumenteerd in gruizige slideshows, jonge lichamen verminkt met messen en brandende objecten. Vaak gaan ze vergezeld van emotionele muziek en teksten, die waarschuwend kunnen zijn, maar evengoed kunnen lijken op matige zwartromantische poëzie.

Zelfs minder expliciete video’s, waarin slechts wordt gepraat over zelfbeschadiging en suïcidale gedachten – zoals die van de vlogger op de gesloten afdeling – zouden besmettelijk werken. Van dat gevaar zijn de meeste mensen die ernaar kijken en het online zetten zich bewust (getuige de trigger warnings) en het is een zorg die de laatste tijd veel media-aandacht krijgt.

When Algorithms Think You Want to Die, zo heet een recent in Wired over de Britse tiener Molly Russell, die twee jaar geleden suïcide pleegde nadat ze beelden had opgezocht van zelfbeschadiging. En hard hoefde ze niet te zoeken; de aanbevelingssystemen van Pinterest en Instagram zorgden dat ze vanzelf meer van dezelfde ellende te zien kreeg.

Molly’s vader beschuldigde de platforms ervan dat ze zijn dochter de dood injoegen. Pinterest en Instagram zeggen weliswaar dat hun gebruiksvoorwaarden dit soort content duidelijk verbieden, maar de praktijk wijst uit dat dat niet genoeg is. Het modereren van zulke grote platforms is haast hun algoritmes zullen gevoelig materiaal als dit voorlopig blijven aanbevelen.

En als je plaatjes van zelfbeschadiging zoekt, schrijft de Amerikaanse socioloog Ysabel Gerrard, in het Wired-stuk, of zelfs maar mensen volgt die open over hun depressie praten, vullen de aanbevelingssystemen je feed met suggesties, die vormend zijn voor jouw ervaring van psychische klachten. ‘Sociale media kunnen spiegelpaleizen worden, die niet alleen je eigen mentale toestand weerspiegelen, maar het beeld ervan vervormen en aandikken.’

Illustratie: Hannah Buckman (voor De Correspondent)

‘Ik geloof psychologen niet’

Dat klinkt niet onwaarschijnlijk. Het is ook al lang bekend dat er zoiets bestaat als het ‘Werther-effect’, waarbij berichtgeving over zelfdoding tot nieuwe zelfdodingen leidt (vooral als het om beroemdheden gaat). Maar in het beperkte wetenschappelijke onderzoek naar de effecten van online video’s over zelfbeschadiging, vind ik nog weinig sluitend bewijs van het triggerende effect dat ze zouden hebben.

Uit een van studies naar de relatie tussen internetgebruik, zelfbeschadiging en zelfdoding bij jongeren blijkt vooral dat de resultaten van dergelijke studies gemengd zijn en dat internetgebruik zowel een positief als negatief effect kan hebben op jongeren.

Daarnaast vraag ik me – als overlever van een zwartgallige puberteit – af in hoeverre dit fenomeen wezenlijk verschilt van de door types als uitgedragen zelfkant-esthetiek die mij en mijn vrienden vroeger bezighield (ook als we niet per se zo depressief of suïcidaal waren als de Nirvana-zanger). Het is nu makkelijker toegankelijk en wat extremer, maar geldt dat niet voor ongeveer alles tegenwoordig?

Toch, wie met gezond verstand, vanuit haar veilige bureaustoel, naar sommige van deze kwetsbare en naar aandacht snakkende mensen kijkt, zal geneigd zijn haar kinderen een positievere omgeving te gunnen.

Bovendien bestaat het risico dat stoornissen, voor wie er een heel YouTubekanaal aan wijdt, een identiteit worden waar je niet meer zonder kunt

Bovendien, zo vermoedt Scarlet, bestaat het gevaar dat stoornissen, voor wie er een heel YouTubekanaal aan wijdt, een identiteit worden waar je niet meer zonder kunt. ‘Het is nu eenmaal zo dat een video met iets heftigs als een gesloten afdeling erin veel meer views krijgt. Je kunt je afvragen of je zo niet gevangen raakt in een spiraal: als het slechter met je gaat krijg je meer waardering, en dat gevoel van waardering is nu juist wat je nodig hebt om je beter te voelen.’

Sensatie, emancipatie, honger naar waardering en oprechte aandacht voor geestelijk leed lopen al met al nogal eens door elkaar heen op YouTube.

Maar de honderden video’s die ik zie maken duidelijk dat hier een levendig debat over geestelijke gezondheid gevoerd wordt, vaak door de volwassenen van de toekomst, vaak buiten de autoriteit en de controle van professionals om.

‘Ik heb zelf niet zo veel met psychologen’, zegt Alwin, als ik hem vraag of hij in therapie is. ‘Het is allemaal boekjeswerk.’ Momenteel volgt hij voor zijn angsten een onlinecursus van een ervaringsdeskundige. En met succes. De jongen die de cursus geeft, heeft zelf onderzoek gedaan naar hoe hij van zijn angsten af kon komen en dat is hem gelukt. ‘Hij weet tenminste hoe het voelt.’

Hebben jij of een naaste suïcidale gedachten? Neem in Nederland dan contact op met en in België met

Meer lezen?

Wat is het moderne lijden (en bij wie kloppen we ermee aan)? Volgens geluksonderzoekers horen Nederlanders tot de gelukkigste mensen te wereld. Tegelijkertijd lopen we de deur plat bij psychologen en psychiaters. Wat betekent dat? De komende tijd onderzoek ik hoe de moderne mens lijdt, en wat daar zo eigentijds aan is. Lees mijn verhaal hier terug YouTube heeft een probleem met soft-kinderporno. En technologie gaat dat niet oplossen Meisjes uploaden grappige en persoonlijke filmpjes op YouTube en vieze kerels weten ze te vinden. Met behulp van YouTube. Wat gebeurt hier? Lees het verhaal van Dimitri hier terug