De papegaai van Minerva is neergestreken
De afgelopen twee weken was iedere dag, op iedere televisie, radio en mobiele telefoon, hetzelfde liedje te horen.
Het couplet van dat liedje gaat erover dat Nederland ten onder gaat aan moslims, kunstsubsidies, Gerrit Hiemstra, linkse leraren, klimaatbeleid, de Europese Unie, terroristen, tegenstanders van Zwarte Piet, cultuurrelativisme, de Publieke Omroep, windmolens, Polen, het Centraal Planbureau, Freek de Jonge en de mainstreammedia – en het refrein van het liedje gaat erover dat Nederland ten onder gaat aan mensen die dit liedje de hele tijd zingen.
Het liedje staat al sinds 2002 onafgebroken in de vaderlandse Top 40, behalve als het Nederlands elftal wint, als er een stille tocht wordt gehouden of als Heel Holland Bakt.
Er zijn steeds weer andere artiesten die het liedje ten gehore brengen: sommigen passen de tekst een beetje aan, sommigen zingen het in andere dialecten, sommigen gebruiken er nieuwe instrumenten bij. Maar de strekking van het liedje blijft steeds dezelfde.
Het liedje is populair in de week voor en na een verkiezing, direct na een aanslag en als er een nieuwe peiling van Maurice de Hond verschijnt
Het liedje is met name populair in de week voor en de week na een verkiezing, direct na een aanslag en als er een nieuwe peiling van Maurice de Hond verschijnt. Nu stond het liedje weer eventjes op 1, omdat er een Eerste Kamer moest worden gekozen, dus dan wordt het liedje overal wel een keer gedraaid – bij DWDD, op het Boekenbal, in De Telegraaf. Veel mensen twitteren dan ook over het liedje, waardoor het trending topic wordt: #hetzelfdeliedje.
In Nederland werd het liedje in eerste instantie populair door het duo Fortuyn & Melkert, waarna het in talloze coverversies is uitgebracht. Geert Wilders won er de Playbackshow mee; Rita Verdonk probeerde er Idols mee te winnen, maar werd tweede; Thierry Baudet zag alle stoelen van de media acuut omdraaien toen hij een Latijnse versie opvoerde in The Voice.
Engeland hoopt er dit jaar het Eurovisie Songfestival mee te verliezen.
Er zijn musicologen die beweren dat het liedje samples bevat van een Duitse schlager uit de jaren dertig, anderen blijven erbij dat het onvervalste Nederpop is. Er is ook een theorie dat het liedje al zo oud is als de mensheid zelf. Een enkeling is ervan overtuigd dat je Satan hoort als je het liedje achterstevoren draait.
Dat het liedje nog steeds zo vaak te horen is, komt omdat er een groeiend aantal coverbands is wier volledige repertoire bestaat uit dit ene liedje
Dat het liedje nog steeds zo vaak ten gehore wordt gebracht, komt omdat er een groeiend aantal coverbands is wier volledige repertoire bestaat uit dit ene liedje. Ze doen er dan ook alles aan om het liedje aan de man te brengen. Er worden remixes met nepstrofes op sociale media verspreid en aan sommige coupletten worden hondenfluitjes toegevoegd.
Af en toe geven coverbands het liedje een andere naam, in de hoop dat mensen denken dat het een nieuw liedje is. Veel media maken daar dan nieuws van, zodat het inderdaad lijkt alsof het een nieuw liedje is. Vaak blijkt dan bij het tweede of derde couplet dat het toch weer hetzelfde liedje is.
Dat het liedje zoveel gezongen wordt, wil trouwens niet zeggen dat het ook populair is. Ergens tussen 5 en 25 procent van de mensen vindt het liedje zo goed dat ze het zelf streamen. Muziekjournalisten schrijven duizenden recensies per jaar over de vraag waarom deze mensen het liedje zo goed vinden, wat volgens andere muziekjournalisten exact de reden is waarom deze mensen het liedje zo goed vinden. Verreweg de meeste mensen vinden het liedje een irritante oorwurm.
Eens in de zoveel tijd gaan er dan ook stemmen op om het liedje te verbannen, in ieder geval van Facebook en de commentsectie op NU.nl. Sommige mensen vinden dat een kwestie van beschaving, anderen vinden dat het einde van de beschaving. Dat levert ongeveer drie keer per jaar een heftige discussie op. De discussie over het liedje zit ook in het liedje – dat is namelijk hetzelfde liedje.
Sommigen vragen zich intussen af of het liedje ooit zal ophouden. De filosoof Francis Fukuyama dacht dat het liedje al in de jaren negentig afgelopen was, maar toen vlogen er twee vliegtuigen twee torens in en begon het liedje weer van voren af aan. Sindsdien is het liedje in bijna alle talen wel vertolkt.
Het liedje zelf eindigt ermee dat vanaf nu alles anders wordt. Vaak blijft het meeste dan zo’n beetje hetzelfde.
Inclusief het liedje.