Hoe het voelt als de stad je uitspuugt
Rotterdam geldt als een van de hipste steden van Europa. Maar voor bewoners die niet in het plaatje passen, is er steeds minder plek. In de wijk Bergpolder moeten sociale huurders onder het mom van renovatie ‘tijdelijk’ hun huis uit. Maar terugkeren is veel te duur.
Magnolia’s bloeien, buurtkat Niels ligt te zonnen op een lege parkeerplek. Ik wandel over de Talmastraat in de gewilde Rotterdamse wijk Bergpolder en bel aan bij Vera Godijn (1977). Zij kreeg vorige maand te horen dat haar sociale huurwoning verdwijnt.
Vera heeft nu een fraaie jarendertigbovenwoning waar ze 488 euro per maand voor betaalt. Uitzicht op acacia’s. Eigen schilderijen aan de muur. Authentiek glas in lood, om verliefd op te worden.
Maar de woning zou niet voldoen ‘aan de wensen en eisen van deze tijd’, aldus woningcorporatie Vestia. Die wil deze en zestig andere sociale huurhuizen in het blok ‘renoveren’, zo heet het in de folder ‘Renovatie HKT-blok’ die de bewoners kregen. Het gaat om 61 sociale huurwoningen, er wonen mensen van allerlei kleuren, leeftijden en klassen.
Het komt neer op sloop, vinden de bewoners. Vestia laat de gevel en buitenmuren staan – dat moet ook wel, want die zijn beschermd stadsgezicht – maar daarachter worden muren weggehaald of verplaatst. Daar komen in feite geheel nieuwe woningen: meer dan er nu zijn. Die appartementen zullen dus kleiner zijn, maar met fors hogere huren.
‘We passen de plattegronden aan’, heet het eufemistisch in de folder.
In praktijk betekent het dat bijna niemand van de huidige bewoners terug kan: de huizen zullen te klein zijn voor een gezin of de huren te hoog voor een alleenstaande.
Na de ‘renovatie’ wordt haar woning een kleiner tweekamerappartement voor de maximale sociale huurprijs van 720 euro. Dan zou Vera geen geld overhouden om van te leven, ook niet met huurtoeslag.
Alsof Rotterdam haar uitspuwt
Vera was geschokt dat dit kennelijk zomaar kon, je huis uit moeten, zonder behoorlijk plan. Het voelt alsof Rotterdam haar uitspuwt.
Ze kwam naar deze stad voor een docentenopleiding beeldende kunst. Ooit had ze hier zelfs een koophuis, tot haar relatie stukliep. Door ziekte belandde ze in de bijstand.
Ze moet nu rondkomen van ongeveer 900 euro per maand. Eerst was dat flink wennen. Je moet slim zijn om van weinig geld te leven. Maar het lukte haar: goedkoper internet nemen, verwarming een paar graden lager, zelf groenten verbouwen in een moestuin.
Maar wat niet went is hoe deze stad haar als paria lijkt te behandelen.
Ja, voor de bewoners komt er een ‘sociaal plan’. Maar daar is weinig sociaals aan. Er is de minimale wettelijke onkostenvergoeding voor de verhuiskosten (6.206 euro). En bewoners krijgen een urgentieverklaring die één jaar geldig is. Daarmee kunnen ze een jaar lang met voorrang huizen zoeken in de regio Rijnmond.
Maar die urgentie is een lachtertje, tegenwoordig, want het aantal mensen met een urgentieverklaring is in de regio Rotterdam de laatste jaren explosief gestegen. Juist omdat er zo veel ‘sloopurgenten’ zijn: overal in Rotterdam worden sociale huurwoningen gesloopt, dat is gemeentelijk beleid.* De stad wil mínder sociale woningen. Vestia moet aansluiten bij dat beleid.
Intussen is het aantal betaalbare woningen veel kleiner dan de gemeente doet voorkomen, aldus een onderzoeksartikel van Vers Beton* deze week; intussen betaal je ook voor een kamertje van 16 vierkante meter in een achterstandswijk al 475 euro.
Als er wat beschikbaar was, dan heel ver weg
Ja, als je de stad uit gaat, is er nog wel wat te vinden. Vera had al even gekeken op de website van Woningnet Rijnmond. Als er al wat beschikbaar was, dan heel ver weg of in een buurgemeente. Spijkenisse, Hoogvliet.
Op zich niks mis mee, maar een woning is niet alleen een dak; hier in Bergpolder kent ze de buren, zit haar huisarts; hier is de moestuin waar ze haar groenten teelt om de hoek.
Wie dit blok sloopt, doet niet alleen aan kapitaalvernietiging, vindt ze; die maakt ook een sociaal weefsel kapot. Dan krijg je een Rotterdam waar internationale beleggers, expats of welgestelde Amsterdammers wél terechtkunnen, maar de Rotterdammers zelf niet. De mensen die de stad sjeu geven.
Sommigen van haar buren wonen hier al dertig jaar of langer. Staken bakken met geld – en liefde – in de verfraaiing van hun huis. Betaalden zelf altijd netjes de huur, terwijl Vestia door hoogmoed en wanbeleid twee miljard verloor.
En terwijl Vestia de huizen verwaarloosde, staken veel bewoners zelf wél tijd en geld in hun huizen. Vera: ‘Zelf heb ik een houten vloer gelegd. Toen ik in de woning kwam, lag er alleen hardboard op de bouwvloer. En ik heb de en-suitedeuren in originele staat hersteld, al het houtwerk gerestaureerd.’
En nee, hier wonen nauwelijks scheefwoners, het merendeel heeft echt weinig geld. En een aantal is gewoon kwetsbaar.
Vera: ‘Het is gewoon beleid om mensen met lage inkomens weg te bonjouren.’
Dat juist deze woningen niet meer aan de ‘wensen van deze tijd’ voldoen, vindt Vera absurd
Dat juist deze woningen niet meer aan de ‘wensen van deze tijd’ voldoen, vindt Vera absurd; identieke particuliere woningen even verderop in het blok zijn goud waard op Funda, juist vanwege die antieke elementen als sierplafonds en glas in lood. De bewoners vermoeden dat de corporatie gewoon meer geld wil vangen voor hetzelfde blok.
Zeker, de huizen zijn op sommige plekken in slechte staat. Het regende letterlijk in haar woonkamer, toch kreeg ze steeds nul op het rekest als ze er over klaagde. Haar buren hebben ook zulke verhalen. Neem de Syrische buurman: zijn huis is vol schimmel, zag Vera zelf, er was een gaslek, de brandweer moest de kraan zelfs dichtdraaien.
Ondanks klachten had Vestia niks gedaan, zeggen de bewoners. En nu wordt dat slechte onderhoud gebruikt als argument om de woningen te slopen.
Wat kan er beter, vroeg Vestia
Ongeveer een jaar geleden hield Vestia een enquête onder de bewoners: waarom wonen jullie hier graag, wat kan er beter? Nu blijken de antwoorden op de enquête gebruikt te worden als argument om de huizen te slopen. ‘Uit onderzoek is gebleken dat de woningen als gehorig, tochtig, vochtig en koud worden ervaren’, schrijft Vestia in de folder.
En zeker, de huizen kunnen energiezuiniger. Maar dat kan ook met een normale renovatie met terugkeergarantie en zonder exorbitante prijsstijging.
Zo ga je niet met mensen om, leek me. Ik vroeg Vestia om een reactie, hoe ze deze praktijken konden rijmen met de missie van Vestia, die luidt immers: ‘Wij staan voor een goede woning in een prettige buurt voor huishoudens met een laag (midden)inkomen en/of een kwetsbare positie’.
Ik belde met Vestia en legde vragen voor via de mail. Zoals waarom de panden slecht onderhouden waren; waarom het renovatie heet, terwijl het neerkomt op sloop; waar de mensen dan heen moeten in de onmogelijke woningmarkt, enzovoorts.
Ik kreeg veel stuitende algemeenheden teruggemaild van de woordvoerder. Bijvoorbeeld: ‘We moeten zorgen voor onze woningen nu en in de toekomst en we moeten meer doen dan alleen maar onderhouden’. Of: ‘Wij bieden een goede woning in een prettige buurt, met name voor de bewoners met lage inkomens’.
Vestia ontkent ook ten stelligste dat het gaat om sloop. Nee, het is een ‘ingrijpende renovatie in onbewoonde staat’. Maar dat lijkt me een spel met woorden.
Hoe moet een gezin gaan wonen op 50 vierkante meter?
De corporatie ontkent ook dat er slecht is gereageerd op onderhoudsklachten. ‘Alle onderhoudsmeldingen pakken wij uiteraard altijd op.’ Waarop bewoners weer vertellen dat klachten misschien worden ‘opgepakt’ maar vervolgens even achteloos weer neergelegd. Pas als de brandweer of verzekering klaagt, ja dan komt er wat beweging. En dan nog duurt het maanden voor de loodgieter er is.
De corporatie mailt ook doodleuk dat bewoners met lage inkomens gewoon terug kunnen keren als ze zouden willen. ‘Wij gaan ervan uit dat veel bewoners willen en kunnen terugkeren. Dit kan ook aangezien we extra sociale huurwoningen realiseren. Er zijn nu 61 sociale huurwoningen en er komen er 65 terug (daarnaast realiseren we ook nog eens 17 extra vrije sector-woningen).’
Maar als ik dat aan de bewoners voorleg, reageren ze onthutst. In theorie kan het misschien. Maar in de praktijk... hoe dan? Hoe betaal je met een uitkering van 900 euro de huurprijs van je nieuwe appartementje van ongeveer 700 euro? Ook met maximale huurtoeslag kan de helft van de huidige bewoners dat niet opbrengen, schat Vera. En hoe moet dat praktisch: gezinnen met kinderen die nu een bovenwoning hebben, moeten die straks naar een tweekamerappartement van 50 vierkante meter?
Vera is haar autonomie volledig kwijt
Rotterdam houdt niet zo van Rotterdammers, deze stad kijkt niet naar je om als je niet ‘kansrijk’ bent – zo voelt het voor Vera. En de laatste jaren had ze toch al het gevoel haar autonomie kwijt te raken. De gemeente bepaalt waar ze wel en niet kan wonen, wat voor werk ze moet aannemen, enzovoorts.
Wat haar nu gelukkig grip geeft is: verzet.
Vera zat in de klankbordgroep van het woonblok. Dus ze hoorde als een van de eersten van de sloopplannen. Nog dezelfde dag kwamen de leden van de klankbordgroep bijeen in het huis van een buurvrouw. ‘Daar hebben we besloten een soort brandbrief bij het blok in de brievenbussen te doen met de oproep om in actie te komen.’
Want de meeste andere buren wisten toen nog van niks, die zouden het plan twee dagen later gepresenteerd krijgen. Na die presentatie door Vestia kwamen de bewoners bijeen in Vera’s huiskamer. Vlug richtten ze een bewonerscommissie op. Ze beraamden plannen, zochten de lokale pers op.
Afgelopen dinsdag bezoek ik de eerste officiële bijeenkomst van de bewonerscommissie, in een wijkgebouw. Onder het systeemplafond hebben zich een stuk of 25 bewoners verzameld. Van allerlei kleuren, rangen, standen. Sommigen spreken geen Nederlands, dus wordt er soms Engels gesproken. Sommigen wonen hier nog maar een paar jaar, zoals de Syriër die hier met z’n gezin een nieuw leven opbouwde; anderen wonen er al decennia, zijn vergroeid met de wijk.
Wat ze gemeen hebben is een gevoel te zijn verraden.
Ze delen emoties. Ze inventariseren de onderhoudswantoestanden. Ze luisteren aandachtig naar een spreker van een woonblok elders in de stad, waar de bewoners zich met succes hebben verzet tegen vergelijkbare sloopplannen.
Professionals zijn het geenszins en ze staan straks ongetwijfeld tegenover gelouterde juristen. Maar de één heeft wat juridische expertise door z’n werk in de incassowereld. En de ander werkt in de gehandicaptenzorg en heeft weer nuttige ervaring opgedaan in de or.
Inmiddels zijn er al 29 handtekeningen tegen de sloopplannen, meldt de voorzitter. And counting. Dat is goed nieuws. Want van de wet moet 70 procent van de bewoners instemmen met het plan; zo niet, dan zal Vestia langs de rechter moeten om de plannen erdoor te krijgen. Die grens is al behaald.
Maar los van die juridische kant, los van de afloop: deze inwoners laten nu al zien wat een stad kan zijn. Dit zijn geen kwetsbare bewoners, geen los zand, dit is een front. Een huizenblok, zou ik bijna zeggen.
En ze voelen zich onderdeel van een bredere beweging. Overal in de stad speelt dit. En in zo veel andere steden. Sommige aanwezigen hebben de beelden gezien van de huurdersprotesten in Berlijn, afgelopen weekend. Die beelden inspireren. Ze zijn niet de enigen.
Hun concrete doel is: de sloop van hun huizen tegenhouden en in plaats daarvan groot onderhoud afdwingen. Maar in feite staat er veel meer op het spel.
De menselijkheid van de grote stad.