De papierindustrie stoot meer CO2 uit dan de luchtvaart. Is het nog wel verantwoord om papieren boeken uit te geven?
Het nieuwste boek van De Correspondent, dat in juni uitkomt, gaat over klimaatverandering. Als uitgever werk ik in de dodebomenindustrie. Dat confronteert me met de vraag: hoe dragen boeken bij aan de wereldwijde uitstoot? Moeten we niet alleen nog e-books uitbrengen? Dat hangt erg af van het leesgedrag van de boekenkoper, ontdekte ik.
‘Het eerlijke verhaal is dat we ongelooflijk diep in de shit zitten’, schrijft Jelmer Mommers in zijn aankomende boek over klimaatverandering. Hoe gaan we dit uitleggen is de titel én de gedachte die opkwam tijdens het lezen ervan. Het klimaat staat er nog erger voor dan ik vermoedde. En dat terwijl ik dacht aardig op de hoogte te zijn.
Want Jelmer is – full disclosure – mijn geliefde, dus thuis blijft het onderwerp ook niet onbesproken. Met alle gevolgen van dien. Sinds een jaar vliegen we niet meer. Vlees was al langer in de ban, maar nu eten we vooral plantaardig en lokaal. We proberen zelf groente te verbouwen, waardoor ons huis steeds meer weg heeft van een kas en in een ‘wormenhotel’ op het balkon honderden wormen resideren die ons groente- en fruitafval composteren.
En als we dan toch CO2 uitstoten, van autoritjes tot ons aardgasverbruik, compenseren we dat in tienvoud, zoals De Correspondent dat ook doet.
Ondertussen werk ik als uitgever van de boeken van De Correspondent in de dodebomenindustrie. En tot voor kort had ik geen idee hoe erg dat eigenlijk is voor het klimaat. Als boekenuitgever en -verslinder vermeed ik liever de in potentie ongemakkelijke waarheid.
Het uitgeven van Hoe gaan we dit uitleggen leek me daarom een goed moment om antwoord te zoeken op de existentiële vraag: kunnen we het nog wel uitleggen dat we papieren boeken drukken? Zijn e-books niet veel duurzamer?
De uitstoot van papier
De cijfers liegen er niet om, ontdekte ik: de papierindustrie heeft een enorme CO2-uitstoot, namelijk zo’n 7 procent van de totale jaarlijkse mondiale uitstoot. Dat is bijna drie keer meer dan die van luchtvaart (2,5 procent).* Zul je ’m hebben, die ongemakkelijke waarheid.
Wereldwijd produceerden we in 2016 zo’n 411 miljoen ton* papier en karton. Dat is jaarlijks veertig keer het gewicht van alle personenauto’s op de Nederlandse wegen. Meer dan de helft daarvan werd gebruikt voor verpakkingen en een derde voor de grafische industrie, oftewel: boeken, tijdschriften en kranten. In Nederland gebruiken we zo’n 80 kilo papier per jaar per persoon.* We gebruiken papier om te verpakken, te lezen, en op de wc.
De papierindustrie is verantwoordelijk voor 7 procent van de mondiale CO2-uitstoot, bijna drie keer meer dan de luchtvaart
Wat meer perspectief: Nederlanders veroorzaakten in 2016 11,4 ton CO2-uitstoot per inwoner.* Eén papieren boek van 224 pagina’s komt dan neer op 0,0097 procent van je koolstofvoetafdruk in een jaar. Dat lijkt dan wel weer mee te vallen.
Nog een meevaller: in principe hoeft papier niet ten koste te gaan van de totale omvang van bossen. Bomen zijn steeds opnieuw aan te planten en vormen dus een onuitputtelijke grondstof. Toch verdwijnt er wereldwijd nog veel oerbos door houtkap, bosbranden en om plaats te maken voor landbouw, mijnbouw en infrastructurele projecten.
Er zijn ook tegenvallers: om van gekapte bomen papier te maken is relatief veel energie en water nodig. De papiersector was in 2014 goed voor 5,6 procent* van de totale mondiale industriële energieconsumptie. En de watervoetafdruk van één A4’tje wordt, afhankelijk van de papiersoort, geschat op zo’n 2 tot 13 liter.*
Zelfs in het gunstigste scenario zou het dubbelzijdig printen van een boek van 256 pagina’s op A4-papier dus 256 liter water kosten. Ik kijk ineens heel anders naar die printer op de redactie, het is eerder een fontein.
Recyclen, recyclen, recyclen
Gelukkig is er een codewoord: recycling. De voetafdruk van een circulaire papierindustrie, waarin van iedere reststroom weer een nieuw product wordt gemaakt en ‘afval’ verdwijnt, is uiteindelijk kleiner.
Houtvezels, waarvan papier gemaakt is, kunnen maar liefst zeven keer hergebruikt worden. Dat gebeurt op dit moment maar met de helft van al het papier op aarde.* In Noord-Europa ligt het percentage met 75 procent een stuk hoger dan dit gemiddelde; in Nederland bestaat 85 procent van het papier dat hier wordt gemaakt uit oud papier en karton.
Van gerecyclede vezels papier maken kost nog steeds energie en water – en vaak ook verse houtvezels. Maar wel veel minder. Al helemaal als de papierfabrikant het restwater ook recyclet en de gebruikte energie uit duurzame bronnen komt.
Bij recycling ligt ook de uitstoot van broeikasgassen stukken lager dan in het productieproces met alleen verse houtvezels. Ook belanden daarbij minder bleekmiddel en andere chemicaliën in het water. Andere voordelen van recyclen: bossen blijven gespaard en blijven CO2 vasthouden en natuurlijke habitats blijven intact.
Recyclen is dus een belangrijke stap in de goede richting. En die stap moet groter worden
Recyclen is dus een belangrijke stap in de goede richting. En die stap moet snel groter worden. In Drawdown, een boek met honderd maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan, lees ik dat we 0,9 miljard ton CO2-uitstoot kunnen besparen als het lukt om in 2050 mondiaal niet 55, maar 75 procent van al het papier te recyclen. En hoe meer wordt gerecycled, hoe lager de vraag naar nieuw papier is en hoe kleiner de uitstoot.
Wat me duidelijk is geworden: de beste manier waarop ik als uitgever de voetafdruk van onze boeken kan verkleinen, is zo duurzaam mogelijk geproduceerd papier te gebruiken.
Tussen het maken en recyclen van papier zit de rest van de keten van het papieren boek, met ook daarin notoire uitstoters. Zoals de productie van inkt (die soms giftige stoffen bevat, zij het minder vaak dan vroeger), lijm en het bindgaren, de verpakking van de boeken en de productie van de drukplaten. Denk ook aan de energie die de drukpers en andere machines laat draaien.
En dan de distributie: het vervoer van de boeken naar het CB in Culemborg en van daar weer naar de boekhandels – en soms helaas ook weer terug als ze niet verkocht worden. En van de (online) boekhandel naar de klant.
In die keten van papieren boeken liggen vermoedelijk meer mogelijkheden om de productie en de distributie te vergroenen. Bij e-books ziet de keten er weer anders uit. De logische vraag is dan: hoe zit het met de uitstoot van e-books?
Het venijn zit in de e-reader
Waar het venijn van het boek duidelijk in het papier zit, zit die bij een e-book vooral in de e-reader waarop je ’m leest.
De komst van de e-reader ging gepaard met een groene belofte. In de woorden van één jubelend onderzoek: ‘e-readers zullen een duizelingwekkende invloed hebben op het verbeteren van de duurzaamheid en de impact op het milieu van een van ’s werelds meest vervuilende industrieën: het uitgeven van boeken, kranten en tijdschriften’.* Maar klopt die belofte?
De e-reader beloofde een duizelingwekkende invloed op de duurzaamheid en de impact op het milieu door uitgeverijen
Er zijn weinig recente cijfers over het effect van e-books op het milieu. Die jubelende studie vergeleek de voetafdruk van Amazons Kindle met die van een papieren boek en suggereerde dat de levenscyclus van een Kindle 168 kilo CO2-uitstoot veroorzaakt. Maar die studie zit vol niet onderbouwde aannames, omdat Amazon geen informatie over de productie gaf. En de studie stamt uit 2009, toen de Kindle amper twee jaar oud was en er weinig bekend was over zijn levensduur.
Inmiddels zijn er meer cijfers. Zo kwam een ander onderzoek* uit op 40 kilo CO2 voor een e-reader van Sony en zo’n 14 voor een Kindle. De schattingen lopen dus nogal uiteen, wat ook te maken heeft met de materiaalkeuze en productiemethode van verschillende fabrikanten – en vast ook met de fabricage, die met de jaren steeds efficiënter zal zijn geworden.
Een ideale e-reader moet uiteraard zo energiezuinig mogelijk gemaakt worden en tijdens het gebruik zo min mogelijk energie verbruiken. En als hij het niet meer doet, dan is het zaak dat hij op de juiste manier verwerkt en zoveel mogelijk gerecycled wordt.
Want dat is de keerzijde: elektrische apparaten bevatten vaak giftige stoffen die in het milieu kunnen belanden. De meerderheid van de wereldwijde ‘e-waste’ belandt op zwarte markten in lage inkomenslanden,* waar de regelgeving en handhaving laks zijn. Dus bij e-readers is de recycling minstens zo belangrijk als bij boeken.
Voor mij als uitgever betekent dit dat ik maar weinig invloed heb op de milieuvriendelijkheid van gelezen e-books. Want ik geef e-books uit, niet de e-readers die de milieu-impact bepalen.
Wel kunnen wij, door de beveiliging achterwege te laten, zorgen dat onze e-books op ieder apparaat te lezen zijn en niemand ooit speciaal voor onze boeken een ander apparaat moet kopen. Dat doen wij dus ook. Onze e-books zijn ook deelbaar, zodat je ze net als een papieren boek kunt uitlenen aan vrienden en familie en je zo de levensduur verlengt.
Maar wat is beter?
Wat is nu duurzamer: een papier boek of een e-book?
Het antwoord hangt af van waarop je inzoomt. Als je alleen kijkt naar de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van materiaalkeuze, productie, distributie, gebruik en eventuele recycling, dan is een e-book veel klimaatvriendelijker dan een papieren boek. Eén e-book gelezen op een e-reader scoort volgens twee recente studies uit Japan* en Zweden* zelfs ongeveer vier tot vijf keer zo goed als wanneer je hetzelfde boek leest van papier.
Neem je meer milieufactoren mee in je overweging, zoals giftigheid van gebruikte materialen voor het milieu en de uitputting van grondstoffen, dan scoort het papieren boek juist veel beter. Het kantelpunt ligt dan bij dertig papieren boeken: dat is voor het milieu net zo belastend als het lezen van één e-book van één e-reader.* Lees je meer dan dertig boeken op één reader, dan is een e-reader een duurzamere keuze. Het antwoord hangt dus ook af van de lezer.
De indrukwekkende invloed van de lezer
Want waar en hoe je een boek koopt, maakt een enorm verschil. Met de auto tien kilometer naar de boekwinkel rijden veroorzaakt ongeveer drie keer zoveel uitstoot als de productie van het boek zelf.*
Dat geldt natuurlijk ook voor het kopen van een e-reader, alleen doe je dat vermoedelijk en hopelijk iets minder vaak.
De e-booklezer kan haar milieu-impact per gelezen boek verlagen door haar e-reader consequent te gebruiken. Heb je een e-reader? Koop dan liever geen papieren boeken meer, want dan combineer je twee kwaden. Ook geldt dat hoe langer jij (of iemand anders) het apparaat blijft gebruiken, hoe lager de voetafdruk wordt per gelezen boek. Steeds het nieuwste modelletje kopen, is niet duurzaamfähig.
Lees je alleen van papier, dan kun je de milieu-impact van een boek als lezer ook nog verder beperken. Hoe? Als je een papieren boek twee keer leest, of doorgeeft of uitleent, bedraagt de voetafdruk ineens maar de helft. Hoe meer mensen één papieren boek lezen, hoe kleiner de voetafdruk.
Het allerduurzaamst? Een boek van de bieb. Daar kan geen e-reader tegenop. Al helemaal niet als je daar lopend of met de fiets heen gaat.
Kan ik het uitleggen?
Terug naar de vraag waar de zoektocht mee begon: kunnen we het uitleggen dat we het komende boek over klimaatverandering op papier uitgeven? Ja, is ons antwoord.
De missie van de uitgeverij De Correspondent is om boeken uit te geven over de belangrijke ontwikkelingen van onze tijd. Zoals ongelijkheid, privacy, de heimelijke invloed van cijfers op ons leven, en binnenkort dus, klimaatverandering. En om te zorgen dat de boodschap van die boeken zo veel mogelijk lezers bereikt.
Dan is papier onvermijdelijk. Nog altijd worden verreweg de meeste boeken van papier gelezen. In Nederland is het aandeel (in ieder geval van legaal verkregen) e-books in 2018 slechts goed voor 7,4 procent van de totale boekenmarkt.* Dat is 0,4 procent meer dan in 2017. Duidelijk is dat we het overgrote deel van de lezers zouden missen als we besluiten alleen nog e-books uit te geven.
Bovendien blijkt de komst van de e-reader niet zozeer de papieren boekconsumptie te verminderen, maar juist aan te vullen: de meeste lezers die e-books lezen, combineren dat met papieren boeken.*
Ondertussen groeit de markt van audioboeken, waarnaar je kunt luisteren vanaf je telefoon of een apparaat dat je toch al hebt. Die kunnen wellicht nog wat e-book- of papierliefhebbers verleiden, maar ook dit is vooralsnog een kleine groep.
Als je vervolgens wilt dat je boodschap goed overkomt, blijkt papier ook de betere keuze. Onderzoek toont aan dat lezen vanaf een scherm je tekstbegrip negatief beïnvloedt.*
Maar duidelijk is dat je als uitgever kunt aansturen op een zo klein mogelijke voetafdruk. De hele keten van de boekproductie wordt immers gestuwd door de wensen van de uitgever: de uitgever vraagt, waarna de papiermolen en de drukpers gaan draaien. Daarom zetten we de zoektocht naar hoe we onze boeken zo duurzaam mogelijk kunnen maken voort. Daarvan binnenkort een eerste update!