Zo win je de tijd terug die Facebook en Netflix hebben afgepakt
Smartphones, sociale media en andere digitale middelen kunnen ervoor zorgen dat je niet meer doet wat je echt belangrijk vindt. Computerwetenschapper Cal Newport schreef een boek met handige tips om je autonomie terug te winnen.
Afgelopen oktober verhuisde ik. Mijn nieuwe studio bleek geen internetaansluiting te hebben. Telfort verwees me naar KPN, KPN vertelde me dat alleen Ziggo me verder kon helpen, Ziggo wilde mijn aansluiting wel aanleggen, maar dan moest ik wel meer dan veertig euro per maand gaan betalen.
En zo had ik tegen de kerstvakantie nog steeds geen internet. Mijn ‘first world’ irritatie – hoe moeilijk kan het zijn? – maakte langzaamaan plaats voor een ander gevoel: vrijheid. De verleiding van Netflix, de stortvloed aan online nieuws, het thuiswerken – ineens kon het simpelweg niet meer.
Ineens kon ik zelf weer bedenken wat ik deed als ik thuis was.
‘Het gaat over autonomie’
‘Het gaat niet over bruikbaarheid, het gaat over autonomie’, schrijft computerwetenschapper en auteur Cal Newport in zijn nieuwe boek Digitaal minimalisme - Doelbewust omgaan met digitale overvloed. Smartphones, sociale media en andere digitale middelen, schrijft hij, kunnen ervoor zorgen dat je niet meer doet wat je echt belangrijk vindt.
Zo las ik bijna geen boeken, maar lag ik urenlang verdoofd op de bank Jane the Virgin te kijken. Aan het eind van de avond voelde ik me leeg en schuldig. Ik had alleen even een aflevering willen kijken tijdens het eten, maar Netflix had me – voor de zoveelste keer – steeds verder het seizoen ingelokt.
Dit is wat Newport bedoelt met ‘het gaat over autonomie’. Iedereen die je het vraagt, kan wel voordelen van technologie opnoemen. Op Netflix kun je prachtige films en series zien. Op Facebook houd je contact met jeugdvrienden. En op Twitter kom je interessant nieuws tegen, dat je anders misschien wel gemist had.
Hoe meer van je aandacht ze krijgen, hoe meer geld bedrijven als Facebook kunnen verdienen
Maar vaak zijn de kosten groter dan de baten. Je wilde alleen de nieuwe baby van je nicht zien en scrollt nu al een uur door je Facebook-feed. Je kijkt even op Twitter en zit vervolgens in de stress door een trol. Je binget Friends, maar verwaarloost het contact met je echte vrienden.
Het is om je voor te schamen, vond ik. Ik kon een boek schrijven, maar zelf kiezen wat ik in mijn vrije tijd deed? Onmogelijk. Hiermee onderschatte ik hoe geraffineerd platforms als Netflix en Facebook in elkaar zitten. Deze bedrijven zetten alles op alles om je naar binnen te zuigen. Hoe meer van je aandacht ze krijgen, hoe meer geld ze kunnen verdienen.
Daarom zorgen likes en retweets ervoor dat je steeds weer teruggaat om te kijken of je nog meer waardering hebt gekregen. En begint Netflix soms al na vijf seconden de volgende aflevering van een serie af te spelen. Niet voor niets noemde de directeur van het bedrijf slaap als grootste concurrent.*
Tijd, vindt Newport, om de autonomie terug te pakken.
Digitaal minimalisme
Het is intussen bijna een apart genre journalistiek geworden: het zo-kwam-ik-van-mijn-smartphone-verslaving-af-artikel. Collega Rutger Bregman deed een duit in het zakje en laatst nog ging een New York Times-artikel over smartphones viraal. Zulke stukken geven praktische tips: doe een digitale detox, zet je notificaties uit of – in het geval van Rutger – laat je vrouw de baas zijn over welke apps jij kunt installeren.
Maar dit soort trucs, vindt Newport, zijn slechts symptoombestrijding. Het échte probleem is dat we niet duidelijk voor ogen hebben waarom we bepaalde technologie gebruiken. We plempen onze smartphone vol met apps en laten de technologie vervolgens voor ons bepalen wat belangrijk is.
Waarom bedenken we niet eerst wat we belangrijk vinden en zoeken dan pas welke middelen ons het best kunnen helpen om dat te realiseren? Waarom hebben we niet, in de woorden van Newport, een ‘filosofie van technologiegebruik’?
Zo’n filosofie kan van alles zijn. Je hebt de Neo-Luddieten, schrijft Newport, die liever helemaal geen technologie gebruiken. Of de Quantified Self-aanhangers, die elke stap in hun leven kwantificeren met gebruik van digitale apparaten.
Maar Newport stelt iets anders voor: digitaal minimalisme. ‘Een filosofie van technologiegebruik die inhoudt dat je je onlinetijd gebruikt voor een klein aantal zorgvuldig geselecteerde en geoptimaliseerde activiteiten die gunstig zijn voor de dingen die jij belangrijk vindt, terwijl je het andere aan je voorbij laat gaan.’
Kortom: bedenk wat je belangrijk vindt, zoek daar de juiste middelen bij en negeer de rest.
Nooit meer alleen Netflixen
Neem Tyler, die vroeger compulsief sociale media checkte. Hij gebruikte Facebook en consorten voor zijn carrière, voor contact met anderen en voor entertainment. Maar, realiseerde hij zich, het was niet bepaald de beste manier om deze drie doelen te bereiken.
Dus besloot hij van alle sociale media af te stappen. Toen Newport hem een jaar later sprak, was Tyler blij met de veranderingen in zijn leven. Hij las drie tot vier boeken per maand, deed vrijwilligerswerk en – jawel – speelde nu ukelele. Misschien wel het belangrijkste: hij had meer aandacht voor zijn vrouw en kinderen.
Ook op het werk ging het hem voor de wind. ‘Sommige klanten hebben een verandering bij me opgemerkt’, zegt hij tegen Newport. ‘Als ik dan vertel dat ik van de sociale media af ben, is hun antwoord “Ik zou willen dat ik dat kon, maar ik kan dat gewoon niet.” Het feit is echter dat ze geen enkele goede reden hebben om op sociale media te blijven!’
Het idee is dat je digitale middelen wel gebruikt waar ze daadwerkelijk iets toevoegen en niet voor al het andere
Het mag een beetje een hallelujaverhaal zijn, Tyler laat zien wat Newport bedoelt met het digitaal minimalisme. Hij bedacht wat hij belangrijk vond, realiseerde dat zijn huidige gedrag daar niet voldoende aan bijdroeg en zocht vervolgens een betere manier om aan zijn carrière te bouwen, contact te onderhouden met zijn dierbaren en zichzelf te vermaken.
Dat betekent overigens niet dat je per se alle technologie uit het raam moet smijten. Het hele idee is juist dat je digitale middelen wel gebruikt waar ze daadwerkelijk iets toevoegen en niet voor al het andere.
Zo is Michal gestopt met online media te lezen en heeft ze zich ingeschreven voor een aantal nieuwsbrieven die ze ‘minder dan eens per week leest’. Op die manier kan ze nog steeds doen wat ze belangrijk vindt – inspiratie opdoen – zonder dat ze helemaal wordt opgezogen door de nieuwscyclus.
En Gabriella is gek op Netflix, maar bingewatching maakte haar ongelukkig. Dus besloot ze alleen nog maar te netflixen in gezelschap. ‘Nu is het streamen van series niet langer een eenzame aangelegenheid maar een sociale activiteit’, vertelt ze in het boek.
Digital declutter
Net als Newports eerdere boek Diep werk, leest Digitaal minimalisme lekker weg - al is zijn taalgebruik hier en daar wat werkstukkerig - en behoort het tot de categorie zelfhulpboeken, net als De edele kunst van not Giving a F*ck en Stil, die je overtuigt dat je leven er ook anders uit zou kunnen zien.
Daarbij staat het bol van praktisch advies. Zo stelt Newport dat je niet in kleine stapjes een digitale minimalist kan worden. Veel van de technologie die we gebruiken is te verslavend en te handig. Dus komt hij met een oplossing: ‘digital decluttering’. Digitaal opruimen, dus.
Dat gaat als volgt:
- Stop dertig dagen lang met alle technologie waarmee je kunt stoppen (als je de sociale media doet voor je bedrijf, kun je maar beter niet van Twitter, Instagram en Facebook afgaan).
- Zoek tijdens deze periode uit wat je leuk en belangrijk vindt.
- Begin pas aan het eind van de opruimactie opnieuw met je technologiegebruik, maar beperk je tot technologieën die voldoende bijdragen aan wat je belangrijk vindt.
Zonder dat ik het doorhad, had ik een declutter light gedaan. Eerder al had ik veel apps van mijn telefoon verwijderd en notificaties uitgezet. En nu, zonder internet in mijn huis, stond ineens niet meer vast wat ik ging doen. Zo kon ik ineens weer tijd maken voor de dingen die ik belangrijk vind. Aan lezen, sporten en mooie films kijken.
Dus zegde ik Netflix op, nam een krantenabonnement en een bioscoopkaart, en haalde ik mijn hardloopschoenen weer uit de kast. Al had ik alsnog internet op mijn telefoon, ineens had ik een quotum van een paar gigabyte. Wie is de Mol keek ik elke week, maar een serie bingen zat er simpelweg niet meer in.
En ik installeerde een dvd-speler en verhuisde de dvd-collectie van mijn moeder en broer naar mijn boekenkast. The Sopranos, Midsomer Murders, Mad Men. ‘2007 sms’te’, zei mijn vriend, ‘ze willen hun series terug’.
Afgelopen zaterdag keek ik zes afleveringen Mad Men achter elkaar. Want zo nu en dan bingen, dat blijkt in mijn filosofie van technologiegebruik nogal belangrijk te zijn. Ook dat is autonomie.
Verder lezen?
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!