Wat is het verschil tussen radicaal- en extreemrechts (en wat is fascisme)?
De termen populistisch, radicaal- en extreemrechts, fascistisch en alt-right worden vaak door elkaar gebruikt. Wat betekenen deze termen?
De rechts-populistische partijen in Europa zijn sterker dan ooit sinds de Tweede Wereldoorlog.
In Oostenrijk neemt de FPÖ deel aan de regering. In Italië wordt partijleider en minister van Binnenlandse Zaken Matteo Salvini steeds populairder met zijn anti-immigratiepartij Lega. In Hongarije is Victor Orbán net weer herkozen en ook in Polen holt de heersende Recht en Rechtvaardigheid Partij langzaam de rechtsstaat uit.
En, als klap op de vuurpijl, hebben voor de Europese parlementsverkiezingen enkele rechts-populistische partijen zich verenigd om samen een front te vormen tegen, nou ja, de rest van de Europese Unie.
In een poging om de opkomst en het gedrag van deze partijen te duiden, worden veel termen door elkaar gebruikt. Salvini is niet alleen een populist, maar ook een fascist. De FPÖ blijkt nauwe contacten te hebben met rechts-extremisten of alt-right-achtige figuren. En is Alternative für Deutschland nu rechts-radicaal, rechts-populistisch of rechts-extremistisch?
In dit stuk probeer ik duidelijkheid te scheppen. Laat ik beginnen met radicaal-rechts.
Radicaal-rechts
Radicaal-rechtse groepen of partijen hebben een ideologie waarin drie elementen belangrijk zijn:
- Autoritarisme. De samenleving moet ordelijk zijn. Mensen moeten zich aan regels houden en wie afwijkt van regels of bepaalde normen moet hard worden gestraft. Het gezag van de leraar, politieagent of bestuurder is bijvoorbeeld heel belangrijk.
- Nativisme. Nativisme is een weinig gebruikt woord dat nationalisme en angst voor het vreemde samenbrengt. Voor nativisten bestaat er zoiets als een natie, een culturele gemeenschap, die ook de baas is over een gebied: de staat. Nativisten menen daarnaast dat die gemeenschap homogeen is, dus dat de mensen zoveel mogelijk op elkaar moeten lijken.
- Populisme. Over wat populisme precies is, verschillen de meningen. Volgens sommigen, zoals politicoloog Cas Mudde, is populisme een ideologie op zich. Volgens anderen is populisme een politieke stijl. Wie er ook gelijk heeft: volgens populisten is de bevolking onder te verdelen in een elite die vooral haar eigen belangen dient en daardoor slecht is, en de veel bredere bevolking die in essentie goed is.
Radicaal-rechtse groepen verwerpen doorgaans geweld en proberen binnen de parlementaire democratie macht te verkrijgen. De democratie als politiek systeem staat niet ter discussie, maar wel de liberale interpretatie daarvan. Bijvoorbeeld het respecteren van de rechten van minderheden.
Voorbeelden van radicaal-rechtse partijen zijn onder andere de PVV, Forum voor Democratie, Vlaams Belang, Rassemblement National (voorheen het Front National), de Lega Nord in Italië, Alternative für Deutschland (AfD), de Freiheitliche Partei Österreichs (FPÖ), UKIP in het Verenigd Koninkrijk, Svenska Demokraterna in Zweden en nieuwkomer Vox in Spanje.
Extreemrechts
Extreemrechtse partijen en groepen delen in grote lijnen de ideologie van radicaal-rechtse partijen, maar gaan een paar stappen verder. Het racisme is vaak veel openlijker. Sommige partijen zijn geïnspireerd door het nationaalsocialisme. Het belangrijkste verschil is dat extreemrechts de parlementaire democratie verwerpt. Die moet, al dan niet met geweld, worden vervangen door bijvoorbeeld een dictatuur.
Voorbeelden van extreemrechtse partijen of groepen zijn de Nederlandse Volks-Unie, Identitair Verzet, de Gouden Dageraad (Griekenland), CasaPound (Italië), Atomwaffen Division (Verenigde Staten) en de NSU (Duitsland).
Uiterst rechts
Het verschil tussen radicaal- en extreemrechts wordt in veel landen niet gemaakt. Daar wordt vaak gesproken van uiterst rechts.
Populisme
Politicologen Cas Mudde en Christobal Rovira Kaltwasser definieren populisme als een ‘thin-centered’ ideologie die ervan uitgaat dat de samenleving in twee homogene, maar tegengestelde blokken is verdeeld: het ‘pure’ volk en de ‘corrupte’ elite.*
Politiek moet volgens populisten de uitdrukking zijn van de volkswil. ‘Thin-centered’ betekent in deze context dat populisme geen volwaardige ideologie is zoals liberalisme, fascisme of socialisme, maar vrijwel altijd aan een andere ideologie is gehecht.
Populisme is dan ook niet per se rechts. Populisme kan net zo goed links zijn, zoals in Spanje (Podemos) en Griekenland (Syriza). Of nationalistisch (India). In Oost-, Noord- en West-Europa en de Verenigde Staten zijn populistische partijen wel vaak radicaal-rechts.
Alt-right
Alt-right is een van oorsprong Amerikaanse stroming van radicaal- en extreemrechtse groepen die zich vooral online manifesteren. De term ‘alt-right’ werd rond 2008 gemunt door de Amerikaanse neonazi Richard Spencer. De oerconservatieve Amerikaanse filosoof Paul Gottfried zou de term rond dezelfde tijd hebben geïntroduceerd in uiterst rechtse kringen.
Alt-right is niet een eenduidige beweging, ze bestaat uit verschillende groepen die op het oog weinig met elkaar te maken hebben. Zo zijn er:
- De zogenoemde manosphere. Deze beweging bestaat uit antifeministische mannen. Sommigen verlangen terug naar traditionele rolmodellen. Anderen zien in het feminisme de oorzaak van veel, zo niet alle maatschappelijke problemen. En weer anderen hebben omgang met vrouwen afgezworen en willen voortaan celibatair door het leven gaan.* Veel van deze mannen houden er ook extreemrechtse ideeën op na, vandaar de verbinding met alt-right.*
- Neoreaction, of NRx. Deze stroming was een jaar of vier geleden kortstondig populair, maar is inmiddels zeer marginaal. De neo-reactionairen streven naar een nieuwe, feodale maar technisch zeer geavanceerde samenleving, geregeerd door een sterke monarch en aristocratie.* De ideale nieuwe zonnekoning is iemand als Elon Musk. Neo-reactionairen hebben met extreemrechts gemeen dat ze vinden dat niet-witten tot een lage sociale klasse behoren, of niet welkom zijn in de nieuwe feodale samenleving.*
- Libertariërs willen, kort door de bocht, zo min mogelijk overheidsbemoeienis en een zo groot mogelijke individuele vrijheid. Hoewel je ook linkse libertariërs hebt, is er een actieve rechtervleugel die ronduit racistische ideeën spuit.* Een van hen is de Duitser Hans Hermann Hoppe, die zichzelf tot de alt-rightbeweging rekent en pleit voor geforceerde remigratie van niet-witten uit Europa en de Verenigde Staten.
- Witte supremacisten. Een van de bekendste witte supremacisten is Jared Taylor, uitgever van de online publicatie American Renaissance. Een andere, beruchte supremacist is Greg Johnson, van het online tijdschrift Counter Currents. Beiden streven naar een witte etnostaat.
- Neonazi’s, de meer vulgaire tak van de witte supremacisten. Belangrijke aanjagers van alt-right zijn bijvoorbeeld Andrew ‘weev’ Auernheimer en Andrew Anglin. Zij proberen door middel van memes neonazisme wat beter verteerbaar te maken. Anglin beheert bijvoorbeeld de website The Daily Stormer.
- Relatief nieuw zijn de identitairen. Dat zijn vaak jonge activisten die door middel van opvallende demonstraties aandacht willen krijgen voor wat zij ‘omvolking’ noemen: het idee dat de witte bevolking al dan niet moedwillig wordt vervangen door niet-witten. Deze beweging is het meest actief in Frankrijk, Oostenrijk en Duitsland, maar kent ook afdelingen in België, Nederland, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Ierland en nog enkele landen.*
Fascisme
Er is geen definitie van fascisme waar brede consensus over is. Meestal wordt de beschrijving van historicus Roger Griffin aangehouden. Volgens hem is fascisme ‘een vorm van politieke ideologie die als kern verschillende varianten van een palingenetische vorm van populistisch ultranationalisme heeft.’ Juist. Als je dit wat bot wilt vertalen, zegt Griffin dat fascisme in de kern streeft naar nationale wedergeboorte (door middel van revolutie).
Die wedergeboorte is een radicaal nieuw begin, die volgt op een periode van vernietiging of verval. Volgens fascisten leven we op een kantelpunt in de geschiedenis. Alleen met radicale actie en een verwerping van de liberale democratie kan een nieuwe wereld worden gebouwd. Fascisme is in theorie dus niet conservatief en is vrij moeilijk te plaatsen in het spectrum van links en rechts.
Waar Griffin zich vooral op de ideeën van het fascisme richt, kijkt een andere historicus, Robert Paxton, meer naar de praktische uitwerking ervan. Naar de ‘succesvolle’ historische varianten in Duitsland en Italië, en naar de niet-succesvolle fascisten in bijvoorbeeld Engeland, Frankrijk en andere delen van Europa. Paxton legt veel nadruk op de zogenoemde ‘mobilizing passions,’ de ideeën en emoties die fascisten proberen op te roepen en te gebruiken, zoals:
- het gevoel in een overweldigende crisis te leven, die niet met traditionele middelen opgelost kan worden;
- de groep staat boven het individu;
- de eigen groep is een slachtoffer en de groep mag daarom zonder morele of juridische grenzen actie ondernemen om dat te verhelpen;
- de groep lijdt onder individualistisch liberalisme, klassenconflict en buitenlandse invloeden;
- de noodzaak voor een sterkere samenwerking van een pure gemeenschap, bij voorkeur op basis van vrijwilligheid. Maar zo nodig worden mensen met geweld uit die gemeenschap gezet;
- de noodzaak van een autoritaire leider (altijd een man), die de historische lotsbestemming van de groep belichaamt;
- de superioriteit van het instinct van de leider boven rationaliteit;
- de schoonheid van geweld dat wordt ingezet voor het succes van de groep;
- het recht van het uitverkoren volk om anderen te domineren, zonder de beperkingen van menselijk of goddelijk recht.
De Italiaanse denker Umberto Eco schreef in de jaren negentig een interessant essay* over fascisme. Hij stelt dat fascisme een kern van eigenschappen heeft die telkens weer terugkomen (vandaar de naam die hij eraan gaf: Ur-fascisme). Deze eigenschappen zijn:
- de cultus van traditie. Er is een waarheid die reeds geopenbaard is en verdere intellectuele ontwikkeling is niet nodig;
- verwerping van het modernisme en de omarming van irrationaliteit;
- actie is er om de actie, denken is ontmannelijking en het leven is een permanente strijd;
- onenigheid en tegenspraak zijn verraad;
- Ur-fascisme richt zich op een gefrustreerde middenklasse;
- obsessie met complotten;
- fascisten voelen zich vernederd door de rijkdom en kracht van hun tegenstanders, temeer omdat diezelfde tegenstanders als (moreel) zwak worden gezien;
- Ur-fascisme is ook selectief populistisch. Het volk mag stemmen, maar moet zich ook neerleggen bij de wil van de meerderheid. De leider is de enige echte vertaler van de volkswil.
Nieuw Rechts
Nieuw Rechts kan verwijzen naar verschillende politieke partijen, onder andere in Nederland. Maar nieuwrechts is ook een naoorlogse neo-fascistische beweging die is voortgekomen uit de Nouvelle Droite. Die Franse stroming is een reactie op de opkomst van Nieuw Links eind jaren zestig.
De belangrijkste woordvoerder van deze beweging is de Franse schrijver Alain de Benoist. De Benoist grijpt terug op het werk van de Italiaanse marxist Antonio Gramsci, die als gevangene in het fascistische Italië in de jaren dertig over het concept ‘metapolitiek’ schreef. Gramsci was teleurgesteld over de uitgebleven revolutie van de arbeidersklasse. Die had materieel gezien genoeg redenen om in opstand te komen, maar zat cultureel nog muurvast aan onder andere het katholicisme. Daardoor wilde het revolutionaire vuur maar niet ontbranden. Gramsci’s conclusie: alleen een gestage verandering van die culturele omstandigheden zou een wereldwijde arbeidersrevolutie in gang kunnen zetten.
De Benoist en zijn kameraden van de Nouvelle Droite omarmden de metapolitiek en probeerden, met geduld, het onbespreekbare bespreekbaar te maken. De geesten moesten langzaam rijp gemaakt worden voor het tegengaan van immigratie, het koesteren van de Europese diversiteit en eigenheid, het stopzetten van de amerikanisering. Al het politieke geneuzel zou later wel komen.
Europeanen hebben een gebrek aan ‘biologisch en etnisch bewustzijn’ en dreigen een minderheid te worden in hun eigen landen
Een andere belangrijke intellectueel die is voortgekomen uit de Nouvelle Droite, is Guillaume Faye. In 2001 publiceerde hij het boek Why We Fight: Manifesto of the European Renaissance. Dit boek zou de bijbel worden van de identitairen.
Faye pleit in dit boek, en in de rest van zijn werk, voor een wederopstanding van de Europese beschaving. Europeanen dreigen in zijn ogen vervangen te worden door buitenstaanders die in groten getale het continent binnenkomen en, eenmaal hier gevestigd, meer kinderen krijgen. Europeanen hebben een gebrek aan ‘biologisch en etnisch bewustzijn’, aldus Faye, en dreigen een minderheid te worden in hun eigen landen.
De oplossing is wat Faye ‘archeofuturisme’ noemt: de bronnen en tradities van de Europese beschaving hervinden, afstoffen, oppoetsen en toekomstbestendig maken. Europeanen moeten hun Europese, nationale en lokale identiteit herontdekken. En daarvoor vechten. Niets minder dan ons bestaan zou hiervan afhangen.
De ideeën van de Nouvelle Droite zijn zeer invloedrijk geweest. Je ziet ze terug bij de identitaire beweging, maar ook bij enkele Amerikaanse alt-rightgroepen en andere Europese extreemrechtse activisten, zoals Daniel Friberg, die zichzelf ziet als onderdeel van nieuwrechts.
Wit nationalisme
Een aantal extremistische groepen gelooft in de superioriteit van het ‘witte ras’. Hoewel ras een sociale constructie is en geen biologische, zijn deze extremisten ervan overtuigd dat de wereld beter af is als ieder ‘ras’ zijn eigen natiestaat heeft.
In deze groep zijn er verschillende gradaties van extremisme te onderscheiden. Sommigen menen dat verschillende ‘rassen’ wel in een land kunnen samenleven, maar dat ze zich zo veel mogelijk van elkaar gescheiden moeten houden. Anderen menen dat de natie en de staat moeten samenvallen en dat niet-witte ‘rassen’ daarom geheel van het grondgebied verwijderd moeten worden, al dan niet met geweld.
Het zijn niet alleen neonazi’s die dit soort ideeën spuien, maar ook ogenschijnlijk nette intellectuelen zoals Jared Taylor, Greg Johnson en Stefan Molyneux.* In Europa is het YouTube-kanaal Red Ice TV populair, waar dit soort ideeën veel ruimte krijgen. Veel aanhangers van wit nationalisme zijn geobsedeerd door de voorchristelijke geschiedenis, of het Vikingtijdperk, waarin de mensen nog in contact stonden met hun cultuur en natuur en niet verdorven waren door Joodse en christelijke invloeden.