Klimaatverandering bedreigt alles wat ons lief is. Maar hoe erg het wordt, bepalen we zelf

Jelmer Mommers
Correspondent Democratie & Klimaat
Illustratie: Leon Postma (redactioneel vormgever)

We kunnen de opwarming van de aarde stoppen en onze toekomst terugwinnen. Dat laat een wereldwijde beweging van miljoenen mensen zien – en dat is de hoofdboodschap van mijn nieuwe boek. (Je kunt dit verhaal lezen en luisteren.)

Klimaatverandering is een ramp van een onderwerp, ik zeg het maar gewoon eerlijk. Ik ben er al vijf jaar continu mee bezig en ik vind het nog steeds afstotelijk. Dus als je hebt geaarzeld dit artikel open te klikken: ik begrijp het helemaal.

Het begint al bij het woord ‘klimaat’. Met de technische betekenis is niet zoveel mis: ‘het gemiddelde weer over een periode van minstens dertig jaar’. De term is bedacht om algemene uitspraken te kunnen doen over het weer op een bepaalde plek: Nederland heeft bijvoorbeeld een gematigder en koeler klimaat dan India.

Voor de meeste mensen en gedurende het grootste deel van onze recente geschiedenis was het klimaat een gegeven, ongeveer zo boeiend als het langzame stromen van gletsjers of de samenstelling van de lucht die we inademen. Achtergrond. Voer voor experts.

Maar we weten allemaal dat het woord ‘klimaat’ tegenwoordig een heel andere lading heeft. Dreiging. Gevaar. De afgelopen jaren vertellen experts ons in steeds fellere bewoordingen dat het klimaat door menselijk toedoen ingrijpend verandert. Niet op één plek, niet in Nederland óf in India, maar overal tegelijk. Ze vertellen ons dat de aarde opwarmt, dat zeespiegelstijging kuststeden bedreigt, dat hittegolven vaker ondraaglijk heet worden, dat de wereldwijde voedselvoorziening onder druk staat. Ze vertellen ons dat doorgaan op de huidige weg vrijwel zeker tot wereldwijde catastrofes zal leiden – en al leidt.

Nu heb ik goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat het klimaatdebat in Nederland en elders de afgelopen zes maanden is opgevlamd. Of liever opgelaaid: het klimaat is niet meer weg te denken van de politieke agenda.

De Zweeds tiener Greta Thunberg inspireerde met haar schoolstaking een wereldwijde protestbeweging van jongeren die de straat opgingen om hun regeringen onder druk te zetten.

In de VS presenteerde het progressieve Congreslid Alexandria Ocasio-Cortez een wetsontwerp voor een Green New Deal, dat als doel heeft de volledige Amerikaanse energievoorziening binnen tien jaar (!)

En alle Nederlandse politieke partijen die donderdag deelnemen aan de Europese verkiezingen zijn het erover eens dat de EU-doelstellingen voor vermindering van de CO2-uitstoot strikter moeten worden nageleefd. Alle partijen, behalve

Het slechte nieuws is dat de kleine groep neezeggers nog buitenproportioneel veel macht heeft. De regering van de Amerikaanse president Donald Trump ging de afgelopen tijd gewoon door met het slopen van het milieubeleid in dat land. En Thierry Baudet won de Provinciale Statenverkiezingen, deels door het mobiliseren van onvrede over het Nederlandse klimaatbeleid.

Wat moeten we in vredesnaam met deze tegengestelde krachten? Hoe is het uit te houden, een klimaatdebat dat zó belangrijk is en tegelijkertijd tot zó veel verdeeldheid leidt?

Geen vertrouwen in de toekomst, maar wanhoop

Voor veel mensen is het antwoord: niet – het is niet uit te houden.

Tom, een van mijn beste vrienden, Hij zei het laatst letterlijk toen we koffie dronken en met elkaar spraken over het klimaat: ‘Ik kies ervoor om weg te kijken.’ Hij wil zijn leven leiden zonder zich de hele tijd rot te voelen over de staat van de aarde.

Hij maakt zich wel degelijk zorgen over het klimaat, maar heeft geen vertrouwen in de overheid, want die doet veel te weinig. Hij heeft ook geen vertrouwen in bedrijven, want die kiezen uiteindelijk altijd voor winst en maken het probleem daardoor vaak groter. En hij heeft geen vertrouwen in zijn medemensen, want zelfs als mensen goed op de hoogte zijn, dragen ze nog bij aan de opwarming.

Collectief doet de mensheid, doen wij nog veel te weinig

Op slechte dagen deel ik Toms wanhoop. Er zijn overheden, organisaties en burgers die hun uiterste best doen om de opwarming te beperken, maar collectief doet de mensheid, doen wij nog veel te weinig.

En er is ontzettend veel hypocrisie. Ik kan ervan getuigen. Enerzijds schrijf ik over de opwarming, geloof ik vurig dat we meer actie moeten ondernemen, en heb ik een aantal dingen in mijn eigen leven aangepast omdat ik me zorgen maak over het milieu. Ik eet bijvoorbeeld geen vlees meer en vlieg sinds vorig jaar niet meer.

Maar ik rijd soms nog wel auto en ik heb onlangs voor het eerst in mijn leven geskied, op nepsneeuw nota bene. Het zou zelfbedrog zijn om te doen alsof ik een ‘positieve bijdrage’ lever – dat is gewoon onzin als je kijkt naar de vervuiling die ik veroorzaak. Hoogstens belast ik de natuur elk jaar een beetje minder, recycle ik iets meer, composteer ik iets meer dan het jaar ervoor. Maar dat is echt geen reden voor zelffelicitatie. Onder de streep ben ik nog steeds een vervuiler.

Hoe ga ik dat uitleggen als iemand me in de toekomst vraagt wat ik deed om de aarde leefbaar te houden? Ongemakkelijke vraag. Ik heb er geen goed antwoord op. En ik zou willen dat het er niet was: dat knagende schuldgevoel, de angst, de wanhoop.

Dus besloot ik op zoek te gaan.

Nieuwe krachten zijn bezig de toekomst te vormen

Ik ging op zoek naar manieren om wél te blijven kijken, maar niet wanhopig te worden. Ik zocht een antwoord op de vraag hoe erg het precies is gesteld met het klimaat, en of we überhaupt nog een geloofwaardige kans hebben om de opwarming te bedwingen. Ik onderzocht welke ingrepen een verschil maken en waarom.

De afgelopen vijf jaar sprak ik met wetenschappers en beleidsmakers, met lobbyisten en Shell-medewerkers, met actievoerders en met politici, van de VVD tot de Partij voor de Dieren. Ik was bij klimaatdemonstraties en rondetafelgesprekken van de energie-intensieve industrie, ik was in Parijs bij de grote klimaattop van 2015, en in Zuid-Amerika om te onderzoeken waarom Ecuador zich genoodzaakt ziet olie te winnen in het regenwoud van de Amazone. (De wereldwijde vraag naar olie, onder meer veroorzaakt door het vliegtuig waarmee ik naar Ecuador reisde, was inderdaad een deel van het antwoord.)

De inzichten die ik gaandeweg opdeed, vormen de basis van Hoe gaan we dit uitleggen, mijn boek over onze toekomst op een warmere aarde. In het boek beschrijf ik hoe we hier gekomen zijn, hoe het erger kan worden (als we het laten gebeuren) en hoe het beter kan worden (als we daarvoor kiezen).

Afwachten en hopen op het beste is niet genoeg. Oude én nieuwe krachten zijn bezig de toekomst te vormen, en de vraag is welke krachten we aanjagen.

Alles is nog mogelijk

Tijdens mijn onderzoek kwam ik erachter dat mensen wél iets kunnen veranderen als ze samen in actie komen. Niet in een of andere utopische toekomst, nu al. Hoewel je er in het dagelijks leven weinig van merkt, is er een groeiende groep mensen op de been. Zij geloven niet dat de toekomst ons overkomt. En ze hebben gelijk: het verhaal dat we onze (klein)kinderen vertellen, schrijven we zelf.

Met Hoe gaan we dit uitleggen wil ik laten zien dat er een manier van kijken bestaat waarbij wanhoop het begin is van iets nieuws, in plaats van Er is een nieuw verhaal in de maak, een verhaal waarin de gevolgen van al onze acties bij elkaar optellen – en elke bijdrage betekenisvol is.

Dat wil niet zeggen dat alles nu voor altijd goed komt, maar wel dat we een kans hebben om een beslissende wending te maken. Het verhaal dat ik in mijn boek vertel, draait niet om ‘minder’ – minder vliegen of autorijden. Het draait om meer en beter: meer geluk, meer welvaart, meer gezondheid. Op goede dagen durf ik het hardop te zeggen: alles is nog mogelijk.

Ik schreef Hoe gaan we dit uitleggen voor alle Toms out there. Voor iedereen die geneigd is weg te kijken, maar ook wel weet dat dat geen oplossing is. Voor iedereen die nu eindelijk eens precies wil weten hoe het zit, met dat klimaat. Voor iedereen die een bijdrage wil leveren, als dat nut heeft. Voor iedereen die denkt dat we dit nooit gaan oplossen, maar nog bereid is zich stevig te laten verrassen.

Dit is een bewerkte versie van het voorwoord van ‘Hoe gaan we dit uitleggen – Onze toekomst op een steeds warmere aarde’.

Verder lezen?