De kracht van herhaling, herhaling, herhaling

Lynn Berger
Correspondent Zorg
Uit de serie Chai Wan Fire Station door fotograaf Chan Dick

Vernieuwing is het mantra van deze tijd. Het tegenovergestelde daarvan, herhaling, geldt als stilstand. Maar juist door dingen twee, drie of misschien wel dertig keer te doen, ontstaat ruimte voor reflectie en vernieuwing. En daarin schuilt een onverwachte vreugde. Liever luisteren? Ik heb dit verhaal ook ingesproken.

Begin dit jaar stond ik voor het eerst in mijn leven op ski’s. Zo lang ik me kon herinneren had ik wintersport gezien als niet aan mij besteed: te duur, te kakkineus, te après-skiërig. Maar nu stond ik er dan toch, op een oefenhelling in Oostenrijk, omringd door kleuters die zonder angst omlaag suisden terwijl mijn reisgenoten een eind verderop een zwarte piste afdaalden. Ik kan niet zeggen dat ik een natuurtalent bleek, maar ik kwam heelhuids beneden en na twee dagen vloeken en opstaan skiede ook ik met redelijk gecontroleerde bochtjes en zonder al te veel vallen een piste af.

Direct na die succesvolle afdaling nam ik een gondel naar de vallei. De dag liep al ten einde, ik zat alleen in dat bakje, achter mij trok de nevel op en vóór me verscheen een landschap dat niet had misstaan op de kleurpotlooddozen van Caran-d’Ache. Felblauwe hemel, donkergroene naaldboompjes, besneeuwde bergtoppen die fonkelden in de zon. Doodstil was het, ook nog.

Onder mij gleden talloze figuurtjes, gekleed in felroze en rood en blauw en zwart, op ski’s, snowboards en een enkele slee naar beneden. En je kunt er van alles van vinden natuurlijk, van wintersport – decadent, cliché, slecht voor het milieu, de ultieme zinloosheid van het eindeloos klimmen en weer afdalen, klimmen en weer afdalen – maar ik koos voor vervoering, of de vervoering koos mij.

Het mantra van deze tijd: beleef iets nieuws

Noem het de ultieme troef van het laatbloeierschap: voor wie lang wacht ligt er altijd nog iets nieuws in het verschiet. Die avond, ergens tussen het laatste witbiertje en het wegzakken in het zachte matras van ons Oostenrijkse onderkomen, vroeg ik me af waarom ik dat skiën nou zo fijn vond. Was het alleen vanwege het lekkere gevoel in je buik wanneer je naar beneden roetsjt? Of kwam het ook, en misschien wel vooral, door de kriebel die hoort bij de opwinding van een nieuwe ervaring?

Uit de serie Chai Wan Fire Station door fotograaf Chan Dick

Het feit dat ik iets nieuws aan het beleven was, dat ik iets voor het eerst deed, gaf me namelijk het prettige gevoel precies samen te vallen met de tijdsgeest. Die schrijft immers voor dat we, voor een rijk en vervuld leven, zoveel mogelijk nieuwe ervaringen moeten opdoen. Hoewel de meesten van ons jaarlijks met veel plezier hetzelfde festival bezoeken of vakantie vieren in dezelfde kustplaats, met liefde decennia voor dezelfde baas zouden werken (als het kon), en elke week weer uitzien naar dezelfde vis-en-frietmaaltijd op vrijdag, worden we aangemoedigd om iets heel anders te doen.

Probeer elke dertig dagen iets nieuws, zegt een Google-engineer in een TED-talk met een Reis naar onbekende oorden, daar word je creatiever van, schrijft een Doe samen nieuwe ervaringen op, sommeert menig relatiecoach, want sleur is het (En voor wie niet kan verzinnen ‘wat dan?!’ is er het populaire Het bucketlist boek voor koppels, een lijst eerste keren om uit te kiezen en

Ga op avontuur, is de boodschap die steeds wordt herhaald. Ontdek nieuwe stukken van je woonomgeving, verleg je grenzen en haal uit het leven wat erin zit, niet alleen dat wat je al kent.

Waarom? Voor wie dingen voor het eerst doet, gaat de tijd langzamer en draait het bewustzijn Daar is een prima evolutionaire verklaring voor: ons brein is geprogrammeerd om bij eerste keren extra goed op te letten – om alert te zijn op mogelijk gevaar en om lering te trekken uit het onbekende. Wanneer we iets doen wat we al honderd keer hebben gedaan, zijn we minder oplettend – en slaan we

Precies daarom bezetten eerste keren doorgaans de eregalerij van ons geheugen. We herinneren ons, vaak in detail, de eerste keer dat we iemand zoenden, in het vliegtuig stapten, een joint rookten, op een paard reden, een levensveranderend inzicht hadden, een gebroken hart bijeenraapten, of betoverd raakten door de aanblik van een bepaald kunstwerk of het beluisteren van verbluffende muziek. Tweede, derde of achttiende keren staan ons minder scherp voor ogen.

Vernieuwing is het mantra, hoe paradoxaal of ironisch dat ook klinkt. Want ook voorbij de grenzen van persoonlijk geluk is het nieuwe, en de eerste keer, een groot goed. Zeker in culturen als de onze, groot geworden dankzij uitvindingen en ontdekkingen en met een heilig geloof in vooruitgang.

Niet voor niets staat creativiteit, het maken en bedenken van nieuwe spullen of processen, op een Innovatie is de onbetwiste motor waar de economie en een beetje ondernemer wil zijn of haar versie van ‘de eerste man op de maan’ worden.

Waar we het over hebben wanneer we het over herhaling hebben

Volgens diezelfde logica geldt herhaling als iets wat we moeten vermijden: stilstand is achteruitgang, clichés zijn suf, routine is saai en meer van hetzelfde is slecht nieuws. Ik vond het heerlijk om te kunnen verkondigen dat ik voor het eerst was gaan skiën, terwijl mijn schoonzus, toen ze me vertelde dat ze komende zomer voor de vierde keer naar dezelfde camping gaat, dat deed met een verontschuldigende preambule: ‘Ik weet het, het is heel saai, maar…’

Herhaling heeft een stoffig imago, een slechte reputatie. Dat is begrijpelijk, gevoelig als we zijn voor de lokroep van het nieuwe. Maar het is ook onterecht. Het is onterecht omdat het herhaling voorstelt als een soort ‘tussentijd’ die je moet uitzitten in afwachting van het nieuwe – terwijl herhaling juist dat is wat het leven betekenis geeft. En het is onterecht omdat herhaling helemaal niet het tegenovergestelde is van vernieuwing – integendeel.

Dit is het gevaar van onze obsessie met vernieuwing: dat we volledig voorbijgaan aan iets wat bepalend is voor hoe het dagelijks bestaan eruitziet, voor de manier waarop we ons hechten, leren, groeien, leven. En aan iets wat het nieuwe zijn waarde geeft, maar waar we nauwelijks de aandacht voor kunnen opbrengen die het verdient – druk als we zijn met de volgende verlegging van onze grenzen, de volgende aller-, allereerste keer.

Uit de serie Chai Wan Fire Station door fotograaf Chan Dick

Zonder herhaling geen vernieuwing

Ik zal niet de eerste zijn die het opmerkt, maar dingen opnieuw doen is minstens zo belangrijk als dingen voor het eerst doen. Veruit de meeste dingen doen we vaker, veel vaker, dan één keer. Sterker: eerste keren vallen ons zo op omdat herhaling de norm is. Wie herhaling afschrijft, schrijft dus eigenlijk bijna het hele leven af.

Maar herhaling is niet alleen de achtergrond waar het nieuwe tegen afsteekt. Het is er vaak een voorwaarde voor.

Opgroeiende kinderen maken, puur door gebrek aan ervaring, voortdurend nieuwe dingen mee. Om dat in goede banen te leiden zweren ouders en opvoedexperts bij routine – een vast week- en weekendritme, elke avond dezelfde riedel van tandenpoetsen, voorlezen, nachtmerries bezweren, het licht uitdoen en nog één keer zwaaien. Altijd in precies die volgorde, nooit een keertje anders.

Herhaling is niet alleen de achtergrond waar het nieuwe tegen afsteekt; het is er vaak een voorwaarde voor

Kinderen zijn gewoontedieren, maar volwassenen zijn dat net zo goed. Kunstenaars, ingenieurs, innovators – zij die gevierd worden om hun vernieuwingsdrang – zweren doorgaans bij routine. Alleen door elke dag precies even laat op te staan, hetzelfde ontbijt te nuttigen en hetzelfde hardlooprondje af te leggen en dezelfde zwarte coltrui aan te trekken, kunnen zij nieuwe dingen maken.

In hun geval geldt dat herhaling fijn is om precies dezelfde reden dat nieuwe ervaringen fijn zijn: dat wat we al kennen, kost ons minder aandacht en energie dan het onbekende – en laat daarmee als vanzelf ruimte voor reflectie en nieuwe inzichten.

Ook innovatie is een vorm van herhalen

Ook op andere vlakken maakt herhaling vernieuwing en verbetering mogelijk. Innovatie bijvoorbeeld komt negen van de tien keer voort uit het stapje voor stapje voortbouwen op wat er al is – een vorm van herhalen, En geregeld leiden zulke repetitieve bezigheden als en óók tot

Uit de serie Chai Wan Fire Station door fotograaf Chan Dick

Bedrijven willen graag pionieren. Dan genieten ze een first mover advantage en kunnen ze een groot deel van de markt claimen. Maar economen weten inmiddels dat er ook iets te zeggen is voor het second mover advantage van wie juist niet pioniert: wie een begaan pad bewandelt kan bijvoorbeeld leren van de vergissingen van zijn voorganger,

Over leren gesproken, iets wat de moderne mens als het aan de overheid ligt het liefst dat is natuurlijk voor een groot deel opgebouwd uit herhalen. Oefenen is repeteren, opnieuw en opnieuw en opnieuw – net zo lang tot de materie of vaardigheid

Trainende atleten, stampende studenten, dreumesen die net leren lopen: herhaling is dé voorwaarde voor hun (top)prestaties, slagingskansen en motorische

Ook in de wetenschap, die collectieve zoektocht naar nieuwe en betere kennis, speelt herhaling een cruciale rol. Onderzoekers verrichten liever baanbrekend onderzoek dan dat ze de studies van anderen repliceren – met het grote onbekende valt meer subsidie én meer eer te behalen.

Maar pas wanneer studies door andere wetenschappers worden herhaald, blijkt of hun conclusies standhouden. De afgelopen jaren zijn dankzij zulke herhaalstudies veel claims uit de sociale en natuurwetenschappen gesneuveld – van het effect van een stoere lichaamshouding op je prestaties tot het idee dat het lezen van fictie je een empathischer mens maakt. Herhaling bepaalt het verschil tussen een toevalstreffer

De kracht van herhaling

Een mens verlangt natuurlijk naar meer dan leren, innoveren en presteren alleen. Maar ook dan geldt dat juist de dingen die het leven de moeite waard maken – vriendschap, bijvoorbeeld, of liefde – ondenkbaar zijn zonder herhaling. Psychologen weten al een halve eeuw dat ‘herhaaldelijke blootstelling aan een stimulus’ onze houding ten opzichte van die stimulus in positieve zin verandert: het heet dat,

Waarom maken we onze beste vrienden het vaakst op de middelbare school en tijdens onze studie? Omdat we onze medestudenten jaar in, jaar uit, elke dag zien!

Waarom houden ouders van hun kinderen? Omdat ze vanaf dag één dagelijks voor die kinderen zorgen, en tijdens dat zorgen precies die hormonen aanmaken die een voorwaarde zijn

En de liefde? Zoals iemand ooit tegen me opmerkte, ontmoet je de liefde van je leven één keer voor het eerst, maar moet je vervolgens decennialang, dag in dag uit, je relatie in stand zien te houden. (‘Love doesn’t just sit there, like a stone’, schrijft Ursula K. Le Guin, ‘it has to be made, like bread; remade all the time,

Ja, dat onderhoud wordt vast makkelijker en plezieriger als je zo nu en dan samen wat nieuws onderneemt – met behulp van Het bucketlist boek voor koppels of op eigen kracht.

Maar bestaat de liefde niet ook, juist, uit de gezamenlijke routines, de kleine gedeelde rituelen, de onbenoemde, haast automatische herhalingen – dat jij ‘s avonds de lampen in de woonkamer uitdoet en de slaapkamerdeur van onze zoon op een kiertje zet, dat mijn benen in bed de jouwe vinden, keer op keer op keer?

Er zit plezier in de herhaling, erkenning in de herkenning.

Precies daarom kan verandering ook schrik aanjagen: denk aan de boer die niet eet wat hij niet kent, of de fanatieke verdediger van tradities die aan herziening toe zijn. Politici weten dat er stemmen te behalen vallen met een appèl op het oude vertrouwde. En ze weten ook dat die boodschap het meest effectief is wanneer ze eindeloos wordt herhaald: herhaling is het

Uit de serie Chai Wan Fire Station door fotograaf Chan Dick

Een herhaling is zelden een kopie

Herhaling en vernieuwing sluiten elkaar dus niet uit: ze vereisen én veroorzaken elkaar. Zo bezien brengt een herhaling zelden ‘meer van hetzelfde’, maar bijna altijd iets anders. Of beter: iets nieuws.

Muziek is een goed voorbeeld. Muzikanten en, in hun kielzog, muziekwetenschappers, weten als geen ander dat herhaling cruciaal is voor onze muziekbeleving en -waardering. Hoe vaker we een liedje horen, hoe meer we geneigd zijn ervan te houden – dat is weer het

Maar wie een muziekstuk meerdere keren beluistert, hoort ook andere dingen – heeft bijvoorbeeld meer aandacht voor subtiele wendingen of details, juist omdat het brein niet alles op alles hoeft te zetten om de melodie en grote lijnen

Bovendien: met het opnieuw beluisteren van muziek verandert ook de manier waarop we luisteren. In plaats van passieve luisteraars worden we actieve deelnemers, die al weten

Ik denk aan kleine kinderen, hoe ze graag vaak achter elkaar hetzelfde liedje zingen of hetzelfde boekje lezen, hoe fijn ze het lijken te vinden wanneer de tekst of het verhaal precies hetzelfde loopt als de vorige keer. ‘NEE!’ schreeuwen ze, wanneer je de woorden van een slaapliedje verandert, of stiekem probeert een paar bladzijden over te slaan. Ze zijn onderdeel van de vertelling, doen eraan mee – juist omdat ze haar al eerder hebben gehoord.

Uit de serie Chai Wan Fire Station door fotograaf Chan Dick

En is dat niet altijd de manier waarop de herhaling afwijkt van de primeur? De tweede, derde of honderdste keer dat je iets ziet, doet, hoort of meemaakt is vrijwel onvermijdelijk een rijkere ervaring dan de eerste keer. Omdat je verwachtingen hebt, gebaseerd op eerdere instanties. Omdat die verwachtingen wel of niet worden ingelost – wat bevredigend, verrassend of vervelend kan zijn, maar hoe dan ook van toegevoegde waarde.

Het is lastig te zien wanneer herhaling vooral als het saaie broertje van vernieuwing te boek staat, maar een herhaling is nooit een exacte kopie van het voorgaande. Omdat wij niet precies dezelfde zijn: we zijn veranderd door wat ervoor kwam, zijn nieuwe mensen geworden die anders kijken. Je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen, en ook geen twee keer naar dezelfde camping gaan

Daarmee is elke herhaling een nieuwe ervaring op zich. De verwachtingen die je hebt, en die soms wel en soms niet worden ingelost, zijn nieuw. De herkenning is nieuw. De relatie die met elke uitvoering van een persoonlijk ritueel weer iets gelaagder wordt dan voorheen; het lichaam dat net iets soepeler naar beneden skiet dan de keer ervoor; het gehoor dat meer subtiliteiten waarneemt dan bij de voorgaande beluistering: het is allemaal nieuw.

Het is een kleiner soort vernieuwing, bijgetekend op een palimpsest in plaats van een Het is daardoor minder waarneembaar, minder onderwerp van gesprek, van adviezen, van odes. Niet groots en meeslepend, maar klein en verdiepend, verzwarend, verstevigend.

Het is een vernieuwing die zich niet gemakkelijk als zodanig laat herkennen, al was het maar omdat we dat nooit echt hebben geleerd. Want wie voortdurend wordt aangemoedigd op zoek te gaan naar het grote onbekende, het radicaal nieuwe, die mist al gauw de subtielere verandering die herhaling met zich meebrengt.

Om herhaling op waarde te kunnen schatten is, paradoxaal genoeg, een nieuw soort aandacht nodig.

Beter kijken naar herhaling

De afgelopen maanden zag ik mijn eerste-keer-op-ski’s steeds als dat: een eerste keer, die juist daarom bevredigend en beroerend was.

Maar als ik beter had gekeken, preciezer, dan had ik kunnen zien dat die eerste keer eigenlijk uit heel veelkeren bestond. Uit keer op keer bovenaan de helling beginnen, op kamikazetempo naar beneden denderen, en mezelf vlak vóór het veiligheidshek om laten vallen omdat ik de kunst van het remmen nog niet verstond. Elke keer werden mijn bochtjes een klein beetje scherper en mijn afdaling iets minder ongecontroleerd.

Ik was aan het oefenen, aan het repeteren. Ik deed steeds hetzelfde, begon steeds opnieuw, en het ging telkens net anders. De vreugde zat ’m ook, of misschien wel juist, daarin: in die kleine vooruitgangetjes, die kleine verrassingen, die herhaling-met-variatie.

Voor een onlangs gepubliceerde studie werd aan proefpersonen gevraagd om een tentoonstelling die ze net hadden gezien nog eens te bezoeken, of om een film die ze de avond ervoor hadden bekeken, opnieuw aan te zetten. Van tevoren moesten ze aangeven hoe aangenaam ze de herhaling waarschijnlijk zouden vinden.

Wat bleek? De proefpersonen onderschatten het plezier dat ze aan de herhaling zouden beleven. Ze dachten dat ze het de tweede keer minder leuk zouden vinden

We onderschatten het plezier van herhaling, omdat we er nooit op worden gewezen, gepreoccupeerd als we zijn met het mantra van de vernieuwing. En het punt is niet dat we moeten kiezen, voor herhaling en tegen vernieuwing, of andersom. Het punt – en ik val in herhaling – is dat we ze allebei nodig hebben, dat ze elkaar nodig hebben, dat ze niet elkaars tegenpolen zijn, maar in elkaars verlengde liggen.

Het is waarschijnlijk onmogelijk om de oplettendheid die eerste keren automatisch in ons losmaken, ook op te brengen voor de tiende of de honderdste keer dat we iets doen. Maar het lijkt me helemaal niet onmogelijk om aandachtiger naar de herhaling te kijken, haar niet als een struikelblok te zien, maar als een doel op zich. Niet als een kopie, maar als een variatie. Ik vermoed dat de routines en rituelen waaruit het dagelijks leven is opgebouwd, de ‘sleur’ die we hebben leren vrezen, dan minder als een klap in het gezicht van de tijdsgeest zouden voelen, en meer als de moeite waard.

Uit de serie Chai Wan Fire Station door fotograaf Chan Dick

Herhaling brengt je meer dan je denkt

Trek je conclusies, zei een van de onderzoekers van die studie waaruit bleek dat mensen het plezier van herhaling onderschatten. In plaats van tijd verspillen aan het zoeken naar een nieuwe ervaring, kan je er ook gewoon voor kiezen om een film die je al eens zag of een restaurant waar je al eens at, in de herhaling te gooien: het zal je waarschijnlijk

En daarin zit ’m de crux. Herhaling is de norm: we vallen voortdurend in herhaling, of we nou willen of niet. Maar er is een verschil tussen onachtzaam dingen opnieuw doen, en dingen opnieuw doen omdat je ervoor kiest. Bewust, aandachtig, expres. Met het volle besef dat dit er evengoed toe doet, en met de bereidheid om andere dingen te zien, horen en voelen wanneer je ze opnieuw voelt, hoort en ziet.

De vervoering die zich begin dit jaar van mij meester maakte, in die gondel op weg naar de vallei, had zeker te maken met de overrompeling van een compleet nieuwe ervaring, de verwondering van een eerste keer. Die valt niet te reproduceren, dat begrijp ik ook wel. Toch zou ik graag nog eens na een lange dag in de sneeuw afdalen naar de vallei, wederom de zon zien weerkaatsen op de besneeuwde bergtoppen vóór me, en opnieuw felgekleurde miniatuurmensjes naar beneden zien suizen op de helling onder me. Ik zou dingen herkennen en ik zou nieuwe dingen zien, en ik ben naar allebei benieuwd.

Dus hoewel ik nog steeds van alles van wintersport vind – decadent, slecht voor het milieu, de zinloosheid van keer op keer klimmen en weer afdalen, klimmen en weer afdalen – wil ik volgend jaar heel graag nog een keer.

En het jaar daarop, nog een keer.

Et cetera, et cetera.

Met dank aan Arie Bleijenberg, Christie Peterson, Carole Turley Voulgaris, Arnold Wentzel en andere leden van voor hun voorbeelden van het verband tussen onderhoud en innovatie, herhaling en vernieuwing.

Meer lezen?